CITROEN C4 CACTUS 2019 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2019, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2019Pages: 256, PDF Size: 7.74 MB
Page 1 of 256
C4
INSTRUCTIEBOEKJE
Page 2 of 256
Toegang tot het instructieboekje
Het instructieboekje is beschikbaar op de CITROËN-
website, in de rubriek "MyCitroën" of op het volgende
adres:
http://service.citroen.com/ddb/
Met dit symbool wordt de meest recente
en beschikbare informatie aangeduid.
Selecteer:
-
d
e taal,
-
h
et model van uw auto en de carrosserievariant,
-
d
e uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste
registratiedatum van uw auto.
Download vanaf de desbetreffende Store de app voor
smartphones. Scan MyCitroën
.
Selecteer vervolgens:
-
h
et model van uw auto,
-
d
e uitgifteperiode van het boekje die overeenkomt met de eerste
registratiedatum van uw auto.
Download de content voor het instructieboekje van uw auto.Directe toegang tot het instructieboekje
.
Page 3 of 256
Welkom
In dit boekje vindt u alle aanwijzingen en adviezen voor het gebruik
van uw auto zodat u optimaal van uw auto kunt profiteren. Neem de
tijd dit boekje aandachtig door te lezen zodat u vertrouwd raakt met
uw nieuwe auto. Lees ook het garantie- en onderhoudsboekje door
waarin u informatie vindt over de garanties, het onderhoud en de
pechhulpverlening.
Wij danken u voor uw keuze voor de Citroën C4 Cactus.
Dit boekje bevat alle informatie en adviezen die u nodig hebt om optimaal
en in alle veiligheid gebruik te maken van de mogelijkheden van uw auto.
Uw auto kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, het type, de
uitvoering en de specifieke kenmerken voor het land waar uw auto
verkocht is, slechts van een deel van de in dit boekje vermelde
uitrustingselementen zijn voorzien.
Aan de beschrijvingen en afbeeldingen kunnen geen rechten worden
ontleend.
Automobiles CITROËN behoudt zich het recht voor de technische
kenmerken, uitrusting en accessoires te wijzigen zonder verplicht te zijn
dit boekje aan te passen.
Overhandig dit volledige instructieboekje
bij verkoop van de auto aan
de nieuwe eigenaar. Symbolen
Veiligheidswaarschuwing
Aanvullende informatie
Adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
Page 4 of 256
2
.
.
Instrumentenpaneel 8
Waarschuwingslampjes 9
Meters
2
0
Touchscreen
2
4
Boordcomputer
27
Kilometerteller en dagteller
2
8
Datum en tijd instellen
2
9
Dimmer dashboardverlichting
3
0Afstandsbediening en sleutel
3
1
Keyless entry and start
3
3
Centrale vergrendeling
3
5
Noodprocedure
36
Portieren
39
Bagageruimte
39
Alarmsysteem 40
Elektrisch bedienbare ruiten vóór
4
1
Achterportierruiten
42
Voor stoelen
43
Achterstoelen
45
Stuurwielverstelling
46
Spiegels
46
Ventilatie
48
Verwarming/handbediende airconditioning
5
0
Automatische airconditioning
5
1
Ontwasemen – ontdooien voorruit
5
4
Ontwasemen – ontdooien achterruit
5
4
Plafonniers
55
Bagageruimteverlichting
55
Panoramadak
5
5
Voorzieningen interieur
5
6
Voorzieningen bagageruimte
5
9
Afdekplaat achter (service-uitvoering)
6
0Richtingaanwijzers (verklikkerlampjes)
62
A
utomatische verlichting
6
3
Dagrijverlichting/parkeerlichten (LED)
6
3
Hoogteverstelling koplampen
6
4
Ruitenwisserschakelaar
6
5
Automatische ruitenwissers
6
8
Algemene aanbevelingen met betrekking
tot de veiligheid
6
9
Alarmknipperlichten
70
Claxon
70
Noodoproep of pechhulpoproep
7
0
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESC)
7
2
Grip control
7
4
Veiligheidsgordels
75
Airbags
78
Kinderzitjes
81
De airbag vóór aan passagierszijde
uitschakelen.
