ESP CITROEN JUMPER 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2016, Model line: JUMPER, Model: CITROEN JUMPER 2016Pages: 308, PDF Size: 11.22 MB
Page 28 of 308
26
jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2015
Verklikkerlampjestatussignaleert Wat te doen
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt brandt en gaat
vervolgens
knipperen.
dat de bestuurder zijn
veiligheidsgordel niet heeft
vastgemaakt.
Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
in combinatie met
een geluidssignaal;
blijft vervolgens
branden.tijdens het rijden dat de
veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.Trek aan de gordel om de vergrendeling van de gesp te
controleren.
Rubriek "Veiligheid - Veiligheidsgordels".
Stuurbekrachtiging brandt in
combinatie
met een
geluidssignaal
en een melding
op het display.een storing in het systeem.
De conventionele werking van de stuurinrichting, zonder
bekrachtiging, blijft behouden.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór/zij-
airbag knippert of blijft
branden.een defecte airbag of
gordelspanner. Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Veiligheid - Airbags".
Luchtvering brandt. een storing in het systeem.Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Remblokken brandt. versleten remblokken vóór.Laat de remblokken vervangen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Cockpit
Page 91 of 308
89
jumper_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
Menu…druk
op... Submenu…d ruk
op... Selecteer… Bevestig
en stopOm...
7
Eenheid
(Unit) Afstand
Km
De eenheid voor de weergave
van de afstanden te selecteren.
Miles
Brandstofverbruikkm/l De eenheid voor de weergave
van het brandstofverbruik te
selecteren.
l/100
km
Temperatuur °C
De eenheid voor de weergave
van de temperatuur te
selecteren.
°F
8
T
alen Lijst met
beschikbare talenDe taal van de weergave te
kiezen.
9
Volume
gesproken
berichten (Buzz)VerhogenHet volume van de gesproken
berichten of het waarschuwingssignaal
te verhogen of verlagen.
Verlagen
10
DagrijverlichtingON De dagrijverlichting te activeren/
deactiveren.
OFF
11
Service
Service (km/mijlen
tot onderhoudsbeurt)Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot de volgende
onderhoudsbeurt weer te geven.
Olie (km/mijlen
tot verversen) Het resterende aantal kilometers/
mijlen tot de volgende keer
olieverversen weer te geven.
12
Airbag
passagierszijde
(BAG P)ON Ja
De airbag aan passagierszijde in
te schakelen.
Nee
OFF Ja
De airbag aan passagierszijde
uit te schakelen.
Nee
13
Menu
verlaten Het menu te verlaten. Druk op
de pijltoets "omlaag"om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Configuratie van de auto
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Page 92 of 308
90
jumper_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
Via het audio-/telematicasysteem
met touchscreen
Via dit bedieningspaneel van de autoradio,
in het midden van het dashboard, hebt
u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt
weergegeven op het touchscreen.
U kunt kiezen uit negen talen: Duits,
Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees, Spaans, Turks.Om veiligheidsredenen kunnen
sommige menu's uitsluitend worden
weergegeven bij afgezet contact. Met deze toets van het
bedieningspaneel kunt u het
menu "Instellingen" openen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave".
2.
"Gesproken commando's".
3.
"T
ijd en datum".
4. "Veiligheid/hulp".
5. "Verlichting".
6.
"Portieren & vergrendeling".
7.
"Audio".
8. "Telefoon/Bluetooth".
9. "Radio-instellingen".
10.
"Standaardinstellingen" om terug te
gaan naar de standaardinstellingen van
de fabrikant.
11 .
"
Wissen pers. geg." om al uw persoonlijke
gegevens met betrekking tot de Bluetooth-
apparatuur uit het audiosysteem te wissen.
Met deze schermtoets kunt u
omhooggaan in de menustructuur
of een waarde verhogen.
Met deze schermtoets kunt u
omlaaggaan in de menustructuur
of een waarde verlagen.
Voor meer informatie over het
audiosysteem, de telefoon, de radio
en het navigatiesysteem worden in de
rubriek "Audio en datacommunicatie" de
submenu's 2, 7, 8, 9
en 11 behandeld.
De parameters van de submenu's
4,
5
en 6
zijn verschillend afhankelijk van
de uitrusting van uw auto.
Configuratie van de auto
Page 108 of 308
106
jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
VeIlIgHeIdSgORdelS CABIne
Mocht u achteraf een voorbank in
de auto monteren, dan dient deze
voorzien te zijn van goedgekeurde
veiligheidsgordels.
