CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021Pages: 324, PDF Size: 10.5 MB
Page 41 of 324
39
Toegang
2► Controleer of de kinderbeveiliging van
de schuifdeur niet geactiveerd is. Zie de
desbetreffende rubriek.
Voorportier aan passagierszijde
Schuifdeur
► V erwijder de zwarte dop op de zijkant van het
portier met behulp van de sleutel.
►
Steek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw zonder de sleutel te verdraaien de pal naar
de binnenzijde van het portier
.
►
V
erwijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
►
Sluit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
Achterdeuren
Ontgrendelen
► Gebruik de binnenportiergreep.
V
ergrendelen
►
Controleer of het elektrische kinderslot
(indien aanwezig) niet is ingeschakeld.
►
Open de achterdeur links.
► Steek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem op de zijkant van de deur
en schuif het geheel omhoog.
►
V
erwijder de sleutel.
►
Sluit de deur en controleer van buitenaf of de
auto goed is vergrendeld.
De achterklep ontgrendelen
► Steek vanuit het interieur van de auto een
kleine schroevendraaier in opening A
van het
slot om de achterklep te ontgrendelen.
►
V
erplaats de nok naar links.
Wanneer de achterklep wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het
probleem niet is verholpen.
Vervangen van de batterij
Als de batterij leeg is, gaat dit waarschuwingslampje branden in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
Zonder
Keyless entry and start
Met Keyless entry and start
Page 42 of 324
40
Toegang
Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren,
achterklep of zijdeuren) van binnenuit te
vergrendelen/ontgrendelen.
Het controlelampje gaat branden om te
bevestigen dat de centrale vergrendeling is
ingeschakeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
Bij vergrendeling/supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, knippert het verklikkerlampje
en werkt de knop niet.
► Als de auto is vergrendeld, trek dan
aan de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
► Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Wanneer er met vergrendelde portieren
wordt gereden, kunnen de hulpdiensten
in een noodgeval lastig in het interieur komen.
► Wip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los en zet het
deksel omhoog.
►
V
erwijder de lege batterij.
►
Plaats de nieuwe batterij en let goed op de
plus- en minkant. Steek de batterij eerst in de
contacten in de hoek en klik het deksel daarna
erop.
►
Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening .
Gooi batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk zijn voor het
milieu. Lever ze in bij een speciaal
inzamelpunt.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij
een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Zonder Keyless entry and start
► Zet het contact af.
► Zet de sleutel in stand 2 (contact aan).
►
Druk direct gedurende enkele seconden op
de toets met het gesloten hangslot.
►
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Met Keyless entry and start
► Steek de mechanische sleutel (uit de
afstandsbediening) in het slot om de auto te
openen.
►
Houd de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het
contact hebt aangezet.
►
Zet bij een auto
met een handgeschakelde
versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
►
Bij een auto met een automatische
transmissie of een selectiehendel
(elektrisch):
trap met de selectiehendel in stand
P op het rempedaal.
►
Zet het contact aan door op de toets
START/
STOP
te drukken.
Als de storing na het synchroniseren niet is
verholpen, neem zo snel mogelijk contact op met
een CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Centrale vergrendeling
Page 43 of 324
41
Toegang
2Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren,
achterklep of zijdeuren) van binnenuit te
vergrendelen/ontgrendelen.
Het controlelampje gaat branden om te
bevestigen dat de centrale vergrendeling is
ingeschakeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als
een van de portieren is geopend.
Bij vergrendeling/supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, knippert het verklikkerlampje
en werkt de knop niet.
►
Als de auto is vergrendeld, trek dan
aan de binnenportiergreep van een van de
portieren om de auto te ontgrendelen.
►
Als
de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless
entry and start-systeem of de geïntegreerde
sleutel gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Wanneer er met vergrendelde portieren
wordt gereden, kunnen de hulpdiensten
in een noodgeval lastig in het interieur komen.
Wanneer er een grote lading wordt
vervoerd (met de achterklep of
achterdeuren geopend), druk dan op de toets
om alleen de portieren van de cabine te
vergrendelen.
