CITROEN C4 CACTUS 2019 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2019, Model line: C4 CACTUS, Model: CITROEN C4 CACTUS 2019Pages: 256, PDF Size: 7.74 MB
Page 21 of 256

19
Voet op
rempedaalPermanent.
Geen of onvoldoende druk op het
rempedaal.Bij een elektronisch gestuurde versnellingsbak moet de
selectiehendel in stand N staan om de motor te starten.
Bij een automatische transmissie, draaiende motor en
vóór het vrijzetten van de parkeerrem de selectiehendel
uit stand P halen.
Knipperlicht.Als u de auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak op een helling te lang
probeert tegen te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling over verhit.Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 256

20
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende
kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of de afgelegde afstand
sinds de vorige verstreken onderhoudsdatum,
voorafgegaan door het teken “-”.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of
verstreken is.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus OorzaakActies/Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt
is tussen de 3000 en
1000
km.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het aanzetten
van het contact.
(Bij BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor, in combinatie
met het waarschuwingslampje
Service).Het tijdsinter val
tot de volgende
onderhoudsbeurt is
overschreden. Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
De weergegeven afstand (in kilometers of
mijlen) wordt berekend op basis van het
aantal afgelegde kilometers en de verstreken
tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
h
oud de knop op het uiteinde van de
lichtschakelaar ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden geregistreerd.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 256

21
F Selecteer in het menu Rijverlichting/Auto het tabblad
" Snelkoppelingen " en daarna
" Diagnose ".
De onderhoudsinformatie wordt weergegeven
op het scherm.
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, verschijnt
een melding op het instrumentenpaneel, gaat
het lampje Ser vice branden en klinkt een
geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Storing in motorolieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motorolieniveau controleren met de peilstok in
de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven op het touchscreen.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 256

22
Actieradius tussen 2400 en 600 km
( 1,6 BlueHDi Euro 6.1) Actieradius tussen 800 en 100
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Actieradius kleiner dan 2400
km
U kunt de actieradius voor uw auto op
ieder gewenst moment op het touchscreen
controleren. Actieradius tussen 2400 en 800
km
(1,5 BlueHDi Euro 6.2)
Deze meldingen worden vergezeld van het
advies om niet meer dan 10 liter AdBlue bij te
vullen.
F
U h
ebt toegang tot de informatie
via het touchscreenmenu
Rijverlichting/Auto door het
selecteren van het tabblad
" Snelkoppelingen " en dan
" Diagnose ". Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het waarschuwingslampje ongeveer dertig
seconden branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ("NO START
IN en de afstand" of " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km/mijl") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding ("NO
START IN en een afstand" of " Vul AdBlue bij:
starten onmogelijk over x km/mijl") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof. Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
is bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal (1 pieptoon) en een
melding ("NO START IN en een afstand" of
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km/
mijl") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof.
Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 100
km weergegeven zolang
er geen vloeistof is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Instrumentenpaneel
Page 25 of 256

23
Actieradius kleiner dan 600 km (1,6 BlueHDi
E u r o 6 .1)
Actieradius kleiner dan 100
km (1,5 BlueHDi
Euro 6.2) Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit waarschuwingslampje knipperen in
combinatie met het permanent branden
van het waarschuwingslampje Service, een
geluidssignaal en een melding ("NO START
IN en de afstand" of " Vul AdBlue bij: starten
onmogelijk over x km/mijl") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Tijdens het rijden wordt de melding elke dertig
seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
waarschuwingslampje knipperen in combinatie
met een geluidssignaal (1 pieptoon) en een
melding ("NO START IN en de afstand" of
" Vul AdBlue bij: starten onmogelijk over x km/
mijl") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u
nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof. Tijdens het rijden worden het geluidssignaal en
de melding elke 10
km weergegeven zolang er
geen AdBlue is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk additief bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig
AdBlue®
Als het contact wordt aangezet, gaat dit
waarschuwingslampje knipperen en gaat het
waarschuwingslampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en wordt tijdelijk
de melding "NO START IN 0
km of mijl" of " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk" weergegeven.
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 5
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als
meer dan 1100
km is gereden nadat de
storing in het SCR-systeem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd
In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze lampjes gaan branden in combinatie met
een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 256

24
Tijdens het rijden wordt de melding elke dertig
seconden weergegeven zolang de storing in de SCR-
emissieregeling niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra
het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Starten geblokkeerdU hebt de limiet van de toegestane
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat de
motor opnieuw wordt gestart.
Neem verplicht contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
de motor weer te kunnen starten.
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (na 50 km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan deze
waarschuwingslampjes branden en gaat het
waarschuwingslampje AdBlue knipperen in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijv.: "NO START IN 300 km" of
"Storing emissieregeling: Starten verboden
binnen 300 km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Elke keer dat het contact wordt aangezet,
gaan deze waarschuwingslampjes branden
en knippert het waarschuwingslampje AdBlue
in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "NO START IN 0 km" of "Storing
emissieregeling: Starten verboden".
Touchscreen
Het touchscreen heeft de volgende functies:
- b ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
t
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
-
b
ediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e weergave van de
waarschuwingsmeldingen en de grafische
weergave van de parkeerhulp,
-
d
e permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er verschijnt een blauw
lampje bij kans op gladheid),
-
t
oegang tot de internetdiensten en
bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie. Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Touchscreen
Gebruik de knoppen aan weerszijden van
het touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven knoppen.
Bepaalde functies kunnen op 1 pagina of op 2
pagina's worden weergegeven.
Druk op OFF/ON om een functie in of uit te
schakelen.
Druk op het pictogram van de functie om een
instelling (verlichtingsduur enz.) te wijzigen of
aanvullende informatie te bekijken.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 256

25
Radio Media.
Zie rubriek "Audio en datacommunicatie".
Mirror Screen of Online navigatie*.
Zie rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Airconditioning.
Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid
worden ingesteld.Raadpleeg de desbetreffende rubrieken
voor meer informatie over de Ver war ming
,
Handbediende airconditioning en
Automatische airconditioning .
Telefoon.
Zie rubriek "Audio en datacommunicatie".
Toepassingen.
Hiermee kunnen de beschikbare online
services worden weergegeven.
Zie rubriek "Audio en datacommunicatie".
Voertuig of Rijden*.
Hiermee kunnen bepaalde functies worden
geactiveerd, gedeactiveerd en geconfigureerd.
De via dit menu beschikbare functies zijn
verdeeld onder twee tabbladen: " Overige
instellingen " en "Snelkoppelingen ".
Volumeregeling/onderbreken van
het geluid.
Zie de rubriek 'Audio en
datacommunicatie'.
Druk met drie vingers op het touchscreen
om de menucarrousel weer te geven.
Bovenste balk
* Afhankelijk van de uitvoering. -
T
oegang tot de Instellingen.
Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de secundaire pagina
worden uitgevoerd, wordt automatisch de
hoofdpagina weer weergegeven.
Gebruik deze knop om uw keuze te
bevestigen.
Druk op deze knop om terug te
keren naar de vorige pagina.
Menu's
* Afhankelijk van de uitvoering. Bepaalde gegevens worden permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
en toegang tot een snelmenu (uitsluitend
instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid).
-
B
asisinformatie van de menu's Radio
Media en Telefoon , en navigatie-
aanwijzingen*.
-
Z
one voor notificaties (SMS en e-mail)*.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 256

26
De functies zijn verdeeld over 4 groepen.Groepen Functies
" Parkeren "
- "Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit ": inschakelen/uitschakelen
van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
-
"Automatisch inklappen van spiegels ": inschakelen/uitschakelen van het
automatisch inklappen/uitklappen van de buitenspiegels bij het vergrendelen/
ontgrendelen.
" Koplampen "- "
Follow me home-verlichting ": inschakelen/uitschakelen van de
automatische follow me home-verlichting.
- "
Instapverlichting ": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting.
- "
Dagrijverlichting ": (afhankelijk van verkoopland).
- "Bochtverlichting ": inschakelen/uitschakelen van de statische
verlichting.
" Comfortverlichting "
- "Ontgrendelen: Alleen de achterklep ": inschakelen/uitschakelen van
het selectief ontgrendelen van de achterklep.
" Beveiliging "-
"Detectie verslapping aandacht ": inschakelen/uitschakelen van de
detectie van het verslappen van de aandacht van de bestuurder.
-
"Weergave adviessnelheid ": inschakelen/uitschakelen van de
snelheidslimietweergave.
-
"Waarschuwing kans op aanrijding en automatisch remmen ":
inschakelen/uitschakelen van de waarschuwing kans op aanrijding en
de Active Safety Brake.
-
"Dodehoekbewaking ": inschakelen/uitschakelen van de
dodehoekbewaking.
Tabblad "Snelkoppelingen"
Functie Aanwijzingen
Park Assist Inschakelen van de
functie.
Stop & Star t Inschakelen/
uitschakelen van de
functie.
Parkeerhulp Inschakelen/
uitschakelen van de
functie.
AntispinregelingInschakelen/
uitschakelen van de
functie.
DodehoekbewakingInschakelen/
uitschakelen van de
functie.
Initialisatie
bandenspanningscontroleInitialisatie van het ban
denspanningscontroles
ysteem.
Diagnose
Overzicht van de actieve
waarschuwingen.
Menu "Auto"/Menu
"Rijverlichting"
Tabblad "Voertuiginstellingen"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 256

27
Configuratie
De via dit menu toegankelijke
functies zijn in de volgende tabel
weergegeven. Sommige instellingen
zijn toegankelijk vanaf een
secundaire pagina.
To e t s Aanwijzingen
Thema.
Audio-instellingen.
Scherm uitschakelen.
Systeeminformatie.
Ta l e n .
Instellen van datum en tijd.
Instellen van de
scherminstellingen (tekst
scrollen, animaties enz.) en de
helderheid.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
CITROËN Connect Nav
To e t sAanwijzingen
Uitschakelen van het scherm.
Instellen van de lichtsterkte.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100
km, mpg of km/l).
Thema.
Ta l e n .
Instellen van de
scherminstellingen (tekst
scrollen, animaties enz.) en de
helderheid.
Instellen van datum en tijd.
CITROËN Connect RadioBoordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
De informatie is toegankelijk via het
touchscreen.
Weergave van informatie op
het touchscreen
F Selecteer in het menu "Connect-App " het tabblad
" Voertuig-app " en daarna
" Boordcomputer ".
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven op de pagina.
F
D
ruk op een van de toetsen om het
gewenste tabblad te bekijken.
Druk voor een tijdelijke weergave in een
specifiek venster op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar om de informatie
te bekijken en de verschillende tabbladen
weer te geven.
-
A
ctuele informatie:
•
de
resterende actieradius,
•
a
ctueel brandstofverbruik,
•
d
e Stop & Start-teller.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 256

28
- Het tabblad "Traject 1" met daarin:
• g emiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand, voor het eerste
traject.
-
H
et tabblad "Traject 2 " met daarin:
•
g
emiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand, voor het tweede
traject.
Dagteller op nul zetten
F Druk, zodra het gewenste traject wordt weergegeven, op de knop Reset of op het
uiteinde van de ruitenwisserschakelaar.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk.
Traject "1 " kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject " 2" voor
een maandelijks verbruik.
Enkele definities...
Actieradius
(k m)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers). Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het huidige
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden streepjes in plaats
van waarden worden weergegeven, dient u
contact met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats op te nemen.
Huidig brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(l/100 km, km/l of mpg)B erekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller Stop & Star t
(minuten/seconden of uren/minuten)
Een teller registreert hoelang de STOP-stand in
totaal tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Instrumentenpaneel