CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2021, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2021Pages: 324, PDF Size: 10.5 MB
Page 21 of 324
19
Instrumentenpaneel
1Onderhoudssleutel knippertKnippert en brandt vervolgens
permanent, bij het inschakelen van
het contact.
(Bij uitvoeringen met de BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het waarschuwingslampje
Service.)
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig mogelijk een onderhoudsbeurt
aan uw auto uitvoeren.
Onderhoudsindicator resetten
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
►
Schakel het contact uit.
► Houd deze toets ingedrukt.
► Zet het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
►
Laat de toets los als het display =0
aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u de accu na deze handeling wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Anders wordt het
op nul zetten van de onderhoudsindicator niet
opgeslagen.
Opvragen van onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
►
Druk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt vervolgens.
De weergegeven afstand (in kilometers
of mijlen) wordt berekend op basis van
het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Indicator
koelvloeistoftemperatuur
(Diesel)
Bij draaiende motor:
– In zone A is de temperatuur in orde.
–
In zone
B is de temperatuur te hoog. Het
bijbehorende waarschuwingslampje en het
waarschuwingslampje STOP
branden rood op
het instrumentenpaneel, er wordt een melding
weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats stil.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Zet het contact uit, open voorzichtig de
motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Page 22 of 324
20
Instrumentenpaneel
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden
gestart nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het
minimale niveau.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
niet automatisch weergegeven.
► Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Met touchscreen
U kunt informatie over de actieradius
weergegeven in het menu
"Rijverlichting/Auto ".
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue®
Controle
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
►
laat de motor ten minste één uur afkoelen,
►
draai de dop twee omwentelingen los om de
druk te laten dalen,
►
verwijder vervolgens de dop,
►
vul bij tot aan het merkteken "MAX".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus
.
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de
koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul
niet bij tot boven het maximumniveau
(aangegeven op het reservoir).
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een elektrische
motorolieniveaumeter worden bij het aanzetten
van het contact zowel het motorolieniveau als
de onderhoudsindicator enkele seconden op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke
ondergrond staat en de motor minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Te laag olieniveau
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau inderdaad te laag is,
moet olie worden bijgevuld om te voorkomen dat
ernstige motorschade ontstaat.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in de olieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij een storing in de elektrische
motorolieniveaumeter wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Bij een storing in het systeem moet u het
motorolieniveau met de peilstok in de
motorruimte controleren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de
niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De BlueHDi-dieselmotoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter
(FAP) wordt gecombineerd met het SCR-
emissieregelsysteem (Selective Catalytic
Reduction) voor de nabehandeling van de
uitlaatgassen. Deze kunnen niet functioneren
zonder AdBlue
®-vloeistof.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2400 en
0 km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden en wordt een
melding weergegeven die aangeeft hoeveel
kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het
opnieuw starten van de motor automatisch wordt
geblokkeerd.
Page 23 of 324
21
Instrumentenpaneel
1Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het AdBlue
®-
reservoir leeg is. De motor kan weer worden
gestart nadat AdBlue
® is bijgevuld tot het
minimale niveau.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
niet automatisch weergegeven.
► Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Met touchscreen
U kunt informatie over de actieradius
weergegeven in het menu
"Rijverlichting/Auto ".
Benodigde maatregelen vanwege te
weinig AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan
branden wanneer de hoeveelheid AdBlue®
minder is dan de reservevoorraad die goed is
voor een actieradius van 2.400 km.
Samen met de waarschuwingslampjes
herinneren meldingen u er regelmatig aan
dat u het reservoir moet bijvullen om te
voorkomen dat de motor niet meer kan worden
gestart. Zie het hoofdstuk Waarschuwings-
en controlelampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over AdBlue® (BlueHDi) en
met name over het bijvullen ervan.
