CITROEN C-ELYSÉE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: C-ELYSÉE, Model: CITROEN C-ELYSÉE 2017Pages: 306, PDF Size: 9.41 MB
Page 51 of 306

49
Rechtop zetten van de rugleuning
F Zet de rugleuning 2 rechtop en vergrendel deze.
F
M
aak de veiligheidsgordel los en plaats
deze naast de rugleuning.
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
Controleer of de teruggeplaatste
rugleuning correct vergrendeld is.
Verstelbare hoofdsteunen
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen worden verwijderd en
onderling worden uitgewisseld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
T
rek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
F
D
ruk op de pal A .
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 306

50
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte voor een
optimale zithouding.
F
T
rek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Stel om veiligheidsredenen de
buitenspiegels goed af om de "dode hoek"
zo klein mogelijk te maken.
Buitenspiegelverwarming
Deze functie kunt u inschakelen
door bij draaiende motor op de toets
van de achterruitver warming te
drukken.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
achterruitverwarming .
Handmatige binnenspiegel
Instellingen
F Beweeg de hendel in de vier richtingen om
de spiegel goed af te stellen.
Inklappen
F Klap de buitenspiegels na het parkeren in om beschadiging te voorkomen.
Uitklappen
F Klap de buitenspiegels voordat u gaat rijden weer uit.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 306

51
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
Instellingen
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Houd hier rekening mee bij het inschatten
van de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer.
F
B
eweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel
te selecteren.
F
D
uw de knop in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop weer in het midden.
Handmatig inklappen
U kunt de spiegels handmatig inklappen
(parkeren, smalle garage enz.)
F
K
antel de spiegel naar de auto.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Instellingen
Dag-/nachtstand
F Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
F
S
tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 306

52
Verwarming / ventilatie
Dit systeem werkt alleen bij draaiende motor.
1Regeling van de temperatuur.
2 Regeling van de luchtopbrengst.
3 Regeling van de luchtverdeling.
4 Toevoer van buitenlucht / Luchtrecirculatie
Handbediende airconditioning
(zonder display)
Dit systeem werkt alleen bij draaiende motor.
1Regeling van de temperatuur.
2 Regeling van de luchtopbrengst.
3 Regeling van de luchtverdeling.
4 Toevoer van buitenlucht / Luchtrecirculatie
5 Airconditioning.
Comforttemperatuur
F Draai de rolknop naar blauw
(koel) of rood (warm) om de
temperatuur naar wens in te
stellen.
Luchtopbrengstregeling
F Draai de rolknop om de gewenste luchtopbrengst te
verkrijgen.Uitschakelen
Wanneer de knop van de luchtopbrengstregeling
in de stand 0 staat, wordt het thermische
comfort niet meer geregeld.
Er blijft door de rijwind nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 306

53
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters, voetenruimten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de rolknop in een
middenstand te zetten of door de
ventilatieroosters te sluiten.
Toevoer van buitenlucht /
Luchtrecirculatie
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.F
S
chuif de knop naar links in de
stand "Luchtrecirculatie in het
inter ieur ".
F
S
chuif de knop naar rechts in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
Airconditioning
De airconditioning functioneert, als de ruiten
gesloten zijn, optimaal in elk seizoen.
Dit systeem maakt het mogelijk om:
-
i
n de zomer de temperatuur in het interieur
te verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3 °C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het lampje van de toets gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
aanjagerknop 2 in de stand 0 staat.
Om het interieur sneller te verkoelen kunt u
korte tijd de recirculatiestand inschakelen. F
S
chuif de knop naar links in de
stand "Luchtrecirculatie in het
inter ieur ".
F
S
chuif de knop vervolgens naar
rechts in de stand "Toevoer van
buitenlucht".
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. De indicator verdwijnt.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
3
Ergonomie en comfort
Page 56 of 306

