display BMW Z4 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: BMW, Model Year: 2016, Model line: Z4, Model: BMW Z4 2016Pages: 292, PDF Size: 7.38 MB
Page 6 of 292

AanwijzingenBij deze handleiding
Het snelst kunnen bepaalde thema's met be‐
hulp van het trefwoordenregister worden ge‐
vonden.
Een overzicht van de auto krijgt u in het eerste
hoofdstuk.
Extra informatiebronnen
Met uw vragen kunt u steeds terecht bij uw
servicedienst.
Informatie over BMW, bijv. over techniek, op
internet: www.bmw.com.
BMW Driver's Guide app
In veel landen is de handleiding als app be‐
schikbaar. Meer informatie in het internet:
www.bmw.com/bmw_drivers_guide
Symbolen
duidt op waarschuwingen die u beslist
moet lezen in verband met uw veiligheid, de
veiligheid van anderen en om schade aan uw
auto te voorkomen.
◄ geeft het einde van een opmerking aan.
"..." geeft teksten op een display in de auto
voor de selectie van functies aan.
›...‹ geeft commando's voor het
spraakgestuurde systeem aan.
››...‹‹ geeft antwoorden van het
spraakgestuurde systeem aan.
duidt op maatregelen die tot de
bescherming van het milieu bijdragen.
Symbool op onderdelen van de auto
wijst er bij onderdelen van de auto op dat
deze handleiding moet worden geraadpleegd.
Voertuiguitrusting
Deze handleiding beschrijft alle modellen en
alle serie-, land- en speciale uitvoeringen, die
in de modelserie worden aangeboden. In deze
handleiding zijn daarom ook uitvoeringen be‐
schreven en afgebeeld die in uw auto, bijv. op
grond van de geselecteerde speciale uitvoe‐
ring of de landvariant niet aanwezig zijn.
Dit geldt tevens voor functies en systemen die
relevant zijn voor de veiligheid.
Als uitrustingen en modellen niet in deze hand‐
leiding zijn beschreven, dan de bijgevoegde
aanvullingen raadplegen.
Bij auto's met het stuur rechts zijn de bedie‐
ningselementen voor een deel anders ge‐
plaatst dan op de afbeeldingen.
Actualiteit van de
Handleiding
Het hoge veiligheids- en kwaliteitsniveau van
de voertuigen wordt gewaarborgd door het
continu verder ontwikkelen. In enkele gevallen
kunnen daardoor afwijkingen tussen de be‐
schrijving en de auto bestaan.
Actualiseringen na sluiting van de
redactie
Eventuele actualiseringen van de handleidin‐
gen na sluiting van de redactie bevinden zich in
bijlage van de gedrukte beknopte handleiding
bij de auto.
Eigen veiligheid Garantie
Uw auto is technisch ontworpen voor de be‐
drijfsvoorwaarden en registratie-eisen, die in
het land van de eerste levering van toepassingSeite 6Aanwijzingen6
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 14 of 292

Instrumentenpaneel1Snelheidsmeter2Controlelampen voor richtingaanwijzers3Controle- en waarschuwingslampjes 154Toerenteller 735Motorolietemperatuur 736Display voor▷Klok 72▷Buitentemperatuur 72▷Controle- en waarschuwingslamp‐
jes 15▷Snelheidsregeling 1077Display voor▷Versnellingsindicatie 8-traps-automati‐
sche versnellingsbak 67▷Versnellingsindicatie 7-traps-sport-au‐
tomatische transmissie met dubbele
koppeling 68▷Boordcomputer 74▷Datum en resterende afstand voor het
benodigde onderhoud 80▷Kilometerteller en dagteller 72▷Programma's van de rijdynamiekcon‐
trole 104▷Grootlichtassistent 89▷Bandenspanningscontrole terugzet‐
ten 99▷Motoroliepeil controleren 242▷Instellingen en informatie 77▷ Check-Control-melding aanwe‐
zig 84▷Schakelpuntindicator 758Brandstofmeter 739Dagteller terugzetten 72Seite 14OverzichtBedieningsorganen14
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 15 of 292

