display CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 4 of 452

DS4_nl_Chap00a_sommaire_ed02-2015
Inhoudsopgave
TOEGANG TOT 
DE AUTO
60 Sleutel met afstandsbediening
66
 K
eyless entry and start
75
 
Alarm
79
 
Portieren
80
 
Achterklep
82
 E
lektrisch bedienbare ruiten
CONTROLE  TIJDENS 
HET RIJDEN
18  Instrumentenpanelen
20
 
 Toerenteller
21
 
Controlelampjes
35
 
Meters
39
 H
andmatige CHECK
42
 P
ersoonlijke voorkeuren
43
 M
onochroom display C
47
 
Touchscreen
52
 B
oordcomputer
Symbolen
veiligheidswaarschuwing
aanvullende informatie
adviezen met betrekking tot de 
bescherming van het milieu.
002001
6
 
14 
41
8
 
OV
ER ZICHT
E
C
O
-R
IJDEN
TREFWOORDENREGISTER 
Page 12 of 452

DS4_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
Cockpit
Instrumentenpanelen 18-20
Controlelampjes  21-34
Meters/tellers
 
35-38
Handmatige CHECK
 
3
 9
Regelknoppen
 4
0-42
-
 
dagteller
-
 
r
 egelknop dashboardverlichting   / 
black panel
-
 
p
 ersoonlijke styling klokken en displays
Koplampverstelling
 
134
Buitenspiegels
 
104-105
Ruitbediening
 
82-83
Zekeringen dashboard
 2
82-285
Motorkap openen
 23
8 Monochroom display
 4
3- 46
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels/ frontairbag passagier
 1
72-173, 177
Handgeschakelde versnellingsbak
 1
99
Elektronisch gestuurde  versnellingsbak
 
200-203
Automatische transmissie
 20
4-207
Handrem
 19
2-197, 198
Binnenspiegel
 1
06
Plafonnier
 
 142
Ventilatie / ver warming  
8
 6 - 88
Handbediende airconditioning
 8
9-90, 95
Automatische airconditioning
 9
1-94, 95
Achterruitverwarming
 9
6
Autoradio
 
389- 416
Datum / tijd instellen
 
4
 6
Touchscreen
 
4
 7-51, 325 -388
Datum / tijd instellen
 
5
 1
Sfeerverlichting 
143
Contactslot / Starten met de  sleutel
 
1
 85 -187, 191
Contact / Starten met de   START/STOP-knop
 
188-191 
Page 20 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 1
1. Toerenteller (x 1000  t /min of rpm).
2. O pschakelindicator of stand van de 
selectiehendel en ingeschakelde 
versnelling bij een elektronisch gestuurde 
versnellingsbak of automatische 
transmissie.
3.
 A
naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
4.
 I
nstellingen van snelheidsregelaar of 
snelheidsbegrenzer
5.
 D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.
 
Motorolieniveaumeter*.
Meters en displays Toetsen
7. Onderhoudsindicator (
km of mijl) vervolgens,
 
kilometerteller.
 B
eide functies worden bij het aanzetten 
van het contact na elkaar weergegeven.
 N
iveau lichtsterkte (tijdens het instellen).
8.
 D
agteller (km of mijl)
9.
 B
randstofmeter en bijbehorend 
waarschuwingslampje 
minimumbrandstofniveau.
10.
 A
ctieradius (km of mijl) met de  
resterende hoeveelheid brandstof (a)  of 
additief AdBlue en met betrekking tot het 
SCR-systeem (b) . A. "
COLOR Meters" (kleur van meters): 
achtergrondkleur van meters naar eigen 
wens instellen.
B.
 "
COLOR Displays" (kleur van displays): 
achtergrondkleur van displays naar eigen 
wens instellen.
C.
 L
ichtsterkteregeling (beschikbaar in de 
nachtstand).
D.
 R
esetten van onderhoudsindicator of 
dagteller.
* Volgens uitvoering. 
Page 21 of 452

19
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
1. Toerenteller (x 1.000  t /min of rpm).
2. O pschakelindicator of stand van de 
selectiehendel en ingeschakelde 
versnelling bij een elektronisch gestuurde 
versnellingsbak of automatische 
transmissie.
3.
 S
nelheidsmeter (km/h of mph).
4.
 C
entraal display.
5.
 B
randstofmeter en waarschuwingslampje 
minimumbrandstofniveau
Meters en displays
6. Dagteller (km of mijl).
7. O nderhoudsindicator (bij naderen of 
overschrijden van voorgeschreven 
onderhoud),
 k
ilometerteller (km of mijl).
Toetsen
Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 2
A. "COLOR Meters" (kleur van meters): achtergrondkleur van meters naar eigen 
wens instellen.
B.
 "
COLOR Displays" (kleur van displays): 
achtergrondkleur van displays naar eigen 
wens instellen..
C.
 L
ichtsterkteregeling (beschikbaar in 
nachtstand).
D.
 H
andmatige CHECK (controle van functies 
en weergave van de waarschuwingen).
 R
esetten van onderhoudsindicator of 
dagteller.
Controle tijdens het rijden  
Page 22 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Centraal display en bediening van instrumentenpaneel type 2
Weergavezones
1. Instellingen van de snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer.
2.
 M
otorolieniveaumeter*.
 