54
Automatische airconditioning (met display)
Dit systeem werkt alleen bij draaiende motor.
1Toevoer van buitenlucht / Luchtrecirculatie
2 Regeling van de temperatuur.
3 Airconditioning.
4 Maximumstand airconditioning.
5 Regeling van de luchtverdeling.
6 Regeling van de luchtopbrengst.
Toevoer van buitenlucht /
Luchtrecirculatie
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.
Schakel deze functie zodra de omstandigheden
het toelaten weer uit om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit vermindert en de ruiten beslaan.
F
D
ruk op de toets om de toevoer
van buitenlucht af te sluiten en
de lucht in het interieur te laten
circuleren. Dit wordt bevestigd
door de indicator die op het
display verschijnt. F
D
ruk nogmaals op de toets
om de toevoer van buitenlucht
weer in te schakelen. Dit wordt
bevestigd door het verdwijnen
van de indicator op het display.
Comforttemperatuur
F Druk op deze toetsen (rood voor warm en blauw voor koud) om
de temperatuur naar behoefte in
te stellen.
Er verschijnen of verdwijnen geleidelijk
temperatuurbalkjes op het display.
Ergonomie en comfort
Page 57 of 306

55
Airconditioning
Inschakelen
F Druk op deze toets. De desbetreffende indicator
verschijnt op het display.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. De indicator verdwijnt.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Maximumstand airconditioning
Met deze toets wordt de lucht in het interieur
snel gekoeld.
Inschakelen
F Druk op deze toets. De desbetreffende indicator
verschijnt op het display.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. De indicator verdwijnt.
Luchtverdeling
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te verdelen
naar hetzij:
-
d
e voorruit en de zijruiten
(ontwasemen of ontdooien),
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-
d
e voorruit, de zijruiten,
de ventilatieroosters en de
voetenruimten,
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
voetenruimten,
-
d
e voetenruimten,
-
d
e ventilatieroosters en de
voetenruimten,
-
d
e ventilatieroosters.
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 306

56
Luchtopbrengstregeling
F Druk op deze toets om de luchtopbrengst te verhogen .
Er verschijnen geleidelijk balkjes van de
luchtopbrengst. F
D
ruk op deze toets om de
luchtopbrengst te verlagen .
De balkjes van de luchtopbrengst verdwijnen
geleidelijk.
Uitschakelen van het systeem
Rijd niet te lang met een uitgeschakeld
airconditioningssysteem (kans op beslaan
van de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit).
F Druk op deze toets (van de luchtopbrengstregeling) tot alle
balkjes op het display zijn verdwenen.
Hiermee worden alle functies van de
airconditioning uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Er blijft door de rijwind nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd.
Als u nogmaals op deze toets (van
de luchtopbrengstregeling) drukt,
wordt de functie weer ingeschakeld.
Ergonomie en comfort
Page 59 of 306

57
Ontwasemen – Ontdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen
of te ontdooien.
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem
F Zet de knoppen van de temperatuurregeling en de luchtverdeling
in de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand "Toevoer van buitenlucht" (knop naar
rechts geschoven).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand "Voorruit".
Met handbediende
airconditioning (zonder
display)
F Zet de knoppen van de temperatuurregeling en de luchtverdeling
in de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.
F
Z
et de knop van de luchttoevoer in de
stand "Toevoer van buitenlucht" (knop naar
rechts geschoven).
F
Z
et de knop van de luchtverdeling in de
stand "Voorruit".
F
S
chakel de airconditioning in door de
desbetreffende toets in te drukken; het
lampje van de desbetreffende draaiknop
gaat branden.
Uitvoeringen met
automatische
airconditioning (met display)
F Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat
branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om de functie uit te schakelen.
Het lampje van de toets gaat uit.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 306

58
Achterruitverwarming
De achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het
bedieningspaneel van de verwarming/ventilatie of de airconditioning.
Inschakelen
Ontwasemen/ontdooien van de achterruit werkt
alleen wanneer de motor draait.F
D
ruk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen. Het lampje van de
toets gaat branden. De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt automatisch uitgeschakeld om onnodig
stroomverbruik te voorkomen.
Uitschakelen
F Door nogmaals op de
toets te drukken kan de
voorruitverwarming worden
uitgeschakeld voordat dit
automatisch gebeurt.
Het lampje van de toets gaat dan weer uit.
Schakel de achterruit- en
buitenspiegelverwarming (volgens
uitvoering) uit zodra de omstandigheden
het toelaten.
Het ingeschakeld laten van deze functies
kost namelijk brandstof.
Verwarming onderzijde voorruit.
(Volgens land van bestemming.)
Bij koud weer zal, bij het inschakelen van de
achterruitver warming, ook de onderzijde van
de voorruit worden ver warmd om er voor te
zorgen dat de ruitenwissers niet door sneeuw
of ijs op de voorruit vastgeplakt blijven.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0
°C.
Ergonomie en comfort