display CITROEN DS5 HYBRID 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: DS5 HYBRID, Model: CITROEN DS5 HYBRID 2015Pages: 484, PDF Size: 15.03 MB
Page 104 of 484

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Bij zeer lage temperaturen of bij 
het trekken van een aanhanger
Wij raden u aan de parkeerrem in deze 
situaties niet aan te trekken.
Zet in dat geval bij aangezet contact de 
parkeerrem handmatig vrij en voer, voordat u 
het contact afzet, de volgende handeling uit:
F Handgeschakelde versnellingsbak: 
s chakel de eerste versnelling of de 
achteruitversnelling in.
F
 Ele
ktronisch gestuurde 
versnellingsbak:  zet de 
selectiehendel in de stand A  of R.
F
 Au
tomatische versnellingsbak:  zet 
de selectiehendel in de stand P  of R.
De elektrische parkeerrem kan op twee 
manieren worden bediend:
-
 Au
tomatisch aantrekken/vrijzetten  
 De p
arkeerrem wordt automatisch 
aangetrokken bij het afzetten van de motor 
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden 
(standaard geactiveerde functies),
-
 Hand
matig aantrekken/vrijzetten  
 De parkeerrem kan handmatig worden 
aangetrokken door aan de hendel A  te trekken.
 U kunt de parkeerrem handmatig weer 
v
rijzetten door het rempedaal ingetrapt 
te houden en gelijktijdig aan de hendel te 
trekken  en deze vervolgens los te laten.
Als de parkeerrem nog niet is aangetrokken en 
het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er 
een geluidssignaal en verschijnt er een melding 
op het display.
Programmeren van de 
automatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan 
de automatische werking van de parkeerrem 
worden uitgeschakeld.
De functie wordt in dat 
geval uitgeschakeld via het 
configuratiemenu van de auto.
Elektrische parkeerrem
Als de automatische werking is 
uitgeschakeld, moet de parkeerrem 
handmatig worden bediend.
Als dit verklikkerlampje brandt 
op het instrumentenpaneel, is de 
automatische werking uitgeschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u 
zich ervan hebt verzekerd dat de 
parkeerrem is aangetrokken. Dit verklikkerlampje blijft 
permanent branden.
Sticker op het portierpaneel
Bij een lege accu
Als de accu onvoldoende stroom levert, 
werkt de elektrische parkeerrem niet.
Volg om veiligheidsredenen bovenstaande 
voorschriften op om te voorkomen dat 
de auto in beweging komt of plaats een 
wielblok tegen een van de wielen.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Page 105 of 484

103
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor 
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het 
rempedaal  in, trekt u aan de hendel A in en 
laat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem 
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het 
v erklikkerlampje parkeerrem en het 
verklikkerlampje
 P  op d
e hendel A,
-
 de m
elding "Parkeerrem 
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder het 
rempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem 
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het 
instrumentenpaneel.
Controleer voordat u de auto verlaat of 
de verklikkerlampjes van de parkeerrem 
op het instrumentenpaneel en op de 
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of 
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken, 
trekt
 u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem 
wordt aangegeven door:
-
 het
 branden van het 
verklikkerlampje parkeerrem en het 
verklikkerlampje  P op de hendel A ,
-
 de m
elding "Parkeerrem 
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij 
draaiende motor ter wijl de parkeerrem niet is 
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en 
verschijnt er een melding op het display (behalve 
bij auto's met automatische transmissie, als de 
selectiehendel in de stand P  (Park) staat).
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is 
noodzakelijk in de volgende omstandigheden:
- wanneer een caravan of aanhanger aan 
d
e auto is gekoppeld en de automatische 
bediening is geactiveerd, terwijl u de 
parkeerrem handmatig bedient,
-
 wa
nneer de hellingcondities vermoedelijk 
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat 
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd wordt 
op een boot of trailer, of bij slepen).
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra 
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de 
hendel A langer te bedienen, tot de melding 
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het 
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
In het geval van een aangekoppelde 
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op 
een steile helling staat, dient u de parkeerrem 
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren 
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en 
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de 
parkeerrem duurt het langer voordat de 
parkeerrem weer is vrijgezet.
Extra stevig aantrekken 
Rijden  
Page 106 of 484

