CITROEN JUMPER 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2016Pages: 308, PDF Size: 11.22 MB
Page 281 of 308

Starten en stoppen
3
2
VOORDAT U GAAT RIJDEN
OPSLAGMODUS VAN DE ACCU
Wanneer uw auto langdurig niet gebruikt
wordt, bijvoorbeeld als deze in een
winterstalling staat, is het sterk aan te
bevelen de accu in de opslagmodus te
zetten om deze te beschermen en langer te
laten meegaan.
Inschakelen van de opslagmodus van de accu:
- Zet de motor af (stand STOP
).
- Druk op de rode knop en draai de
contactsleutel in de stand BATT
.
Na ongeveer 7 minuten wordt de
opslagmodus van de accu geactiveerd.
Deze tijd is nodig om:
- U de gelegenheid te geven de auto te
verlaten en de portieren te vergrendelen
met de afstandsbediening.
- Ervan verzekerd te zijn dat alle
elektrische systemen van de auto zijn
uitgeschakeld.
Tijdens de opslagmodus van de accu
is de auto alleen toegankelijk door het
bestuurdersportier met de sleutel in het slot
te ontgrendelen.
Nadat de accu in de opslagmodus
is gezet, blijven de instellingen (tijd,
datum, voorkeuzezenders, enz.) opgeslagen
in het geheugen.
Activeren van de accu:
- Draai de contactsleutel in de stand
MAR
.
- Start de auto op de gebruikelijke wijze
(stand AV V
).
Page 282 of 308

4
Stuurkolomschakelaars
AUTOMATISCH GROOTLICHT
Dit systeem schakelt automatisch over op
grootlicht, afhankelijk van de lichtsterkte van de
omgeving en de aanwezigheid van overig verkeer
op de weg die worden geregistreerd door een
camera aan de bovenzijde van de voorruit.
Dit systeem is een hulpsysteem bij het
rijden.
De bestuurder blijft zelf verantwoordelijk voor
de verlichting van zijn auto, voor de aanpassing
van de verlichting aan de lichtsterkte van de
omgeving, het zicht en het verkeer, en voor het
naleven van de verkeersregels.
Page 283 of 308

5
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Stuurkolomschakelaars
Inschakelen
Werking
Als de functie is geactiveerd, werkt het
systeem als volgt:
Als de omgeving voldoende is verlicht en/of
als de verkeerssituatie het gebruik van het
grootlicht niet toelaat: Raadpleeg de rubriek "Technologie aan
boord - Configuratie van de auto".
)
Geef een lichtsignaal (door de schakelaar
voorbij het zware punt te bewegen) om de
functie te activeren.
De bestuurder kan indien nodig op elk
moment zelf de verlichting omschakelen.
)
Geef nogmaals een lichtsignaal
om de werking van de functie te
onderbreken; het verlichtingssysteem
wordt overgeschakeld op de stand
"automatische verlichting".
Bij een snelheid lager dan 15 km/h wordt de
functie automatisch uitgeschakeld.
Geef een nieuw lichtsignaal als u het
grootlicht toch wilt gebruiken; het grootlicht
blijft dan ingeschakeld tot de auto een
snelheid van 40 km/h bereikt.
Vanaf 40 km/h wordt de functie automatisch
weer ingeschakeld (op voorwaarde dat u
daarvoor niet nogmaals een lichtsignaal
hebt gegeven om het grootlicht weer uit te
schakelen).
Uitschakelen
)
Zet de ring van de lichtschakelaar in de
stand " Dimlicht
".
Er kunnen storingen in de werking van
het systeem optreden:
- Als het zicht slecht is (bij
sneeuwval, zware regenval of
dichte mist, ...).
-
Als het gedeelte van de voorruit voor
de camera vuil, beslagen of bedekt
is (bijvoorbeeld met een sticker).
- Als de verlichting van uw auto
wordt weerkaatst door spiegelende
of reflecterende panelen
(bijvoorbeeld verkeersborden).
Het systeem signaleert geen:
- Weggebruikers die geen verlichting
voeren, zoals voetgangers.
- Voertuigen waarvan de verlichting
wordt afgeschermd, bijvoorbeeld
door een vangrail op de snelweg.
- Voertuigen die zich aan de top
of de voet van een steile helling,
in een bocht of op een zijweg
bevinden.
- De dimlichten blijven
ingeschakeld: op het
instrumentenpaneel gaat dit
verklikkerlampje branden.
In een zeer donkere omgeving en als de
verkeerssituatie het toelaat:
-
Het grootlicht
wordt automatisch
ingeschakeld: op het
instrumentenpaneel gaan
deze verklikkerlampje
branden.
)
Zet de ring van de
lichtschakelaar in deze stand.
)
Configureer de functie via de toets
MODE
; selecteer "ON" in het menu
"Grootlichtassistent".
Page 284 of 308

