reset CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: BERLINGO MULTISPACE, Model: CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017Pages: 292, PDF Size: 9.84 MB
Page 45 of 292

43
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Cockpit
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
BANDENSPANNINGSCONTROLESySTEEM MET REINITIALISATIE
Dit systeem controleert automatisch de 
bandenspanning tijdens het rijden.
Het systeem bewaakt de spanning van 
de vier banden zodra de auto begint te 
rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van 
de snelheidssensoren van de wielen 
met de referentiewaarden die elke 
keer nadat de banden op spanning 
zijn gebracht of na het verwisselen 
van een wiel moeten worden 
gereset.
Het systeem geeft een waarschuwing 
zodra wordt gesignaleerd dat de 
spanning van een of meer banden te 
laag is.Het bandenspanningscontrolesysteem 
is niet meer dan een hulpmiddel, 
hetgeen inhoudt dat de waakzaamheid 
van de bestuurder niet door het systeem 
kan worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de 
verantwoordelijkheid om elke maand de 
bandenspanning te controleren (ook die 
van het reservewiel). Doe dit ook voordat 
u een lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage 
bandenspanning heeft een nadelige 
invloed op het weggedrag en de remweg 
van de auto en veroorzaakt vroegtijdige 
bandenslijtage, vooral onder zware 
omstandigheden (zware belading, hoge 
snelheden, een lange rit).
 Het rijden met een te lage 
bandenspanning veroorzaakt 
bovendien een hoger 
brandstofverbruik. De voor uw auto voorgeschreven 
bandenspanning vindt u op de 
sticker met de bandenspanningen.
Raadpleeg de desbetref
 fende 
rubriek voor meer informatie over de 
identificatie van de auto.
De bandenspanning moet worden 
gecontroleerd als de banden "koud" 
zijn (de auto staat langer dan een uur 
stil of er is minder dan 10
  km gereden 
met een beperkte snelheid).
Onder andere omstandigheden 
(bij warme banden) moet de 
bandenspanning ten opzichte van de 
op de sticker vermelde spanning met 
0,3
  bar worden verhoogd. 
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3   
Page 46 of 292

44
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Cockpit
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Waarschuwing te lage bandenspanning
U krijgt deze waarschuwing 
als dit lampje blijft branden 
in combinatie met een 
geluidssignaal en, volgens 
uitvoering, een melding.Controleer voordat u het systeem 
gaat resetten of de spanning van 
de vier banden overeenkomstig de 
gebruiksomstandigheden van de auto 
en de voorschriften op de sticker met 
de bandenspanningen is.
Het waarschuwingssysteem voor 
te lage bandenspanning is alleen 
betrouwbaar als de vier banden 
tijdens het resetten de juiste spanning 
hebben.
Het bandenspanningscontrolesysteem 
geeft geen meldingen als de 
bandenspanning bij het resetten onjuist is.
Een te lage bandenspanning is 
niet altijd aan de band te zien.
 Een visuele controle is dus niet 
voldoende.
De waarschuwing blijft actief tot 
het systeem is gereset.
F
 
V
 erminder onmiddellijk uw 
snelheid en vermijd plotselinge 
stuurbewegingen en krachtig 
remmen.
F
 
Stop zodra dit mogelijk is op een 
veilig
e plaats. F  
Controleer als u een compressor 
in de auto hebt, bijvoorbeeld 
die van de set voor tijdelijke 
bandenreparatie, de spanning 
van de vier banden als deze zijn 
afgekoeld.
F
  
Rijd voorzichtig verder als het 
niet mogelijk is om deze controle 
onmiddellijk
 uit te voeren.
of
F  
Gebruik in het geval van een lekke 
band de bandenreparatieset of het 
reservewiel (volgens uitvoering).
Resetten
Elke keer nadat u een of meer banden 
op spanning hebt gebracht en na het 
verwisselen van een of meer wielen, 
moet u het systeem resetten.  
Page 47 of 292

45
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Cockpit
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Het resetten van het systeem moet gebeuren bij aangezet contact en 
stilstaande auto:
- 
via het configuratiemenu van de auto bij auto's met display
 ,
-
 
met de toets op het dashboard bij auto's zonder display
 .
Display A
F
 
Druk op de toets 
 MENU om het 
algemene menu te openen.
F
 
Druk op de toets "
 5" of "6" om het 
menu "Config. auto" te selecteren 
en bevestig uw keuze door op de 
toets O
k  te drukken.
F
 
Druk op de toets "
 5" of "6" om 
het menu "Reset bandensp" te 
selecteren en bevestig uw keuze 
door op de toets O
k  te drukken.
 Er verschijnt een melding ter 
bevestging van het verzoek.
F
 
Bevestig uw keuze door op de toets 
O
k  te drukken. Display C
F
 
Druk op de toets 
 MENU om het 
algemene menu te openen.
F
 
Druk op de toets "
 5" of "6" om het 
menu "Persoonlijke instellingen
  - 
configuratie" te selecteren en 
bevestig uw keuze door op de 
toets 
  O k  te drukken.
F
 
Druk op de toets "
 5" of "6" om 
het menu "Configuratie auto 
instellen" te selecteren en bevestig 
uw keuze door op de toets O
k  te 
drukken.
F
 
Druk op de toets "
 5" of "6" om 
het menu "Bandenspanning" en 
vervolgens het menu "Resetten" te 
selecteren en bevestig uw keuzes 
door op de toets O
k  te drukken.
 Het resetten wordt bevestigd door 
een melding.T
ouchscreen
F
 
Druk op de toets 
 MENU.
F
 
Selecteer het menu "
 Rijden"
F
 
Selecteer op de secundaire pagina
   
" Initialisatie bandensp.controle".
Het resetverzoek wordt bevestigd door 
een melding.
F
 
Selecteer "
 Ja" of "Nee" en bevestig 
uw keuze.
Het resetten wordt bevestigd door een 
melding. 
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3   
Page 48 of 292

46
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Cockpit
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
De nieuw opgeslagen waarden 
van de bandenspanning worden 
door het systeem beschouwd als 
referentiewaarden.
Het bandenspanningscontrolesysteem 
werkt alleen betrouwbaar als bij het 
resetten van het systeem de vier 
banden de correcte spanning hebben.
Controleer na werkzaamheden 
aan het systeem altijd de spanning 
van de vier banden en reset het 
systeem vervolgens.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset 
te worden na het aanbrengen of 
verwijderen van sneeuwkettingen.
Toets op het dashboard
F
 Houd deze toets even ingedrukt.
Het resetten wordt bevestigd door een 
geluidssignaal.
Een laag geluidssignaal geeft aan dat 
het resetten niet is uitgevoerd.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage 
bandenspanning gaat knipperen en 
vervolgens blijft branden in combinatie 
met het lampje Service, wijst dit op een 
storing in het systeem.
In dat geval werkt de 
bandenspanningscontrole mogelijk niet 
goed.
Laat het systeem controleren door 
het CITROËN-netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.  
Page 50 of 292

48
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Cockpit
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu 
wilt loskoppelen, vergrendel 
dan de auto en wacht minimaal 
vijf minuten. Het resetten van de 
onderhoudsindicator zal anders niet 
worden opgeslagen.
Motorolieniveaumeter
Afhankelijk van de motoruitvoering van 
uw auto wordt bij het aanzetten van het 
contact eerst de onderhoudsindicator 
weergegeven en vervolgens 
gedurende enkele seconden het 
motorolieniveau. Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding 
"OIL" knippert in 
combinatie met het 
verklikkerlampje 
service, een geluidssignaal en 
een melding op het display, is het 
motorolieniveau te laag, waardoor 
ernstige motorschade kan ontstaan.
Controleer het olieniveau met de 
peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te 
laag is, moet olie worden bijgevuld.
Storing 
motorolieniveaumeter
Als de aanduiding 
"OIL--" knippert, 
duidt dit op een 
storing in de motorolieniveaumeter. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalificeerde werkplaats.
 Een controle van het olieniveau is
 
alleen betrouwbaar als de auto op 
een vlakke, horizontale ondergrond 
staat en de motor minstens 
30
 
minuten niet heeft gedraaid. Oliepeilstok
A
 = maxi, het oliepeil mag nooit 
boven dit niveau uitkomen. Een 
te hoog oliepeil kan schade aan 
de motor veroorzaken.
Raadpleeg in dat geval 
zo snel mogelijk het 
CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
B  = mini, als het oliepeil niet 
boven dit niveau uitkomt, moet 
het voor de motor van uw auto 
voorgeschreven type motorolie 
worden bijgevuld via de vuldop.
Dimmer dashboardverlichting
Druk, terwijl het contact 
aan is, de knop in tot de 
nullen verschijnen.
Druk, tijdens het branden 
van de verlichting, op de 
knop om de sterkte van 
de dashboardverlichting 
te veranderen. Als de 
verlichting de zwakste (of 
felste) stand heeft bereikt, 
laat dan de knop los en druk deze 
vervolgens opnieuw in om de verlichting 
weer feller (of zwakker) te maken.
Laat de knop los zodra de gewenste 
lichtsterkte is bereikt.
Op 0 zetten
Het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats zet 
de onderhoudsindicator na elke 
onderhoudscontrole weer op 0.
Als u zelf de onderhoudscontrole 
van uw auto hebt uitgevoerd, kan de 
onderhoudsindicator op de volgende 
wijze op 0
  gezet worden:
-
 
zet het contact af,
-
 
druk op de resetknop van de 
dagteller en houd deze ingedrukt,
-
 
zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen.
Laat de knop los als de 
onderhoudsindicator "
=0" aangeeft; de 
sleutel verdwijnt.  
Page 114 of 292

11 2
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
ELEkTRISCH BEDIENBARE RUITEN
Open de ruit volledig en sluit de ruit. 
Telkens als de schakelaar omhoog 
wordt getrokken, sluit de ruit enkele 
centimeters. 
Laat de schakelaar los en trek hem 
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig 
is gesloten.
Tijdens deze handelingen is 
de beveiliging tegen beknellen 
uitgeschakeld.
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel 
stuit, stopt de ruit en gaat direct 
gedeeltelijk weer open.
Handbediening
De aanwezigheid van deze functie 
is afhankelijk van de uitvoering. Als 
dit symbool op de desbetreffende 
schakelaar is aangebracht, is uw 
auto van deze functie voorzien.
Gebruiksvoorschrift
Wanneer tijdens het bedienen van de 
ruit iets tussen de ruit en de sponning 
bekneld raakt, moet de ruit weer 
worden geopend. Druk daarvoor op de 
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de 
passagierszijde bedient, moet hij ervan 
verzekerd zijn dat niets het correcte 
sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd 
zijn dat de passagiers op de juiste 
manier gebruik maken van de 
elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens 
het bedienen van de ruit niet kunnen 
bezeren.
Als een van de elektrisch bedienbare 
ruiten te vaak achter elkaar geopend 
en gesloten wordt, treedt een 
beveiliging in werking en kan de ruit 
alleen nog worden gesloten. Wacht 
na het sluiten ongeveer 40  minuten. 
Na deze tijd kan de ruit weer worden 
bediend.
1.
 Bestuurderszijde
2.
 
Passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest 
of in het geval van een storing, moet 
de ruitbediening gereset worden. De elektrische ruitbediening wordt 
uitgeschakeld:
-  
ongeveer 45
   seconden na het 
afzetten van het contact.
-  
als bij afgezet contact een 
voorportier wordt geopend.
U kunt de ruiten op twee manieren 
bedienen:
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware 
punt om de ruit te openen of te sluiten.
De ruit stopt zodra de schakelaar wordt 
losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het 
zware punt.
Als u de schakelaar hebt losgelaten, 
opent of sluit de ruit volledig.
Druk nogmaals op de schakelaar om 
het openen of sluiten te stoppen. 
Spiegels en ruiten