display CITROEN DS4 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2015Pages: 452, PDF Size: 14.71 MB
Page 56 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Centraal display van het instrumentenpaneel - Type 2
Weergave van de informatie
- Weergave van de actuele informatie met:● de actieradius,
● het
actuele brandstofverbruik,
● de
teller van het Stop&Start-systeem.
-
W
eergave van traject "1" met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
t
ijdens het eerste traject.
-
W
eergave van traject "2" met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
t
ijdens het tweede traject.
F
D
ruk op de knop op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar , om
achtereenvolgens de verschillende
gegevens op te vragen:
● herhaling
van
de
wagensnelheid,
● actuele
informatie,
● traject
"1" ,
● traject
"2" ,
● informatie
over
de
gekozen
geluidsbron,
● black
panel,
● route-aanwijzingen
van
het
n
avigatiesysteem.
Traject op 0 zetten
F Selecteer het traject dat u op 0 wilt zetten.
Houd de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar even ingedrukt.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2" voor
een maandelijks verbruik.
Page 58 of 452

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2015
Enkele definities...
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan
wijzigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Dit verbruik zal de eerste 5000 km
hoger zijn dan de theoretische
waarden die door CITROËN worden
aangegeven.
Actieradius
(km of mijl)
De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend op basis
van het gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
D it is het gemiddelde
brandstofverbruik over de laatste seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
D it is het gemiddelde
verbruik sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid sinds
de laatste nulstelling van de boordcomputer
(contact aan).
Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt berekend
sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met het
Stop & Start-systeem, registreert een teller
hoelang de STOP-stand tijdens een traject is
geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Page 67 of 452

65
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Bij een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Storing in de
afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
F
D
ruk direct daarna gedurende enkele
seconden op het vergrendelknopje
(gesloten hangslot) van de
afstandsbediening.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact).
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032/3 V. F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de 2 ogen los.
F V erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening
vast.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje, een geluidssignaal
en een melding op het display.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
Toegang tot de auto
Page 94 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
2. Regeling bestuurderszijde4. A utomatisch programma
"zicht"
Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 14
of de maximale
waarde 28
te overschrijden.
F
D
raai de knop 2 of 3 naar links
totdat "LO" verschijnt of naar
rechts totdat "HI" verschijnt.
Zie " Voorruitontwaseming -
Ontdooien".
3. Regeling passagierszijde
De bestuurder en de voorpassagier
kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
De op het display weergegeven
waarde heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op de werkelijke
temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
F
D
raai de knop 2 of 3 naar links of naar
rechts om deze waarde te verlagen of te
verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde
21
aanbevolen. Niettemin is afhankelijk
van uw wensen een afstelling tussen 18
en
24
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam
dat het verschil in instelling links en rechts niet
meer dan 3
bedraagt.
Handmatig verstellen
Als u dat wenst, kunt u de automatische
bediening van het systeem handmatig
aanpassen. De controlelampjes in de toets
"AUTO" gaan uit; de overige functies blijven
automatisch geregeld.
F
D
ruk op de toets "AUTO" om het systeem
weer volledig automatisch te laten
functioneren.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
Page 96 of 452

DS4_nl_Chap03_confort_ed02-2015
Uitschakelen van het systeem
F Draai de knop van de luchtopbrengst naar links tot
alle lampjes uitgaan.
Deze schakelaar heeft geen invloed op de werking van de automatische airconditioning,
alleen op de aanjagersnelheid.
Tijdens de "REST"-functie kunt u de temperatuur, de luchthoeveelheid en de luchtverdeling
niet wijzigen: deze worden automatisch geregeld, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Deze functie is niet aanwezig in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem. Vermijd het te lang rijden met
ingeschakelde luchtrecirculatie of
een uitgeschakeld systeem om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Bij het aanzetten van het contact
-
D
e signaleringen lichten op: de functie is
beschikbaar.
-
D
ruk op de toets REST om deze functie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes in
de controlesignaleringen en het branden
van vier lampjes voor de aanjagersnelheid.
-
D
e functie is uit- en dan weer in te
schakelen zolang de controlesignaleringen
branden.
-
A
an het einde van de beschikbaarheid van
deze functie, gaan de signaleringen uit. Bij het afzetten van de motor
-
D
e displays zijn verlicht zolang de functie
beschikbaar is.
-
D
ruk op de toets REST om de ventilatie
voor enkele minuten in te schakelen. Dit
wordt aangegeven door twee streepjes
in de controlesignalering en het branden
van vier lampjes voor de kracht van de
aanjager.
D
e functie blijft gehandhaafd, ook als de
auto vergrendeld is.
-
D
e signaleringen gaan aan het einde van
de beschikbaarheid van de functie uit
A
ls u nog een keer op de toets drukt
vóór het einde van de beschikbaarheid
schakelt u de ventilatie definitief uit: de
signaleringen verdwijnen en de functie is
niet meer beschikbaar. Alle functies van de airconditioning en het
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
F
W
ijzig de instellingen (temperatuur,
luchthoeveelheid en luchtverdeling) of druk
op de toets "AUTO" om het systeem weer
met de laatst ingestelde waarden in te
schakelen.
Page 114 of 452