Onderhoudsindicator.
 A
ctieradius met de resterende hoeveelheid 
additief AdBlue en met betrekking tot het 
SCR-systeem (BlueHDi-dieselmotor).
 
Boordcomputer.
 D
e geluidsbron waar naar geluisterd wordt.
 H
erhaling van de navigatieaanwijzingen.
 E
xtra weergave van de wagensnelheid.
Bediening
Met behulp van een toets op het uiteinde 
van de ruitenwisserschakelaar kunt u de 
verschillende beschikbare functies weergeven 
(boordcomputer, de geluidsbron waar naar 
geluisterd wordt, navigatieaanwijzingen, enz.). Dichtbij het maximumtoerental: schakel door 
naar een hogere versnelling als de streepjes 
van de toerenteller gaan knipperen.
Toerenteller
Bij het aan- en afzetten van het contact 
slaat de wijzer van de snelheidsmeter 
volledig uit en gaan alle segmenten van 
de toerenteller en de brandstofmeter 
kort branden.
* Volgens uitvoering.
Op het display kunnen ook tijdelijk 
waarschuwingsmeldingen of 
informatieberichten worden getoond. 
Page 23 of 452

21
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
De controlelampjes waarschuwen de 
bestuurder in het geval van een storing 
(waarschuwingslampje) of geven hem 
informatie over de werking van een systeem 
(ingeschakeld of uitgeschakeld).
Controlelampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommige 
waarschuwingslampjes enkele seconden 
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze 
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan 
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige lampjes gaan branden (permanent 
of knipperend) in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding op het 
multifunctionele display of het centrale display 
van het instrumentenpaneel type 2.
Controle tijdens het rijden  
Page 24 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Waarschuwingslampjes
Als een van de volgende lampjes bij een 
draaiende motor of onder het rijden gaat 
branden, wijst dit op een storing in het 
desbetreffende systeem en moet de bestuurder 
actie ondernemen.
Het lampje brandt op het instrumentenpaneel 
of op het centrale display van het 
instrumentenpaneel type 2.Indien uw auto voorzien is van een display, gaat een waarschuwingslampje altijd branden 
in combinatie met een aanvullende melding om u te helpen bij het opsporen van de storing.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, alleen 
of in combinatie 
met een ander 
waarschuwingslampje, 
een geluidssignaal en 
een melding op het 
display. Dit waarschuwingslampje brandt 
bij een ernstige storing in het 
remsysteem, de stuurbekrachtiging, 
het motoroliecircuit of het koelcircuit.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil, 
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
Te  h o g e  
koelvloeistoftemperatuurpermanent.
De temperatuur van de koelvloeistof 
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof 
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg 
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats.
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het 
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Page 27 of 452

25
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Servicetijdelijk, in combinatie 
met een melding. Er zijn één of meer kleine 
storingen gedetecteerd waarbij 
geen specifiek verklikkerlampje 
gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de 
melding op het display.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een 
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te 
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de 
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van 
minimaal 60
  km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het 
controlesysteem bandenspanning, het CITROËN-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in 
combinatie met een 
melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen 
gedetecteerd waarbij geen specifiek 
verklikkerlampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van 
de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie 
met het knipperen en 
vervolgens blijven branden 
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is 
overschreden. Alleen bij BlueHDi uitvoeringen met dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk 
uitvoeren.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Roetfilter  
(Diesel)
permanent, in combinatie 
met een geluidssignaal 
en het bericht "Kans 
op verstopping van het 
ro et f ilter ".Geeft aan dat het roetfilter 
verstopt begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter 
regenereren door met een snelheid van meer dan  
60
  km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, in combinatie 
met een geluidssignaal en 
het bericht Additiefniveau 
roetfilter te laag.Geeft aan dat het minimumniveau 
van het brandstofadditief is 
bereikt.Laat het additiefreservoir zo snel mogelijk bijvullen door 
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden  
Page 32 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
ControlelampjebrandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer 
links knippert, met 
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag 
beweegt.
Richtingaanwijzer 
rechts knippert, met 
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog 
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand 
"Dimlicht" of in de stand "AUTO"  
(bij weinig buitenlicht).
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe 
trekt. Trek nogmaals aan de lichtschakelaar om terug te 
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld 
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen naar 
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn 
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit 
te schakelen.
Alarmknipperlichtenknippert, met 
geluidssignaal.De schakelaar voor de 
alarmknipperlichten op het dashboard 
is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de 
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display. 
Page 35 of 452

33
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Airbag aan 
passagierszijdepermanent op het 
display van de 
verklikkerlampjes voor 
de veiligheidsgordels 
en de airbag vóór aan 
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje 
staat in de stand "ON"
.
De passagiersairbag vóór is 
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje 
met de rug in de rijrichting op de stoel 
van de voorpassagier. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
 om de 
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de 
rijrichting plaatsen.
Stop & Star t permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor 
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, 
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch 
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele 
seconden en gaat 
dan uit. De STOP-stand is nu niet 
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de 
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de 
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de 
rubriek "Stop & Start".
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Controle tijdens het rijden