dashboard FIAT DUCATO 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2010, Model line: DUCATO, Model: FIAT DUCATO 2010Pages: 286, PDF Size: 12.2 MB
Page 95 of 286

F0N0146mfig. 104F0N0055mfig. 103
ASBAK fig. 104
De uitneembare kunststof asbak kan in de
beker/blikjeshouder geplaatst worden in het midden op het
dashboard.
BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als prullenbak voor
papiertjes; als deze in contact komen met smeulende peuken
kan er brand ontstaan. AANSTEKER fig. 103
Deze bevindt zich in het midden op het dashboard.
Druk voor het inschakelen van de aansteker op de knop op
de aansteker, als de contactsleutel in stand MAR staat.
Na ongeveer 15 seconden springt de knop in de beginstand
en is de aansteker klaar voor gebruik. 
BELANGRIJK Controleer altijd of de aansteker na het
indrukken ook uitschakelt.
94
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
De aansteker wordt erg heet. Gebruik de
aansteker voorzichtig en voorkom dat hij
gebruikt wordt door kinderen: risico op brand en/of
brandwonden.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:39 PM  Page 94 
Page 96 of 286

F0N0057mfig. 106F0N0056mfig. 105
ZONNEKLEPPEN fig. 105
De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de
binnenspiegel. 
Ze kunnen voor de voorruit of voor de zijruit worden
gedraaid.
95
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
STEKKERDOOS fig. 106 
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De stekkerdoos bevindt zich in het midden op het
dashboard, naast de aansteker.
Open voor gebruik de dop A.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:39 PM  Page 95 
Page 97 of 286

96
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
SCHRIJF/LEESTAFELTJE fig. 107
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
In het midden van het dashboard, boven de inbouwplaats van
de autoradio, bevindt zich een schrijftafeltje A; op enkele
uitvoeringen kan het schrijftafeltje gebruikt worden als
leestafeltje door het aan de achterzijde omhoog te trekken
en de steun op het dashboard te laten rusten, zoals
afgebeeld. 
Bij uitvoeringen met airbag aan passagierszijde is het
schrijftafeltje vast ingebouwd.
Laat het schrijftafeltje niet in verticale stand
staan als de auto rijdt.
ATTENTIE!
OPBERGRUIMTE BOVEN CABINE fig. 108 
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze ruimte bevindt zich boven de bestuurderscabine en is
geschikt voor het opbergen van lichte voorwerpen.
Maximale belasting: 
– op één plaats  ......................................................................... 10 kg
– verdeeld over de gehele ruimte  ....................................... 20 kg
F0N0058mfig. 107F0N0190mfig. 108
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:39 PM  Page 96 
Page 105 of 286

F0N0047mfig. 118F0N0132mfig. 119
BELANGRIJK Als de centrale portiervergrendeling is
ingeschakeld en een van de voorportieren wordt van
binnenuit geopend met de handgreep, dan wordt de
portiervergrendeling uitgeschakeld. Als een van de deuren
van de laadruimte van binnenuit wordt geopend met de
handgreep, dan wordt de betreffende deur ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische voeding
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu enz.) kunnen de
portieren altijd met de hand worden vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden alle portieren
automatisch vergrendeld als in het setup-menu deze functie is
ingeschakeld (zie de paragraaf “Multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
KNOP VOOR LAADRUIMTE fig. 119
De vergrendeling wordt aangegeven door een lampje op de
knop. Portierver-/ontgrendeling vanuit het interieur
Druk op de knop A-fig. 118 om de portieren/deuren te
vergrendelen en op de knop B om de portieren/deuren te
ontgrendelen. De portieren/deuren worden centraal ver-
/ontgrendeld. Als de portieren/deuren vergrendeld zijn,
brandt het lampje op de knop A; als de knop B wordt
ingedrukt, worden alle portieren/deuren ontgrendeld en
dooft het lampje. Als de portieren/deuren zijn ontgrendeld, is
het lampje gedoofd; als de knop wordt ingedrukt, worden alle
portieren/deuren vergrendeld. Alleen als alle
portieren/deuren goed gesloten zijn, wordt de
portiervergrendeling uitgevoerd.
Als de portieren zijn vergrendeld met behulp van: 
❒de afstandsbediening
❒het portierslot
kunt u de portieren/deuren niet meer ontgrendelen met de
knop A-fig. 118 op het dashboard.
104
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:40 PM  Page 104 
Page 106 of 286