DS4_nl_Chap04_amenagement_ed02-2015
Deze aansluitmodule bestaat uit een USB-
aansluiting en een Jack-aansluiting.Raadpleeg voor meer informatie het
desbetreffende audiogedeelte van de
rubriek "Audio en datacommunicatie".
USB-aansluiting
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod® of een USB-stick.
Dankzij de aansluitmodule kunt u de
audiobestanden op uw draagbare apparaat
beluisteren via de luidsprekers van uw
autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van
de autoradio.
USB-box
Als de draagbare apparatuur op de
USB-aansluiting is aangesloten, kan de
apparatuur automatisch worden opgeladen.
Tijdens het opladen wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik
van het apparaat hoger is dan de door
de auto geleverde stroomsterkte.
Jack-aansluiting
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een digitale muziekspeler. U kunt de
audiobestanden op de draagbare apparatuur
beluisteren via de luidsprekers van de autoradio.
U kunt deze bestanden beheren via het
draagbare apparaat. De USB-aansluiting kan ook worden gebruikt
om een telefoon via MirrorLink™ te verbinden,
zodat u bepaalde apps van uw telefoon op het
touchscreen kunt weergeven.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN
is goedgekeurd, zoals een lader
met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
F
D
ruk wanneer u de aansteker wilt
gebruiken, deze in en wacht enkele
seconden tot de aansteker uit zichzelf naar
buiten springt.
F
V
er wijder de aansteker en sluit een geschikte
adapter aan als u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120
W) wilt aansluiten.
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats na het gebruik direct de aansteker terug.
Aansteker / 12V-aansluiting
Page 134 of 452

DS4_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Met behulp van een lichtsterktesensor worden
de kentekenplaatverlichting, het parkeerlicht en
het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichting kan ook, in geval van neerslag,
gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
F Draai de ring in de stand "AUTO". Het
activeren van de functie wordt bevestigd
door een melding op het display.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen van de functie wordt
bevestigd door een melding op het display.
Automatische follow me
home-verlichting
Storing
Bij een storing in de lichtsterktesensor
gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt
een melding op het display, in
combinatie met een geluidssignaal. Bij mist of sneeuw kan de
lichtsterktesensor ten onrechte voldoende
licht waarnemen; de verlichting wordt dan
niet automatisch ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsterktesensor, die
zich in het midden van de voorruit achter
de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan
de sensor gekoppelde functies worden
dan niet meer bediend.
Als de functie automatische verlichting
is geactiveerd (lichtschakelaar in de
stand "
AUTO"), wordt onder donkere
omstandigheden het dimlicht automatisch
ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Programmeren
Het inschakelen of uitschakelen en
de tijdsduur van de follow me home-
verlichting zijn in te stellen via het
configuratiemenu van de auto.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 136 of 452

DS4_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Automatische verstelling van de
xenonkoplampen
Raak de xenonlampen niet aan.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Om verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen corrigeert dit systeem automatisch
en bij stilstaande auto de hoogte van de
lichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.
In het geval van een storing
verschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het display.
Halogeen koplampen
handmatig verstellen
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
1
of 2 personen op de voorstoelen.
-.
3
personen.
1.
5
personen.
-.
Tussenstand.
2.
5
personen + maximaal toegestane
belading.
-.
Tussenstand.
3.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling. Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand.
Page 137 of 452

135
DS4_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Meedraaiende koplampen
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld,
volgen de lichtbundels van de meedraaiende
koplampen de richting van de weg.
Deze functie is alleen mogelijk in combinatie
met xenonlampen en zorgt voor een aanzienlijk
beter zicht in bochten.Deze functie werkt niet:
-
b
ij stilstand of zeer lage snelheden,
-
a
ls de achteruit is ingeschakeld.
Standaard is deze functie ingeschakeld.
met meedraaiende koplampen
zonder meedraaiende koplampen
Programmeren
U kunt deze functie
desgewenst uitschakelen via
het configuratiemenu op het
multifunctionele display.
Bij het afzetten van het contact blijven de
instellingen gehandhaafd.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Storing
In het geval van een storing knippert
dit pictogram op het display in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Zicht
Page 140 of 452

DS4_nl_Chap05_visibilite_ed02-2015
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel A één keer omlaag.
T
er bevestiging wissen de
ruitenwissers één keer, gaat
het controlelampje op het
instrumentenpaneel branden en/
of verschijnt er een bericht dat de
functie geactiveerd is.
Uitschakelen
Duw de hendel A nog een keer omlaag.
T
er bevestiging gaat dit
controlelampje op het
instrumentenpaneel uit en/of
er verschijnt een bericht op het
multifunctionele display dat de functie
is uitgeschakeld.
Elke keer als het contact meer
dan 1
minuut is afgezet, moet u
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw activeren.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in
de intervalstand.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dek de regensensor, die zich
gecombineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwissers uit als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers tot
de voorruit ontdooid is.