CITROEN JUMPER MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: JUMPER MULTISPACE, Model: CITROEN JUMPER MULTISPACE 2014Pages: 260, PDF Size: 9.57 MB
Page 11 of 260

 9
   
 
Interieur  
 
IN EEN OOGOPSLA
G
1
 
 
 
COCKPIT 
   
 
1. 
  Schakelaar verlichting en 
richtingaanwijzers. 
   
2. 
  Instrumentenpaneel met display. 
   
3. 
 Schakelaar ruitenwissers, 
ruitensproeiers, boordcomputer. 
   
4. 
 Versnellingshendel. 
   
5. 
 Contact. 
   
6. 
 Bediening autoradio. 
   
7. 
  Airbag bestuurder, claxon. 
   
8. 
  Stuurwielverstelling in hoogte en 
diepte. 
   
9. 
 Koplampverstelling. 
   
10. 
 Schakelaar snelheidsregelaar/-
begrenzer. 
   
11 . 
  12V-aansluiting (max. 120 W), type 
aansteker. 
   
12. 
 Asbak. 
   
13. 
 Dashboardkastje, AUX-aansluiting, 
schakelaar uitschakeling 
passagiersairbag. 
   
14. 
 "Grip control".  
  
Page 12 of 260

Interieur
10   
MIDDENCONSOLE EN DAKCONSOLE 
   
 
1. 
  Plaats van de schakelaars: 
   
 
-   vergrendeling elektrisch kinderslot, 
   
-  centrale vergrendeling/
ontgrendeling.  
   
2. 
  Bediening verwarming en/of 
airconditioning. 
   
3. 
  Pasjeshouder of schakelaars: 
   
 
-  uitschakeling ESC 
   
-  uitschakeling inbraakalarm, 
verklikkerlampje alarm, 
   
-  uitschakeling parkeerhulp.  
   
4. 
 Opbergvak. 
   
5. 
  Autoradio of opbergvak. 
   
6. 
 Middelste verstelbare 
ventilatieroosters. 
   
7. 
 Schakelaar alarmknipperlichten. 
   
8. 
  Display of opbergvak. 
   
9. 
 Plafonnier. 
   
10. 
 Verklikkerlampje uitschakeling 
passagiersairbag. 
   
11 . 
 Pasjeshouder, schakelaar 
uitschakeling ventilatie achter, 
schakelaars stoelverwarming.  
 
 
 
 
TIJD INSTELLEN 
 
 
-   een middenconsole met display: zie in 
de rubriek 9 het gedeelte "Datum en tijd 
instellen", 
   
-   een middenconsole zonder display: zie 
in de rubriek 2 het gedeelte "Cockpit".  
    Afhankelijk van de uitvoering van uw auto is 
deze voorzien van:  
Page 13 of 260

3
 11
   
 
Interieur  
 
IN EEN OOGOPSLA
G
1
 
 
Bestuurdersstoel 
 
 
 
 
COMFORT 
 
 
 
1. 
  Verstelling in lengterichting. 
   
2. 
 Rugleuningverstelling. 
   
3. 
 Hoogteverstelling. 
   
4. 
 Lendensteunverstelling. 
   
5. 
  Hoogteverstelling van de hoofdsteun.  
  69  
 
  
Page 14 of 260

2
4
3
3
12
   
Stuurwiel  
 
Elektrisch bedienbare ruiten   
 
Buitenspiegels 
  45  
   
Veiligheidsgordels 
  100    93  
 
  91     In hoogte en diepte verstellen van het 
stuurwiel.   Handmatig verstelbaar. 
  Elektrisch verstelbaar, elektrisch in- en 
uitklapbaar. 
  Hoogteverstelling. 
  Vastmaken.  
Page 15 of 260

3
3
7
 13
   
 
Interieur  
 
IN EEN OOGOPSLA
G
1
 
 
ZICHT
 
46     Lichten uit 
  Parkeerlicht 
  Grootlicht (blauw)  
Dimlicht (groen)    
Schakelaar ruitenwissers 
   
2 
   Hoge snelheid.  
  1 
   Normale snelheid.  
  I 
   Interval.  
  0 
 uit.  
   
Page 16 of 260

9
9
3
4
9
3
Interieur
14   
Noodoproep of hulpoproep met 
 
 RIJDEN 
 
 
Snelheidsregelaar / sneheidsbegrenzer 
  51, 54  
 
Om de snelheidsregelaar te kunnen gebruiken, moet 
de wagensnelheid hoger zijn dan 40 km/h en moet 
minimaal de vierde versnelling zijn ingeschakeld.  
Voor de snelheidsbegrenzer geldt een minimaal te 
programmeren snelheid van 30 km/h. 
  98  
     