Vastmaken
Trek de gordel met een gelijkmatige
beweging voor u langs en verzeker u ervan
dat deze niet gedraaid is.
Steek de gesp in de gordelsluiting.
Trek kort en snel aan de gordel om de
automatische blokkering van de gesp te
controleren.
losmaken
Druk op de rode knop van de gordelsluiting. De
veiligheidsgordel rolt automatisch op maar het
wordt aanbevolen de veiligheidsgordel vast te
houden terwijl deze zich oprolt.Uit veiligheidsoverwegingen mag deze
handeling niet tijdens het rijden worden
uitgevoerd.
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel bestuurder
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder is losgemaakt, kan bij
auto's met het Stop & Start-systeem de
START-stand van de motor niet worden
geactiveerd. De motor kan dan uitsluitend
met de contactsleutel worden gestart. Als de bestuurder zijn veiligheidsgordel
niet heeft vastgemaakt, gaat bij het starten
van de motor dit verklikkerlampje branden
in combinatie met een alsmaar sterker
wordend geluidssignaal.
De bestuurdersstoel is voorzien van een
veiligheidsgordel met een pyrotechnische
gordelspanner en een gordelkrachtbegrenzer.
Bij de uitvoeringen met een frontairbag aan
passagierszijde is de veiligheidsgordel van de
zitplaats van de passagier ook voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner en een
gordelkrachtbegrenzer.
De voorbank is voorzien van twee
veiligheidsgordels.
Hoogteverstelling
Knijp de knop van de geleider in, schuif deze omhoog
of omlaag tot de gewenste stand is bereikt en laat de
knop los om de geleider in deze stand te blokkeren
(veiligheidsgordel aan de zijde van de bestuurdersstoel en
de zijde van de zitplaats van de buitenste voorpassagier)
.
De veiligheidsgordel van de middelste zitplaats is
niet in hoogte verstelbaar.
Veiligheidsgordels
Page 109 of 308
107
jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
VeIlIgHeIdSgORdelS ACHTeRZITPlAATSen
De stoelen/banken achterin zijn voorzien
van driepunts veiligheidsgordels met
oprolautomaat.
De middelste zitplaats is voorzien van een
gordelgeleider en een oprolautomaat die zijn
bevestigd aan de rugleuning.
Bij alle buitenste zitplaatsen kan de gesp
van de veiligheidsgordel als deze niet wordt
gebruikt aan een steun worden bevestigd.
gebruiksvoorschrift
De bestuurder dient er vóór het wegrijden
zeker van te zijn dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordels op de juiste manier
hebben vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan uw lichaamsbouw.
Gebruik geen accessoires om de
veiligheidsgordels minder strak te laten
aansluiten (zoals wasknijpers, klemmen,
veiligheidsspelden, ...).
U kunt de gordel losmaken door de rode
knop op de gesphouder in te drukken.
Geleid de gordel tijdens het oprollen.
Controleer zowel voor als na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
Controleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de achterbank
of de gordel goed is opgerold en de
gordelsluiting zich op de juiste plaats
bevindt.Als de gordelspanners
zijn geactiveerd, gaat het
verklikkerlampje airbag ook branden.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een aanrijding
Uitsluitend bij de zitplaatsen voorin kunnen
de gordelspanners, afhankelijk van de aard
en de kracht van de aanrijding, onafhankelijk
van de airbags afgaan. De gordelspanners
trekken de veiligheidsgordels direct stevig
tegen het lichaam van de inzittenden. Het
afgaan van de gordels gaat gepaard met
een lichte onschadelijke rookvorming en
een geluid als gevolg van de pyrotechnische
lading in het systeem.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt.
De pyrotechnische gordelspanners werken
alleen als het contact aan staat en de
veiligheidsgordel is vastgemaakt.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van de
auto.
Veiligheidsgordels
5
VEILIGHEID
Page 110 of 308
108
jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
mag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
-
moet worden voorkomen dat de gordel
gedraaid raakt en moet de gordel in een
vloeiende beweging naar voren worden
getrokken,
-
dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief. Als de zitplaatsen zijn voorzien
van armsteunen, moet de heupgordel altijd
onder de armsteun door worden geleid.
Controleer of de gordel goed is vastgemaakt
door even aan de riem te trekken. Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 10
jaar of kleiner dan
1,50
m gebruik van een geschikt kinderzitje.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden. De veiligheidsgordel mag door
niet meer dan één persoon gedragen
worden.