Met BlueHDi (Euro 6.1) motoren
Waarschu-
wings-/ contro- lelampjes aan Actie Resterende
actieradius
Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
2.400 km en
600 km
Bijvullen is
noodzakelijk
;
de kans
bestaat dat
de motor
niet meer
kan worden
gestart. Tussen 600
km en 0 km
Waarschu-
wings-/ contro- lelampjes aan Actie Resterende
actieradius
De motor
kan pas weer
starten als er
minimaal 5
liter AdBlue
®
aan het
reservoir is
toegevoegd. 0 km
Bij BlueHDi-motoren (Euro 6.2/6.3)
Waarschu-
wings-/ contro- lelampjes aan Actie Resterende
actieradius
Vul bij. Tussen 2.400 km en
800 km
Vul zo snel
mogelijk bij.Tussen
800 km en
100
km
Page 24 of 324
22
Instrumentenpaneel
Vermogensmeter
(elektrisch)
CHARGE
Tractiebatterij laadt op tijdens het vaart minderen
en remmen.
ECO
Beperkt energieverbruik en optimale actieradius.
POWER
Energieverbruik door de aandrijflijn tijdens het
accelereren
NEUTRAAL
Als het contact is aangezet, verbruikt of
genereert de elektrische aandrijflijn van de auto
geen energie: nadat de naald van de meter is
uitgeslagen, gaat deze terug naar de neutrale
stand.
Wanneer bij afgezet contact het
bestuurdersportier wordt geopend, wordt
Waarschu-
wings-/ contro- lelampjes aan Actie Resterende
actieradius
Bijvullen is
noodzakelijk;
de kans
bestaat dat
de motor
niet meer
kan worden
gestart. Tussen 100
en 0 km
De motor
kan pas weer
starten als er
minimaal 5
liter AdBlue
®
aan het
reservoir is
toegevoegd. 0 km
Storing in het
SCR-emissieregelsysteem
Storingsdetectie
Als er een storing wordt
gedetecteerd, gaan deze
waarschuwingslampjes
branden in combinatie
met een geluidssignaal
en de melding "Storing
emissieregeling" of "NO
START IN".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het
inschakelen van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Bij een tijdelijke storing verdwijnt de
waarschuwing tijdens de volgende rit na
de zelfdiagnose van het
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de toegestane
rijfase (tussen 1.100 en 0 km)
Als de storingsmelding na 50 km rijden nog
steeds wordt weergegeven, wordt de storing in
het SCR-systeem bevestigd.
Het AdBlue-waarschuwingslampje knippert en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
verboden binnen X kilometer" of "NO START
INX kilometer" wordt weergegeven, dus de
actieradius in mijl of kilometer.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden weergegeven. De waarschuwing
wordt opnieuw weergegeven zodra het contact
wordt aangezet.
U kunt nog 1.100
km rijden voordat het systeem
het starten van de motor blokkeert.
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door een CITROËN-dealer of
gekwalificeerde werkplaats.
Starten geblokkeerd
Wanneer het contact is ingeschakeld, wordt
de melding "Storing emissieregeling: Starten
verboden" of "NO START IN" weergegeven.
Wanneer u de motor weer wilt starten,
moet u contact opnemen met een
CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 25 of 324
23
Instrumentenpaneel
1Vermogensmeter
(elektrisch)
CHARGE
Tractiebatterij laadt op tijdens het vaart minderen
en remmen.
ECO
Beperkt energieverbruik en optimale actieradius.
POWER
Energieverbruik door de aandrijflijn tijdens het
accelereren
NEUTRAAL
Als het contact is aangezet, verbruikt of
genereert de elektrische aandrijflijn van de auto
geen energie: nadat de naald van de meter is
uitgeslagen, gaat deze terug naar de neutrale
stand.
Wanneer bij afgezet contact het
bestuurdersportier wordt geopend, wordt
de meter geactiveerd en gaat deze naar de
neutrale positie.
Laadniveaumeter
(elektrisch)
De laadtoestand van de tractiebatterij en
de resterende actieradius worden continu
weergegeven als de auto is gestart.
Als het contact is afgezet, wordt de meter bij het openen van het bestuurdersportier
geactiveerd.
Bijbehorende waarschuwingslampjes
De bestuurder wordt door middel van twee
opeenvolgende waarschuwingen gewaarschuwd
voor een laag energieniveau:
1e waarschuwing: reserve
0 %
100
De tractiebatterij is bijna leeg.
Led brandt permanent, met de naald
in het rode gebied, in combinatie met een
geluidssignaal.
►
Bekijk de resterende actieradius op het
instrumentenpaneel.
►
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
2e waarschuwing: kritiek
De laadtoestand van de tractiebatterij is
kritiek.
Brandt permanent, in combinatie met de led voor
de reservehoeveelheid en een geluidssignaal.
►
De tractiebatterij moet direct worden
opgeladen.
De resterende actieradius wordt niet
meer berekend. Het vermogen van de
aandrijflijn neemt geleidelijk af.
De verwarming en airconditioning worden
uitgeschakeld (ook als de naald die
het verbruik ervan aangeeft niet in de
zone
"ECO" staat).
Page 26 of 324
24
Instrumentenpaneel
► Druk bij aangezet contact op de toets totdat
de dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan
het licht van de omgeving.
Met toetsen
Druk terwijl de verlichting brandt op toets A om
de verlichting feller te laten branden of op toets
B om de verlichting te dimmen.
Laat de toets los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Verbruiksmeter thermische
comfortfuncties (elektrisch)
De meter toont het verbruik van de elektrische
energie van de tractiebatterij door de
voorzieningen voor het thermische comfort in het
interieur.
De betreffende voorzieningen zijn de
verwarmings- en airconditioningssystemen.
Deze systemen kunnen worden gebruikt:
–
Als de auto niet wordt opgeladen, wanneer het
lampje READY
brandt.
–
Als de auto wordt opgeladen, wanneer het
contact is aangezet (stand "Lounge").
W
anneer de ECO -modus is geselecteerd,
worden de prestaties van bepaalde
uitrustingselementen beperkt. De naald
van de verbruiksmeter van de thermische
comfortfuncties gaat dan naar de zone " ECO".
Als u het interieur snel wilt verwarmen of
koelen, dan kunt u tijdelijk de maximale
stand van de verwarming of airconditioning
selecteren.
Bij overmatig gebruik van de thermische
comfortfuncties, vooral bij lage snelheden,
kan de actieradius van de auto aanzienlijk
afnemen.
Optimaliseer de instellingen van de
uitrustingselementen zodra het gewenste
comfortniveau is bereikt en stel ze indien
nodig af wanneer u de auto start.
Wanneer de verwarming langere tijd niet
is gebruikt, kunt u een bepaalde geur
ruiken gedurende de eerste minuten dat de
verwarming weer is ingeschakeld.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto sinds de eerste registratie aan.
Dagteller (diesel)
Deze geeft het aantal gereden kilometers weer
sinds de bestuurder de teller op 0 heeft gezet.
Op 0 zetten van de dagteller
Page 27 of 324
25
Instrumentenpaneel
1
► Druk bij aangezet contact op de toets totdat
de dagteller op 0 staat.
Dimmer
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen aan
het licht van de omgeving.
Met toetsen
Druk terwijl de verlichting brandt op toets A om
de verlichting feller te laten branden of op toets
B om de verlichting te dimmen.
Laat de toets los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Met touchscreen
► Selecteer in het menu Instellingen
" Lichtsterkte" of "OPTIES", "Schermconfig." en
vervolgens " Lichtsterkte".
►
Stel de lichtsterkte af door op de pijlen te
drukken of de cursor te verplaatsen.
De lichtsterkte kan verschillend worden
ingesteld voor de dag- en de nachtstand.
Boordcomputer
Toont informatie over de huidige rit (actieradius, brandstofverbruik, gemiddelde snelheid, enz.).
Informatiedisplay
Doe het volgende om achtereenvolgens de
verschillende functies van de boordcomputer
weer te geven:
► Druk op de toets op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar .
Met de toetsen op het stuurwiel
► Druk op de rolknop op het stuurwiel .
Op het instrumentenpaneel
► Druk op deze toets.
De volgende actuele informatie wordt achter
elkaar weergegeven:
–
Actieradius (diesel).
Page 28 of 324
26
Instrumentenpaneel
Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het
contact wordt aangezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).
– Toegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.
– Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.
– Weergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen.
– Toegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.
– Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
– Actueel verbruik.
– Stop & Start-tijdteller (diesel).
–
T
raject "1" gevolgd door (afhankelijk van
de uitvoering) traject " 2" inclusief gemiddelde
snelheid, gemiddeld verbruik en afgelegde
afstand tijdens elk traject.
