service FIAT 500 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: 500, Model: FIAT 500 2018Pages: 224, PDF Size: 3.92 MB
Page 3 of 224
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u te helpen alle kenmerken van dit voertuig te leren kennen en het op de beste manier te
gebruiken.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het maximum
uit de technologische eigenschappen kunt halen.
Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de
bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, stuurinrichting en versnellingsbak,
tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.
In dit document vindt u een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals essentiële informatie over veilig rijden,
onderhoud van en zorg voor uw voertuig.
Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst gemakkelijk
kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht worden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die Fiat haar klanten biedt, het Garantiecertificaat
en de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van
de mensen bij Fiat zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst. ... en goede reis!
Dit instructieboekje beschrijft alle voertuigversies.
Opties, uitrusting die bestemd is voor bepaalde markten of versies zijn niet expliciet in de tekst aangegeven: derhalve
dient uitsluitend de informatie in beschouwing te worden genomen die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de
motor en de versie die u gekocht hebt.
Bijzonderheden die tijdens de fabricage van het model geïntroduceerd zijn, behalve het speciale verzoek om opties op
het moment van de aanschaf, zullen aangegeven worden met de tekst (Indien aanwezig).
Alle in deze publicatie vermelde gegevens zijn bedoeld om u te helpen uw voertuig op de best mogelijke wijze te
gebruiken. FCA Italy S.p.A. streeft naar een constante verbetering van de gefabriceerde voertuigen. Daarom behoudt
zij zich het recht voor wijzigingen aan het beschreven model aan te brengen om technische en/of commerciële
redenen.
Neem voor meer informatie contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Page 4 of 224
AANDACHTIG LEZEN
TANKEN
Benzinemotoren: Tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die aan de Europese specificatie
EN228 voldoet. Gebruik geen benzine die methanol of ethanol E85 bevat. Het gebruik van dergelijke mengsels kan leiden tot
problemen met de ontsteking en het rijden, evenals tot beschadiging van fundamentele componenten van het
brandstoftoevoersysteem.
Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselolie voor motorvoertuigen die aan de Europese norm EN590 voldoet. Het gebruik van
andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en derhalve de garantie, door de veroorzaakte schade,
ongeldig maken.
Zie voor nadere details over het gebruik van de correcte brandstof de paragraaf “Tanken” in het hoofdstuk “Starten en rijden”.
DE MOTOR STARTEN
Versies met handmatige versnellingsbak (benzinemotoren): Controleer of de handrem is aangetrokken, zet de versnelling in
de vrijstand, trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal in te trappen, draai de contactsleutel naar de stand AVV
en laat hem los zodra de motor start.
Versies met handmatige versnellingsbak (dieselmotoren): controleer of de handrem is aangetrokken, zet de versnellingspook
in de vrijstand, trap het koppelingspedaal volledig in zonder het gaspedaal in te trappen, draai de contactsleutel naar MAR en
wacht tot de
mwaarschuwingslampjes uitgaan. Draai de contactsleutel naar AVV en laat uiteindelijk de sleutel los zodra de
motor start.
Versies met automatische versnellingsbak: controleer of de handrem is aangetrokken en of de versnellingspook in P
(Parkeren) of N (Vrijstand) staat, trap het rempedaal volledig in, draai vervolgens de contactsleutel naar AVV.
PARKEREN BOVEN BRANDBAAR MATERIAAL
De katalysator ontwikkelt tijdens zijn werking zeer hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet boven gras, dennennaalden of
ander ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
MILIEUBESCHERMING
Het voertuig is uitgerust met een diagnosesysteem dat continu controles uitvoert op de componenten die verband houden met de
uitlaatgasemissie, om het milieu beter te beschermen.
ELEKTRISCHE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten mocht worden om elektrische accessoires toe te voegen (met het risico dat de accu
langzaam ontlaadt), neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het totale stroomverbruik berekenen en
controleren of de elektrische installatie van het voertuig geschikt is voor het extra stroomverbruik.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Een correct onderhoud van de auto is van essentieel belang om de prestaties en de veiligheid van de auto, zijn milieuvriendelijkheid
en lage bedrijfskosten gedurende langere tijd te garanderen.
K
Page 14 of 224
KENNISMAKING MET DE AUTO
12
AFKOELING HETE MOTOR
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Het lampje of symbool op het display gaat branden wanneer de motor oververhit is, op sommige versies, samen met een
speciale melding op het display.