Zie voor meer informatie over
kinderzitjes de rubriek "Veiligheid -
Kinderen in de auto". Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden en controles aan
de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door
het CITROËN-netwerk, dat tevens voor de
garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de
voorschriften uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig
(ook na een kleine aanrijding) controleren door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats: de gordels mogen geen slijtagesporen
en scheuren vertonen en er mogen geen
wijzigingen aan de gordels zijn aangebracht.
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel voor
textiel, verkrijgbaar bij het CITROËN-
netwerk.
Veiligheidsgordels
Page 117 of 308
AR
BG
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦА. Това можеда причини
СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí
nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁŽNÉHO ZRANĚNÍ.
DABrug aldrig en bagudvendt barnestol på et sæde der er beskyttet af\
en aktiv airbag. Død eller alvorlig skade på barnet kan forekomme.
DEVerwenden Sie NIEMALS einen Kindersitz oder Babyschale gegen die Fahrtric\
htung bei AKTIVIERTEM Airbag, TOD oder ERNSTHAFTE
VERLETZUNGEN können die Folge sein.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από
ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rearward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur
ESNO INSTALAR NUNCA EL SISTEMA DE RETENCIÓN PARA NIÑOS DE ESPALDAS AL SENTIDO DE LA CIRCULACIÓN SOBRE UN
ASIENTO PROTEGIDO CON UN COJÍN INFLABLE FRONTAL ( AIRBAG ) ACTIVADO. ESTO PUEDE CAUSAR LA MUERTE DEL BEBE
O HERIRLO GRAVEMENTE.
ETÄrge kasutage kunagi lapse turvatooli seljaga sõidusuunas sõidu\
ki istmel mis on kaitstud AKTIVEERITUD TURVAPADJAGA. See võib
põhjustada lapsele RASKEID VIGASTUSI või SURMA.
FIÄLÄ KOSKAAN aseta lapsen turvaistuinta selkä ajosuuntaan istuim\
elle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVATYYNY. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSEN KUOLEMAN tai VAKAVAN LOUKKAANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face v\
ers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLAB\
LE
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GRAVEMENT
11 5
jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Kinderen aan boord
5
VEILIGHEID
Page 122 of 308
120
jumper_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
gebruiksvoorschrift
kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
de sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk worden
geopend.
Zorg ervoor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3
deel worden geopend.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen. Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel
moet over de schouder van het kind liggen
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
voor dat de afstand tussen de rugleuning
van het zitje en de rugleuning van de stoel
van de auto zo klein mogelijk is. Laat indien
mogelijk de rugleuning van het zitje tegen de
rugleuning van de stoel aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het
kinderzitje is verwijderd.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
de voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop. De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de autogordels of het tuigje
van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten opzichte van het lichaam van het kind
zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Kinderen aan boord
Page 127 of 308
125
jumper_nl_Chap06_Accessoires_ed01-2015
SneeUWkeTTIngen
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag van de auto.Uitsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen worden
voorzien. Een noodreservewiel mag niet
worden voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid. Montagetips
F
Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de
kant van de weg stil op een vlakke
ondergrond.
F
T
rek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of achter
de wielen om te voorkomen dat de auto
wegglijdt.
F
Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
F
Rijd langzaam weg en rijd een klein
stukje met een snelheid van maximaal
50
km/h.
F
Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Het verdient aanbeveling voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond. Rijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij gemaakte weg om
schade aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of de
ketting en de bevestigingen de velg niet
raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt
zijn voor het type velg van uw auto:
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
215/70
R1512
mm
225/75
R1516
mm
215/75
R1616
mm
225/75
R1616
mm
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Uitrusting
6
ACCESSOIRES
Page 128 of 308
126
jumper_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
TOTAl & CITROËn
Partners in prestaties en respect
voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
Sinds meer dan 40
jaar ontwikkelen de Research
& Development-teams van TOTAL voor CITROËN
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste
technologieën die in auto’s van het merk CITROËN
worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden
als gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de
motor.
een optimale bescherming van
uw motor
Het gebruik van
TOTAL
smeermiddelen bij het onderhoud
van uw CITROËN zorgt voor een
langere levensduur en betere
prestaties van de motor, waarbij het
milieu zo min mogelijk wordt belast.
Onderhoud met TOTAL