sensor FIAT FIORINO 2017 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2017, Model line: FIORINO, Model: FIAT FIORINO 2017Pages: 274, PDF Size: 6 MB
Page 109 of 274

geen enkele handeling uitvoert, dan schakelt het
Start&Stop-systeem de motor definitief uit om
brandstof te besparen In dergelijke gevallen kan de
motor alleen m.b.v. de contactsleutel worden gestart.
OpmerkingSchakel het Start&Stop-systeem uit,
als u niet wilt dat de motor wordt uitgeschakeld. Dit
is altijd mogelijk.
ONREGELMATIGE WERKING
Als een storing in het Start&Stop-systeem aanwezig
is, wordt het systeem uitgeschakeld. De bestuurder
wordt geïnformeerd over de storing door het
branden van het algemene waarschuwingslampje A
fig. 107 en, indien aanwezig, met een bericht en
het storingssymbool B fig. 107 op het
instrumentenpaneel.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.AUTO LANGERE TIJD STALLEN
Als het voertuig wordt gestald moet ervoor worden
gezorgd dat de elektrische voeding van de accu
wordt losgekoppeld. Maak de stekker A fig. 108 los
(door knop B in te drukken) van de C
controlesensor van de accutoestand, geïnstalleerd op
de minpool D van de accu; Deze sensor mag nooit
losgemaakt worden van de pool, behalve als de accu
vervangen wordt.
BELANGRIJK Wacht, nadat de contactsleutel naar
STOP is gedraaid, minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te koppelen.
BELANGRIJK
Wendtuvoorhetvervangenvandeaccu
tot het Fiat Servicenetwerk.Vervang de
accu door een accu van hetzelfde type en met
dezelfde specificaties.
fig. 107F0T0427fig. 108F0T0428
105
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 163 of 274

STORING ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING - FIAT CODE
(geel) - STORING DIEFSTALALARM
(indien aanwezig - geel) -
INBRAAKPOGING (geel)
Storing elektronische startblokkering Fiat
CODE.
Als het lampje continu brandt en de contactsleutel
staat in stand MAR, geeft dit een mogelijke storing
aan (zie "Fiat Code" in het hoofdstuk "Dashboard en
bediening").
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende
melding op het display.
BELANGRIJK Als de lampjes
entegelijk
branden, dan is er een storing in de Fiat CODE.
Als bij draaiende motor het lampje
knippert,
geeft dit aan dat de auto niet wordt beschermd door
het startblokkeersysteem (zie "Fiat Code" in het
hoofdstuk "Dashboard en bediening").
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om alle sleutels
in het geheugen te laten opslaan.
Storing diefstalalarm
Als het lampje
(of het symbool op het display)
gaat branden, is er een storing in het diefstalalarm.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende
melding op het display.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.Inbraakpoging
Als het lampje snel knippert of als het symbool op
het display gaat branden, dan is er een inbraakpoging
gesignaleerd. Op enkele uitvoeringen verschijnt de
bijbehorende melding op het display.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk.
ALGEMENE STORINGSMELDING
(geel)
Het lampje gaat branden als een van de volgende
gebeurtenissen optreedt.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden als een storing in de
oliedruksensor wordt gesignaleerd.
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
Storing buitenverlichting
Het lampje gaat branden (bepaalde uitvoeringen) als
er een storing is in een van de volgende systemen:
buitenverlichting
remlichten
mistachterlichten
richtingaanwijzers
kentekenverlichting.
159
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 164 of 274

De storing kan betreffen: het doorbranden van een
of meer lampen, doorbranden van de bijbehorende
zekering of een onderbreking in de elektrische
verbinding.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende
melding op het display.
Inschakeling brandstofnoodschakelaar
Het lampje gaat branden wanneer de
brandstofnoodschakelaar wordt ingeschakeld.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Storing parkeersensoren
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Zie hetgeen beschreven is voor het storingslampje
van de parkeersensoren.
Storing waarschuwingslampje
Het lampjegaat branden en knippert om een
storing van het lampje
aan te geven. In dat geval
kan het lampje
mogelijk geen storingen in de
veiligheidssystemen aangeven.
Laat het systeem controleren door het Fiat
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
TPMS (geel)
Storing TPMS
Het lampje gaat branden en knippert gedurende
ongeveer 75 seconden, wanneer het permanent blijft
branden is er een storing in het TPMS gedetecteerd.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band spanning
verliest. Onder deze omstandigheden kunnen de
optimale levensduur van de banden en het
benzineverbruik niet gegarandeerd worden.
REMBLOKSLIJTAGE (geel)
Het lampje gaat branden als de remblokken voor
versleten zijn; laat deze in dat geval zo snel mogelijk
vervangen.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het display de
betreffende melding.
160
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 165 of 274