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Controleer voordat u de auto verlaat of 
de verklikkerlampjes van de parkeerrem 
op het instrumentenpaneel en op de 
hendel A constant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de auto 
wanneer het contact is aangezet: 
ze zouden de parkeerrem kunnen 
vrijzetten.
Automatisch aantrekken,  
motor afgezet
- het branden van het 
verklikkerlampje parkeerrem 
en het verklikkerlampje P op de 
hendel A ,
-
 de m
elding "Parkeerrem 
aangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor 
afzet, wordt de parkeerrem automatisch 
aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem 
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch 
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden :
F
 Hand
geschakelde versnellingsbak : 
trap het koppelingspedaal volledig in 
en schakel de eerste versnelling of de 
achteruitversnelling in; geef gas en laat 
het koppelingspedaal opkomen tot de 
parkeerrem wordt vrijgezet.
F
 Ele
ktronisch gestuurde 
versnellingsbak : selecteer de stand A , M 
of R en geef gas.
F
 Au
tomatische versnellingsbak : selecteer 
de stand D , M of R en geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem 
wordt aangegeven door:
-
 het
 doven van het verklikkerlampje 
parkeerrem en het 
verklikkerlampje
 P  op d
e hendel A,
-
 de
 melding "Parkeerrem vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende 
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico 
loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.Controleer voordat u de auto verlaat of 
de verklikkerlampjes van de parkeerrem 
op het instrumentenpaneel en op de 
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor, 
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen 
door de parkeerrem handmatig
 aan te trekken. 
Trek  daarvoor aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem 
wordt aangegeven door:
-
 het
  branden van het 
verklikkerlampje parkeerrem en het 
verklikkerlampje  P op de hendel A ,
-
 de
  melding "parkeerrem 
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om 
uit te stappen ter wijl de parkeerrem niet is 
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal 
en verschijnt er een melding op het display 
(behalve bij auto's met automatische 
versnellingsbak, als de selectiehendel in de 
stand P (Park) staat).
Stilzetten van de auto, 
draaiende motor 
Page 113 of 484

111
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
F Trap het rempedaal in en selecteer de 
stand P of N .
F
 St
art de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden 
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en 
verschijnt een melding op het display van het 
instrumentenpaneel.
F
 Tr
ap bij draaiende motor het rempedaal in.
F
 Se
lecteer de stand R , D of M.
Wegrijden
Als de motor stationair draait, het 
rempedaal is losgelaten en de stand R , 
D of M is geselecteerd, zet de auto zich 
zelfs al in beweging als het gaspedaal 
niet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen 
kinderen alleen in de auto achter.
Trek de parkeerrem aan en 
selecteer de stand P indien er 
onderhoudswerkzaamheden moeten 
worden uitgevoerd bij draaiende motor. Als de parkeerrem niet automatisch 
wordt vrijgezet, controleer dan of de 
voorportieren correct zijn gesloten.
Zet de selectiehendel nooit in de 
stand 
 N
  als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de 
stand
 P
 of R als de auto niet volledig 
stilstaat.
Automatisch 
schakelprogramma
F Selecteer de stand D om automatisch  
t e laten schakelen tussen de zes 
versnellingen.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-adaptieve 
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De 
versnellingsbak kiest voortdurend de meest 
geschikte versnelling, afhankelijk van de rijstijl, het 
profiel van de weg en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie zonder de stand 
van de selectiehendel te wijzigen, moet het 
gaspedaal volledig worden ingetrapt (kickdown). 
De versnellingsbak schakelt automatisch terug of 
handhaaft de ingeschakelde versnelling totdat de 
motor het maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak 
automatisch terug om sterker op de motor af te 
remmen.
Om de veiligheid te verbeteren schakelt de 
versnellingbak niet naar een hogere versnelling als 
u het gaspedaal plotseling loslaat.
Als tijdens het rijden per ongeluk de 
stand 
N wordt geselecteerd, laat het 
motortoerental dan zakken tot stationair 
toerental, zet de selectiehendel in de 
stand
 D  en t
rap het gaspedaal weer in.
Als u de selectiehendel uit de stand P 
haalt zonder het rempedaal ingetrapt te 
houden, zal op het instrumentenpaneel 
dit verklikkerlampje gaan branden of dit 
pictogram verschijnen in combinatie met 
het knipperen van de P
, een melding en 
een geluidssignaal.
F
 Co
ntroleer of de op het instrumentenpaneel 
weergegeven stand overeenkomt met de 
stand van de selectiehendel.
F
 La
at het rempedaal geleidelijk los.
Als de parkeerrem handmatig wordt vrijgezet, 
begint de auto direct te rijden.
Als de parkeerrem is aangetrokken en de 
automatische stand is geactiveerd, geef dan 
geleidelijk gas. 
Rijden  
Page 115 of 484

