CITROEN DS4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2017, Model line: DS4, Model: CITROEN DS4 2017Pages: 468, PDF Size: 11.16 MB
Page 191 of 468

189
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Starten / Afzetten van de motor met keyless entry
and start
Starten van de motor
F Zet bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel
in de neutraalstand en houd het
koppelingspedaal volledig ingetrapt.
F
Z
et bij auto's met een automatische
transmissie de selectiehendel in de stand
P
of N en houd het rempedaal ingetrapt. F
D
ruk kort op de "
START/STOP"-
knop en houd daarbij het pedaal
ingetrapt tot de motor draait. Als de elektronische sleutel niet in de
zone wordt gedetecteerd, verschijnt een
melding. Verplaats de elektronische
sleutel naar de detectiezone zodat de
motor kan worden gestart.
Als aan een van de voor waarden voor
het starten niet wordt voldaan, wordt
ter herinnering een melding op het
instrumentenpaneel weergegeven. In
sommige gevallen moet het stuur wiel heen
en weer worden bewogen ter wijl de "
S TA R T/
STOP "-knop wordt ingedrukt om het
stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via
een melding op de hoogte gebracht.
De elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet ter wijl de motor nog draait.
Auto's met dieselmotor
Bij temperaturen onder 0 graden
wordt de motor pas na het
doven van het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u
op "START/STOP "-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de " S TA R T/
STOP "-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
Het stuurslot wordt ontgrendeld en de motor
start.
Zie de waarschuwing voor auto's met een
dieselmotor.
F
Z
org dat de elektronische sleutel zich in het
interieur van de auto bevindt: u hoeft hem
niet in de lezer te steken.
06
Rijden
Page 192 of 468

190
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Afzetten van de motor
Als de auto niet stilstaat, wordt de
motor niet afgezet.
Laat nooit de elektronische sleutel in
de auto achter als u de auto verlaat.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
F
Zet de auto stil.F Zet bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F Zet bij auto's met een automatische transmissie de selectiehendel in de stand P of N.
F Druk ter wijl de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt op
de "START/STOP "-knop.
De motor wordt afgezet en het
stuurslot wordt vergrendeld.
Noodprocedure voor het starten
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en de motor niet start
als u op de knop "START/STOP" drukt:
F
Z
et bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
F
Z
et bij auto's met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand
P of N. F
O pen het deksel van de armsteun vóór.
F
T
il de bekleding op aan de lip en ver wijder
de bekleding.
F
P
laats de elektronische sleutel in de lezer.
F
H
oud bij auto's met een automatische
transmissie het rempedaal ingetrapt.
F
H
oud bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
F
D
ruk op de knop " S TA R T/
STOP" .
D
e motor wordt gestart.
06
Rijden
Page 193 of 468

191
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Noodprocedure voor het afzetten van de motor
In noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet door de
knop "START/STOP" ongeveer drie
seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel
niet wordt herkend
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden
ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op:
zonder de sleutel kan de motor
niet meer gestar t worden) .
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Druk, met de sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het interieur van de auto,
zonder een pedaal in te trappen op de
knop
"START/STOP " om het contact aan te
zetten.
F
Druk op de knop " START/STOP": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Bij aangezet contact gaat het systeem
automatisch over op de eco-mode om
te voorkomen dat het laadniveau van
de accu te ver zakt.
06
Rijden
Page 194 of 468

192
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Handbediende parkeerrem
AantrekkenVrijzetten
F Trek de hefboom van de parkeerrem licht
omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag. Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan,
schakel een versnelling in en zet het
contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, geeft dit
aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.
F
T
rek de hefboom van de parkeerrem
volledig aan om uw auto stil te zetten.
06
Rijden
Page 195 of 468

193
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Elektrische parkeerrem
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet door het
bedienen van de hendel A . Plaats geen voor werpen (pakjes
sigaretten, telefoon enz.) tussen de
versnellingspook en de hendel van de
elektrische parkeerrem. Wij raden aan om de parkeerrem niet
te gebruiken bij zeer lage temperaturen
(vorst) en bij het trekken van een
aanhanger of het slepen van een
auto. Schakel in dergelijke gevallen de
automatische werking van de parkeerrem
uit of zet deze met de hand vrij.
Als dit controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Programmeren van de werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de parkeerrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de parkeerrem
bij het wegrijden worden uitgeschakeld. Deze functie kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto;
raadpleeg de rubriek over het instellen
van de diverse systemen in de auto.
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
parkeerrem dus handmatig te bedienen. Als
de parkeerrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op
het display.
06
Rijden
Page 196 of 468