❒ Tijdens een normale ritbreng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau in het
reservoir onder het MIN-teken staat. Als dit het geval is, wacht dan tot de motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam
en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en controleer of het peil tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir
staat. Controleer ook op de aanwezigheid van vloeistoflekken. Als het waarschuwingslampje bij de volgende keer
starten weer gaat branden, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
❒ wanneer het voertuig onder veeleisende omstandigheden wordt gebruikt (bijv. bij het bergop trekken van een
aanhanger of wanneer de auto volgeladen is): ga langzamer rijden en, als het lampje blijft branden, breng de auto tot stilstand.
Stop gedurende twee of drie minuten met lopende motor en geef een beetje gas om de circulatie van de koelvloeistof te
vergemakkelijken, schakel vervolgens de motor uit. Controleer of het koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor beschreven is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten enkele minuten te laten
draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
Op bepaalde versies wordt het speciale bericht weergegeven.
uu
{{
“DUALDRIVE” STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele seconden doven.
Als het lampje, bij sommige versies samen met het bericht op het display blijft branden, zou de elektrische
stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om het stuurwiel te bedienen,
sturen blijft echter wel mogelijk.
Neem in dat geval contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Als het lampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op het display) zou
de stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken. Hoewel het mogelijk blijft de auto te besturen, kan het draaien van het
stuurwiel meer inspanning vereisen: neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden kan het branden van het lampje op het instrumentenpaneel te wijten zijn
aan andere factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging. Breng in dergelijke gevallen de auto tot stilstand (indien in
beweging), zet de motor af en wacht ongeveer 20 seconden alvorens de motor opnieuw te starten.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het lampje gaat branden
om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het stuurwiel van het ene uiteinde naar het andere terwijl op een
rechtlijnig traject van ongeveer honderd meter wordt gereden.
Page 15 of 224
13
ONVOLDOENDE MOTOROLIE/DRUK/UITGEWERKTE MOTOROLIE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden (voor bepaalde versies/markten),
maar het moet doven zodra de motor is gestart.
OPMERKING voor bepaalde versies/markten kan het indicatielampje geel zijn.
Motoroliedruk te laag
Het lampje gaat branden of het symbool wordt permanent weergegeven, samen met een bericht op het display (voor
bepaalde versies/markten) wanneer het systeem detecteert dat de motoroliedruk laag is.
Motorolie verslechterd
Het lampje gaat branden en er wordt een bericht weergegeven(voor bepaalde versies/markten).
Afhankelijk van de versie kan het lampje op verschillende manieren knipperen:
❑ cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het lampje niet brandt totdat de olie wordt ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het waarschuwingslampje, elke keer als de motor wordt gestart, op dezelfde
manier knipperen tot de olie is ververst. In aanvulling op het waarschuwingslampje verschijnt er een speciaal bericht op het
display (voor bepaalde versies/
markten). Het gaan branden van het lampje moet niet als een storing worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop
wijzen dat de motorolie moet worden ververst na een normaal gebruik van de auto.
De verslechtering van de olie wordt versneld door:
❑ overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-regeneratieproces vaker moet worden uitgevoerd
❑ gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet helemaal op bedrijfstemperatuur kan komen;
❑ meermaals onderbreken van het regeneratieproces, aangegeven door het DPF waarschuwingslampje dat gaat branden.
vv
vv
PORTIEREN/MOTORKAP/BAGAGERUIMTE OPEN (versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat branden op het display, samen met een speciaal bericht, bij sommige versies, wanneer één of meerdere
portieren, de achterklep of de motorkap (voor bepaalde versies/markten) niet goed gesloten zijn.
Er klinkt ook een geluidssignaal als de portieren geopend zijn en de auto in beweging is.
ww
OPLADEN LEGE ACCU
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is
gestart (als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft).
Als het lampje of het symbool op het display (samen met een speciale melding op het display op sommige versies) aan
blijven, neem dan meteen contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Page 16 of 224
KENNISMAKING MET DE AUTO
14
R
S
PORTIEREN/MOTORKAP/BAGAGERUIMTE OPEN (kleurendisplay)
De symbolen verschijnen op het display, samen met een speciaal bericht, op sommige versies, wanneer één of meerdere
portieren, de achterklep of de motorkap
(voor bepaalde versies/markten) niet goed gesloten zijn.
Er klinkt ook een geluidssignaal als de portieren geopend zijn en de auto in beweging is.
R
S
STORING “DUALOGIC” VERSNELLINGSBAK (voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje branden maar het moet na enkele seconden doven.
Het lampje gaat eerst knipperen, en er verschijnt een speciaal bericht op het display en er klinkt een geluidssignaal, om een
storing in de versnellingsbak aan te geven.
VEILIGHEIDSGORDELS NIET OMGELEGD
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders- of passagierszijde
(indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed omgelegde veiligheidsgordels, dan gaat het lampje knipperen en klinkt
er een geluidssignaal.
Neem, voor permanente uitschakeling van het geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat Belt Reminder)-
systeem neem contact op met een Fiat Servicenetwerk. Het systeem kan te allen tijde via het Set-up-menu weer
ingeschakeld worden.
<<
EBD STORING (Multifunctioneel display)
Wanneer de waarschuwingslampjes bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het EBD-systeem of
is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren waardoor de
auto begint te slippen.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
x
>x
>
Page 17 of 224
15
EBD STORING (kleurendisplay)
Wanneer de waarschuwingslampjes bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het EBD-systeem of
is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren waardoor de
auto begint te slippen.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
x
>x
>
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN (Kleurendisplay – voor bepaalde versies/markten)
Het symbool wordt weergegeven op het display samen met een speciaal bericht en een geluidssignaal, wanneer het
voertuig de snelheidslimiet overschrijdt in het setupmenu (bijv. 120 km/h).
120
PASSAGIERSAIRBAG/ZIJAIRBAGS UITGESCHAKELD
Het lampje geeft de status aan van de passagiersairbagbescherming. Als het lampje uit is, is de airbag van de passagier
actief: gebruik het Setup Menu om deze zijairbag uit te schakelen (in dat geval gaat de led branden). Wanneer de motor
wordt gestart (sleutel in stand MAR), brandt het waarschuwingslampje gedurende ongeveer 8 seconden, als ten minste 5
seconden na de vorige uitschakeling zijn verstreken. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
Als de motor binnen 5 seconden opnieuw wordt in-/uitgeschakeld, kan het waarschuwingslampje gedoofd blijven.
Controleer in dit geval de correcte werking van het lampje, zet de motor af, wacht minstens 5 seconden en start de motor weer.
Het controlelampje kan met verschillende lichtsterkte branden, afhankelijk van de voertuigcondities.
De lichtsterkte kan ook tijdens dezelfde sleutelcyclus variëren.
““
ESCESC
ASR-SYSTEEM AFGESLOTEN (Kleurendisplay)
Het symbool gaat samen met een speciaal bericht op het kleurendisplay branden wanneer het ASR-systeem is
uitgeschakeld met behulp van de ASR-OFF knop op het dashboard. Tegelijkertijd gaat de led in de knop branden.
VV
ABS STORING
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Het lampje gaat branden, bij sommige versies verschijnen er een bericht en een symbool op het display, als het systeem
niet doeltreffend of niet beschikbaar is. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar met uitsluiting van het
ABS-systeem.
Rijd zeer voorzichtig wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
>>
Page 18 of 224
KENNISMAKING MET DE AUTO
16
UITSCHAKELING Start&Stop-SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
De uitschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangeduid door het gaan branden van het lampje of het symbool op
het display samen met een speciaal bericht op het dislpay op sommige versies.
TT
START&STOP SYSTEEM ACTIEF (voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje vast gaat branden, verschijnt er ook een bericht op het display, op sommige versies, als er een storing is in het
Start&Stopsysteem.
UU
STORING INSPUIT/ EOBD SYSTEEM FAULT
Onder normale omstandigheden gaat het lampje branden als de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid. Het moet
doven nadat de motor is gestart.
Het lampje blijft branden of gaat branden tijdens het rijden, op sommige versies samen met een speciaal bericht op het
display, als het inspuitsysteem niet goed werkt. In het bijzonder duidt een continu brandend lampje op een storing in het
inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden tot overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Onder deze omstandigheden kan met gematigde snelheid verder gereden worden zonder te veel eisen aan de motor te
stellen.
Het langdurig rijden met brandend lampje kan schade veroorzaken.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Alleen benzinemotoren
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de katalysator beschadigd kan zijn.
Als het waarschuwingslampje knippert moet het gaspedaal worden losgelaten om het motortoerental te verlagen, totdat het
lampje niet meer knippert. Rijd verder met gematigde snelheid en voorkom rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem zo spoedig mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk. START&STOP SYSTEEMSTORING (versies met kleurendisplay) (voor bepaalde versies/markten)
Het symbool verschijnt samen met een bericht op het display op sommige versies, als er een storing is in het
Start&Stopsysteem. Ga zo gauw mogelijk naar een Fiat Servicenetwerk.
jj
UU
Page 19 of 224
17
BRANDSTOFRESERVE - BEPERKT BEREIK
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Het lampje gaat branden of het symbool verschijnt op het display wanneer er nog ongeveer 5 liter brandstof in de tank is.
De driehoek rechts van het symbool geeft de zijde van de auto met de brandstofvulopening aan.
BELANGRIJK Als het lampje knippert of het symbool continu wordt weergegeven, afhankelijk van de versies, is er een
storing in het systeem. Als dit het geval is, ga naar een Fiat Servicepunt om het systeem te laten controleren.