11 3
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Onjuiste waarde bij handmatige 
bediening
Dit symbool verschijnt als een versnelling 
niet goed is ingeschakeld (de selectiehendel 
bevindt zich tussen twee standen in).
Parkeren van de auto
Zet, voordat u de motor afzet, de 
selectiehendel in de stand P of N om de 
neutraalstand te selecteren.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan om 
de auto te blokkeren (als de parkeerrem niet in 
de automatische stand staat).Als de selectiehendel niet in de stand
 P
 
staat, klinkt bij het openen van het 
bestuurdersportier of na ongeveer 
45 seconden een geluidssignaal en 
verschijnt een melding op het display.
F
 Ze
t de selectiehendel in de stand
 P
 ; 
het geluidssignaal stopt en de 
melding verdwijnt.
Storing
Bij aangezet contact wordt een melding 
op het display van het instrumentenpaneel 
weergegeven die duidt op een storing in de 
versnellingsbak.
In dit geval werkt de versnellingsbak met een 
noodprogramma en blijft de 3
e versnelling 
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok 
waarnemen bij het selecteren van R vanuit 
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet 
schadelijk voor de versnellingsbak.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van 
de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door het 
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde 
werkplaats. De automatische versnellingsbak kan 
beschadigd raken:
-
 al
s u het gaspedaal en het 
rempedaal gelijktijdig intrapt,
-
 al
s u, indien de accu geen stroom 
levert, de selectiehendel vanuit 
de stand P geforceerd naar een 
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens 
langdurig stilstaan met draaiende motor 
(file...) te beperken, de selectiehendel in 
de stand N en trek de parkeerrem aan, 
behalve als deze in de automatische 
stand staat. 
Rijden  
Page 117 of 484

11 5
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Bij het inschakelen van de 
achteruitversnelling klinkt een 
geluidssignaal.Als de motor niet aanslaat:
-
 Al
s de N
 knippert op het 
instrumentenpaneel, zet dan de 
selectiehendel in de stand A  en 
vervolgens in de stand N .
-
 Al
 s de melding "
Trap het rempedaal 
in " verschijnt, trap het rempedaal dan 
steviger
 i
 n.Als de motor stationair draait, u niet 
remt, de parkeerrem is vrijgezet en de 
stand R
, A of M is geselecteerd, rijdt de 
auto zonder dat u gas hoeft te geven.
Weergave op het 
instrumentenpaneel
Als u de selectiehendel in een andere stand zet, wordt dit 
aangegeven door de indicator op het instrumentenpaneel.
N Neutral (neutraalstand).
R Re verse (achteruitversnelling).
1, 2, 3, 4, 5, 6
 
 
Versnellingen bij handmatig schakelen.AUTO   Gaat branden als u kiest voor 
automatische bediening en gaat uit als 
u kiest voor handmatige bediening.
S
 Spo
rt (Sport-stand).F
 Al
s op het instrumentenpaneel de 
melding  "Trap het rempedaal in " 
wordt weergegeven, moet u het 
rempedaal volledig intrappen.
Starten van de auto
F Zet om de auto te starten de selectiehendel 
i n de stand N .
F
 Houd
 het rempedaal ingetrapt.F
 St
art de motor.
F
 Se
lecteer een modus (stand M of A ) of de 
achteruitversnelling (stand R ).
F
 Ze
t de parkeerrem vrij als deze niet 
automatisch wordt bediend.
F
 Ne
em uw voet van het rempedaal en geef 
gas.
Op het display van het 
instrumentenpaneel verschijnen de 
aanduidingen AUTO  en 1 of R.
Automatische bediening
F Start de auto en selecteer de stand A om 
d
e parkeerrem op automatische bediening 
te zetten.
Op het display van het instrumentenpaneel 
verschijnen de aanduiding AUTO  en de 
ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt dan automatisch, 
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De 
versnellingsbak kiest voortdurend de meest 
geschikte versnelling, afhankelijk van de 
volgende parameters:
-
 de r
ijstijl,
-
 he
t profiel van de weg.
Trap om krachtig te accelereren 
(bijvoorbeeld voor een 
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met 
kracht in, tot voorbij het zware punt. 
Rijden  
Page 118 of 484

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Handmatig schakelen
F Zet na het starten de selectiehendel in de 
stand M om de handbediende stand in te 
schakelen.
F
 Be
dien de flippers + of - .
De aanduiding AUTO  verdwijnt en 
de achtereenvolgens ingeschakelde 
versnellingen worden weergegeven op 
het display van het instrumentenpaneel. Het schakelen naar een andere versnelling is 
alleen mogelijk als de snelheid van de auto en het 
motortoerental dit toestaan.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het 
gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van de snelheid 
schakelt de versnellingsbak automatisch terug, 
zodat de juiste versnelling is geselecteerd op het 
moment dat u het gaspedaal weer intrapt.
Bij de automatische bediening blijft het altijd 
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van 
de flippers achter het stuur wiel, bijvoorbeeld 
om even snel in te halen.
F
 Be
dien de flippers "+"  of "-" achter het 
s t u u r.
De versnellingsbak wordt dan in de 
desbetreffende versnelling geschakeld, mits 
de snelheid van de auto en het motortoerental 
dit toestaan. De aanduiding AUTO  blijft op het 
display staan.
Als de stuurbediening enige tijd niet meer 
gebruikt wordt, gaat de versnellingsbak weer 
over op de automatische stand.
Handmatig schakelen
Als bij stapvoets rijden de achteruitversnelling 
wordt geselecteerd, wordt deze pas 
ingeschakeld als de auto volledig tot stilstand 
is gekomen (rempedaal ingetrapt). Op het 
display van het instrumentenpaneel wordt 
een pictogram weergegeven.
In de handbediende stand wordt bij krachtig 
accelereren de hoogste versnelling niet 
ingeschakeld als de bestuurder de flippers 
achter het stuurwiel niet bedient.
Selecteer de neutraalstand N  nooit tijdens 
het rijden.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R ) 
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en de 
voet op het rempedaal wordt gehouden. 
Page 119 of 484

11 7
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Houd bij het starten van de motor altijd 
het rempedaal ingetrapt.
Trek de parkeerrem stevig aan om de 
auto volledig te blokkeren, behalve 
wanneer de parkeerrem automatisch 
wordt bediend.
Selecteer wanneer u de auto met 
draaiende motor stilzet altijd de 
neutraalstand 
N.
Controleer voordat u werkzaamheden 
onder de motorkap uitvoert altijd of de 
selectiehendel in de neutraalstand
 N  s
taat 
en de parkeerrem is aangetrokken.
Stilzetten van de auto
Als dit waarschuwingslampje bij het 
aanzetten van het contact gaat knipperen, 
in combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display van het 
instrumentenpaneel, duidt dit op een 
storing in de versnellingsbak.Voordat u de motor afzet, kunt u:
- de s electiehendel in de stand N bewegen 
om de neutraalstand te selecteren,
-
 ee
n versnelling ingeschakeld laten. In dat 
geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen de parkeerrem aan 
om de auto volledig stil te zetten (als de 
parkeerrem niet in de automatische stand staat 
ingesteld).
Storing
Sport-stand
F Druk na het selecteren van de 
handbediende of de automatische 
stand op de knop S  om de Sport-
stand in te schakelen. Deze stand 
is bij uitstek geschikt voor een meer 
dynamische rijstijl.
 Na
ast de ingeschakelde versnelling 
wordt de letter S  weergegeven op het 
display van het instrumentenpaneel.
F Druk nogmaals op de knop S om de stand 
u it te schakelen.
 De l
etter S wordt niet meer weergegeven 
op het display van het instrumentenpaneel.
Als het contact wordt afgezet, wordt de Sport-
stand uitgeschakeld. Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. 
Rijden  
Page 131 of 484

129
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Head-up display
Systeem dat bepaalde informatie op een 
doorzichtig scherm projecteert, in het directe 
gezichtsveld van de bestuurder, zodat deze zijn 
ogen niet van de weg hoeft af te wenden.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en de 
instellingen worden opgeslagen bij het afzetten 
van het contact.1. In
schakelen/uitschakelen head-up display.
2. Ho ogteverstelling weergave.
3.
 Re
geling lichtsterkte.Als de head-up display is ingeschakeld, geeft 
deze de volgende informatie weer:
A.
 De s
nelheid van uw auto.
B.
 De
 informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.
Informatie op het head-up 
display
C. De aanwijzingen van het navigatiesysteem 
( volgens uitvoering).
Raadpleeg voor meer informatie over 
het navigatiesysteem de rubriek "Audio 
en telematica". 
Rijden  
Page 132 of 484

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
F Druk bij draaiende motor op de knop 1. 
D e head-up display blijft ingeschakeld/
uitgeschakeld als de motor na het afzetten 
weer wordt gestart.
Het scherm wordt automatisch ongeveer 3 sec onden 
na het uitzetten van de motor ingeklapt, behalve in 
de STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen / uitschakelen
F Stel bij draaiende motor de lichtsterkte van 
d
e head-up display in met de knop 3 :
-
 na
ar achteren om de lichtsterkte te 
verhogen,
-
 na
ar voren om de lichtsterkte te 
verlagen.
Regelen van de lichtsterkte
Het is raadzaam de knoppen uitsluitend 
bij stilstaande auto te bedienen.
Leg nooit voor werpen rondom het 
projectiescherm (of op de afdekking) 
zodat het uitklappen en de goede 
werking van het scherm niet verhinderd 
wordt.
Bij bepaalde weersomstandigheden 
(regen en/of sneeuw, zeer zonnig, ...)   
kan de informatie op het head-up display 
tijdelijk minder goed leesbaar zijn.
Sommige zonnebrillen kunnen het lezen 
van de informatie hinderen.
Gebruik een schone en zachte doek 
(bijvoorbeeld een brillendoekje 
of microfiber doekje) om het 
projectiescherm te reinigen. Gebruik 
nooit een droge doek, een schuurspons, 
schoonmaak- of oplosmiddel om te 
voorkomen dat er krassen ontstaan 
op het scherm of de anti-reflecterende 
functie beschadigd raakt.
Hoogteverstelling
F Stel de head-up display bij draaiende 
m otor op de gewenste hoogte af met de 
knop 2 :
-
 na
ar achteren om de head-up display 
hoger af te stellen,
-
 na
ar voren om de head-up display lager 
af te stellen.