Wanneer er een grote lading wordt
vervoerd (met de achterklep of
achterdeuren geopend), druk dan op de toets
om alleen de voor- en achterportieren
(schuifdeuren) te vergrendelen.
Bij het van binnenuit vergrendelen
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
De centrale vergrendeling vanuit het interieur
werkt niet als een van de portieren open is
(aangegeven met een mechanisch geluid uit
de sloten).
Wanneer de achterklep of de achterdeuren
open zijn, dan worden alleen de andere
portieren vergrendeld (het verklikkerlampje in
de toets gaat niet branden).
Automatisch (beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep of de zijdeuren
kunnen tijdens het rijden automatisch worden
vergrendeld (bij een snelheid hoger dan
10
km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of
weer inschakelen:
►
Druk op de toets totdat er een geluidssignaal
klinkt en/of er een melding op het scherm wordt
weergegeven.
De laadruimte vergrendelen/
ontgrendelen
Deze toets werkt niet als de auto van
buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld (met de sleutel, de
afstandsbediening of Keyless entry and start,
afhankelijk van de uitvoering), of als een van
de portieren nog open is.
Page 44 of 324
42
Toegang
► Druk met de volledige ontgrendeling
geactiveerd en het kinderslot uitgeschakeld
op de knop van een schuifdeur om de auto te
ontgrendelen en de betreffende schuifdeur te
laten openen.
► Druk met de selectieve ontgrendeling
geactiveerd op de knop van de schuifdeur die u
wilt openen om de laadruimte te ontgrendelen
en de betreffende schuifdeur te laten openen.
► Als u in beide gevallen weer op de knop
drukt, keert de bewegingsrichting van de deur
om.
Sluiten
Met de buitenhandgreep
► Trek aan de handgreep en laat hem weer los
om de schuifdeur te laten sluiten. Trek nogmaals
aan de handgreep om de bewegingsrichting van
de schuifdeur om te keren.
Automatisch
De laadruimte is tijdens het rijden altijd
vergrendeld.
Neem contact op met een CITROËN-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
als u de automatische vergrendelingsfunctie
wilt deactiveren.
Handbediening
► Druk op deze knop om de auto te
vergrendelen (het lampje gaat branden)/
ontgrendelen (het lampje gaat uit) met de
volledige ontgrendeling geactiveerd.
►
Druk op deze knop om de laadruimte
te vergrendelen (het lampje gaat branden)/
ontgrendelen (het lampje gaat uit) met de
selectieve ontgrendeling geactiveerd.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot het
interieur voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Dit lampje gaat uit als één of meer
portieren van de laadruimte worden
ontgrendeld.
Als het contact is afgezet en de auto volledig
is vergrendeld, gaat het lampje uit om te
voorkomen dat de accu erdoor ontladen
raakt.
Elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
Met de handgrepen aan de buitenzijde en de
handgrepen en knoppen in het interieur kan de
schuifdeur elektrisch in beweging gezet worden.
Bij het openen en sluiten van de schuifdeuren
klinkt een geluidssignaal.
Openen
Met de buitenportiergreep of
binnenportiergreep
► Trek als de schuifdeur is ontgrendeld aan
de handgreep en laat deze weer los om de
schuifdeur te laten openen. Trek nogmaals aan
de handgreep om de bewegingsrichting van de
schuifdeur om te keren.
Met de afstandsbediening
► Houd als de schuifdeur is ontgrendeld
deze knop ingedrukt totdat de betreffende
schuifdeur opengaat.
►
Druk nogmaals op deze knop om de
bewegingsrichting van de schuifdeur om te
keren.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
Met de knop(pen) op de deurstijl
Met de knop(pen) voorin
Page 45 of 324
43
Toegang
2► Druk met de volledige ontgrendeling
geactiveerd en het kinderslot uitgeschakeld
op de knop van een schuifdeur om de auto te
ontgrendelen en de betreffende schuifdeur te
laten openen.
►
Druk met de selectieve ontgrendeling
geactiveerd op de knop van de schuifdeur die u
wilt openen om de
laadruimte
te ontgrendelen
en de betreffende schuifdeur te laten openen.
►
Als u in beide gevallen weer op de knop
drukt, keert de bewegingsrichting van de deur
om.
Sluiten
Met de buitenhandgreep
► Trek aan de handgreep en laat hem weer los
om de schuifdeur te laten sluiten. Trek nogmaals
aan de handgreep om de bewegingsrichting van
de schuifdeur om te keren.
Met de afstandsbediening
► Houd dez e knop ingedrukt totdat de
betreffende schuifdeur is gesloten. Trek
nogmaals aan de handgreep om de
bewegingsrichting van de schuifdeur om te
keren.
De knoppen van de afstandsbediening
werken niet meer als het contact aan
staat.
Met de knop(pen) op de deurstijl
Met de knop(pen) voorin
► Druk op de knop van een schuifdeur
om de betreffende schuifdeur te laten
sluiten. Druk nogmaals op deze knop om de
bewegingsrichting van de schuifdeur om te
keren.
De knop werkt niet en er klinkt bij het
indrukken een geluidssignaal als de
wagensnelheid hoger is dan 30 km/h.
De knop(pen) aan de voorzijde of op de
portierstijl werken niet en er klinkt bij het
indrukken een geluidssignaal als:
–
de auto rijdt,
–
de kinderbeveiliging is ingeschakeld (voor
de knoppen op de portierstijlen).
–
van buitenaf de auto is vergrendeld of
de supervergrendeling is ingeschakeld
(afhankelijk van de uitvoering met de sleutel,
met de afstandsbediening of via het Keyless
entry en start-systeem).
De knop van de linker schuifdeur werkt
niet en er klinkt bij het indrukken een
geluidssignaal als de brandstofvulklep is
geopend.
Page 46 of 324
44
Toegang
Deuren en hun obstructie
Een geopende schuifdeur steekt uit. Houd
hier rekening mee wanneer u de auto langs
een muur, een paaltje of een hoge stoeprand
parkeert.
De achterzijde van een geopende
schuifdeur zal nooit voorbij de
achterbumper van de auto komen.
Algemene aanbevelingen voor de schuifdeuren
Bedien de deuren uitsluitend bij
stilstaande auto.
Omwille van de veiligheid van uzelf en uw
passagiers en voor een goede werking
van de deuren raden wij u aan om niet met
geopende deuren te rijden.
Controleer voordat u een schuifdeur bedient
altijd of de omstandigheden veilig zijn en
zorg ervoor dat kinderen en huisdieren zich
niet zonder toezicht in de omgeving van de
bedieningsschakelaars van de schuifdeuren
bevinden.
U wordt hierop geattendeerd door een
geluidssignaal, het branden van het
verklikkerlampje "portier geopend" en een
melding op het scherm. Neem contact op
met een CITROËN-dealer of gekwalificeerde
werkplaats als u deze waarschuwing wilt
uitschakelen.
Vergrendel de auto tijdens het wassen in een
wasstraat.
Controleer voordat u een schuifdeur
opent of sluit en gedurende de beweging
van de schuifdeur of er, zowel in als buiten de
auto, geen personen, huisdieren of
voorwerpen zijn die zich in de deuropening of
een andere positie bevinden waardoor de
beweging van de schuifdeur gehinderd zou
kunnen worden.
Wanneer dit veiligheidsvoorschrift niet in
acht wordt genomen, kan er schade aan
voorwerpen en letsel bij personen ontstaan
wanneer deze tijdens het bewegen van de
deur bekneld raken.
De deuren kunnen niet elektrisch worden
geopend als de auto sneller dan 3 km/h rijdt:
–
Maar als de auto begon te rijden terwijl de
deuren open waren, dan moet de snelheid
worden verlaagd tot lager dan 30 km/h
voordat de deuren kunnen worden gesloten.
–
De deuren kunnen tijdens het rijden niet
elektrisch met de binnenhandgreep worden
geopend, dat kan alleen handmatig.
