stop start FIAT DOBLO COMBI 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2010Pages: 274, PDF Size: 6.36 MB
Page 5 of 274

4
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de au-
to uitgerust met een elektronische startblokkering.
Het systeem schakelt automatisch in als de contactsleu-
tel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component ge-
monteerd die bij het starten van de motor een signaal
ontvangt via een speciale antenne die in het start-/con-
tactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten
omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de
regeleenheid van het CODE-systeem gezonden, die, als
de code wordt herkend, het starten van de motor mo-
gelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR
draait, dan stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar
de regeleenheid van de motor die, als de code wordt her-
kend, de blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van
het Fiat CODE-systeem de door de sleutel verzonden co-
de heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, scha-
kelt de Fiat CODE de functies van de elektronische rege-
leenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op
het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
Ybranden.
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto
zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daar-
op symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgs-
maatregelen aangeven die u in acht moet nemen, als u met
het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een kor-
te samenvatting van de symbolen.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 4
Page 6 of 274

5
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DE SLEUTELS
CODE-CARD fig. 2
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de auto worden twee sleutels geleverd en de CODE-
card waarop staat aangegeven:
A de elektronische code;
B de mechanische code van de sleutels die bij aanvraag
van duplicaatsleutels aan het Fiat Servicenetwerk moet
worden overhandigd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schake-
lingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootgesteld. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens
opnieuw in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft,
probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleu-
tels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het
Fiat Servicenetwerk.
Als het lampje
Ytijdens het
rijden gaat branden
❒Als het lampjeYgaat branden, betekent dit dat het
systeem zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering
van de spanning).
❒Als het lampjeYblijft branden, wendt u dan tot het
Fiat Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektroni-
sche componenten in de sleutel beschadigd
worden.
F0V0104mfig. 2
Als de auto wordt verkocht, moeten alle
sleutels en de CODE-card overhandigd wor-
den aan de nieuwe eigenaar.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 5
Page 10 of 274

9
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in drie standen worden gedraaid fig. 7:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar, stuurslot inge-
schakeld. Enkele elektrische installaties werken (bijv.
autoradio, centrale portiervergrendeling).
❒MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.
❒AVV: motor starten (stand zonder vergrendeling).
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.
F0V0006mfig. 7
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STUURSLOT
Inschakelen
Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-/
contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in
stand MAR draait.
Als het start-/contactslot is geforceerd
(bijv. bij een poging tot diefstal) moet u,
voordat u weer met de auto gaat rijden, de wer-
king van het slot laten controleren bij het Fiat Ser-
vicenetwerk.
ATTENTIE!
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 9
Page 15 of 274

14
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 14
Op het beginscherm kan het volgende worden weerge-
geven:
A Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is in-
geschakeld).
B Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller).
C Tijd (wordt altijd weergegeven, ook bij uitgenomen
sleutel en gesloten voorportieren).
D Weergave START&STOP-functie (voor bepaalde uit-
voeringen/ markten).
E Gear Shift Indication (schakeladvies) (voor bepaalde uit-
voeringen/ markten).OpmerkingBij uitgenomen contactsleutel wordt bij het
openen van een portier, het display ingeschakeld en wordt
enkele seconden het klokje en het totaal aantal afgelegde
kilometers (of mijlen) weergegeven.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 15
▲Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven
te doorlopen of de weergegeven waarde te verhogen.
SETESCKort indrukken voor toegang tot het menu
en/of doorgaan naar het volgende scherm of
bevestigen van een keuze.
Even ingedrukt houden om terug te keren
naar het beginscherm.
▼Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar
beneden te doorlopen of de weergegeven waarde te
verlagen.
F0V0011mfig. 14F0V0012mfig. 15
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 14
Page 20 of 274

19
F0V0038mfig. 16F0V0012mfig. 17
F Weergave START&STOP-functie (voor bepaalde uit-
voeringen/ markten).
G Gear Shift Indication (schakeladvies) (voor bepaalde uit-
voeringen/ markten).
Opmerking Bij het openen van een van de voorportieren
wordt het display verlicht en wordt enkele seconden de
tijd en de kilometer-/mijltotaalteller weergegeven.
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 17
▲Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven
te doorlopen of de weergegeven waarde te verhogen.
SETESCKort indrukken voor toegang tot het menu
en/of doorgaan naar het volgende scherm of
bevestigen van een keuze. Even ingedrukt hou-
den om terug te keren naar het beginscherm.
▼Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar be-
neden te doorlopen of de weergegeven waarde te ver-
lagen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display,
dat tijdens het rijden nuttige informatie aan de bestuurder
levert aangepast aan de eerder gekozen instelling.
BEGINSCHERM fig. 16
Op het beginscherm kan het volgende worden weerge-
geven:
A Datum.
B Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller).
C Tijd (wordt altijd weergegeven, ook bij uitgenomen
sleutel en gesloten voorportieren).
D Buitentemperatuur.
E Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is in-
geschakeld).
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:04 Pagina 19
Page 60 of 274

59
F0V0052mfig. 45
DIMLICHT/BUITENVERLICHTING fig. 45
Draai met de contactsleutel in stand MAR, de draaiknop
in stand
2. Als het dimlicht wordt ingeschakeld, schakelt
de dagverlichting uit en schakelen de buitenverlichting en
het dimlicht in. Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
3branden. Draai met de contactsleutel in
stand STOP of met uitgenomen sleutel, de draaiknop van
standOin stand
2; de buitenverlichting en de kente-
kenplaatverlichting schakelen in. Op het instrumentenpa-
neel gaat het controlelampje
3branden.
GROOTLICHT fig. 45
Druk de hendel naar voren in de richting van het dash-
board, als de draaiknop reeds in stand
2staat (vergren-
delde stand). Op het instrumentenpaneel gaat het con-
trolelampje
1branden. Als vervolgens de hendel naar het
stuurwiel wordt getrokken, dan dooft het grootlicht en
wordt het dimlicht weer ingeschakeld.
BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel fig. 45 bedient u de buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als de contactsleu-
tel in stand MAR staat. Als u de buitenverlichting inscha-
kelt, gaat ook de verlichting van het instrumentenpaneel
en van de bedieningsknoppen op het dashboard branden.
DAGVERLICHTING (DRL) fig. 45
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u met de sleutel in stand MAR de draaiknop in stand
Ozet, wordt automatisch de dagverlichting ingeschakeld;
de andere lampen en de interieurverlichting blijven uitge-
schakeld. De automatische inschakeling van de dagverlich-
ting kan worden in- of uitgeschakeld via het menu op het
display (zie de paragrafen Digitaal display/Multifunctioneel
display” in dit hoofdstuk). Als de dagverlichting wordt uit-
geschakeld, dan wordt met de draaiknop in stand
Ogeen
enkele verlichting ingeschakeld.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De dagverlichting is een alternatief voor
het dimlicht tijdens het rijden overdag. De-
ze dagverlichting is in bepaalde landen verplicht
en waar niet verplicht, toegestaan. De dagver-
lichting is geen vervanging voor het dimlicht tij-
dens het rijden in tunnels of in het donker. Het ge-
bruik van de dagverlichting is afhankelijk van de
wettelijke voorschriften van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
ATTENTIE!
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 59
Page 61 of 274

60
FV0053mfig. 46
Functie „lane change” (wisselen van rijbaan)
Als u bij wisseling van rijstrook kort richting wilt aange-
ven, moet u de linker hendel korter dan een halve secon-
de in de onvergrendelde stand zetten. De richtingaanwij-
zer aan de gekozen zijde knippert 5 keer en dooft daarna
automatisch.
„FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaal-
de tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de contactsleutel in stand
STOP te draaien of uit te nemen en de linker hendel bin-
nen 2 minuten na het uitzetten van de motor naar het stuur
te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de verlichting 30 se-
conden langer branden, tot een maximum van 210 se-
conden; hierna schakelt de verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat het controle-
lampje op het instrumentenpaneel branden en verschijnt
er een melding op het display (zie het hoofdstuk Lamp-
jes en meldingen”) gedurende de tijd die de functie actief
blijft. Het lampje gaat branden als de hendel voor het eerst
bediend wordt en blijft branden totdat de functie auto-
matisch uitschakelt. Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt alleen de inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur ge-
trokken. GROOTLICHTSIGNAAL fig. 45
Trek de hendel naar het stuur (stand zonder vergrende-
ling). Op het instrumentenpaneel gaat het controlelamp-
je
1branden.
RICHTINGAANWIJZERS fig. 46
Zet de hendel in de vergrendelde stand:
❒omhoog (stand 1): inschakeling rechter richtingaan-
wijzer;
❒omlaag (stand 2): inschakeling linker richtingaanwijzer.
Op het instrumentenpaneel knippert het controlelampje
¥ofÎ.
De richtingaanwijzers schakelen automatisch uit als de au-
to weer rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven, voor het uitvoeren van
een handeling waarvoor het stuurwiel slechts weinig hoeft
te worden verdraaid, dan drukt u de hendel iets omhoog
of omlaag zonder dat de hendel vergrendelt. Zodra u de
hendel loslaat, gaat deze automatisch terug.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 60
Page 63 of 274

62
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De werking is alleen mogelijk als de contactsleutel in stand
MAR staat.
Inschakelen
Als u de draaiknop in stand
'zet, schakelt de achter-
ruitwisser als volgt in:
❒in intervalstand als de ruitenwissers voor niet zijn in-
geschakeld;
❒synchroon (met de helft van de frequentie van de rui-
tenwissers voor) als de ruitenwissers voor zijn inge-
schakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor de achteruit
inschakelt, gaat automatisch ook de achterruitwisser con-
tinu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt (onvergrendel-
de stand), schakelt de achterruitsproeier in. Als u de hen-
del langer dan een halve seconde naar het dashboard ge-
duwd houdt, schakelt ook de achterruitwisser in. Als u de
hendel loslaat, wordt het intelligente wis-/wasprogram-
ma ingeschakeld, zoals bij de ruitenwissers voor.
Uitschakelen
De werking stopt als de hendel wordt losgelaten.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gebruik de achterruitwisser niet om opge-
hoopte sneeuw of ijs van de achterruit te
verwijderen. In die omstandigheden grijpt,
als de ruitenwissers te zwaar worden belast, de be-
veiliging in, die ervoor zorgt dat de ruitenwisser en-
kele seconden worden uitgeschakeld. Als hierna de
werking niet wordt hervat, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk.
KOPLAMPSPROEIERS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze functie werkt als u, bij ingeschakeld dimlicht, de rui-
tensproeiers inschakelt.
BELANGRIJK Controleer regelmatig of de koplamp-
sproeiers schoon en in goede staat zijn.
De koplampsproeiers werken niet als er
minder dan 1,6 liter ruitensproeiervloeistof
in het reservoir zit.
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 62
Page 70 of 274

69
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De plafondverlichting achter dooft geleidelijk, onmiddel-
lijk na het sluiten van alle zijschuifdeuren en achterdeu-
ren (achterdeuren of achterklep) als de contactsleutel in
stand MAR staat.
De plafondverlichting achter dooft geleidelijk, 10 secon-
den na het sluiten van alle zijschuifdeuren en achterdeu-
ren (achterdeuren of achterklep) met de contactsleutel
in stand OFF.
Uitvoeringen Doblò/Doblò Combi
Inschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor en achter gaat branden na het
openen van een van de voorportieren of zijschuifdeuren
en blijft 3 minuten branden als ten minste een van deze
deuren geopend blijft.
Uitschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor en achter dooft geleidelijk, on-
middellijk na het sluiten van alle voorportieren en zij-
schuifdeuren als de contactsleutel in stand MAR staat.
De plafondverlichting voor en achter dooft geleidelijk,
10 seconden na het sluiten van alle voorportieren en zij-
schuifdeuren met de contactsleutel in stand OFF. Als de uitneembare plafondverlichting in de vaste hou-
der zit, wordt de batterij van de zaklamp automatisch op-
geladen.
Bij de Cargo-uitvoeringen met dakluik
Het opladen van de plafondverlichting bij stilstaande auto
en met de contactsleutel in stand STOP of uitgenomen,
is beperkt tot 15 minuten.
PLAFONDVERLICHTING
IN-/UITSCHAKELEN
Cargo-uitvoeringen
Inschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor gaat branden na het openen van
een van de voorportieren en blijft 3 minuten branden als
ten minste een van de twee portieren geopend blijft.
De plafondverlichting achter gaat branden na het openen
van een van de zijschuifdeuren of achterdeuren (achter-
deuren of achterklep) en blijft 3 minuten branden als ten
minste een van de deuren (of de achterklep) geopend blijft.
Uitschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor dooft geleidelijk, onmiddellijk
na het sluiten van alle voorportieren als de contactsleutel
in stand MAR staat.
De plafondverlichting voor dooft geleidelijk na 10 secon-
den als alle voorportieren gesloten worden en de con-
tactsleutel in stand OFF staat.
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 69
Page 71 of 274

F0V0019mfig. 56
MISTLAMPEN VOOR fig. 56
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ze gaan branden als op knop5wordt gedrukt. Op het
instrumentenpaneel gaat het controlelampje5branden.
Als de mistlampen branden, dan brandt ook de buiten-
verlichting, terwijl de dagverlichting gedoofd is, ongeacht
de stand van de draaiknop.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
MISTACHTERLICHTEN fig. 56
Druk voor inschakeling op knop
4. Deze werken alleen
als het dimlicht of de mistlampen voor zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4
branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of schakel het
dimlicht en/of de mistlampen voor (indien aanwezig) uit.
BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor
afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrendelen;
❒de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
Bij bepaalde uitvoeringen verschijnt op het display de mel-
ding Brandstofnoodschakeling ingeschakeld zie instruc-
tieboekje” als de brandstofnoodschakeling inschakelt.
Controleer de auto zorgvuldig op brandstoflekkage, bij-
voorbeeld in de motorruimte, onder de auto of in de na-
bijheid van de brandstoftank.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
Druk voor inschakeling op de schakelaar A-fig. 56, onge-
acht de stand van de contactsleutel. Als het systeem is in-
geschakeld, branden de lampjes
Îen¥op het instru-
mentenpaneel. De lichten schakelen uit als u de schakelaar
A nogmaals indrukt.
BELANGRIJK Het gebruik van de waarschuwingsknipper-
lichten is afhankelijk van de wetgeving van het land waar-
in u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij een noodstop schakelen automatisch de waarschu-
wingsknipperlichten in en gaan gelijktijdig de lampjes
Îen¥op het instrumentenpaneel branden. De functie
schakelt automatisch uit als de remvertraging niet meer
het karakter van een noodstop heeft. Deze functie voldoet
aan de huidige wettelijke voorschriften.
70
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 70