CITROEN DS3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS3, Model: CITROEN DS3 2017Pages: 521, PDF Size: 14.31 MB
Page 131 of 521

129
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Parkeerhulp vóór*Storing
Als er een storing optreedt,
gaat bij het inschakelen van de
achteruitversnelling dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel branden en/of wordt
er een bericht op het display weergegeven,
in combinatie met een geluidssignaal (korte
pieptoon).
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op
de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd
zodra er bij een wagensnelheid van maximaal
10
km/h vóór de auto een obstakel wordt
gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan drie seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als er
geen obstakel meer wordt gedetecteerd of
wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan
10
km/h.
Aan de hand van het geluid dat via
de luidspreker (voor of achter) wordt
weergegeven, is te herkennen of het
obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
Controleer bij slecht weer of in winterse
omstandigheden of de sensoren
soms bedekt zijn met modder, ijs
of sneeuw. Bij het inschakelen van
de achteruitversnelling geeft een
geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat
de sensoren vuil kunnen zijn.
De parkeerhulp kan geluidssignalen
geven als reactie op bepaalde
omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
De functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra een aanhanger
wordt aangekoppeld of een
fietsendrager wordt gemonteerd (auto's
voorzien van een door CITROËN
aanbevolen trekhaak of fietsendrager).
* Volgens uitvoering.
Uitschakelen/activeren van
de parkeerhulp vóór en
achter
U kunt de functie in- of uitschakelen via het
configuratie- of instellingenmenu van de auto.
De status van het systeem wordt opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Rijden
Page 132 of 521

DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Achteruitrijcamera
De achteruitrijcamera is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.Maak de achteruitrijcamera regelmatig
schoon met een zachte, droge doek.
De achteruitrijcamera wordt automatisch geactiveerd
wanneer de versnellingsbak in de achteruit staat.
De beelden van de camera worden in kleur
weergegeven op het scherm van het navigatiesysteem.
De afstand tussen de blauwe strepen
correspondeert met de breedte van uw auto
zonder de buitenspiegels.
De blauwe strepen geven de rijrichting van de
auto weer.
De rode steep geeft een ruimte van 30 cm direct
achter de achterbumper van uw auto weer. Het
geluidssignaal wordt continu hoorbaar als een
obstakel binnen deze ruimte komt.
De groene strepen geven een afstand van circa
1
en 2 meter weer achter de achterbumper van
uw auto.
Page 133 of 521

131
DS3_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Rijden
Page 134 of 521

DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Zicht
0
Page 135 of 521

DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Page 136 of 521

DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
LichtschakelaarMet de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
omgeving:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder medeweggebruikers.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke zichtomstandigheden:
-
é
én mistachterlicht om van afstand gezien
te worden,
-
m
istlampen vóór voor nóg beter zicht,
-
L
ED-dagrijverlichting om overdag gezien te
worden.
Aanvullende verlichting
Het verlichtingssysteem heeft verschillende
extra automatische functies, afhankelijk van de
uitvoering van uw auto:
-
follow-me-homeverlichting,
-
a
utomatische verlichting.
Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Page 137 of 521

135
DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
Handbediende functies
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A en de
hendel B.
Automatische verlichting.
B.
V
erlichtingshendel: trek de hendel naar u
toe om over te schakelen van dim- naar
grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of alleen de
parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt u een
lichtsignaal geven door de hendel naar u toe te
trekken. A.
R
ing voor de selectie van de stand van de
hoofdverlichting: draai aan de ring om het
symbool van de gewenste stand tegenover
het merkteken te zetten.
Lichten uit (afgezet contact) /
Dagrijverlichting (draaiende motor).
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Controlelampjes
Een controlelampje op het instrumentenpaneel
geeft aan dat de geselecteerde verlichting is
ingeschakeld.
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht;
er is dus geen verband tussen de verlichting
van het instrumentenpaneel en het inschakelen
van de verlichting.
Zicht
Page 138 of 521

DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
C. Ring voor de selectie van de mistverlichting.
De mistverlichting werkt in combinatie met
dimlicht en grootlicht.
Verdraai ring C :
F
é
én stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F
t
wee standen naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen,
F
é
én stand naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen,
F
t
wee standen naar achteren om de
mistlampen voor uit te schakelen.
Uitvoering met mistlampen
vóór en mistachterlicht Vergeten verlichting
Als u het contact afzet, worden alle
lichten automatisch uitgeschakeld,
behalve als de automatische follow me
home-verlichting is geactiveerd.
Als u handmatig de follow me
home-verlichting inschakelt terwijl
het contact is afgezet en een van de
voorportieren wordt geopend, klinkt
een geluidssignaal om aan te geven
dat de verlichting nog brandt. Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.
Mistlampen vóór en mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en het
parkeerlicht branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. Het
parkeerlicht wordt dan ook uitgeschakeld.
Page 139 of 521

137
DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Inschakelen
F Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
F
G
eef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Handbediende follow me
home-verlichting
Het parkeerlicht en het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
Als de lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is of als het wissen is gestopt, gaat
deze verlichting automatisch uit en gaat de
dagrijverlichting branden.
Automatische verlichting
Inschakelen
F Draai de ring in de stand "AUTO" . Het
inschakelen van de functie wordt bevestigd
door een melding.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand dan de stand "AUTO" . Het uitschakelen van de
functie wordt bevestigd door een melding.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor
gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt
een melding op het display, in
combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zicht
Page 140 of 521

DS3_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
LED-dagrijverlichtingDe dagverlichting geeft de auto een herkenbare
uitstraling en bestaat uit twee sets van zes leds
die zich in de verticale "kieuwen" onder iedere
koplampunit bevinden.
Als de motor wordt gestart, wordt de
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als
de lichtschakelaar in de stand "0" of "AUTO"
staat.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of grootlicht
handmatig of automatisch wordt ingeschakeld,
gaat de dagrijverlichting uit.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuw
voldoende licht waarneemt, wordt
de verlichting niet automatisch
ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsensor, die
zich in het midden van de voorruit
achter de binnenspiegel bevindt,
niet af, aangezien de aan de sensor
gekoppelde functies dan niet meer
bediend kunnen worden.
Automatische follow me
home-verlichting
Als de functie "automatische verlichting" is
geactiveerd, blijft bij een geringe lichtsterkte
het dimlicht na het afzetten van het contact
branden.
Programmeren
Via het configuratie- of instellingenmenu van
de auto kan de functie worden geactiveerd
en gedeactiveerd en kan de tijdsduur van de
follow me home-verlichting worden ingesteld
(uitgezonderd bij monochroom display A: vaste
tijdsduur van 60
s).