Controle- en
waarschuwingslampjes
Instrumentenpaneel
Controle- en waarschuwingslampjes kunnen in
verschillende combinaties en kleuren gaan
branden.
Bij het starten van de motor of inschakelen van
het contact wordt de werking van een aantal
lampjes gecontroleerd en daarbij branden ze
kort.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen aan bovenrand van het Con‐
trol Display verklaren de betekenis van de
weergegeven controle- en waarschuwingslam‐
pen.
Meer informatie, bijv. over de oorzaak van een
storing en de uit te voeren handeling, kunt u
oproepen via de Check-Control, zie pa‐
gina 84.
Bij een belangrijke melding wordt de bijbeho‐
rende informatie bij het branden van de betref‐
fende lamp weergegeven.
Controlelampen zonder
tekstmeldingen
De volgende controlelampen geven aan dat
bepaalde functies actief zijn:SymboolFunctie of systeemRichtingaanwijzersGrootlicht/lichtsignaalMistachterlichtLamp knippert:
DSC of DTC regelt de aandrijf‐
kracht voor het behoud van de
koersstabiliteitParkeerrem aangetrokkenMotorstoring met verslechtering
van de uitlaatgaswaardenSeite 15BedieningsorganenOverzicht15
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 16 of 292

Rondom de middenconsole1Control Display 182Waarschuwingsknipperlichten 2553Centrale vergrendeling 354▷Verwarming en airconditioning 112▷Airconditioning 1145Speler voor▷Audio-cd/dvd 170▷Navigatie-dvd 1386Bedieningselementen voor▷Radio 164▷Cd/dvd 1707Stoelverwarming 48Park Distance Control PDC 109Hardtop sluiten 42Hardtop openen 42Start- en stopautomaat deactive‐
ren 588Parkeerrem 609Controller met toetsen 1810Rijdynamiekcontrole 104Seite 16OverzichtBedieningsorganen16
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 18 of 292

iDriveVoertuiguitrusting
In dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Principe
iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen derhalve op
een centrale plaats worden bediend.
iDrive tijdens het rijden bedienen
Alleen informatie invoeren als de ver‐
keerssituatie dit toelaat, anders kan dit door
onvoldoende oplettendheid gevaar opleveren
voor de inzittenden en andere verkeersdeelne‐
mers.◀Overzicht
bedieningselementen
Bedieningselementen1Control Display2Controller met toetsen
Met de toetsen kunnen menu's recht‐
streeks worden opgeroepen. Met de Con‐
troller kunnen menupunten worden gese‐
lecteerd en instellingen worden
uitgevoerd.
Control Display
Opmerkingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen, zie pagina 265,
in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.
Uitschakelen
1. Toets indrukken.
Seite 18OverzichtiDrive18
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 19 of 292

2."Control-display sluiten"
Inschakelen
Voor het inschakelen Controller indrukken.
Controller
Menupunten selecteren en instellingen uitvoe‐
ren.
1.Draaien.2.Indrukken.3.Kantelen in vier richtingen.
Toetsen op Controller
ToetsFunctieMENUHoofdmenu oproepen.RADIOMenu Radio oproepen.MEDIAMenu cd/multimedia oproepen.NAVMenu Navigatie oproepen.TELMenu Telefoon oproepen.BACKVorig beeldvenster weergeven.OPTIONMenu Opties oproepen.
Bedieningsprincipe
Hoofdmenu oproepen Toets indrukken.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Alle functies van iDrive kunnen in het hoofd‐
menu worden opgeroepen.
Seite 19iDriveOverzicht19
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 25 of 292