82
ISOFIX-kinderzitjes
8
8
i-Size-kinderzitjes
91
Kinderslot
93
Overzicht
Instrumentenpaneel Toegang tot de auto
Ergonomie en comfort Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Eco-rijden 6
Cockpit 4
Inhoudsopgave
Page 5 of 256
3
.
.
Rijadviezen 94
Starten/afzetten van de motor met
de sleutel
9
6
Starten/afzetten van de motor met
de Keyless entry and start
9
7
Parkeerrem
100
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
00
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
00
Automatische transmissie (EAT6)
1
01
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
(ETG)
103
Schakelindicator
1
06
Hill Start Assist
1
07
Stop & Start
1
07
Snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviesfunctie
110
Snelheidsbegrenzer
113
Snelheidsregelaar
114
Waarschuwing kans op aanrijding
en Active Safety Brake
1
17
Vermoeidheidsherkenningssysteem
120
Lane Departure Warning System
1
22
Dodehoekbewaking
123
Parkeerhulp
125
Achteruitrijcamera
1
27
Park Assist
1
27
Controlesysteem bandenspanning
1
32Geschikte brandstoffen 1
36
Brandstoftank 1 37
Tankbeveiliging (diesel)
1
38
Sneeuwkettingen
1
38
Sneeuwschermen
139
Trekhaak
1
40
Ec o - mode
14
0
Ruitenwisserblad vervangen
1
41
Allesdragers
142
Onder de motorkap
1
43
M otoren
14
4
Niveaus controleren
1
44
Controles
147
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 49
Onderhoudstips 1 52
Brandstoftank leeg (diesel)
1
53
Bandenreparatieset
153
Reservewiel
157
Een lamp vervangen
1
61
Een zekering vervangen
1
66
12 V-accu
1
71
Slepen
174Eigenschappen van de motoren
en aanhangergewichten
1
76
Afmetingen
179
Identificatiemarkeringen 179
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Trefwoordenregister
bit.ly/helpPSA
Audio en datacommunicatie
CITROËN Connect Nav
CITROËN Connect Radio
.
Inhoudsopgave
Page 6 of 256
4
Cockpit
1
Elektrisch bedienbare ruiten vóór
2
Motorkap openen
3
Plafonnier
Binnenspiegel
Noodoproep of pechhulpoproep
4
Touchscreen met CITROËN
Connect Radio of CITROËN Connect Nav
Datum en tijd instellen
Lichtsterkte van de dashboardverlichting
Verwarming, ventilatie
Handbediende airconditioning
Automatische airconditioning
5
12 V-aansluiting
USB-aansluiting
6
Handgeschakelde 5/6-versnellingsbak
Automatische transmissie (EAT6)
Elektronisch gestuurde
versnellingsbak (ETG6)
Hill Start Assist
7
Parkeerrem
8
Dashboardkastje
JACK-aansluiting
9
Zekeringen dashboard
10
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
Verklikkerlampje
(onderhoud, motoroliepeil, schakelen)
Kilometerteller/dagteller
1
Lichtschakelaar
Automatisch inschakelen van de verlichting
Richtingaanwijzers
2
Ruitenwisserschakelaar
Boordcomputer
3
Snelheidsbegrenzer
Snelheidsregelaar
Bedieningselementen op de stuurkolom
Overzicht
Page 7 of 256
5
Aan de zijkant geplaatste rij
schakelaarsSchakelaars in het midden
Elektrisch kinderslot
Alarmlampje
Elektrisch verstelbare
buitenspiegels
Handmatige hoogteverstelling
koplampen
4
Bediening audiosysteem
5
Geluidssignaal
Voorruit ontwasemen/ontdooien
Ontwasemen/ontdooien
achterruit
Vergrendelen/ontgrendelen
vanaf de binnenkant
Uitschakelen van de
verwarming/ventilatie en
airconditioning
Inschakelen van Park Assist.Alarmknipperlichten
Starten – afzetten van de motor
START/STOP
Grip control
.
Overzicht
Page 8 of 256
6
Eco-rijden
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde
versnellingsbak, rijd dan rustig weg, schakel zo
snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel
bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over
naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische
transmissie of een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet
bruusk of diep in.
