air conditioning CITROEN JUMPER 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2015, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2015Pages: 248, PDF Size: 8.73 MB
Page 4 of 248
2
Inhoud
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP00A_SOMMAIRE_ED01-2014
3. ERGONOMIE en COMFORT 43-83
Lichtschakelaar 44 Ruitenwissers 47Snelheidsregelaars 48Snelheidsbegrenzers 54Ontdooien en ontwasemen 58Verwarming/handbediende airconditioning 60Automatische airconditioning 62Extra verwarmingssystemen 64Verwarming/airconditioning achter 64Programmeerbare standkachel 66Voorstoelen 69Tweezitsbank vóór 71Achterstoelen 72Dubbele cabine 74Indeling vóór 75Indeling achter 80Spiegels 82Elektrisch bedienbare ruiten 83
Dashboard 4Exterieur 6Cockpit 7Interieur 9Technische gegevens - Onderhoud 10Milieu 11Eco-rijden 12
1. IN EEN OOGOPSLAG4-134. TECHNOLOGIE aan BOORD 84-94
Confi guratie van de auto 84Boordcomputer 89Tachograaf 90Parkeerhulp achter 91Achteruitrijcamera 92Luchtvering 93
2. VOORDAT u GAAT RIJDEN14-42
Afstandsbediening 14Sleutel 16Alarm 19Voor- en achterportieren 20Laadruimte 22Instrumentenpaneel 23Verklikkerlampjes 24Brandstofniveaumeter 32Temperatuurmeter 32Controlesysteem bandenspanning 33Onderhoudsindicator 35Versnellingsbak en stuurwiel 36Schakelindicator 36Starten en stoppen 38Wegrijden op een helling 39Stop & Start-systeem 40
Dit pictogram wijst u op de
specifieke uitrustingen van
de Combi.
Zijschuifruiten. Verwarming/ airconditioning achter.
Achterstoelen/-banken.
Page 7 of 248
1
IN EEN OOGOPSLAG
5
Presentatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
MIDDENCONSOLE
1. Autoradio / navigatiesysteem.
2. Verwarming / airconditioning.
3. Verplaatsbare asbak.
4. Aansteker. 5. 12V-aansluiting (max. 180 W).
6. Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/
ASR) / Intelligent Traction Control.
7. Hill Descent Control.
8. Lane Departure Warning System. 9. Alarmknipperlichten.
10. Centrale vergrendeling/verklikkerlampje
vergrendeling.
11 . Verwarming/ontwaseming.
12. Versnellingshendel.
Page 9 of 248
1
IN EEN OOGOPSLAG
7
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
COCKPIT
Instrumentenpaneel, displays, tellers 23
Verklikkerlampjes 24-31
Meters 32, 35
Opschakelindicator 36-37
Lichtschakelaar 44-46
Automatische verlichting 45
Follow me home-verlichting 45
Parkeerlichten 46
Motorkap openen 122
Zekeringen dashboard 134-136
Confi guratie van de auto 84-86
Tijd instellen 85
Koplampverstelling 46
Mistlampen voor, mistachterlicht 44
Luchtvering 93-94
Stop & Start-systeem 40-42
Extra verwarming,
airconditioning achter 64-65
Programmeerbare standkachel 66-68 Ruitenwissers voor/achter
47
Ruiten-/koplampsproeiers 47
Boordcomputer - MODE 89
Starten, contactslot 38
Hill Start Assist 39
Snelheidsregelaars 48-50, 51-53
Snelheidsbegrenzer 54-56
Vaste snelheidsbegrenzer 57
Stuurwiel in diepte verstellen 37
Claxon
96
Cockpit 4-5
Stuurkolomschakelaars
autoradio 10.5, 10.53
Ruitbediening, spiegels 82-83
Vergrendeling laadruimte 22
Page 10 of 248
8
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
Lane Departure Warning System 101
Hill Descent Control 100
ASR, CDS 98-99
Intelligent Traction Control 99-100
Confi guratie van de auto 87-88
Tijd instellen
88
Achteruitrijcamera 92
Audio-/telematicasysteem
met touchscreen 10.1-10.50
Audiosysteem 10.51-10.68
Tachograaf
90
Indeling cabine 75-80
● aansteker,
● dashboardkastje (gekoeld),
● opbergvak boven voorruit,
● verplaatsbare asbak,
● plafonniers,
● 12V-aansluiting,
● schrijftafel,
● opbergvak.
Versnellingsbak
36-37
Parkeerhulp 91-92
Ontdooien, ontwasemen 58
Centrale vergrendeling 22
Verklikkerlampje vergrendeling 22
Alarmknipperlichten 95
Ventilatie, verwarming, airconditioning 59-61, 62-63
● handbediende airconditioning,
● automatische airconditioning met centrale regeling,
● luchtrecirculatie.
Page 11 of 248
1
IN EEN OOGOPSLAG
9
Lokalisatie
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
Veiligheidsgordels 102-103
Airbags 105-107
Passagiersairbag voor,
uitschakelen 106, 109
Handrem 95
Voorstoelen, verstellen 69-70
Stoel met demping 70
Tweezitsbank 71
Gereedschap, krik 75, 145 Kinderzitjes
108-111, 114-115
Binnenspiegel
82
Lane Departure
Warning System 101
Plafonnier cabine 78-79, 141
Lamp plafonnier cabine, vervangen 141
Plafonniers 78-79, 141
12V-aansluiting 77 Accu (+), opladen,
starten 131-133
Massapunt (-)
123, 131
Zekeringen passagierszijde 134, 136
INTERIEUR
Laadruimte 80-81
● sjorogen,
● schot,
● dakkoffer,
● bekleding,
● 12V-aansluiting,
● plafonnier,
● looplamp.
Stoelen/banken achter 72-73
Verwarming/airconditioning
achter
64-65
Achteruitrijcamera 92
Schuifdeur
20
Zijschuifruiten 81 ISOFIX-bevestigingen 112-113
Dubbele cabine 74
Accessoires 119
Page 14 of 248
12
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP01_COUP D OEIL_ED01-2014
ECO-RIJDEN
Maak optimaal gebruik van de versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak,
rijd dan rustig weg en schakel zo snel mogelijk de tweede
versnelling in. Schakel bij het accelereren snel over naar een
hogere versnelling. De schakelindicator (indien aanwezig)
adviseert u de versnelling in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel
weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op
de motor in plaats van het rempedaal te gebruiken en trap
het gaspedaal geleidelijk in. Als u deze aanwijzingen naleeft,
neemt het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en wordt de
geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid
van ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
Gebruik op slimme wijze de elektrische voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is
opgelopen, open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de
airconditioning in te schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de
ventilatieroosters geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging
kunnen beperken (zonneschermen, enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is
bereikt (behalve bij auto's met een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de ontwaseming uit zodra deze
niet meer nodig zijn als deze niet automatisch worden aangestuurd.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en de mistlampen uit als het zicht
voldoende is.
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt\
u het brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto
verminderen.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur
(DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om
het elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Page 42 of 248
Starten en stoppen
40
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen, enz.). De motor wordt
automatisch gestart (START-stand) als u
weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt
direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem, dat perfect is
aangepast aan het stadsverkeer, zorgt voor
een lager brandstofverbruik, minder uitstoot
van schadelijke stoffen en het comfort
van totale stilte in het interieur tijdens het
wachten.
STOP & START-SYSTEEM
Werking
Overgang naar de STOP-stand van de motor
Zet, terwijl de auto stilstaat, de
versnellingsbak in de neutraalstand en laat
het koppelingspedaal los. - Het verklikkerlampje "S" op het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor wordt
afgezet. Om te voorkomen dat de motor te
vaak wordt uitgezet als u langzaam
rijdt, wordt de motor uitsluitend automatisch
afgezet als de auto een snelheid van
minimaal 10 km/h heeft bereikt.
Verlaat nooit de auto zonder eerst
het contact met de sleutel te hebben
afgezet.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet
in dat geval altijd het contact af en neem de
sleutel uit het contactslot. Bijzonderheden: geen overgang naar de
STOP-stand
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- het systeem wordt geïnitialiseerd,
- het bestuurderportier geopend is,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de airconditioning in werking is,
- de achterruitverwarming is ingeschakeld,
- de ruitenwissers vóór in de stand hoge snelheid werken,
- de achteruitversnelling is ingeschakeld, tijdens het inparkeren,
- bepaalde bijzondere omstandigheden (laadtoestand accu, motortemperatuur,
regeneratie van het roetfilter,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dat niet toelaten.
Het verklikkerlampje "S" knippert
enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
Dit is volkomen normaal.
Page 43 of 248
Starten en stoppen
41
2
VOORDAT
u GAAT RIJDEN
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Overgang naar de START-stand van de motor
- Het verklikkerlampje "S"
gaat uit en de motor wordt
gestart.
Als de motor automatisch is gestart (START-
stand) en de bestuurder gedurende de
daaropvolgende drie minuten de auto niet
bedient, zet het systeem de motor definitief
af. De motor kan dan uitsluitend weer met
de contactsleutel worden gestart. Bijzonderheden: automatisch activeren
van de START-stand
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd als:
- de auto wegrolt op een helling,
- de ruitenwissers vóór in de stand hoge
snelheid werken,
- de airconditioning in werking is,
- de motor ongeveer drie minuten geleden is afgezet door het Stop & Start-
systeem,
- bepaalde bijzondere omstandigheden (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dit niet toelaten.