De trajecten "1" en "2" zijn onafhankelijk, maar
werken hetzelfde.
Traject "1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject " 2" voor een
maandelijks verbruik.
Rit resetten
De reset wordt uitgevoerd wanneer de dagteller
wordt weergegeven.
► Druk langer dan twee seconden op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar .
► Druk langer dan twee seconden op de knop
op het stuurwiel.
► Druk langer dan 2 seconden op deze toets.
Begrippen
De actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(gebaseerd op het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door een
verandering in rijstijl of van het reliëf op de
route, waardoor het actuele brandstofverbruik
aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes
in plaats van waarden worden weergegeven, neem dan contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/Berekend over de laatste
seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h (diesel).
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)
(kWh/100 km, km/kWh of mijl/kWh) (Elektrisch)
/Berekend sinds de laatste
nulstelling van de
trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Page 29 of 324
27
Instrumentenpaneel
1Als uw auto is uitgerust met Stop & Start,
registreert een teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De tijdteller wordt gereset telkens wanneer het
contact wordt aangezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).
–
T
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.
–
Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen.
–
T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.
–
Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
– Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
–
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
–
Gebruik een schone, zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen aan weerszijden van
het touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de aanraaktoetsen op het
touchscreen.
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets " OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te
schakelen.
Een functie configureren
Toegang tot aanvullende informatie over de functie
Bevestigen
Terug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's
Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Zie de hoofdstukken over de audio- en
telematicasystemen voor meer informatie
over de menu's.
Radio/Media
Navigatie (Afhankelijk van de uitrusting)
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon
Connect-App
Weergave van de beschikbare Connected
Services.
Energie
Toegang tot de specifieke elektrische
functies (energiestroom, verbruiksstatistieken,
Page 30 of 324
28
Instrumentenpaneel
– Aflezen van de laadtoestand en de actieradius
van de auto.
Installatieprocedure
► Download de app MyCitroën vanaf de voor
uw smartphone geschikte online store.
► Maak een account aan.
► Voer het VIN van de auto in (de code op
het kentekenbewijs van de auto die met "VF"
begint).
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
geprogrammeerd laden), verdeeld over 3
overeenkomstige tabbladen.
of
Instellingen
Hoofdinstellingen voor het audiosysteem
en touchscreen.
Audiosysteem aan/uit. Instellen van het volume/onderbreken van
het geluid.
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
T
ijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
waarschuwingslampje branden bij kans op
gladheid).
–
Basisinformatie van de menu's
RadioMedia
en Telefoon en navigatie-
aanwijzingen (afhankelijk van de uitvoering).
–
Berichten.
– Toegang tot de Instellingen .
Menu Energie
Afhankelijk van de uitvoering is dit als volgt
toegankelijk:
– direct, door op de toets bij het
touchscreen te drukken.
– via het menu Applicaties.
Stroom
De pagina geeft in real time de werking van de
elektrische aandrijflijn weer.
1.Actieve rijstand
2. Elektromotor
3. Laadniveau tractiebatterij
4. Energiestromen
De kleur van de energiestromen is afhankelijk
van de manier van rijden:
A. Blauw: energieverbruik
B. Groen: terugwinning van energie
Statistieken
Op deze pagina worden de statistieken over het
verbruik van elektrische energie weergegeven.
– Blauwe staven: direct verbruikte energie die
door de tractiebatterij is geleverd.
– Groene staven: tijdens het vaart minderen
en remmen teruggewonnen energie die wordt
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
Het gemiddelde resultaat voor de huidige rit
wordt weergegeven in kWh/100 km.
►
U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen
-
en +.
Een huidige rit is elke rit die langer dan
20 minuten duurt zonder dat het contact
wordt afgezet.
Laden
Op deze pagina kunt u het laden programmeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het laden van de tractiebatterij
(elektrisch).
Op afstand bedienbare
functies (elektrische auto)
Naast alle functies van de app
MyCitroën op uw smartphone
kunt u de volgende functies
gebruiken:
–
Aansturen van het laden van de tractiebatterij
(geprogrammeerd laden).
–
Aansturen van de voorverwarming/-koeling.