–
Hierbij klinkt een geluidssignaal, gaat het
waarschuwingslampje "portier geopend"
branden en wordt de bijbehorende melding
weergegeven op het scherm. Pas als de auto
stilstaat, wordt de deur ontgrendeld en kan hij
weer worden bediend.
Controleer of het gebied op de vloer bij
de deuropening vrij is van voorwerpen
die het openen of sluiten van de schuifdeur in
de weg kunnen staan.
Ga om veiligheidsredenen en om storingen
te voorkomen niet rijden met geopende
schuifdeuren.
Bij een aanrijding wordt de elektrische
bediening uitgeschakeld. Handmatig
openen en sluiten blijft mogelijk.
Wanneer de motor wordt gestart, worden
de deuren gestopt. Ze gaan weer verder
wanneer de motor draait.
Afhankelijk van de motoruitvoering: als u, terwijl de
stopstand van het Stop & Start-systeem is
geactiveerd, de gesloten deur wilt openen,
gaat de deur een klein stukje open waarna hij
tot stilstand komt. In de modus Start blijft de
deur bewegen als de motor opnieuw wordt
gestart.
Als u de schuifdeur open wilt houden, moet hij volledig worden geopend, zodat
hij wordt geblokkeerd door het
blokkeersysteem (aan de onderzijde van de
deur).
Page 47 of 324
45
Toegang
2Deuren en hun obstructie
Een geopende schuifdeur steekt uit. Houd
hier rekening mee wanneer u de auto langs
een muur, een paaltje of een hoge stoeprand
parkeert.
De achterzijde van een geopende
schuifdeur zal nooit voorbij de
achterbumper van de auto komen.
Beveiliging/Detectie van
obstakels elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
Het obstakeldetectiesysteem wordt geactiveerd
op het moment dat de schuifdeur tijdens het
bewegen tegen een obstakel met een bepaalde
weerstand komt. Als een obstakel:
–
bij het sluiten van de schuifdeur wordt
gedetecteerd, stopt de schuifdeur met bewegen
en wordt deze vervolgens volledig geopend.
–
bij het openen van de schuifdeur wordt
gedetecteerd, stopt de schuifdeur met bewegen
en wordt deze vervolgens gesloten.
–
twee keer achter elkaar wordt gedetecteerd
tijdens de beweging van de deur
, wordt de deur
niet meer elektrisch gesloten.
Op een steile helling: een veiligheidssysteem
vertraagt het opengaan van de deur.
Wacht in elk geval enkele seconden alvorens de
deur te bedienen (sluiten of openen).
Sluit de deur handmatig om veiligheidsredenen.
Vervolgens moet u de deur resetten.
Resetten elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
Als de elektrische bediening niet meer werkt:
► Sluit handmatig de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn gesloten.
►
Open
elektrisch de schuifdeur(en) tot deze
volledig is/zijn geopend.
►
Sluit de schuifdeur(en) elektrisch
.
Na het uitvoeren van deze procedure kunnen
de schuifdeuren weer elektrisch worden bediend.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het probleem niet
is verholpen.
Op een steile helling
Het elektrisch openen en sluiten van de
schuifdeuren is mogelijk bij hellingen tot 20%.
Als de auto met de voorzijde naar boven op een
helling staat, is voorzichtigheid geboden bij het
bedienen van de schuifdeuren. De helling kan
een versnelde beweging van de schuifdeuren
veroorzaken.
Als de auto op een steile helling staat, begeleid
de schuifdeur dan bij het sluiten met de hand.
Page 48 of 324
46
Toegang
knipperen van de richtingaanwijzers in
combinatie met een geluidssignaal.
De bewegingsrichting wordt omgekeerd als
tijdens de beweging van de schuifdeur de
voetbeweging nogmaals wordt gemaakt.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden de buitenspiegels bij het
vergrendelen/ontgrendelen elektrisch
ingeklapt/uitgeklapt.
Automatische vergrendeling
De auto wordt automatisch vergrendeld nadat de
schuifdeur via de handsfree-functie is gesloten.
Als uw auto niet is uitgerust met het alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer 2
seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels
ingeklapt.
