CITROEN C3 PICASSO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: C3 PICASSO, Model: CITROEN C3 PICASSO 2014Pages: 290, PDF Size: 9.67 MB
Page 11 of 290

.Eerste kennismaking
9
1. Contact-/stuurslot. 2.Stuurkolomschakelaar autoradio. 3.Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
5. Opbergvak.
Parfumeur.
6
.Zonnesensor.
7. Airbag aan passagierszijde.8.Verstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster. 9. Uitschakeling airbag aan passagierszijde.10.Dashboardkastje. 11.
Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma (ESP/ASR).
Schakelaar parkeerhulp.
Schakelaar centrale vergrendeling.
Schakelaar alarmknipperlichten.
Schakelaar Stop & Star t-s
ysteem. 12. Bedieningspaneel ver warming/airconditioning. 13.Autoradio.14 .Urgence- of Assistance-oproep.15.12V- aansluiting (max. 100 W) 16.
USB-aansluiting / Jack-aansluiting. 17.Bekerhouder.
18.Schakelaars stoelverwarming. 19.
Handrem.
Cockpit
Page 12 of 290

Eerste kennismaking
10
Bestuurdersstoel verstellen
In lengterichting
59
Rugleuningverstelling
In hoogte
Comfort
Page 13 of 290

.Eerste kennismaking
11
Stuurwiel verstellen
1.
Ontgrendelen van het stuur wiel met dehendel. 2.Ver stellen in hoogte en diepte. 3.Vergrendelen van het stuur wiel met dehendel.
Extra verstelmogelijkheden
van de voorstoel
Hoogteverstelling van de hoofdsteun
Armsteun
A.
Armsteun ontgrendelen.
B. Armsteun verstellen.
Comfort
65
Page 14 of 290

Eerste kennismaking
12
Verstellen
Deze functie werkt als het contact is aangezet.
Selecteer vanaf de bestuurdersplaats de te
verstellen buitenspie
gel door de schakelaar 1naar links of rechts te bewegen en verstel de geselecteerde spiegel in de vier richtingen met de schakelaar 2.De ver warming van de buitenspiegels werkt
gelijktijdig met de achterruitver warming.
Binnenspiegel
Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstand
1.Selecteren van de dagstand van de spiegel. 2. Verstellen van de binnenspiegel.
Autogordel vóór
1.
Vastmaken.2.In hoogte verstellen. 65
118
Inklappen van de buitenspiegels
Bij het parkeren kunnen de buitenspiegelshandmatig of elektrisch worden ingeklapt.
6
4
Comfort
Uitvoering met automatische dag-/nachtstand
1.
Automatische detectie van de dag-/nachtmodus. 2.Verstellen van de binnenspiegel.
Page 15 of 290

.Eerste kennismaking
13
Verlichting
Ring A
Ring B
Beweeg de verlichtingshendel omhoog
of omlaag tot voorbij het zware punt. De richtingaanwijzers aan de desbetreffende zijde functioneren totdat ze worden uitgeschakeld.
Richtingaanwijzer
Inschakelen stand "AUTO"
)Beweeg de hendel omlaag en laat deze
los.
Ring B: ruitenwisser achter
8188 Uit.
Automatisch inschakelen verlichtin
g.
P
arkeerlicht.
Dimlicht/
grootlicht.
Mistachterlicht.
of
Mistlam
pen vóór en mistachterlicht.
Uit.
Int
erval.
Ruitens
proeier.
Hendel A: ruitenwissers vóór
Ruitenwissers
Uitschakelen stand "AUTO"
)Beweeg de hendel omhoog en zet deze
ver volgens in de stand "0".
114
Functie "snelweg"
Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag tot aan het zware punt. De richtingaanwijzers aan
de desbetreffende zijde knipperen drie keer.
Deze functie kan bij elke snelheid wordengebruikt, maar komt vooral van pas bij hetwisselen van rijstrook op de snelweg.
Zicht
87
89
80
Page 16 of 290

Eerste kennismaking
14
het is raadzaam de volautomatische werking te selecteren met de toets "AUTO", nadat u het gewenste comfor tniveau hebt geselecteerd.
Aanbevolen instellingen
Vent ilat ie
Gewenste werking
Ver warming of handbediende airconditioning
LuchtverdelingLuchtopbrengstLuchtrecirculatie/toevoer van buitenluchtTemperatuurHandbediende airconditioning
WARM
KOUD
ONTWASEMENONTDOOIEN
Page 17 of 290