GLOEIBOUGIE/VOORVERWARMFOUT GLOEIBOUGIE (diesel versies)
Gloeibougies
Dit lampje gaat branden wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid (voor bepaalde versies/markten). Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de van te voren ingestelde temperatuur hebben bereikt. De motor kan worden gestart zodra het
lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog of gematigd is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.
Storing voorgloeisysteem
Het waarschuwingslampje gaat knipperen (bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op het display) om
een storing in het voorgloeisysteem aan te geven.
Neem in deze gevallen zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
mm
DPF REINIGING (OPVANG ROETDEELTJES) BEZIG (diesel versies met DPF)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Het lampje of symbool gaat continu branden, bij sommige versies verschijnt ook een speciaal bericht op het display, om de
bestuurder te waarschuwen dat het DPF-systeem bezig is met het verwijderen van de opgehoopte vervuilende deeltjes
(roet) door middel van het regeneratieproces.
Het lampje blijft uit tijdens het regeneratieproces; het gaat alleen branden als de rijomstandigheden de aandacht van de
bestuurder vereisen.
Het voertuig moet tot de voltooiing van het regeneratieproces in beweging blijven opdat het lampje definitief dooft.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten.
De optimale omstandigheden om het proces te voltooien worden bereikt door de voertuigsnelheid op 60 km/h te houden
met een toerental van meer dan 2000 tpm.
Als dit lampje gaat branden, wijst dit niet op een storing en hoeft het voertuig dus niet naar een werkplaats te worden
gebracht. Bij sommige versies verschijnt er, als het lampje gaat branden, ook een bericht op het display.
tt
Page 20 of 224
KENNISMAKING MET DE AUTO
18
WATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, verschijnt het symbool, maar dit moet na enkele seconden doven.
Het symbool blijft constant aan tijdens het rijden
om aan te geven dat er water in het dieselfilter is waargenomen.
Bij sommige versies gaat, als alternatief ,het lampje
èbranden en verschijnt er een speciaal bericht op het display.
EE
STORING FIAT CODE SYSTEEM
Met de sleutel in de MAR-positie gaat op sommige versies het lampje of het symbool op het display continu aan, samen
met een speciaal bericht op het display om een mogelijke fout in het Fiat CODE-systeem te signaleren.
Als het lampje of symbool bij draaiende motor knippert, betekent dit dat de auto niet beschermd is door de startblokkering.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk.
MISTACHTERLAMPEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistachterlichten worden ingeschakeld.
ALGEMENE STORINGSMELDING
Het lampje gaat onder de volgende omstandigheden branden. Neem in dergelijke gevallen contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk te verhelpen.
Storing motoroliedruksensor
Het waarschuwingslampje gaat branden als de motoroliedruksensor defect is.
Interventie/storing afsluiter van brandstoftoevoer
Dit lampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op het display, als er een storing is in
inschakeling van de afsluiter van de brandstof.
Storing buitenverlichting
Het lampje gaat aan wanneer er een externe lichtfout is waargenomen.
44
èè
Page 21 of 224
19
ESC-SYSTEEM (voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.
Inschakeling ESC-systeem
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat het ESC systeem in werking is getreden.
Storing ESC-systeem
Als het lampje niet uit gaat of blijft branden samen met de LED op de knop ASR OFF tijdens het rijden.
Op het display verschijnt een bijbehorend bericht.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Storing Hill Holder
Dit lampje gaat branden, bij sommige versies verschijnt er ook een bericht op het display, als er een storing is in het Hill
Holdersysteem.
Neem in dat geval zo snel mogelijk contact op met een Fiat Servicenetwerk. Storing parkeersensor
Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een bericht op het display wanneer er een storing van een
parkeersensor gedetecteerd wordt.
Start&Stop-systeemfout (versies met multifunctioneel display)
Een storing van het systeem wordt aangegeven door het aangaan van het lampje. Een speciaal bericht verschijnt op het
instrumentenpaneel.
Storing waarschuwingslampje Airbag (voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat knipperen wanneer een fout van het
¬waarschuwingslampje wordt waargenomen.
ESCESC
SLIJTAGE REMBLOKKEN
Het lampje gaat branden samen met een bijbehorend bericht op het display, als de remblokken van de voor- of
achterremmen (voor bepaalde versies/markten) versleten zijn.
Laat ze in dat geval zo snel mogelijk vervangen.
dd
KANS OP GLAD WEGDEK
Het symbool verschijnt op het display (bij sommige versies samen met een speciaal bericht) wanneer de buitentemperatuur
gelijk is aan of lager is dan 3°C.
èè
(versioni
con display
multifunzionale)
(versioni
con display
a colori)