194
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal of het gaspedaal in, trekt u aan de
hendel A en laat u deze vervolgens weer los .
Handmatig vrijzetten
Controleer voordat u de auto verlaat of het
verklikkerlampje van de parkeerrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
Handmatig aantrekken
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door: -
he
t branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij draaiende motor ter wijl
de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display (behalve als bij een
automatische transmissie de selectiehendel in de stand P staat).
Bij auto's met een automatische transmissie klinkt het
geluidssignaal niet en verschijnt er geen melding als de
selectiehendel in de stand P staat.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
h
et uitgaan van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,
-
d
e melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder
het rempedaal in te trappen, wordt
de parkeerrem niet vrijgezet en
gaat een lampje branden op het
instrumentenpaneel.
Extra stevig aantrekken
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken . Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op
een steile helling staat, dient u de parkeerrem
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
06
Rijden
Page 197 of 468

195
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of
op een steile helling staat, dient u bij het
parkeren de voor wielen naar de stoeprand
te sturen en een versnelling in te schakelen.
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje parkeerrem op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vrijzetten.
-
he
t branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden
:
F
A
uto's met een handgeschakelde
versnellingsbak: houd het
koppelingspedaal geheel ingetrapt
en schakel de 1
e versnelling of de
achteruitversnelling in. Trap vervolgens het
gaspedaal in terwijl u het koppelingspedaal
laat opkomen.
F
A
uto's met een automatische transmissie:
selecteer de stand D , M of R en geef gas.
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het
risico loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
he
t doven van het verklikkerlampje
parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
vrijgezet".
06
Rijden
Page 198 of 468

196
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto beslist tegen wegrollen te
beveiligen door de parkeerrem handmatig aan
te trekken. Trek daarvoor aan de hendel A .
Parkeerrem aantrekken,
bij draaiende motor
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Controleer voordat u de auto verlaat of het
verklikkerlampje van de parkeerrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
he
t branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om uit te stappen ter wijl
de parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display (behalve als bij een
automatische transmissie de selectiehendel in de stand P staat).
Bij auto's met een automatische transmissie klinkt het
geluidssignaal niet en verschijnt er geen melding als de
selectiehendel in de stand P staat.
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de parkeerrem zelf zijn aantrekkracht.
Dit is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet de
parkeerrem vrij door eerst aan de hendel A
te trekken en deze vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A in combinatie
met de melding "Parkeerrem vrijgezet".
Noodremfunctie
Bij een defect aan de dynamische
stabiliteitscontrole, aangegeven door het branden
van dit verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd.
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij uitzonderlijke
situaties (onwel worden van de bestuurder, rijles geven
(indien wettelijk toegestaan) enz.), kan de auto worden
gestopt door aan de hendel A te trekken en deze vast te
houden.
De dynamische stabiliteitscontrole zorgt ervoor dat de
auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van de
noodremfunctie verschijnt het bericht "Parkeerrem defect".
In dat geval moet de bestuurder er zelf voor zorgen
dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de
hendel A te trekken en deze weer los te laten.
06
Rijden
Page 199 of 468

197
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
Inschakelen van de achteruitversnelling
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Inschakelen van de
5e of de 6e versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Als dit advies niet wordt nageleefd,
kan de versnellingsbak onherstelbaar
beschadigd raken (per ongeluk
inschakelen van de 3
e of 4e versnelling).
06
Rijden
Page 200 of 468

198
DS4_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatische versnellingsbak
Schakelpatroon
Bij de automatische 6 -versnellingsbak kunt u
kiezen uit het comfort van de automatische
bediening, aangevuld met de programma's
Sport en Sneeuw, of het plezier van het
handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen : het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd, aangevuld
met het programma Sport voor een meer
dynamische rijstijl of het programma
Sneeuw voor gemakkelijker rijden op een
ondergrond met weinig grip,
-
h
andmatig schakelen : in deze stand kan
de bestuurder zelf schakelen.
1.
Selectiehendel.
2.
T
o e t s " T" (Sneeuw) .
3.
To e t s "S" (Spor t) .
4.
S
chema met de standen van de
selectiehendel.Standen van de
selectiehendel
P. Parkeerstand.
- S tilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
-
S
tarten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
-
A
chteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N. Neutraalstand.
-
S
tilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
-
S
tarten van de motor.
D. Automatische werking.
M.+ / -
Z
elf schakelen tussen de zes
versnellingen.
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of
F
B
eweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P
P
arking (parkeerstand)
R
R
everse (achteruitversnelling)
N
N
eutral (neutraalstand)
D
D
rive (automatisch schakelen)
S
Programma Sport
T
Programma Sneeuw
1
t /m 6
In
geschakelde versnelling bij
handmatig schakelen
-
O
ngeldige waarde bij handmatig schakelen
06
Rijden