Spraakgestuurd systeemVoertuiguitrustingIn dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Principe▷Via het spraakgestuurd systeem kunnen
de meeste functies die op de Control Dis‐
play verschijnen, door gesproken com‐
mando's worden bediend. Het systeem on‐
dersteunt bij de invoer met
aankondigingen.▷Functies die alleen bij een stilstaande auto
inzetbaar zijn, kunnen niet via het spraakin‐
voersysteem bediend worden.▷Tot het systeem behoort een speciale mi‐
crofoon aan de bestuurderszijde.▷›...‹ geeft commando's voor het spraakge‐
stuurde systeem aan in de handleiding.
Voorwaarden
Stil bij het Control Display een taal in die ook
door het taalinvoersysteem ondersteund wordt
om de uit te spreken commando's te kunnen
identificeren.
Taal instellen, zie pagina 80.
Commando's uitspreken
Spraaksturing inschakelen1.Toets op het stuurwiel indrukken.2.Signaaltoon afwachten.3.Commando uitspreken.
Het commando wordt op het Control Dis‐
play weergegeven.
Symbool op het Control Display geeft aan
dat het spraakgestuurde systeem actief.
Mogelijk zijn geen andere commando's moge‐
lijk, de functie in dit geval via iDrive bedienen.
Spraakinvoer beëindigen
Toets op stuurwiel indrukken
of ›Afbreken‹.
Mogelijke commando's
De meeste menupunten van het Control Dis‐
play kunnen als commando worden gespro‐
ken.
De mogelijke commando's zijn er afhankelijk
van welk menu actueel op de Control Display
wordt weergegeven.
Voor functies van het startmenu zijn er kort
commando's.
Enkele lijstitems, bijv. Telefoonboekinvoeren,
kunnen tevens via het spraakinvoersysteem
worden geselecteerd. Lijstitems hierbij precies
zo spreken, als het in de specifieke lijst wordt
weergegeven.
Mogelijke commando's laten
weergeven
Mogelijke commando's laten noe‐
men: ›Spraakopties‹.
Seite 25Spraakgestuurd systeemOverzicht25
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 26 of 292

Wanneer bijv. het menu "Instellingen" weerge‐
geven wordt, worden de commando's voor de
instellingen weergegeven.
Functies met korte commando's uitvoeren
Functies van het hoofdmenu kunnen direct
d.m.v. korte commando's worden uitgevoerd,
nagenoeg onafhankelijk van het menupunt dat
is gekozen, bijv. ›Voertuigstatus‹.
Lijst voor Korte commando's van het spraakin‐
voersysteem, zie pagina 270.
Hulpdialoog bij het
spraakcommandosysteem
Hulpdialoog oproepen: ›Help‹
Verdere commando's bij de hulpdialoog:▷›Hulp met voorbeelden‹: informatie over de
actuele bedieningsmogelijkheden en de
belangrijkste commando's daarvoor wor‐
den weergegeven.▷›Hulp bij spraakinvoer‹: informatie over het
werkingsprincipe van het spraakcomman‐
dosysteem wordt weergegeven.
Een voorbeeld: cd
weergeven
Via startmenu
De commando's van de menupunten worden
gesproken, zoals ze tevens via de controller
worden geselecteerd.
1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2.Toets op het stuurwiel indrukken.3.›C D en multimedia‹
Het laatste weergegeven medium wordt
afgespeeld.4.›C D‹5.›C D drive‹De cd wordt afgespeeld.6. Toets op het stuurwiel opnieuw in‐
drukken om een bepaalde titel te kiezen.7.›Titel ...‹ bv. cd titel 4.
Via kort commando
De weergave van de cd kan tevens via een kort
commando worden gestart.
1.Indien nodig geluidsweergave van enter‐
tainment inschakelen.2.Toets op het stuurwiel indrukken.3.›C D drive Titel ...‹ bv. cd titel 4.
Spraakdialoog instellen
Er kan worden ingesteld of het systeem de
standaarddialoog of een korte variant gebruikt.
Bij de korte variant van de spraakdialoog wor‐
den de systeemededelingen beknopt weerge‐
geven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Taal/Eenheden"3."Spraakmodus"4.Instelling selecteren.Seite 26OverzichtSpraakgestuurd systeem26
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 31 of 292