Activeren/Deactiveren
Met audiosysteem of touchscreen
De handsfree-functie is standaard ingeschakeld.De functie "Handsfree toegang" of
automatisch vergrendelen van de
auto wanneer de schuifdeur wordt gesloten,
wordt geactiveerd en gedeactiveerd via het
configuratiemenu van de auto.
Als de auto met de achterzijde naar boven
op een helling staat, kan het zijn dat de
schuifdeur niet in de geopende stand blijft staan,
schoksgewijs weer sluit en daardoor letsel
veroorzaakt.
Op een steile helling kan de schuifdeur
zich door zijn eigen gewicht plotseling in
beweging zetten.
De beweging van de schuifdeur kan niet
worden gestopt door de schakelaar te
bedienen vanwege de tijd die nodig is om het
bedieningssignaal te verwerken.
Het obstakeldetectiesysteem heeft
onvoldoende tijd om te kunnen reageren.
Zorg ervoor dat de schuifdeur op een steile
helling niet onbewaakt geopend blijft. Het niet
in acht nemen van dit veiligheidsvoorschrift
kan leiden tot schade aan voorwerpen en
letsel aan personen indien deze tijdens het
bewegen van de schuifdeur bekneld raken.
Handsfree-functie
schuifdeur(en)
Openen/sluiten
Met een voetbeweging en de afstandsbediening
op zak in detectiegebied A wordt het systeem
ontgrendeld en de schuifdeur geopend of
gesloten en vergrendeld.
De afstandsbediening moet zich aan de
achterkant van de auto bevinden, op een afstand
van meer dan ca. 30 cm en minder dan ca. 2 m.
Het automatisch vergrendelen na het
sluiten van de schuifdeur kan worden
geprogrammeerd in het configuratiemenu van
de auto.
Zorg dat u stabiel en op de juiste positie
ten opzichte van de auto staat alvorens
de voetbeweging te maken, om te voorkomen
dat u uw evenwicht verliest of uitglijdt (vooral
bij regen, sneeuw, ijzel, modder, enz.).
Voorkom dat u bij de voetbeweging de uitlaat
raakt, u kunt hierdoor brandwonden oplopen.
► Zet uw voet onder de hoek van de
achterbumper en maak dan een rustige
horizontale beweging met uw voet.
De sensor signaleert de beweging van uw
voet en activeert het openen of sluiten van de
schuifdeur
.
Maak de beweging één keer, zonder
deze te onderbreken.
Als de schuifdeur niet opengaat, wacht dan
ongeveer 2 seconden en probeer het daarna
nogmaals.
Houd uw voet niet omhoog.
Het sluiten of openen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
Page 49 of 324
47
Toegang
2knipperen van de richtingaanwijzers in
combinatie met een geluidssignaal.
De bewegingsrichting wordt omgekeerd als
tijdens de beweging van de schuifdeur de
voetbeweging nogmaals wordt gemaakt.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden de buitenspiegels bij het
vergrendelen/ontgrendelen elektrisch
ingeklapt/uitgeklapt.
Automatische vergrendeling
De auto wordt automatisch vergrendeld nadat de
schuifdeur via de handsfree-functie is gesloten.
Als uw auto niet is uitgerust met het alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer 2
seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels
ingeklapt.
Activeren/Deactiveren
Met audiosysteem of touchscreen
De handsfree-functie is standaard ingeschakeld.De functie "Handsfree toegang" of
automatisch vergrendelen van de
auto wanneer de schuifdeur wordt gesloten,
wordt geactiveerd en gedeactiveerd via het
configuratiemenu van de auto.
Storing
Als u een geluidssignaal bestaande uit drie
piepjes hoort tijdens het gebruik van de functie,
is er een storing in het systeem.
Neem contact op met een CITROËN-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om het systeem
te laten controleren.
Als in het menu Auto de optie ""Toegang ""handen vol"" automatische
vergrendeling"" is geselecteerd, controleer
dan na het sluiten van de deur of de auto
goed is vergrendeld.
De auto wordt niet vergrendeld:
–
als het contact aan staat,
–
als een van de portieren/deuren of de
achterklep geopend of niet goed gesloten is,
–
als een "Keyless entry and start"-
afstandsbediening zich in de auto bevindt.
Als meerdere, opeenvolgende
voetbewegingen geen effect hebben gehad,
wacht dan enkele seconden alvorens weer
een voetbeweging te maken.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
bij zware neerslag of opeenhoping van
sneeuw
.
Als de functie niet werkt, controleer dan of de
werking van de afstandsbediening niet wordt
gehinderd door elektromagnetische straling
(smartphone enz.).
De functie werkt bij een beenprothese
mogelijk minder goed.
Ook als er een trekhaakkogel is gemonteerd,
werkt de functie mogelijk niet correct.
De schuifdeur kan mogelijk onverwacht
worden geopend of gesloten als:
–
er een trekhaakkogel is gemonteerd.
–
er een aanhanger wordt aan- of
losgekoppeld.
–
er een fietsendrager wordt gemonteerd of
verwijderd.
–
er fietsen op de fietsendrager worden
geplaatst of van de fietsendrager worden
gehaald.
–
iets achter de auto wordt neergezet of
opgepakt.
–
een dier de bumper nadert,
–
de auto wordt gewassen.
–
er onderhoud aan de auto wordt
uitgevoerd.
–
een wiel wordt verwisseld.
W
e raden aan om de sleutel buiten het
detectiebereik te houden (en buiten de
bagageruimte) of de functie uit te schakelen
via het configuratiemenu van de auto om
te voorkomen dat deze functie plotseling in
werking treedt.
Page 50 of 324
48
Toegang
Achterklep
Openen
► Trek na het ontgrendelen van de auto aan de
handgreep en open de achterklep.
Sluiten
► Trek de achterklep omlaag aan de handgreep
aan de binnenzijde en vergrendel deze.
Als de achterklep niet goed is gesloten, gaat
het lampje " portier geopend " branden.
Raadpleeg het desbetreffende onderdeel
voor meer informatie over het overzicht van
waarschuwings- en verklikkerlampjes, en in
het bijzonder de waarschuwing voor geopend
portier.
Bij een storing of wanneer de achterklep
lastig opent en sluit, moet u de auto
onmiddellijk laten nakijken door een
CITROËN-dealer of in een gekwalificeerde
werkplaats om te voorkomen dat het
probleem verergert en de achterklep
plotseling dicht valt, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
Zorg ervoor dat het sluiten of openen van
de deuren niet gehinderd wordt door
voorwerpen of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de schuifdeuren niet
kunnen bezeren.
Achterdeuren
► Trek nadat u de linker achterdeur hebt
geopend de hendel A naar u toe om de rechter
achterdeur te openen.
Sluiten
► Sluit eerst de achterdeur rechts en
vervolgens de achterdeur links.
Als eerst de achterdeur links wordt gesloten, voorkomt een aanslag op de
zijkant van de achterdeur rechts dat deze kan
worden gesloten.
Als de achterdeur links niet goed is gesloten,
gaat het lampje " portier geopend " branden
(bij de achterdeur rechts wordt dit niet
gesignaleerd). Zie het betreffende hoofdstuk
voor meer informatie over het overzicht van
waarschuwings- en verklikkerlampjes, en
vooral de waarschuwing voor een geopend
portier.
Openen tot ongeveer 180°
De deurvangers (afhankelijk van de uitvoering)
maken het mogelijk de achterdeuren in een hoek
van ongeveer 90° tot ongeveer 180° te openen.
►
T
rek als de deur is geopend aan de gele
hendel.
Bij het sluiten komt de deurvanger automatisch
in zijn oorspronkelijke stand terug.
Bij het parkeren van de auto met de
achterdeuren 90° geopend, bedekken de
deuren de achterlichten. Gebruik een
gevarendriehoek of een andere voorziening
die wettelijk is vereist in uw land om andere
weggebruikers die in dezelfde rijrichting rijden
(en die mogelijk uw auto niet stil zien staan)
te waarschuwen voor uw auto.