.Eerste kennismaking
15
Digitaal translucide
instrumentenpaneel
Rij drukschakelaars
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
A.Als het contact wordt aangezet, wordt het brandstofniveau weergegeven op hetdigitale instrumentenpaneel. B.Als het contact wordt aangezet, moet de motorolieniveaumeter enkele seconden demelding "OIL OK"weergeven. Het branden van een lamp
je geeft de staat vande desbetreffende functie aan. A.Uitschakeling ESP/ASR.
Als het contact wordt aangezet, gaan de oranjeen rode waarschuwingslampjes branden.
Bij draaiende motor moeten deze lampjes
allemaal snel uitgaan, behalve het lampje C(frontairbag aan passagierszijde ingeschakeld) dat na ongeveer een minuut uitgaat.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Controlelampjes
Controle tijdens het rijden
2223
117
141
73
134
B.
Uitschakeling parkeerhulp achter.
C.
Centrale vergrendeling.
D.Uitschakeling Stop & Start-systeem.
Page 18 of 290

Eerste kennismaking
16
Frontair bag voorpassagier
Elektrische
kinderbeveiliging
1.
Steek de sleutel in de schakelaar. 2.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje"met de rug in de rijrichting" is bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" is bevestigd. 3. Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen. Het branden van het lamp
je A
geeft aan dat de elektrische kinderbeveiliging is geactiveerd.A.
Waarschuwingslampje autogordels voor en/of
achter niet vastgemaakt of weer losgemaakt. B. Waarschuwingslampje autogordel linksvoor. C.
Waarschuwingslampje autogordel rechtsvoor.D.Waarschuwingslampje autogordel
rechtsachter.E. Waarschuwingslampje autogordelmiddenachter.F.
Waarschuwingslampje autogordel linksachter.
G.Controlelampje uitschakeling frontairbagaan passagierszijde. H.Controlelampje frontairbag aan
passagierszijde actief.
Autogordels en frontairbag
aan passagierszijde
Veiligheid voor de inzittenden
123
118, 119
113
Page 19 of 290

.Eerste kennismaking
17
Rijden
Deze versnellingsbak met zes versnellingen biedt u de keuze tussen het comfort van automatisch
schakelen en het plezier van handmatig schakelen.
1.Selectiehendel.2. Flipper "-".3.
Flipper "+".
De ingeschakelde versnelling of degeselecteerde rijstand wordt weergegeven ophet display van het instrumentenpaneel. N.Neutral (Neutraalstand). R.
Reverse (Achteruitversnelling). 1 t/m 6.
Ingeschakelde versnellingen. AUTO.
Automatische stand.
)
Zet de selectiehendel in de stand N
en trap het rempedaal tijdens het starten van de
motor stevig in. ) Selecteer de automatische stand (stand A
) Aof de handmatige stand (stand M ) met de selectiehendel 1
,
of
schakel de achteruitversnelling in door de selectiehendel 1
in de stand Rte plaatsen. )
Zet de handrem vrij. )
Laat het rempedaal geleidelijk los en geef
ver volgens gas.
EGS6-versnellingsbak Weergave op het
instrumentenpaneel
Wegrijden
128
Page 20 of 290

Eerste kennismaking
18
Rijden
Overgang naar de STOP-stand van de motor
- als de selectiehendel in de stand Aof Mstaat en het rempedaal wordt losgelaten,
- of als het rempedaal is losgelaten en deselectiehendel van de stand N
in de standAof Mwordt gezet,
- of als de achteruitversnelling wordtingeschakeld.
Stop & Start-systeem
Bij een auto voorzien van eenEGS-versnellingsbak
gaat hetcontrolelampje "ECO" op het
instrumentenpaneel branden en
wordt de motor automatisch af
gezet:
- als de ri
jsnelheid lager is dan 8 km/h
terwijl het rempedaal wordt ingetrapt of de selectiehendel in de stand N wordt gezet.
Overgang naar de START-stand
van de motor
Bij een auto voorzien van een EGS-versnellingsbakgaat het controlelampje "ECO
" uit en wordt demotor automatisch weer gestart:
In bepaalde bi
jzondere gevallen kan de STOP-
stand niet beschikbaar zijn; het controlelampje "ECO" knipper t dan enkele seconden en gaat
ver volgens uit. In bepaalde bijzondere gevallen wordt de
START-stand automatisch geactiveerd; het controlelampje "ECO" knipper t dan enkeleseconden en gaat vervolgens uit.
Uitschakelen / Inschakelen
U kunt het systeem op elk gewenst momentuitschakelen door op de schakelaar "ECO
OFF" te drukken; het controlelampje van de
toets
gaat branden.
Zet het contact altijd met de sleutel af alvorens te tanken of handelingen onder
de motorkap uit te voeren.
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld als de motor met de sleutel wordt gestart.
13313 4
134, 135