Personal Profile
Principe Sommige functies van de auto kunnen indivi‐
dueel worden ingesteld.▷Instellingen worden automatisch in het
momenteel geactiveerde profiel opgesla‐
gen.▷Bij het ontgrendelen wordt de desbetref‐
fende afstandsbediening herkend en het
daarbij opgeslagen profiel wordt opgeroe‐
pen.▷Persoonlijke instellingen worden ook weer
herkend en opgeroepen, als tussentijds
een andere persoon met een eigen af‐
standsbediening met de auto heeft gere‐
den.
Persoonlijke instellingen worden voor maxi‐
maal vier afstandsbedieningen opgeslagen, bij
comforttoegang voor twee.
Personal Profile instellingen De volgende functies en instellingen kunnen in
een profiel worden opgeslagen.
Meer over de instellingen onder:
▷Toewijzing van de toets favorieten, zie pa‐
gina 23.▷Reactie van de centrale vergrendeling bij
het ontgrendelen van de auto, zie pa‐
gina 32.▷Automatisch ontgrendelen van de auto, zie
pagina 35.▷Automatisch oproepen van de stand van
de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
na het ontgrendelen, zie pagina 34.▷Kort knipperen, zie pagina 61.▷Instellingen voor de weergave op het Con‐
trol Display en in het instrumentenpaneel:▷12h/24h-formaat van de klok, zie pa‐
gina 78.▷Datumformaat, zie pagina 79.▷Helderheid op het Control Display, zie
pagina 80.▷Taal op het Control Display, zie pa‐
gina 80.▷Gedeeld scherm, splitscreen, zie pa‐
gina 22.▷Maateenheden voor verbruik, weg/
afstanden en temperatuur, zie pa‐
gina 78.▷Volume Park Distance Control PDC, zie pa‐
gina 110.▷Lichtinstellingen:▷Begroetingslicht, zie pagina 87.▷Uitstapverlichting, zie pagina 88.▷Dagrijlicht, zie pagina 88.▷Grootlichtassistent, zie pagina 89.▷Automatische airconditioning: AUTO-pro‐
gramma, koelfunctie en automatische
luchtrecirculatieregeling geactiveerd/
gedeactiveerd, temperatuur, luchthoeveel‐
heid, luchtverdeling, zie pagina 114.▷Navigatie:▷Spraakuitgave, zie pagina 152.▷Instellingen kaartaanzicht, zie pa‐
gina 154.▷Routecriteria, zie pagina 150.▷Entertainment:▷Geluid instellen, zie pagina 162.▷Radio, opgeslagen zender, zie pa‐
gina 168.▷Cd/multimedia, de als laatst gehoorde
audiobron, zie pagina 170.▷Tv, opgeslagen programma's, zie pa‐
gina 189.▷Telefoon▷Volume, zie pagina 201.Seite 31Openen en sluitenBediening31
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Page 39 of 292

biele telefoon in directe nabijheid van de af‐
standsbediening of door het laden van een
mobiele telefoon in de auto.
Auto in dergelijke gevallen met de toetsen op
de afstandsbediening of met de geïntegreerde
sleutel via het deurslot openen of sluiten.
Om de motor daarna te starten, afstandsbedie‐
ning in het contactslot steken.
Controlelampen Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt bij de poging
om de motor te starten: starten van
de motor niet mogelijk.
De afstandsbediening is niet in de auto of
wordt verstoord. Afstandsbediening mee in de
auto nemen of laten controleren. Indien nodig,
een andere afstandsbediening in het contact‐
slot steken.
Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt bij draaiende
motor: de afstandsbediening is niet
meer in de auto.
Na het afzetten van de motor is opnieuw star‐
ten alleen nog binnen de tijdspanne van ca.
10 seconden mogelijk.
Waarschuwingslampje op het instru‐
mentenpaneel brandt en een melding
verschijnt op het Control Display:
batterij van de afstandsbediening vervangen.Batterij vervangen
In de afstandsbediening voor de comforttoe‐
gang is een batterij aangebracht die evt. moet
worden vervangen.1.Geïntegreerde sleutel uit de afstandsbe‐
diening nemen, zie pagina 30.2.Deksel verwijderen.3.Batterij van hetzelfde type met de pluskant
naar boven plaatsen.4.Deksel dichtdrukken.
Lege batterijen op de daarvoor bestemde
adressen of bij uw servicedienst inleve‐
ren.
Alarminstallatie Principe De alarminstallatie reageert op:
▷Openen van een portier, de motorkap of
het kofferdeksel.▷Bewegingen in het interieur van de auto.
Interieurbeveiliging, zie pagina 41.▷Wanneer de hoek van het voertuig veran‐
dert, bijv. bij een poging om een wiel te
stelen of bij het wegslepen.▷Onderbreking van de accuspanning.
Op ingrepen door onbevoegden reageert de
alarminstallatie afhankelijk van de exportuit‐
voering met:
▷Akoestisch alarm.Seite 39Openen en sluitenBediening39
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15