Configuratie van de auto
6
PERSOONLIJKE INSTELLINGEN - CONFIGURATIE
Via het bedieningspaneel MODE
Via dit bedieningspaneel naast het stuurwiel
hebt u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt
weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
U kunt kiezen uit 11 talen: Braziliaans-Portugees,
Duits, Engels, Frans, Italiaans, Nederlands,
Pools, Portugees, Russisch, Spaans, Turks.
Als uw auto is uitgerust met het
audiosysteem, hebt u toegang tot alle menu's.
Als uw auto is uitgerust met het audio-/
telematicasysteem met touchscreen, zijn
bepaalde menu's uitsluitend te openen via
het bedieningspaneel van de autoradio.
- omlaag te scrollen in een menu,
- een waarde te verlagen.
Druk op de toets MODE om:
- menu's en submenu's weer te
geven,
- een geselecteerde optie in een
menu te bevestigen,
- menu's te verlaten.
Houd de toets ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm.
Druk op deze toets om:
Druk op deze toets om:
- omhoog te scrollen in een menu,
- een waarde te verhogen.
Om veiligheidsredenen kunnen
sommige menu's uitsluitend worden
weergegeven bij afgezet contact.
Page 285 of 308

Configuratie van de auto
7
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Menu...
Druk
op...
Submenu...
Druk
op...
Selecteer...
Bevestig
en stop
Om...
1
Geluidssignaal
snelheid
(Speed)
ON
Verhogen
Het geluidssignaal op het
moment dat de ingestelde
snelheid wordt overschreden
te activeren/deactiveren en de
snelheid in te stellen. Verlagen
OFF
2
Sensor
koplampen Verhogen
De gevoeligheid van de
lichtsensor in te stellen (1 tot 3).
Verlagen
3
Activeren
Trip B Activeren
Een tweede traject "Trip B" weer
te geven.
Deactiveren
4
Traffic Sign Activeren
Activeren/deactiveren van de
verkeersbordherkenning.
Deactiveren
5
Tijd
instellen
(Hour) Uren/minuten Verhogen
De tijd in te stellen
Verlagen
Weergave
uren 24
De weergave van de uren op het
klokje te selecteren.
12
6
Datum
instellen Jaar/Maand/
Dag Activeren
De datum in te stellen.
Deactiveren
7
Autoclose Tijdens het
rijden ON
Het automatisch vergrendelen
van de portieren vanaf 20 km/h
te activeren/deactiveren. OFF
Page 286 of 308

Configuratie van de auto
8
Menu…
Druk
op...
Submenu…
Druk
op...
Selecteer…
Bevestig
en stop
Om...
8
Eenheid
(Unit) Afstand Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruik
km/l
De eenheid voor de weergave van
het brandstofverbruik te selecteren.
l/100 km
Temperatuur °C
De eenheid voor de weergave
van de temperatuur te selecteren.
°F
9
Talen Lijst met
beschikbare
talen De taal van de weergave te
kiezen.
10
Volume
gesproken
berichten
(Buzz) Verhogen
Het volume van de
gesproken berichten of het
waarschuwingssignaal te
verhogen of verlagen. Verlagen
11
Service
Service (km/
mijlen tot
onderhoudsbeurt)
Het resterende aantal
kilometers/mijlen tot de volgende
onderhoudsbeurt weer te geven.
Olie (km/mijlen
tot verversen) Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot de volgende keer
olieverversen weer te geven.
Page 287 of 308

Configuratie van de auto
9
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Menu…
Druk
op...
Submenu...
Druk
op...
Selecteer...
Bevestig
en stop
Om...
12
Dagrijverlichting
ON
De dagrijverlichting te activeren/
deactiveren.
OFF
13
Grootlichtassistent
ON
De grootlichtassistent te
activeren/deactiveren.
OFF
14
Airbag
passagierszijde
(BAG P) ON Ja
De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde
uit te schakelen.
Nee
15
Menu
verlaten Het menu te verlaten.
Druk op de pijltoets "omlaag"
om terug te keren naar het
hoofdmenu.
Page 288 of 308