Het lampje gaat in de volgende gevallen branden:
❒iedere keer nadat met de knop D of met de knop Áop
het dashboard het commando voor vergrendeling is
gegeven;
❒als het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld;
❒als een van de voorportieren wordt geopend;
❒als de portieren/deuren bij 20 km/h worden vergrendeld
(indien ingeschakeld in het menu).
Het lampje dooft als een van de deuren van de laadruimte
wordt geopend of als het commando voor
portierontgrendeling wordt gegeven (laadruimte of centraal),
of als via de afstandsbediening of het portierslot het
commando voor ontgrendeling wordt gegeven.
DEAD LOCK-SYSTEEM 
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van: 
❒de binnenhandgrepen
❒de ont-/vergrendelknoppen A-B fig. 118
hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit worden
geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij het inslaan
van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming tegen
inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere keer als
u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
105
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTERAls het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren/deuren op geen enkele
wijze van binnenuit worden geopend. Controleer
daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen
personen meer aan boord zijn. Als de batterij van de
sleutel met afstandsbediening leeg is, kan het
systeem alleen worden uitgeschakeld door de
metalen baard van de sleutel in beide portiersloten
te steken en te draaien, zoals hiervoor is beschreven:
in dat geval blijft het systeem alleen op de deuren
van de laadruimte ingeschakeld.
ATTENTIE!
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren/deuren automatisch in
als de knop 
Áop de sleutel met afstandsbediening 
fig. 115 twee keer snel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de
richtingaanwijzers 3 keer en knippert het lampje op de knop
A-fig. 118 op het schakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een of meerdere portieren
niet goed gesloten zijn: zo wordt voorkomen dat een
persoon via het geopende portier/de deur het interieur van
de auto kan betreden en, als het portier/de deur vervolgens
wordt gesloten, de auto niet meer kan verlaten.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:40 PM  Page 105 
Page 120 of 286

Voor de juiste werking van de ASR is het noodzakelijk dat de
banden van alle wielen van hetzelfde merk en type zijn. 
De banden moeten in perfecte conditie en altijd van het
voorgeschreven type, merk en afmetingen zijn.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in de ASR wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld, gaat het lampje áop het instrumentenpaneel
constant branden en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
Bovendien gaat ook het lampje in de ASR-knop branden.
Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk. In-/uitschakeling van het systeem fig. 135
Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor
wordt gestart. 
Tijdens het rijden kan het ASR-systeem worden
uitgeschakeld en vervolgens weer ingeschakeld door de
schakelaar A op het dashboard in te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje op de
knop branden en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde
uitvoeringen/markten).
Op uitvoeringen met alleen een ASR-systeem, blijft bij
uitschakeling (ASR OFF) het lampje Valtijd branden.
Als het ASR-systeem tijdens het rijden wordt uitgeschakeld,
schakelt het automatisch weer in als de auto opnieuw wordt
gestart.
F0N0077mfig. 135119
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
De prestaties van het systeem mogen de
bestuurder er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet
altijd zijn aangepast aan het wegdek, het zicht en
het verkeer. De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en overal bij de
bestuurder van de auto.
ATTENTIE!
Schakel het ASR-systeem uit als u met sneeuwkettingen rijdt:
onder deze omstandigheden levert het doorslaan van de
aangedreven wielen juist meer trekkracht op.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed  6/22/10  2:40 PM  Page 119 
Page 132 of 286

GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming zijn de voorste
veiligheidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners.
Dit systeem trekt bij een heftige frontale en zijdelingse
botsing de gordel enige centimeters aan. Op deze wijze
worden de inzittenden veel beter op hun plaats gehouden en
wordt de voorwaartse beweging beperkt.
Als de gordelspanners hebben gewerkt, dan is dit herkenbaar
aan een gordelsluiting die naar beneden is teruggetrokken; de
gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt
begeleid.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de
gordelspanner moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beetje
rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet
op brand.
De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering.
Elke verandering van de oorspronkelijke staat zal de
doelmatigheid verminderen.
Als de gordelspanner door extreme natuurlijke
omstandigheden (bijv. overstromingen, vloedgolven) met
water en modder in contact is geweest, dan moet de spanner
worden vervangen.
131
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTERDe gordelspanner werkt slechts eenmaal. 
Als de gordelspanners hebben gewerkt, moet
u zich tot het Fiat Servicenetwerk wenden om ze te
laten vervangen. De geldigheid van het systeem
staat vermeld op een plaatje dat zich in het
dashboardkastje bevindt: laat voor het verstrijken
van deze termijn het systeem door het Fiat
Servicenetwerk vervangen.
ATTENTIE!
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke
trillingen of verhitting (maximaal 100 °C
gedurende ten hoogste 6 uur) optreden,
kunnen de gordelspanners beschadigen of
activeren: bij die omstandigheden horen niet trillingen
die voortgebracht worden door een slecht wegdek of
door contacten met kleine obstakels zoals
trottoirbanden. Wendt u altijd tot het Fiat
Servicenetwerk.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval te
vergroten, zijn de oprolautomaten van de gordels voor
voorzien van trekkrachtbegrenzers die tijdens een frontale
aanrijding de piekbelasting op de borst en schouders
beperken.
129-146 DUCATO LUM NL7ed  6/22/10  2:44 PM  Page 131 
Page 135 of 286

Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden, met
betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld met
volwassenen en moeten dan ook normaal de
veiligheidsgordels omleggen.KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt met name voor
kinderen. Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn
2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest
van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwassenen,
terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere
systemen beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale
bescherming van kleine kinderen zijn opgenomen in de
Europese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot 10 kg
Groep 0+ gewicht tot 13 kg
Groep 1  gewicht: 9-18 kg
Groep 2  gewicht: 15-25 kg
Groep 3  gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping tussen de
groepen; daarom zijn in de handel systemen verkrijgbaar die
geschikt zijn voor verschillende gewichtsgroepen. Alle
systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat
absoluut niet mag worden verwijderd. 
134
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
Monteer absoluut geen kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel voor
als de airbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als
bij een ongeval de airbag in werking treedt
(opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben, ongeacht de zwaarte van het
ongeluk. Wij raden u aan kinderen altijd in een
kinderzitje op de zitplaatsen achter te vervoeren,
omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste
bescherming bieden.
ATTENTIE!
ZEER GEVAARLIJK Als het absoluut
noodzakelijk is een kind op de
passagiersstoel voor te vervoeren, in een
kinderzitje dat achterstevoren is geplaatst,
moeten de airbags aan passagierszijde
(frontairbag en zij-airbag voor de
bescherming van borstkas/bekken (sidebag), voor
bepaalde uitvoeringen/markten) in het setup-menu
worden uitgeschakeld. Controleer direct of de airbags
daadwerkelijk zijn uitgeschakeld: het
waarschuwingslampje Fop het instrumentenpaneel
moet continu branden. Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
ATTENTIE!
129-146 DUCATO LUM NL7ed  6/22/10  2:44 PM  Page 134 
Page 142 of 286

De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden
geactiveerd:
❒bij frontale botsingen, met een ander deel van de auto
dan het front, tegen makkelijk vervormbare objecten
(bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt of
tegen grindhopen);
❒als de auto onder andere auto's of
veiligheidsvoorzieningen schuift (bijvoorbeeld onder
vrachtwagens of de vangrail); omdat geen enkele
aanvullende bescherming wordt geboden op de
veiligheidsgordels. Als de airbags in deze gevallen niet
geactiveerd worden, betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert. 
FRONTAIRBAGS
De auto is voorzien van frontairbags voor de bestuurder en
de passagier. 
De frontairbags (bestuurder / passagier) beschermen de
inzittenden voor bij middelzware en zware frontale
botsingen, door het opblazen van een luchtkussen tussen de
inzittende en het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soorten
botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan enz.),
betekent dit niet dat het systeem niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, indien
nodig, dat het kussen wordt opgeblazen. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van de inzittenden voor
wordt opgevangen en de kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier) zijn geen
vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bovendien is het dragen
van veiligheidsgordels wettelijk verplicht in Europa (en in de
meeste landen daarbuiten).
Als de frontairbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het
grootste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de
bestuurder en het dashboard en de voorpassagier.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen veiligheidsgordel
heeft omgelegd, in contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de inzittende
minder door de airbag beschermd.
141
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
Plaats geen stickers of andere objecten op
het stuurwiel, op het deksel van de airbag
aan passagierszijde of op de zijkant van de
hemelbekleding. Plaats geen voorwerpen op het
dashboard aan passagierszijde (bijv. een mobiele
telefoon), omdat deze het correct openen van de
airbag aan passagierszijde kunnen hinderen en de
inzittenden ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
Bij lichte aanrijdingen (waarbij de bescherming door de
veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet
geactiveerd. Daarom is het gebruik van de veiligheidsgordels
absoluut noodzakelijk, want de gordel houdt de inzittende bij
een zijdelingse botsing in de juiste positie en voorkomt dat de
inzittende uit de auto wordt geslingerd bij zware botsingen.
129-146 DUCATO LUM NL7ed  6/22/10  2:44 PM  Page 141 
Page 143 of 286

F0N0072mfig. 156
F0N0324mfig. 155
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 156
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) 
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.  FRONTAIRBAG AAN 
BESTUURDERSZIJDE fig. 155
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor
bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is geplaatst.
142
WEGWIJS 
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN 
EN RIJDEN
LAMPJES 
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD 
EN ZORG
TECHNISCHE 
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de airbag aan
passagierszijde is ingeschakeld (ON). Als bij
een ongeval de airbag wordt geactiveerd,
kan het kind hierdoor dodelijke
verwondingen oplopen. Als er geen andere
mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden als het
kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt
geplaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als het niet wettelijk
verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen, de airbag
onmiddellijk weer in te schakelen zodra er geen
kinderen meer vervoerd worden.
ATTENTIE!
129-146 DUCATO LUM NL7ed  6/22/10  2:44 PM  Page 142