FIAT 500X 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: 500X, Model: FIAT 500X 2017Pages: 280, PDF Size: 12.12 MB
Page 51 of 280

❒OK: druk op deze knop om toegang
te krijgen tot de infoschermen of de
submenu's van een optie van het
hoofdmenu of om deze te selecteren.
Houd de knop 1 seconde ingedrukt om
de weergegeven/geselecteerde
functies te resetten.
HOOFDMENU
Het menu biedt de volgende functies:
❒TRIP
❒MOOD SELECTOR/GSI
❒VOERTUIGINFO
❒DRIVER ASSIST
❒AUDIO
❒PHONE
❒NAVIGATIE
❒WAARSCHUWINGEN
❒VOERTUIGINST.
Voertuiginst. (Voertuiginstellingen
wijzigen)
Met deze menuoptie kunnen de
instellingen gewijzigd worden voor:
❒"Display";
❒"Meeteenheid";
❒"Tijd en datum";
❒"Veiligheid"
❒"Veiligheid / Hulp";
❒"Lichten";
❒"Portieren+Vergrend."
Display
Bij het kiezen van de optie "Display"
wordt toegang verkregen worden tot de
instellingen/informatie met betrekking
tot: "Taal", "Zie telefoon", Zie navigatie",
"Automatische reset Trip B", "Herhaling
Mood Selector".
"Meeteenheid"
Selecteer optie "Meeteenheid" om de
meeteenheid te kiezen tussen:
"Eenheden van het Gemenebest",
"Metr.", "Gepersonalis.".
"Tijd en datum"
Selecteer optie "Tijd en Datum" om de
volgende instellingen te maken: "Stel
tijd in", "Formaat", Stel datum in".
"Veiligheid"
Selecteer optie "Veiligheid" om de
volgende instellingen te maken:
"AIRBAG passagier", "Piep snelheid",
"Piep veiligheidsgordel", "Hill Hold
Control".
Met de instelling "AIRBAG passagier"
kan de airbag aan passagierszijde
in-/uitgeschakeld worden:
❒Passagiersbescherming
ingeschakeld:deled
ONgaat
permanent branden op het
instrumentenpaneel.❒Passagiersbescherming
uitgeschakeld:deled
OFFgaat
permanent branden op het
instrumentenpaneel.
"Veiligheid / Hulp"
Zie voor mogelijke instellingen de
paragraafUconnect™in het
betreffende hoofdstuk.
"Lichten"
Selecteer optie "Lichten" om de
volgende instellingen te maken:
"Interieurverlichting", "Koplampsensor"
,"Follow me", "Koplampen tijdens
opening", "Autom. grootlicht",
"Daglichten", "Flanklichten".
"Portieren+Vergrend."
Selecteer optie "Portieren+Vergrend."
om de volgende instellingen te maken:
"Autoclose", "Port. open bij uitstapp.",
"Lichten bij sluiten", "Claxon bij sluiten",
"Claxon remote start", "Remote
port.ontgr", "Portierontgrendeling"
(versies met Keyless Entry), "Keyless
Entry".
49
Page 52 of 280

TRIP COMPUTER
De "Trip computer" geeft informatie
over de werking van het voertuig op het
display weer, wanneer de startinrichting
in MAR staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van het voertuig worden geregistreerd.
Beide functies werken onafhankelijk van
elkaar.
“Trip A” en "Trip B" worden gebruikt om
informatie weer te geven over:
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld verbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd (rijtijd)Om te waarden te resetten, de knop
OKfig. 56 op het stuurwiel ingedrukt
houden.
OpmerkingDe parameters
“Actieradius” en “Huidig verbruik"
kunnen niet worden gereset.
56F1B0184C
50
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 53 of 280

LAMPJES EN MELDINGEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er
klinkt een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun
beknopte karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het
Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Raadpleeg bij melding van een
storing altijd de informatie in dit hoofdstuk.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven. Minder ernstige
storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan
onderbroken worden. Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
Controlelampje Wat het betekent
ONVOLDOENDE REMVLOEISTOF / ELEKTRISCHE PARKEERREM INGESCHAKELD
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil
bevindt, bijvoorbeeld wegens een lek in het circuit. Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het
lampje gedoofd is. Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
Elektrische parkeerrem ingeschakeld
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de elektrische parkeerrem is ingeschakeld. Schakel de
elektrische parkeerrem uit, controleer daarna of het lampje gedoofd is. Als het waarschuwingslampje blijft
branden, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
51
Page 54 of 280

Controlelampje Wat het betekent
STORING EBD
Wanneer de lampjes
(rood) en(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij hard
remmen plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van het Fiat Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
52
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 280

Controlelampje Wat het betekent
DIEFSTALALARM
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer het elektronische alarm in werking treedt
(bewakingsfunctie).
VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaand voertuig de veiligheidsgordel aan bestuurders-
en/of passagierszijde (indien een passagier aanwezig is) niet is omgelegd. Het lampje gaat knipperen en er
klinkt een geluidssignaal als het voertuig rijdt en de veiligheidsgordel van de bestuurder en/of de passagier
voorin (indien aanwezig) niet goed is vastgemaakt. Maak de veiligheidsgordel vast.
STORING AIRBAG
Als het lampje permanent blijft branden, dan is er een storing in het airbagsysteem.
28) 29)
BELANGRIJK
28)Als, wanneer de startinrichting naar MAR wordt gedraaid, het lampjeniet gaat branden of tijdens het rijden blijft branden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een botsing of,
in een zeer beperkt aantal gevallen, per ongeluk geactiveerd worden. Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden
en laat het systeem zo snel mogelijk controleren.
29)De storing van het lampje
wordt aangegeven door het verschijnen van het pictogramop het instrumentenpaneel. In dat geval kan
het lampje mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
53
Page 56 of 280