Grip Control 
  Dit systeem zorgt ervoor dat de auto in de meeste 
gevallen van weinig grip toch vooruit komt.    Hiermee kunt u een noodoproep of 
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de 
desbetreffende CITROËN-helpdesk. 
  Raadpleeg voor meer details over deze 
uitrusting rubriek 9, "Technologie aan 
boord".     
Autoradio  
  Met deze ergonomische autoradio beschikt 
u over kaartgegevens van heel Europa 
op SD-kaart, een Bluetooth-verbinding en 
een afspeelmogelijkheid voor MP3-/WMA-
bestanden.      
eMyWay 
  53      
Vaste snelheidsbegrenzer  
Page 17 of 260

33
3
3
3
 15
   
 
Interieur  
 
IN EEN OOGOPSLA
G
1
 
 
Dakconsole 
  83  
 
 
INDELING CABINE 
 
 
Dashboardkastje 
  81   81  
     
Opbergvak    
Zitplaatsen achter 
  73  
   
Indeling zitplaatsen 
  85  
 
 
INDELING ACHTER 
Page 18 of 260

3
33
23
4
Interieur
16
  80      
Opstellingen van stoelen / banken 
  92  
 
     
Ruiten achter 
   
Beveiliging tegen beknellen 
  93      
Elektrische kinderbeveiliging 
  26  
KINDEREN AAN BOORD 
 
 
Spiegel naar achterpassagiers 
  92  
   
Kinderzitjes 
  11 4  
  
Page 19 of 260

3
33
 17
   
 
Interieur  
 
IN EEN OOGOPSLA
G
1
 
 
 
Tips voor het instellen  
 
  Voor een optimale werking van het systeem is het raadzaam de volgende instellingen te gebruiken: 
   
 
Gewenste 
werking  
 
 
 
 
Luchtverdeling 
 
  
 
 
Temperatuur 
 
  
 
 
Luchtopbrengst 
 
  
 
 
Luchtrecirculatie 
 
  
 
 
A/C  
 
   
 
Warm  
  
- 
   
 
Koud  
 
   
 
Ontdooien    
 
  Ontwasemen 
 
     
Met handmatige bediening 
  57  
   
Met automatische bediening en gescheiden 
regeling voor bestuurder en passagier 
  59     
 
Achter 
  65  
 
VENTILATIE 
Page 20 of 260

Interieur
18ECO-RIJDEN
  Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het 
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van uw auto verminderen. 
Maak optimaal gebruik 
van de versnellingsbak
   
Als uw auto is voorzien van een 
handgeschakelde versnellingsbak, rijd 
dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk 
de tweede versnelling in en schakel 
bij voorkeur relatief snel over naar een 
hogere versnelling. Volg de aanwijzingen 
van de schakelindicator (indien aanwezig) 
die op het instrumentenpaneel worden 
weergegeven.  
   
Als uw auto is voorzien van een 
automatische versnellingsbak of een 
elektronische gestuurde versnellingsbak, 
laat de selectiehendel dan in de stand 
Drive  "D" 
 of Auto  "A" 
 (afhankelijk van het 
type versnellingsbak) staan en trap het 
gaspedaal niet bruusk of diep in.  
 
Gebruik op slimme
wijze de elektrische
voorzieningen
 
 
Als bij het instappen blijkt dat de 
temperatuur in de auto hoog is opgelopen, 
open dan alle ruiten en de ventilatieroosters 
alvorens de airconditioning in te schakelen. 
  Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, 
maar laat de ventilatieroosters geopend.    
Schakel de verlichting en de mistlampen 
uit als het zicht voldoende is.  
   
Laat de motor vooral 's winters na het 
starten niet stationair warmdraaien, maar 
rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt 
sneller op als u rijdt.  
Kies voor een soepele
rijstijl
 
 
Houd afstand van de auto's voor u, rem 
bij voorkeur af op de motor in plaats 
van het rempedaal te gebruiken en 
trap het gaspedaal geleidelijk in. Als u 
deze aanwijzingen naleeft, neemt het 
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot af en 
wordt de geluidsoverlast door het verkeer 
beperkt.  
   
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik 
dan vanaf een snelheid van ongeveer 
40 km/h de snelheidsregelaar (indien 
aanwezig).  
 
   
Sluit als passagier zo min mogelijk 
multimedia-apparatuur (DVD-speler, 
MP3-speler, spelcomputer, enz.) op de 
auto aan om het elektriciteitsverbruik, en 
dus het brandstofverbruik, te beperken. 
  Koppel externe apparatuur los als u de 
auto verlaat.  
    Gebruik de voorzieningen in het interieur 
die de temperatuurstijging kunnen 
beperken (blinderingspaneel van het 
panoramadak, zonneschermen, enz.). 
  Schakel de airconditioning uit zodra 
de gewenste temperatuur is bereikt 
(behalve bij auto's met een automatische 
airconditioning). 
  Schakel de achterruitverwarming en de 
ontwaseming uit zodra deze niet meer 
nodig zijn als deze niet automatisch 
worden aangestuurd. 
  Schakel de stoelverwarming zo snel 
mogelijk uit.