Configuratie van de auto
10
Via het audio-/telematicasysteem
met touchscreen
Via dit bedieningspaneel van de autoradio,
in het midden van het dashboard, hebt
u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt
weergegeven op het touchscreen.
U kunt kiezen uit negen talen: Duits,
Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees, Spaans, Turks.
Om veiligheidsredenen kunnen
sommige menu's uitsluitend worden
weergegeven bij afgezet contact.
Met deze toets van het
bedieningspaneel kunt u het
menu "Instellingen" openen.
Menu "Instellingen"
1.
"Weergave".
2.
"Gesproken commando's".
3.
"Tijd en datum".
4.
"Veiligheid/hulp".
5.
"Verlichting".
6.
"Portieren & vergrendeling".
7.
"Audio".
8.
"Telefoon/Bluetooth".
9.
"Radio-instellingen".
10.
"Standaardinstellingen" om terug te
gaan naar de standaardinstellingen van
de fabrikant.
11 .
"Wissen pers. geg." om al uw
persoonlijke gegevens met betrekking
tot de Bluetooth-apparatuur uit het
audiosysteem te wissen. Met deze schermtoets kunt u
omhooggaan in de menustructuur
of een waarde verhogen.
Met deze schermtoets kunt u
omlaaggaan in de menustructuur
of een waarde verlagen.
Voor meer informatie over het
audiosysteem, de telefoon, de radio
en het navigatiesysteem worden in de
rubriek "Audio en datacommunicatie" de
submenu's 2
, 7
, 8
, 9
en 11
behandeld.
De parameters van de submenu's 4
,
5
en 6
zijn verschillend afhankelijk van
de uitrusting van uw auto.
Page 289 of 308

Configuratie van de auto
11
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Via het submenu "Veiligheid/hulp" kunt u:
-
"Parkview Camera" en vervolgens
"Achteruitrijcamera" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Parkview Camera" en vervolgens
"Vertraging camera" selecteren om het
vasthouden van het beeld gedurende
10 seconden of tot 18 km/h in of uit te
schakelen (On, Off),
- "Traffic Sign" selecteren om deze functie
te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Airbag passagierszijde" selecteren om
deze in of uit te schakelen (On, Off).
Via het submenu "Verlichting" kunt u:
-
"Dagrijverlichting" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Grootlichtassistent" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Lichtsensor" selecteren om de
gevoeligheid ervan in te stellen (1, 2, 3).
Via het submenu "Portieren & vergrendeling"
kunt u:
- "Autoclose" selecteren om deze functie
te activeren of deactiveren (On, Off).
Via het submenu "Weergave" kunt u:
- "Talen" selecteren en een van de eerder
vermelde talen kiezen,
- "Eenheid" selecteren en de eenheden
voor het brandstofverbruik (l/100 km,
mpg), de afstanden (km, mijlen) en de
temperatuur (°C, °F) instellen,
- "Weergave traject B" selecteren om
het traject B van de boordcomputer te
activeren of deactiveren (On, Off).
Via het submenu "Tijd en datum" kunt u:
- "Inst. tijd en formaat" selecteren om de
uren, minuten en seconden in te stellen
en het formaat (24 uur, 12 uur met am of
pm) te kiezen,
- "Instellen datum" selecteren om de dag,
de maand en het jaar in te stellen.
Om de tijd handmatig in te stellen moet
"Synchronisatie tijd" zijn gedeactiveerd
(Off).
Page 290 of 308

12
Veiligheid tijdens het rijden
VERKEERSBORDHERKENNING
Dit systeem is een rijhulpsysteem dat
gebruikmaakt van de camera aan de
bovenzijde van de voorruit.
De camera detecteert de volgende soorten
verkeersborden en geeft de desbetreffende
informatie weer op het instrumentenpaneel:
- snelheidslimiet,
- inhaalverbod.
De eenheid van de weergegeven
snelheidslimiet (km/h of mph) is
afhankelijk van het land waar u zich bevindt.
Houd hier rekening mee als u zich aan de
toegestane maximumsnelheid wilt houden.
Als u in een ander land rijdt, werkt het
systeem alleen correct als de eenheid van
de snelheid op het instrumentenpaneel
overeenkomt met de eenheid voor de
snelheid die in dat land wordt gebruikt.
De automatische
snelheidslimietherkenning is een
rijhulpsysteem. Het systeem geeft niet altijd
de juiste snelheidslimiet aan.
De op de borden langs of boven de weg
weergegeven snelheidslimieten gaan altijd voor
de door het systeem weergegeven snelheden.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem
moet de bestuurder altijd alert blijven.
De bestuurder moet zich aan de
verkeersregels houden en zijn snelheid altijd
aanpassen aan de weersomstandigheden en
de verkeerssituatie.
Als het systeem niet binnen een vooraf
bepaalde tijdsduur een bord met een
snelheidslimiet detecteert, wordt mogelijk
geen snelheid weergegeven.
Het systeem is ontwikkeld om borden te
detecteren die voldoen aan de eisen van het
Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens.
Om de goede werking van het systeem
te garanderen is het raadzaam:
- Het gedeelte van de voorruit vóór de
camera regelmatig te reinigen.
-
De voorruit bij een beschadiging ter hoogte
van de sensor van de camera niet te laten
repareren, maar te laten vervangen.
Bij het vervangen van de gloeilampen van
de koplampen is het sterk aan te bevelen
gebruik te maken van de door het merk
aanbevolen gloeilampen.
Bij het gebruik van andere gloeilampen
werkt het systeem mogelijk minder goed.