Controlelampje Wat het betekent
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het waarschuwingslampje gaat branden (of bij sommige versies verschijnt het pictogram op het display)
wanneer de motor oververhit is.
Tijdens een normale rit: breng het voertuig tot stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir zich niet onder het MIN-teken bevindt. Als dit het geval is, wacht dan tot
de motor is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir bevindt. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na het starten het lampje opnieuw gaat branden (of het pictogram
verschijnt weer op het display), neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Wanneer het voertuig onder zware omstandigheden wordt gebruikt(bijv. wanneer er tijdens het
rijden hoge prestatie gevraagd worden) en als het lampje blijft branden: minder dan snelheid en breng het
voertuig tot stilstand. Stop gedurende twee of drie minuten met lopende motor en geef een beetje gas om
de circulatie van de koelvloeistof te vergemakkelijken, schakel vervolgens de motor uit. Controleer of het
koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor beschreven is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten enkele
minuten te laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
STORING STUURBEKRACHTIGING
Dit waarschuwingslampje (of het symbool op het display) gaat branden wanneer de startinrichting in de
stand MAR wordt gezet, maar het moet na enkele seconden doven. Als het lampje blijft branden (of het
symbool op het display blijft staan), zou de elektrische stuurbekrachtiging niet meer kunnen werken
waardoor aanzienlijk meer inspanning nodig is om het voertuig te besturen. Het sturen blijft echter wel
mogelijk. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display. Neem zo snel mogelijk contact
op met het Fiat Servicenetwerk.
54
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 57 of 280

Controlelampje Wat het betekent
iTPMS
Storing iTPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in het iTPMS wordt gedetecteerd. Als op een of meerdere
wielen geen sensoren zijn gemonteerd, verschijnt er een bericht op het display tot de oorspronkelijke
condities zijn hersteld.
WAARSCHUWING Rijd niet verder met een of meerdere lege banden, dit kan de bestuurbaarheid van de
auto in gevaar brengen. Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen. Repareer de
band(en) onmiddellijk met behulp van de speciale bandenreparatiekit (zie de paragraaf “Fix&Go automatic
kit” in het hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een bericht om aan te geven dat de
bandenspanning lager is dan de aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam spanning verliest. Onder
deze omstandigheden kunnen de optimale levensduur van de banden en het brandstofverbruik niet
gegarandeerd worden.
In elke situatie waarin op het display het speciale bericht wordt weergegeven, is het VERPLICHT om de
inhoud van de paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden opgevolgd.
In elke situatie waarin het speciale bericht op het display wordt weergegeven, de volgorde van de
aanwijzingen met betrekking tot elke band.
STORING ABS
Het lampje gaat branden om een storing van het ABS aan te geven. In dit geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zonder de extra prestaties van het ABS-systeem. Rijd zeer voorzichtig en wendt u
zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
55
Page 58 of 280

Controlelampje Wat het betekent
ESC-SYSTEEM
Inschakeling ESC-systeem
Inwerkingtreding van het systeem wordt aangegeven door het knipperen van het waarschuwingslampje: dit
geeft aan dat de stabiliteit en de grip van het voertuig in kritieke toestand verkeren.
Storing ESC-systeem
Als het lampje niet dooft, of blijft branden terwijl de motor loopt, is er een storing in het ESC-systeem
aangetroffen. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Storing Hill Hold Control-systeem
Het waarschuwingslampje gaat branden en op het display verschijnt het speciale bericht, dat een storing
van het Hill Hold Control-systeem aangeeft. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
GEDEELTELIJKE / VOLLEDIGE UITSCHAKELING VAN ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Het branden van het lampje geeft aan dat een aantal veiligheidssystemen gedeeltelijk is uitgeschakeld op
verzoek van de bestuurder.
MISTACHTERLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het mistachterlicht wordt ingeschakeld.
STORING ELEKTRISCHE PARKEERREM
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer er een storing van de elektrische parkeerrem wordt
gedetecteerd. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
30)
56
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 59 of 280

BELANGRIJK
30)Indien zich een storing voordoet bij hard remmen kunnen de achterwielen blokkeren en kan het voertuig gaan slippen.
57
Page 60 of 280

Controlelampje Wat het betekent
STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de startinrichting in MAR wordt gezet, gaat het lampje branden
maar dit moet doven zodra de motor is gestart. De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van het lampje kan worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht.
13)
Storing inspuitsysteem
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, werkt het inspuitsysteem niet goed. Een
continu brandend lampje duidt op een storing in het inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden tot
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display. Het lampje dooft
nadat de storing is verdwenen, maar de storing wordt toch door het systeem in het geheugen opgeslagen.
Onder deze omstandigheden kan met gematigde snelheid verder gereden worden, maar niet op hoge
snelheid en zonder te veel van de motor te eisen. Het langdurig rijden met brandend lampje kan schade
aan de motor veroorzaken. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Katalysator beschadigd
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de katalysator beschadigd kan zijn. Laat het
gaspedaal los om het motortoerental te verlagen tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder met
gematigde snelheid en voorkom rijomstandigheden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van
het lampje. Neem zo spoedig mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
13)Als, wanneer de startinrichting op MAR wordt gedraaid, het lampjeniet gaat branden of tijdens het rijden continu blijft branden of gaat
knipperen (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
58
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL