reset CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2016Pages: 330, PDF Size: 21.93 MB
Page 254 of 330

11
7
Veiligheid
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist is.
Een te lage bandenspanning is niet
altijd aan de band te zien. Een visuele
controle is dus niet voldoende.
De waarschuwing blijft actief tot het
systeem is gereset.
Waarschuwing te lage bandenspanning
U krijgt deze waarschuwing als dit
lampje blijft branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding.
)
Verminder onmiddellijk uw snelheid en
vermijd plotselinge stuurbewegingen en
krachtig remmen.
)
Stop zodra dit mogelijk is op een veilige
plaats.
)
Controleer als u een compressor in
de auto hebt (bijvoorbeeld die van de
bandenreparatieset) de spanning van de
vier banden als deze zijn afgekoeld. Rijd
voorzichtig verder als het niet mogelijk is
om deze controle onmiddellijk uit te voeren.
of
)
Gebruik in het geval van een lekke band
de bandenreparatieset of het reservewiel
(volgens uitvoering),
Resetten
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het ver wisselen van
een of meer wielen, moet u het systeem resetten.
Er is een sticker op de middenstijl aan de
bestuurderszijde aangebracht om u hierop
attent te maken.
Page 255 of 330

12
Veiligheid
Het resetten van het systeem moet gebeuren bij afgezet contact
en stilstaande auto
:
- via het configuratiemenu van de auto bij auto's met display,
- met de knop in het dashboardkastje bij auto's zonder display.
)
Druk op de toets MENU
om het algemene
menu te openen.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Persoonlijke instellingen -
configuratie
", te selecteren en bevestig
uw keuze door op de middelste toets te
drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Configuratie auto instellen
", te
selecteren en bevestig uw keuze door op
de middelste toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om de
categorie " Rijhulpsysteem
", te selecteren
en bevestig uw keuze door op de middelste
toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om
" Bandenspanning
"
" en ver volgens
" Reset
" te selecteren en bevestig uw
keuzes door op de middelste toets te
drukken.
Het resetten wordt bevestigd door een
melding.
Monochroom display C
Auto's zonder display
)
Open het dashboardkastje.
)
Houd deze knop enige tijd ingedrukt.
Een geluidssignaal met een lage toon geeft aan
dat het systeem is gereset.
Een geluidssignaal met een hoge toon geeft
aan dat het systeem niet is gereset.
De nieuw opgeslagen waarden van de
bandenspanning worden door het systeem
beschouwd als referentiewaarden.
Page 256 of 330

13
7
Veiligheid
Storing
Het bandenspanningscontrolesysteem
werkt alleen betrouwbaar als bij het
resetten van het systeem de vier
banden de correcte spanning hebben.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of
ver wijderen van sneeuwkettingen.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
ver volgens.
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en ver volgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Ser vice, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 290 of 330

1
5
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan :
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden
om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van
ver vuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening (volgens land van
bestemming).
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
Page 296 of 330

10
Veiligheid
Bandenspanningscontrolesysteem
Het bandenspanningscontrolesysteem
is niet meer dan een hulpmiddel,
hetgeen inhoudt dat de waakzaamheid
van de bestuurder niet door het
systeem kan worden ver vangen.
Het systeem onthoudt u niet van de
verantwoordelijkheid om elke maand
de bandenspanning te controleren (ook
die van het reser vewiel). Doe dit ook
voordat u een lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage
bandenspanning heeft een nadelige
invloed op het weggedrag en de remweg
van de auto en veroorzaakt vroegtijdige
bandenslijtage, vooral onder zware
omstandigheden (zware belading, hoge
snelheden, een lange rit).
De voor uw auto voorgeschreven
bandenspanning vindt u op de sticker
met de bandenspanningen.
Zie de rubriek "Identificatie".
De bandenspanning moet worden
gecontroleerd als de banden "koud" zijn
(de auto staat langer dan een uur stil
of er is minder dan 10 km gereden met
een beperkte snelheid).
Onder andere omstandigheden
(bij warme banden) moet de
bandenspanning ten opzichte van de
op de sticker vermelde spanning met
0,3 bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage
bandenspanning veroorzaakt bovendien
een hoger brandstofverbruik.
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
Het systeem bewaakt de spanning van de vier
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de
snelheidssensoren van de wielen met de
referentiewaarden die elke keer nadat de
banden op spanning zijn gebracht of na het
ver wisselen van een wiel moeten worden
gereset
.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra
wordt gesignaleerd dat de spanning van een of
meer banden te laag is.
Page 297 of 330

11
7
Veiligheid
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten onjuist is.
Een te lage bandenspanning is niet
altijd aan de band te zien. Een visuele
controle is dus niet voldoende.
De waarschuwing blijft actief tot het
systeem is gereset.
Waarschuwing te lage bandenspanning
U krijgt deze waarschuwing als dit
lampje blijft branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding.
)
Verminder onmiddellijk uw snelheid en
vermijd plotselinge stuurbewegingen en
krachtig remmen.
)
Stop zodra dit mogelijk is op een veilige
plaats.
)
Controleer als u een compressor in
de auto hebt (bijvoorbeeld die van de
bandenreparatieset) de spanning van de
vier banden als deze zijn afgekoeld. Rijd
voorzichtig verder als het niet mogelijk is
om deze controle onmiddellijk uit te voeren.
of
)
Gebruik in het geval van een lekke band
de bandenreparatieset of het reservewiel
(volgens uitvoering),
Resetten
Elke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het ver wisselen van
een of meer wielen, moet u het systeem resetten.
Er is een sticker op de middenstijl aan de
bestuurderszijde aangebracht om u hierop
attent te maken.
Page 298 of 330

12
Veiligheid
Het resetten van het systeem moet gebeuren bij afgezet contact
en stilstaande auto
:
- via het configuratiemenu van de auto bij auto's met display,
- met de knop in het dashboardkastje bij auto's zonder display.
)
Druk op de toets MENU
om het algemene
menu te openen.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Persoonlijke instellingen -
configuratie
", te selecteren en bevestig
uw keuze door op de middelste toets te
drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Configuratie auto instellen
", te
selecteren en bevestig uw keuze door op
de middelste toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om de
categorie " Rijhulpsysteem
", te selecteren
en bevestig uw keuze door op de middelste
toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om
" Bandenspanning
"
" en ver volgens
" Reset
" te selecteren en bevestig uw
keuzes door op de middelste toets te
drukken.
Het resetten wordt bevestigd door een
melding.
Monochroom display C
Auto's zonder display
)
Open het dashboardkastje.
)
Houd deze knop enige tijd ingedrukt.
Een geluidssignaal met een lage toon geeft aan
dat het systeem is gereset.
Een geluidssignaal met een hoge toon geeft
aan dat het systeem niet is gereset.
De nieuw opgeslagen waarden van de
bandenspanning worden door het systeem
beschouwd als referentiewaarden.
Page 299 of 330

13
7
Veiligheid
Storing
Het bandenspanningscontrolesysteem
werkt alleen betrouwbaar als bij het
resetten van het systeem de vier
banden de correcte spanning hebben.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of
ver wijderen van sneeuwkettingen.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
ver volgens.
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en ver volgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Ser vice, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.