STORING PARKEERSENSOR (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Het lampje gaat branden als een storing in de
parkeersensor wordt gesignaleerd.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje
branden.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het display de
betreffende melding.
STORING START&STOP SYSTEEM
(geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Het lampje gaat branden als een storing in het
Start&Stop systeem wordt gedetecteerd. Op enkele
uitvoeringen gaat het lampje
branden.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt op het display de
betreffende melding.
ASR-SYSTEEM UITGESCHAKELD
(geel)
Het ASR-systeem kan worden uitgeschakeld door
het indrukken van de knop ASR OFF.
Het lampje gaat branden om te bestuurder te
waarschuwen dat het systeem is uitgeschakeld.
Als de ASR OFF knop weer wordt ingedrukt, gaan
het waarschuwingslampje uit om de bestuurder
te informeren dat het systeem weer is ingeschakeld.
INSCHAKELING TRACTION
PLUS-SYSTEEM (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Het lampje gaat branden als het Traction Plus-
systeem wordt ingeschakeld door het indrukken van
de T+ knop op het dashboard.
De led op de knop gaat branden.
Storing Traction Plus-systeem
Wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid en het
waarschuwingslampje tijdens het rijden blijft
branden of gaat branden samen met de led op de
knop en het waarschuwingslampje
, contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
161
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 195 of 274

STROOMVERBRUIKER - fig. 182 ZEKERING AMPÈRE
Aircocompressor F19 7,5
Achterruitverwarming/Verwarming buitenspiegels F20 30
Brandstofpomp F21 15
Mistlampen F08 15
Aansteker/Stekkerdoos interieur/Stoelverwarming F85 30
+15 Achteruitrijlichten/luchtkwantummeter/waterdetectiesensor in
brandstoffilter/spoelen van relais T02, T05, T14, T17 en T19 (1.4
uitvoeringen)F87 7,5
Sensor laadtoestand accu IBS voor Start&Stop systeem (1.3 Multijet
uitvoeringen met Start&Stop)F87 5
191
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 197 of 274

STROOMVERBRUIKER - fig. 184 ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht (passagierszijde)
F12
(*)7,5
Dimlicht (bestuurderszijde)/Koplampverstelling F13
7,5 / 5
(*)
INT/A spoelen relais SCM F31 5
Tijdgestuurde binnenverlichting
F32
(*)7,5
Knooppunt Radio/Regeleenheid
Bluetooth/Knooppunt Blue&Me™/
Diagnosestekker EOBD-systeem/Regeleenheid interieurbewaking/
Regeleenheid sirene diefstalalarmF36 10
Knooppunt instrumentenpaneel/Rempedaalschakelaar (normaal geopend) F37 5
Actuators vergrendeling portier/bagageruimte
(*)F38 20
Tweewegpomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 15
Elektrisch bediende ruit voor (bestuurderszijde)
(*)F47 20
Elektrisch bediende ruit voor (passagierszijde)
(*)F48 20
Verlichting bedieningsknoppen/Regeleenheid parkeersensoren/Bediening
elektrisch verstelbare buitenspiegels/Regeleenheid interieurbewakingF49 5
INT knooppunt Radio/Regeleenheid
Bluetooth/Knooppunt Blue&Me™/
Elektrische verstelling buitenspiegels/Koppelingspedaalschakelaar/
Bediening remlichten (normaal gesloten)F51 7,5
Knooppunt instrumentenpaneel F53 5
Verwarming buitenspiegels F41 7,5
Beschikbaar F45 -
Beschikbaar F46 -
Beschikbaar F90 -
(*)Voor bepaalde versies/markten
193
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
®
®
Page 205 of 274

km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
controleren (waar voorzien)●●●●●●
Werking van de ruitenwisser/ruitensproeier controleren en
sproeiers afstellen●●●●●●
Slot van motorkap op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●●
Controleren of de onderste rails van de zijschuifdeuren schoon
zijn (of elke 6 maanden)●●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●●
Koppelingspedaal controleren en indien nodig afstellen●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
controleren en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Spanning van aandrijfriem(en) hulporganen controleren (versies
zonder automatische riemspanner) (of elke 2 jaar)●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen
(2)●●●●●●
Bougie vervangen●●●●●●
(2) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter om de 12 maanden vervangen worden. Als
de auto in stoffige gebieden wordt gebruikt, dan wordt aanbevolen de motorolie elke 12 maanden te vervangen.
201
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 208 of 274

km x 1000 35 70 105 140 175
Jaren 2 4 6 8 10
Slot van motorkap op aanwezigheid van vuil controleren, schoonmaken
en mechanismen smeren●●●●●
Controleren of de onderste rails van de zijschuifdeuren schoon zijn (of
elke 6 maanden)●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren en
de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
De vloeistof van de mechanische versnellingsbak controleren●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met DPF)
(2)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(3)
(2) Het daadwerkelijke interval voor het vervangen van de olie en het motoroliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van
het voertuig en wordt aangegeven door het waarschuwingslampje of bericht (indien aanwezig) in het instrumentpaneel (zie
hoofdstuk "Waarschuwingslampjes en berichten"). Het mag echter nooit meer dan 24 maanden bedragen. Als het voertuig
overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het oliefilter elke 12 maanden vervangen worden.
(3) Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht
de afgelegde afstand. Stoffige omgevingen en/of veeleisend gebruik (koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van
de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
204
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 270 of 274

Luchtroosters in het midden
en aan de zijkanten ................... 49
Minimum motoroliepeil ............ 155
Mistachterlichten ........................ 68
– Lampje .................................... 162
Mistlampen ................................... 67
– Lampje .................................... 162
Mistlampen voor (lampen
vervangen) ................................. 181
Montagemogelijkheden voor
Universele Isofix
kinderzitjes op de
verschillende plaatsen in
het voertuig............................... 128
Montagevoorbereiding Isofix
kinderzitje.................................. 126
Motor ........................................... 229
Motor opwarmen na het
starten ........................................ 141
Motor uitzetten ......................... 142
Motorcode .................................. 227
Motorcodes................................. 228
Motorkap
– Openen.................................... 82
– Sluiten ...................................... 83
Motorkoelvloeistof .................... 211
Motorolie..................................... 210Motorolie (lampje
onvoldoende oliekwaliteit) .... 154
Motorolie (lampje te lage
druk) ........................................... 154
MSR ................................................ 91
Multifunctioneel display
– Bedieningsknoppen ............... 25
– Set-up-menu ........................... 27
– Standaardscherm ................... 25
Niet goed gesloten
portieren.................................... 155
Niet omgelegde
veiligheidsgordels ..................... 155
Niveaus controleren ................. 207
Noodgevallen .............................. 164
Noodstart ................................... 142
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd
Onderhoud ............................... 199
Onderhoud en zorg -
geprogrammeerd
onderhoudsschema ................. 206
Onderhoud en zorg -
Geprogrammeerd
Onderhoudsschema ................ 200
Opbergvak.................................... 68
Opkrikken van de auto............. 196
Oppompen .................................. 173Parkeersensoren ........................ 100
Parkeersensoren
(waarschuwingslampje
storing) ....................................... 161
Parkeerverlichting ....................... 57
Parkeren ....................................... 143
Plafondverlichting........................ 63
Plafondverlichting achter .......... 185
Plafondverlichting met
kantelbaar lampenglas
(vervangen van het lampje).... 184
Plafondverlichting met
spotverlichting (vervangen
van het lampje) ......................... 184
Plafondverlichting voor ............. 184
Pollenfilter ................................... 214
Portieren
(ver-/ontgrendeling).................. 72
Prestaties ..................................... 241
Radiozendapparatuur en
mobiele telefoons .................... 109
Remblokken
(waarschuwingslampje
slijtage) ....................................... 160
Remlichten (lampen
vervangen) ................................. 181
Remmen
– eigenschappen ....................... 231
ALFABETISCH
REGISTER
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
– Achter...................................... 44Koelvloeistoftemperatuurmeter 18Luchtfilter .................................... 214
Page 272 of 274

Voorgloeibougies (lampje
voorgloeien/storing
voorgloeien) .............................. 157
Voorste stopcontact .................. 69
Waarschuwingsknipperlichten . 67
Waarschuwingslampje airbag .. 151
Waarschuwingslampje
algemene storing ...................... 159
Waarschuwingslampje
brandstofreserve ...................... 157
Waarschuwingslampje
inbraakpoging............................ 159
Waarschuwingslampje
inspuitsysteem/
EOBD-motormanagement
...................................... 156
Waarschuwingslampje
koelvloeistof.............................. 151
Waarschuwingslampje
storing alarm ............................. 159
Waarschuwingslampje
storing elektronische
startblokkering (Fiat
CODE) ....................................... 159Waarschuwingslampje
storing parkeersensoren ........ 161
Waarschuwingslampje te
laag
remvloeistofniveau/
aangetrokken handrem ........... 151
Waarschuwingslampje
versleten remblokken ............. 160
Waarschuwingslampje
voorgloeibougies ...................... 157
Waarschuwingslampje water
in brandstoffilter ...................... 157
Wielen .......................................... 233
Wielen en banden ..................... 217
Wielophanging ............................ 231
Wieluitlijning ............................... 233
Winterbanden ............................ 143
Wisserblad achterruitwisser
vervangen................................... 220
Wisserbladen ruitenwissers
vervangen................................... 220
Zekeringen (vervangen)............ 186Zekeringen in
zekeringenkast in interieur .... 192
Zekeringen in
zekeringenkast in
motorruimte ............................. 188
Zijairbags...................................... 136
– Zijairbags ................................ 136
Zijschuifdeuren ............................ 73
Zitplaatsen
– Inklapbare
passagiersstoel ....................... 39
– Toegang tot de
zitplaatsen achter .................. 40
– Zitplaatsen voor .................... 38
Zonnekleppen.............................. 71
Zwaar gebruik van de auto ... 206
ALFABETISCH
REGISTER
systeem
...
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
FCA Italy S.p.A. - MOPAR - Technical Services - Service Engineering
Largo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Turijn (Itali )
. 0 . . - 0 /2016 - 1 edi6399831 2 Druknummer NL e tie
e