Houd een soepele rijstijl aan
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij
voorkeur af op de motor in plaats van het
rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal
geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
nemen het brandstofverbruik en de CO
2-
uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door
het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan
vanaf een snelheid van ongeveer 40
km/h de
snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Matig het gebruik van uw
elektrische uitrusting
Als het passagierscompartiment te warm is,
ventileer dit dan voordat u gaat rijden door de
ruiten en de ventilatieopeningen te openen
voordat u de airconditioning gaat gebruiken.
Sluit bij snelheden boven 50
km/h de ruiten,
maar laat de ventilatieopeningen open staan.
Maak gebruik van alle uitrustingsdelen die
kunnen bijdragen aan een verlaging van de
temperatuur in het passagierscompartiment
(zonnedak en zonnescherm...).
Schakel de airconditioning uit zodra de
gewenste temperatuur is bereikt (behalve bij
auto's met een automatische airconditioning). Schakel de verlichting en de mistlampen uit
als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien: uw auto warmt
sneller op als u rijdt. Schakel de achterruitver warming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn als deze niet automatisch worden
aangestuurd.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk
uit.
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-
speler, spelcomputer enz.) op de auto aan
om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto
verlaat.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op
het instrumentenpaneel weergegeven
schakeladvies zo snel mogelijk op.
Bij een auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie wordt de schakelindicator uitsluitend
in de handbediende stand weergegeven.
Door in de dagelijkse praktijk een aantal
aanwijzingen op te volgen kunt u het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw
auto verminderen.
Eco-rijden
Page 9 of 256
7
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenredig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger enz.) van uw auto. Gebruik liever
een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Ver vang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker in de deuropening van het
bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oorafgaand aan een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt. Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter
ver vangen enz.) en houd u daarbij aan het
in het onderhoudsschema van de fabrikant
voorgeschreven interval.
Als bij een BlueHDi-dieselmotor het SCR-
systeem uitvalt, dan is er sprake van
ver vuiling. Bezoek in dat geval z.s.m. het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om er voor te zorgen dat de uitstoot
van stikstofoxiden van uw auto weer aan de
norm voldoet.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000
km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert. Vergeet niet het reser vewiel en de banden van
een aanhanger of caravan.
.
Eco-rijden
Page 10 of 256
8
Instrumentenpaneel
Displays
1.Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
2. De snelheid die door de
snelheidslimietherkenning wordt
voorgesteld
3. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
4. Informatie met betrekking tot de
automatische transmissie en de
elektronisch gestuurde versnellingsbak.
5. Schakelindicator.
6. Onderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of mijl).
Deze functies worden na het aanzetten
van het contact achter elkaar
weergegeven.
7. Motorolieniveaumeter.
8. Brandstofniveaumeter.
Waarschuwingslampjes
De lampjes (weergegeven als symbolen)
informeren de bestuurder over een defect
(waarschuwingslampjes) of de werking
van een systeem (werking of uitschakeling
waarschuwingslampjes). Bepaalde
waarschuwingslampjes branden op twee
manieren (vast of knipperend) en/of in
verschillende kleuren.
Bijbehorende waarschuwingen
Het branden van een waarschuwingslampje
kan in combinatie met een geluidssignaal
plaatsvinden en/of een weergegeven melding
op het display.
De manier van branden van het lampje t.a.v.
de werkingsfase bepaalt of de situatie normaal
is of dat er een fout is opgetreden, zie de
beschrijving van ieder waarschuwingslampje
voor meer informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Bepaalde rode of oranje
waarschuwingslampjes gaan enkele seconden
branden wanneer het contact is aangezet.
Deze waarschuwingslampjes gaan uit zodra de
motor wordt gestart.
Aanhoudend waarschuwingslampje
Bij een draaiende motor of tijdens het rijden,
wijst het branden van een rood of oranje
waarschuwingslampje op een fout die nader
onderzocht moet worden aan de hand van het
bijbehorende bericht en de beschrijving van het
waarschuwingslampje in de documentatie.
Wanneer een waarschuwingslampje
blijft branden
De aanduidingen (1) (2) en (3) in het
waarschuwingslampje geven aan of u naast de
onmiddellijk aanbevolen acties contact met een
gekwalificeerde professional moet opnemen.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af.
(2): neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
(3) : ga naar het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel