stop start CITROEN C5 2012 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2012, Model line: C5, Model: CITROEN C5 2012Pages: 340, PDF Size: 17.13 MB
Page 88 of 340

IV
!
86
TOEGANG TOT DE AUTO
BRANDSTOFTANK
Inhoud van de brandstoftank: on-
geveer 71 liter
* .
Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrand-
stofniveau is bereikt,
gaat dit controlelampje
op het instrumentenpa-
neel branden, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display. Als dit
lampje gaat branden, zit er nog on-
geveer 5 liter brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te
voorkomen dat u zonder brandstof
komt te staan.
)
Druk linksboven op de klep om
deze te openen en trek vervol-
gens aan de rand.
)
draai de sleutel een kwartslag
om de tankdop te openen of te
sluiten,
)
plaats de tankdop tijdens het
tanken op de daarvoor bestem-
de steun A
,
)
vul de brandstoftank, maar stop
met tanken als het vulpistool
al drie keer is afgeslagen
, aan-
gezien er anders storingen in de
werking van uw auto kunnen op-
treden.
De brandstoftank mag alleen ge-
vuld worden
als het
contact
uit
staat
.
Voor benzinemotoren met een ka-
talysator moet u loodvrije benzine
tanken
.
Openen van de
brandstoftankklep
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het raadzaam mi-
nimaal 5 liter brandstof te tanken.
De opening in de vulhals heeft een
aangepaste diameter, waardoor u
uitsluitend loodvrije brandstof kunt
tanken.
Bij het openen van de brandstof-
tankdop kan een aanzuiggeluid
van lucht hoorbaar zijn. Dit is nor-
maal en komt doordat de afdichting
van het brandstofcircuit een onder-
druk veroorzaakt.
Brandstof tanken
Tank nooit als de motor door
het Stop & Start-systeem is
afgezet; zet in dat geval al-
tijd het contact af met de sleutel.
*
55 Liter voor Slowakije.
Page 134 of 340

IX
!
!
132
RIJDEN
Dynamische noodrem
Bij een storing van het hoofdremsy-
steem of bij uitzonderlijke situaties
(onwel worden van de bestuurder,
geven van rijles in de eigen auto
(indien toegestaan)...), kan de auto
worden gestopt door aan de hendel
A
te trekken en deze vast te hou-
den.
De dynamische stabiliteitsregeling
(ESP) zorgt ervoor dat de auto sta-
biel blijft wanneer de dynamische
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het sy-
steem van de dynamische noodrem
verschijnt een van de volgende mel-
dingen op het display van het instru-
mentenpaneel:
- "Storing handrem".
- "Storing bediening handrem". Bij een defect aan het ESP,
aangegeven door het bran-
den van dit controlelampje,
kan de stabiliteit bij het rem-
men niet worden gegarandeerd. In
dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft
door afwisselend aan de hendel A
te
trekken en deze weer los te laten.
De dynamische noodrem mag
alleen in uitzonderlijke geval-
len worden gebruikt.
Noodontgrendeling
Als de elektrisch bediende handrem
niet kan worden vrijgezet, kan de
handrem door middel van een hand-
bediende noodontgrendeling wor-
den ontgrendeld. Voorwaarde is wel
dat de auto gedurende de complete
procedure tegen wegrollen wordt
beveiligd.
)
Als u de auto kunt starten: houd
bij draaiende motor de auto stil
door gedurende de procedure
het rempedaal ingetrapt te hou-
den.
)
Als u de auto niet kunt starten
(bijvoorbeeld bij een lege accu):
gebruik de noodontgrendeling
niet en raadpleeg het CITROËN-
netwerkof een gekwalifi ceerde
werkplaats. Als u niet anders
kunt, beveilig de auto dan tegen
wegrollen voordat u met de pro-
cedure begint en volg de onder-
staande instructies. Als de auto niet kan worden
stilgezet, gebruik dan niet
de handbediende noodontgrende-
ling: uw auto kan anders wegrol-
len als deze op een helling staat.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 145 of 340

IX!
143
RIJDEN
STOP & START
Het Stop & Start-systeem zet de
motor tijdelijk af (STOP-stand) als
u stopt (bij rood licht, opstoppingen
enz.). De motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u weer
weg wilt rijden. Het starten gebeurt
direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is perfect
afgestemd op stadsgebruik en zorgt
voor een lager brandstofverbruik,
minder uitstoot van schadelijke stof-
fen en een aangename rust in het
interieur tijdens het wachten.
Werking
- als u, bij een gestuurde hand-
geschakelde versnellingsbak,
bij een snelheid lager dan 6 km/h
het rempedaal intrapt of de se-
lectiehendel in de stand N
zet.
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO"
op
het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor wordt in
de STOP-stand gezet:
Als uw auto is uitgerust
met een teller, wordt de
duur van de momenten
dat de motor afgezet
is, opgeteld en weergegeven. Elke
keer als u het contact opnieuw aan-
zet, wordt deze teller op 0 gezet.
Het systeem werkt de eerste
10 seconden na het inschakelen
van de achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in
de STOP-stand wordt gezet, blijven
alle andere componenten zoals de
remmen en de stuurbekrachtiging
normaal functioneren.
Tank nooit als de motor door
het Stop & Start-systeem in
de STOP-stand is gezet. Zet in dat
geval altijd het contact af en neem
de sleutel uit het contactslot.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dit geval knippert het ver-
klikkerlampje "ECO"
een
paar seconden, waarna het
uitgaat.
Deze werking van het systeem is
volkomen normaal.
De STOP-stand wordt niet geacti-
veerd als:
- het bestuurderportier geopend
is,
- de veiligheidsgordel van de be-
stuurder losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met
de sleutel niet sneller dan 10 km/h
heeft gereden,
- de elektrische parkeerrem wordt/
is aangetrokken,
- de klimaatregeling in het interi-
eur dat niet toelaat,
- de voorruitontwaseming is inge-
schakeld,
- er bepaalde bijzondere omstan-
digheden zijn (laadtoestand
accu, motortemperatuur, rem-
bekrachtiging, buitentempera-
tuur...).
Page 146 of 340

IX
144
RIJDEN
●
met de selectiehendel in de
stand A
of M
, laat het rempedaal
los,
●
met de selectiehendel in de
stand N
en het rempedaal niet
ingetrapt, zet de selectiehendel
in de stand A
of M
,
●
of schakel de achteruit in.
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO"
gaat uit en de motor wordt
automatisch gestart (ge-
stuurde handgeschakelde
versnellingsbak)
:
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO"
knippert een paar seconden
en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden
de START-stand wordt geacti-
veerd, is volkomen normaal.
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd als:
- het bestuurderportier geopend
is,
- de veiligheidsgordel van de be-
stuurder losgemaakt is,
- de snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (gestuurde handge-
schakelde versnellingsbak),
- de elektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
- er bepaalde bijzondere omstan-
digheden zijn (laadtoestand
accu, motortemperatuur, rembe-
krachtiging, instelling airconditio-
ning...). U kunt deze functie op elk willekeurig
moment uitschakelen door de scha-
kelaar "ECO OFF"
in te drukken.
Het verklikkerlampje in de schake-
laar gaat branden en er verschijnt
een melding op het display.
Uitschakelen
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u het contact
opnieuw aanzet.
Inschakelen
Druk nogmaals op de schakelaar
"ECO OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld;
het verklikkerlampje in de schakelaar
gaat uit en er wordt een melding op het
display weergegeven.
Page 147 of 340

IX
!
!
145
RIJDEN
Bij een storing in het systeem gaat
het verklikkerlampje in de schake-
laar "ECO OFF"
knipperen en ver-
volgens constant branden.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een sto-
ring zou optreden, kan het zijn dat
de motor niet meer wil aanslaan of
direct afslaat. Zet in dat geval het
contact af en start de auto dan met
behulp van de sleutel.
Storingen
Het Stop & Start-systeem
maakt gebruik van geavan-
ceerde technologie. Laat
eventuele werkzaamheden uitvoe-
ren bij een gekwalifi ceerde werk-
plaats, bijvoorbeeld een servicepunt
van het CITROËN-netwerk, die
over alle deskundigheid en speciale
gereedschappen beschikt.
Schakel omwille van de
veiligheid het Stop & Start-
systeem altijd uit als u han-
delingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Onderhoud
Dit systeem heeft specifi eke ken-
merken en maakt gebruik van een
speciale accu (raadpleeg voor meer
informatie het CITROËN-netwerk).
Het gebruik van een andere dan de
door CITROËN voorgeschreven ac-
cu's kan leiden tot storingen in het
systeem.