In dat geval wordt een melding weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel
en gaat het verklikkerlampje "S" gedurende
enkele seconden knipperen om vervolgens
te doven.
Gebruiksvoorschrift
Als u bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak in de STOP-stand een
versnelling inschakelt, maar daarbij het
koppelingspedaal niet helemaal intrapt,
wordt de motor in sommige gevallen niet
weer gestart.
Er gaat dan een verklikkerlampje branden
of er wordt een melding weergegeven die
aangeeft dat u het koppelingspedaal volledig
moet intrappen om de motor weer te laten
starten.
Als de motor automatisch is afgezet
(STOP-stand) en de bestuurder zijn
veiligheidsgordel losmaakt en een
voorportier opent, dan kan de motor
uitsluitend weer met de contactsleutel
worden gestart. Er klinkt een geluidssignaal
in combinatie met het knipperen van het
verklikkerlampje "S" en, afhankelijk van de
uitvoering, het weergeven van een melding
op het display.
Dit is volkomen normaal.
Als een versnelling is ingeschakeld, wordt
de motor alleen automatisch opnieuw
gestart als het koppelingspedaal volledig
wordt ingetrapt.
Page 44 of 248
Starten en stoppen
42
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP02_PRET A PARTIR_ED01-2014
Uitschakelen
U kunt dit systeem op elk willekeurig moment
uitschakelen door de toets "A - OFF" in te drukken.
Het verklikkerlampje in de toets gaat branden
en er verschijnt een melding op het display van
het instrumentenpaneel om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
Als u het systeem met de motor in de
STOP-stand uitschakelt, dan wordt de
motor direct opnieuw gestart.
Als u wilt dat de airconditioning continu
blijft werken, moet u het Stop & Start-
systeem uitschakelen.
Het verklikkerlampje in de toets blijft
branden.
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de toets "A - OFF" .
Het systeem is dan opnieuw actief. Het
verklikkerlampje in de toets gaat uit en
er wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel
om aan te geven dat het systeem weer is
ingeschakeld.
Storing
Bij een storing in het Stop
& Start-systeem wordt het
systeem uitgeschakeld, gaat dit
verklikkerlampje branden en wordt
er een melding weergegeven op het display
van het instrumentenpaneel.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan de motor gestart worden
door het koppelingspedaal volledig in te
trappen of door de versnellingsbak in de
neutraalstand te zetten.
Onderhoud
Zet het contact altijd met de sleutel
af als u handelingen onder de
motorkap wilt verrichten, om letsel door het
automatisch activeren van de START-stand
te voorkomen.
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden uitsluitend
door een officiële CITROËN-dealer
uitvoeren. Zie de rubriek "Snel weer op weg -
Lege accu".
Page 61 of 248
Ventilatie
59
3
ERGONOMIE en COMFORT
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP03_ERGO ET CONFORT_ED01-2014
GEBRUIKSVOORSCHRIFT VOOR DE AIRCONDITIONING
Voor een doeltreffende werking van de
airconditioning moeten de ruiten gesloten
zijn. Maar, als de auto langdurig in de zon
heeft gestaan en de temperatuur in het
interieur zeer hoog blijft, kunnen de ruiten
wel even geopend worden om de ventilatie
te bevorderen. Let erop dat, voor een goede verdeling
van de lucht, het luchtinlaatrooster onder
de voorruit, de zijventilatieroosters, de
luchtopeningen onder de voorstoelen en de
afzuiging in de bagageruimte niet afgedekt
zijn.
De airconditioning kan tijdens alle seizoenen
effectief gebruikt worden, omdat het
systeem de lucht ontvochtigt en aanslag van
de ruiten verwijdert. Laat de airconditioning minimaal één keer
per maand 5 à 10 minuten functioneren
om het systeem in perfecte staat te houden.
De fi lterelementen (luchtfi lter en interieurfi lter)
dienen periodiek te worden vervangen. Laat de
fi lterelementen twee keer zo vaak vervangen
als de omstandigheden dit vereisen.
Condensvorming in de airconditioning kan
ertoe leiden dat er zich een klein plasje water
onder de auto vormt, dit is een normaal
verschijnsel.
Gebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en laat het systeem in dat geval
controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Houd de ventilatieroosters altijd geopend
Voor een optimale verdeling van de
lucht over het interieur hebt u de
beschikking over: 4 kantelbare middelste
ventilatieroosters, waarvan er 2 naar links
of rechts en naar het bovenlichaam van de
voorste inzittenden gedraaid kunnen worden
en 4 kantelbare zijventilatieroosters voor
luchttoevoer naar de achterpassagiers.
Uitstroomopeningen naar de beenruimte in
de auto completeren het geheel.
Ventilatieroosters