FIAT DOBLO COMBI 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2014, Model line: DOBLO COMBI, Model: FIAT DOBLO COMBI 2014Pages: 283, PDF Size: 7.26 MB
Page 91 of 283

87
of
❒open de zijschuifdeur (Cargo-uitvoeringen);
❒bedien het mechanisme A-fig. 86 aan de binnenzijde van
de rechter achterdeur;
❒open de linker achterdeur door de betreffende hand-
greep te bedienen (zie de paragraaf Portieren” in dit
hoofdstuk).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u in een gebied rijdt waar brandstof
moeilijk verkrijgbaar is en u daarom re-
servebrandstof in een jerrycan wilt vervoeren, dan
dient u zich aan de geldende wetgeving te hou-
den. Gebruik alleen een goedgekeurde jerrycan en
bevestig deze op passende wijze. Toch zal bij een
ongeval de kans op brand groter zijn.
ATTENTIE!
Bij het gebruik van de bagageruimte mag
het maximum laadvermogen van de auto
nooit overschreden worden (zie hoofdstuk Tech-
nische gegevens”). Controleer bovendien of de ba-
gageruimte goed geladen is, om te voorkomen dat
een voorwerp bij bruusk remmen naar voren schiet
en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE!
Page 92 of 283

F0V0136mfig. 87F0V0137mfig. 88
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
De hoedenplank bestaat uit twee delen. Ga voor volledi-
ge verwijdering als volgt te werk:
❒open de achterdeuren; haak de pen A-fig. 88 los uit
de zitting door het voorste deel A-fig. 87 omhoog te
plaatsen;
❒haak de pennen B en C-fig. 88 los uit de zittingen en
plaats het achterste deel B-fig. 87 omhoog.
Als de achterbank volledig is omgeklapt, verwijder de hoe-
denplank dan zoals hiervoor is beschreven en plaats hem
dwars tussen de rugleuningen van de voorstoelen en de
omgeklapte achterbank.
Voer voor het terugplaatsen van de hoedenplank de be-
schreven handelingen in omgekeerde volgorde uit.
88
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het is absoluut verboden de achterbank
met neergeklapte rugleuning te gebruiken
voor het vervoer van lading of bagage. De lading
kan tegen de rugleuning van de voorstoelen wor-
den geworpen, waardoor de inzittenden ernstig
kunnen worden verwond.
ATTENTIE!
Page 93 of 283

89
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0127mfig. 89a
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Ga als volgt te werk:
❒open de achterdeuren en verwijder de hoedenplank
(zie de vorige paragraaf);
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❒plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de
gordel niet gespannen is of gedraaid zit;
❒trek de borghendel A-fig. 89a van de rugleuning om-
hoog en kantel de rugleuning naar voren, zodat een
vlakke laadvloer ontstaat. Als de borghendel omhoog
staat, is er een rode band” zichtbaar.
❒om de laadruimte verder te vergroten moet hendel
B-fig. 89b aan de zijkant van de zitting omhoog worden
getrokken, waarna de zitting automatisch omhoog-
komt, en de zitting en de rugleuning met de hand vol-
ledig naar voren worden geklapt fig. 89c.
F0V0203mfig. 89c
B
F0V0202mfig. 89b
Page 94 of 283

F0V0204mfig. 90
Bij de uitvoeringen met vlak neerklapbare rugleuning en
neergeklapte hoedenplank (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) kan een vlakke laadvloer fig. 90 worden ver-
kregen.
90
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Controleer bovendien of de vervoerde
voorwerpen goed geplaatst en bevestigd
zijn aan de haken op de vloer, om te voorkomen
dat ze bij bruusk remmen naar voren schieten en
letsel veroorzaken.
ATTENTIE!
De hoedenplank kan in de lage stand een maximum ge-
wicht dragen van 70 kg verdeeld over een minimum op-
pervlak van 400 mm x 400 mm fig. 90a.
OPMERKING De zitplaatsen achter hebben onder de zit-
ting elastieken om de omgeklapte zitplaats te bevestigen
aan de stangen voor de hoofdsteunen van de voorstoelen.
400mm400mm
70 kg
F0V0212mfig. 90a
Page 95 of 283

91
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
LADING VASTZETTEN
Er zijn voor de bevestiging van de lading haken op de laad-
vloer aanwezig (het aantal is afhankelijk van de uitvoering)
fig. 91-92.
F0V0047mfig. 93
MOTORKAP
Openen fig. 93-94-95
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 93 in de richting van de pijl;
❒bedien hendel B-fig 94,til de motorkap omhoog en trek
gelijktijdig de steunstang C-fig. 95 uit de klem D-fig. 95;
steek vervolgens het uiteinde van de stang in de grote
opening E-fig. 95 in de motorkap en druk de stang in
de veilige stand (kleine opening) zoals in de figuur is af-
gebeeld.
Als de steunstang verkeerd geplaatst
wordt, kan de motorkap onverwacht
dichtvallen. Voer deze handeling alleen uit als de
auto stilstaat.
ATTENTIE!
F0V0122mfig. 92
F0V0114mfig. 91
Page 96 of 283

F0V0048mfig. 9492
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Controleer of de armen van de ruitenwis-
sers tegen de ruit aanstaan voordat u de
motorkap optilt.
ATTENTIE!
Wees voorzichtig als u werkzaamheden in
de motorruimte moet verrichten en de mo-
tor nog warm is, om brandwonden te voorkomen.
Kom niet met uw handen in de buurt van de elek-
troventilateur: de elektroventilateur kan, ook bij
uitgeschakeld contact, onverwacht inschakelen.
Wacht totdat de motor is afgekoeld.
ATTENTIE!
Pas op als u sjaals, dassen of loszittende
kledingstukken draagt: deze kunnen door
de bewegende onderdelen worden gegrepen.
ATTENTIE!
Page 97 of 283

93
Sluiten fig. 95
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de
andere hand de stang C uit de zitting E en plaats de
steunstang terug in de klem D;
❒laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de mo-
torruimte zakken, laat de motorkap vallen en contro-
leer of de motorkap goed is gesloten door deze op te
tillen. De motorkap mag niet alleen door de beveiliging
vergrendeld zijn. Druk in dit laatste geval de motorkap
niet dicht, maar til hem opnieuw op en herhaal de han-
deling.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Om veiligheidsredenen moet de motorkap
tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de motorkap goed ver-
grendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat de
motorkap niet goed is vergrendeld, stop dan on-
middellijk en sluit de motorkap op de juiste wijze.
ATTENTIE!
F0V0049mfig. 95
Page 98 of 283

94
F0V0123mfig. 99
IMPERIAAL/SKIDRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich op de punten A, B,
C-fig. 99.
DAKRAILS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met twee dakrails waar-
op verschillende accessoires geplaatst kunnen worden
voor het vervoer van diverse voorwerpen (ski’s, surf-
planken enz.).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Houdt u zorgvuldig aan de wettelijke be-
palingen betreffende de maximale afme-
tingen.
ATTENTIE!
Verdeel de lading gelijkmatig en houd tij-
dens de rit rekening met een verhoogde zij-
windgevoeligheid.
Page 99 of 283

95
F0V0021mfig. 100
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het com-
fort en de veiligheid van uzelf en de overige weggebrui-
kers. Voor optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de kop-
lampen op de juiste wijze zijn afgesteld. Wendt u voor con-
trole of afstelling tot het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in
stand MAR staat en de dimlichten zijn ingeschakeld.
Als de auto beladen is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven schijnt. In dit geval
moet de stand van de koplampen worden gecorrigeerd.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Controleer na enkele kilometers opnieuw
of de bevestigingsbouten nog goed vast-
zitten.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maximum draagver-
mogen (zie het hoofdstuk Technische Ge-
gevens”).
Page 100 of 283

96
ABS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert
daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische
remdrukverdeling EBD (Electronic Braking Force Distri-
bution), die de remdruk verdeelt tussen de voor- en ach-
terwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het rem-
systeem is een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km:
tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen worden voorkomen.
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de bestuurder dit
aan een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig
geluid: dit geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan
te passen aan de beschikbare grip op het wegdek. Koplampverstelling
De koplampen kunnen worden versteld met de knoppen
Òenfig. 100 op het schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpaneel wordt de stand
aangegeven.
Stand 0 – een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 – vijf personen.
Stand 2 – vijf personen + bagage.
Stand 3 – bestuurder + maximale lading in de bagage-
ruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen
telkens als het gewicht van de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat Service-
netwerk.
KOPLAMPAFSTELLING
IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waar-
in de auto is verkocht. In die landen waarin aan de ande-
re zijde van de weg wordt gereden, moet om het tege-
moetkomende verkeer niet te verblinden, de vorm van de
lichtbundel worden gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker. Deze sticker is op-
genomen in het Fiat Lineaccessori-programma en ver-
krijgbaar bij het Fiat Servicenetwerk.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat
aan een trilling in het rempedaal. Verlaag
de remdruk niet maar houd het rempedaal juist
goed ingetrapt; op deze manier hebt u de kortste
remweg in relatie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!