FIAT FREEMONT 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2011, Model line: FREEMONT, Model: FIAT FREEMONT 2011Pages: 289, PDF Size: 5.06 MB
Page 51 of 289

Voor uitvoeringen met Uconnect Touch™ 4.3:
Kies de toets CLIMATE (aan de linkerzijde van het
Uconnect Touch™ display) om het bedieningsscherm
van de klimaatregeling te openen.Kies eenmaal de schermtoets voor de stoel
"Driver" of "Pass" (op het Uconnect Touch™
display) om de HI-level verwarming te selec-
teren. Kies de schermtoets een tweede maal
om de LO-level verwarming te selecteren. Kies de
schermtoets een derde maal om de verwarmingsele-
menten uit te schakelen (OFF).
Voor uitvoeringen met Uconnect Touch™ 8.3
en 8.3 Nav:
Kies de schermtoets "Controls" op het Uconnect
Touch™ display. (afb. 18) Kies eenmaal de schermtoets voor de stoel
"Driver" of "Pass" om de HI-level verwarming
te selecteren. Kies de schermtoets een
tweede maal om de LO-level verwarming te
selecteren. Kies de schermtoets een derde maal om de
verwarmingselementen uit te schakelen (OFF).
(afb. 19) OPMERKING: Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf minuten dat de stoel
warm wordt.
Als u de stand Hi-level hebt geselecteerd, geeft de
verwarming extra veel hitte tijdens de eerste vier
gebruiksminuten. Daarna neemt de uitgestraalde hitte
af tot het normale hoge niveau. Als het hoge niveau is
geselecteerd, schakelt het systeem automatisch na
maximaal 60 minuten continue werking terug naar laag
niveau. Op dat moment verandert het display van HI(afb. 18) Schermtoetsbediening
(afb. 19)Schermtoets "Heated Seats" (stoelverwarming)
44
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 52 of 289

naar LO. Het lage niveau wordt automatisch na 45
uitgeschakeld (OFF).
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of een andere licha-
melijke conditie, moeten voorzichtig zijn bij het
gebruik van de stoelverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden veroorza-
ken, met name als de verwarming langdurig
wordt gebruikt .
Plaats geen voorwerpen op de stoel die
warmte-isolerend werken, zoals een deken of
kussen. Hierdoor kan de stoelverwarming over-
verhit raken. Gaan zitten op een zitting die over-
verhit is kan leiden tot ernstige brandwonden als
gevolg van de verhoogde oppervlaktetempera-
tuur van de zitting.
VOORSTOELEN HANDMATIG VERSTELLEN
Voor uitvoeringen met handmatig verstelbare stoelen
kunnen de bestuurdersstoel en de passagiersstoel naar
voren en naar achteren worden versteld m.b.v. de stang
vóór de zitting bij de vloer. (afb. 20)
Trek, terwijl u op de stoel zit, de stang omhoog en
beweeg de stoel voor- of achterwaarts. Laat de stang
los zodra de gewenste stand is bereikt. Beweeg vervol-
gens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelverstel-
mechanisme is vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn. Het verstellen
van een stoel tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur verliest en een
botsing met ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaakt .
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvin-
den voordat de veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is geparkeerd. Een slecht
afgestelde veiligheidsgordel kan ernstig of dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
(afb. 20) Handmatig verstelbare stoelen 45
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 53 of 289

RUGLEUNING VERSTELLEN
De regelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Leun, om de rugleuning te verstellen, licht naar
voren, trek de hendel omhoog, leun naar achteren tot
de gewenste stand is bereikt en laat de hendel los. Om
de rugleuning naar de normale stand terug te brengen
leunt u naar voren en licht de hendel omhoog. Laat de
hendel los wanneer de rugleuning zich in de stand
rechtop bevindt. (afb. 21)
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen af als de auto gepar-
keerd staat .
Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust . Bij een aanrijding zou u dan onder de
autogordel door kunnen glijden en zo ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Gebruik de rugleu-
ningversteller uitsluitend terwijl de auto gepar-
keerd staat .
HOOGTEVERSTELLING
BESTUURDERSSTOEL — INDIENAANWEZIG
De hendel voor de hoogteverstelling bevindt zich aan
de buitenzijde van de stoel. Breng de hendel naar boven
om de zitting te verhogen. Breng de hendel naar bene-
den om de zitting te verlagen. De hoogteverstelling van
de stoel bedraagt in totaal circa 55 mm. (afb. 22)
(afb. 21) Hendel rugleuning
46
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 54 of 289

NEERKLAPBARE VOORSTOEL
PASSAGIERSZIJDE — INDIEN AANWEZIG
Met deze functie wordt de laadruimte uitgebreid. Als
de stoel wordt neergeklapt, vormt hij een verlenging
van het laadvloeroppervlak (zodat langwerpige voor-
werpen van de achterklep tot aan het instrumentenpa-
neel in de auto passen.) De neerklapbare rugleuning
heeft ook een hard oppervlak dat u kunt gebruiken als
uw werkvlak als de stoel wordt neergeklapt en het
voertuig niet in beweging is. (afb. 23)
Trek de hendel van de rugleuning omhoog om de stoel
neer of op te klappen.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. Stel de stoel al-
leen in als de auto geparkeerd staat .
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico van letsel
te verlagen door de bewegingsvrijheid van het hoofd te
beperken tijdens aanrijdingen van achteren. De hoofd-
steunen moeten zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de bovenkant van de
hoofdsteun bevindt.
(afb. 22) Hoogteverstellingshendel van stoel
(afb. 23) Neerklapbare stoel 47
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 55 of 289

WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle inzit-
tenden correct worden afgesteld voor-
dat u gaat rijden, of voordat de passagiers plaats-
nemen. De hoofdsteunen mogen niet worden
afgesteld tijdens het rijden. Rijden in een auto
zonder hoofdsteunen of met incorrect afgestelde
hoofdsteunen kan leiden tot ernstig of dodelijk
letsel bij botsingen.
Actieve hoofdsteunen (AHR) — voorstoelen
Actieve hoofdsteunen zijn passieve componenten die
kunnen worden geactiveerd. Auto's met dit systeem
kunnen niet eenvoudigweg aan de hand van markerin-
gen worden geïdentificeerd, maar alleen door visuele
inspectie van de hoofdsteun. De hoofdsteun zal zich in
twee helften splitsen; de voorste helft bestaat uit zacht
schuim en bekleding en de achterste helft uit decoratief
plastic.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een botsing
van achteren worden geactiveerd, schuift de voorste
helft van de actieve hoofdsteun naar voren om de
afstand tussen het achterhoofd van de inzittende en de
actieve hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsingen van
achteren het risico van letsel bij de bestuurder en
voorpassagier te voorkomen of te verlagen. Raadpleeg
“Veiligheidsgordelsystemen” in “Veiligheid” voor meer
informatie. Trek aan de hoofdsteunen om ze hoger af te stellen. Als
u de hoofdsteun lager wilt afstellen, drukt u op de
drukknop onder aan de hoofdsteun en duwt u vervol-
gens de hoofdsteun naar beneden. (afb. 24)
Voor een comfortabele positie kan de actieve hoofd-
steun naar voren en naar achteren worden gekanteld.
Als u de hoofdsteun dichter naar uw achterhoofd wilt
kantelen, trekt u de onderkant van de hoofdsteun naar
voren. Druk de onderkant van de hoofdsteun naar
achteren om de hoofdsteun bij uw hoofd vandaan te
duwen. (afb. 25) (afb. 26) OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen door een erkend
mecanicien verwijderd worden en alleen voor onder-
houdswerkzaamheden. Als een van de twee hoofdsteu-
nen verwijderd moeten worden, moet u contact opne-
men met een erkende dealer.
(afb. 24)
Drukknop
48
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 56 of 289

Raadpleeg, indien een actieve hoofdsteun is geacti-
veerd, de rubriek "Veiligheidsgordelsystemen/Actieve
hoofdsteunen (AHR)/Opnieuw instellen van de actievehoofdsteunen (AHR)" in "Veiligheid" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Plaats geen voorwerpen zoals jassen,
stoelhoezen of draagbare dvd-spelers
over de bovenkant van de hoofdsteunen. Deze
voorwerpen kunnen bij botsingen de werking van
de actieve hoofdsteunen belemmeren en leiden
tot ernstig of dodelijk letsel.
Actieve hoofdsteunen kunnen geactiveerd wor-
den als ze geraakt worden door objecten zoals
een hand, voet of losliggende voorwerpen. Om
ongewild activeren van de actieve hoofdsteunen
te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle
voorwerpen vastliggen, aangezien losliggende
voorwerpen tijdens plotseling remmen in contact
kunnen komen met de actieve hoofdsteunen. Als
aan deze waarschuwing geen gehoor wordt gege-
ven, kan persoonlijk letsel het gevolg zijn als de
actieve hoofdsteun geactiveerd wordt .
(afb. 25) Actieve hoofdsteun (normale positie)(afb. 26) Actieve hoofdsteun (gekanteld) 49
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 57 of 289

Hoofdsteunen — stoelen van de tweede zitrij
De achterstoelen zijn uitgerust met verstelbare hoofd-
steunen. Trek aan de hoofdsteunen om ze hoger af te
stellen. Als u de hoofdsteun lager wilt afstellen, drukt u
op de stelknop onder aan de hoofdsteun en duwt u
vervolgens de hoofdsteun naar beneden. (afb. 27) OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen door een erkend
mecanicien verwijderd worden en alleen voor onder-
houdswerkzaamheden. Als een van de hoofdsteunen
moet worden verwijderd, moet u contact opnemen
met een erkende dealer.
Raadpleeg "Veiligheidsgordelsystemen" in "Veilig-
heid" voor de correcte bevestiging van de gordel bij
gebruik van een kinderzitje.
WAARSCHUWING!
Rijden in een voertuig zonder hoofdsteu-
nen of met hoofdsteunen die niet goed
zijn afgesteld kan leiden tot ernstig letsel of de
dood in geval van een botsing. Voor u in het
voertuig gaat rijden moet u altijd de hoofdsteu-
nen controleren. De hoofdsteunen mogen nooit
worden afgesteld in een rijdende auto.
DERDE ZITRIJ — UITVOERINGEN VOOR
ZEVEN PASSAGIERS
Deze hoofdsteunen zijn niet verstelbaar en kunnen niet
worden verwijderd. Ze kunnen echter wel naar voren
worden geklapt als ze niet in gebruik zijn.
WAARSCHUWING!
Laat nooit iemand meerijden op de
derde zitrij, tenzij de hoofdsteun is opge-
klapt en vergrendeld. Als aan deze waarschuwing
geen gehoor wordt gegeven, kan dit bij een onge-
val lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
60/40-GEDEELDE ACHTERBANK VAN DE
TWEEDE ZITRIJ
Voor extra opbergruimte kunnen alle stoelen op de
tweede zitrij worden neergeklapt. Hierdoor wordt
extra laadruimte gecreëerd en blijft er zo nodig vol-
doende zitruimte over.
(afb. 27) Stelknop
50
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 58 of 289

OPMERKING:Voordat een stoel in de tweede zitrij
wordt neergeklapt, moet men zorgen dat de rugleuning
van de voorstoel verticaal staat. Hierdoor kan de stoel
op de tweede zitrij eenvoudig worden neergeklapt.
WAARSCHUWING!
Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de baga-
geruimte. Bij een aanrijding lopen personen in de
bagageruimte een groter risico om ernstig of zelfs
dodelijk gewond te raken.
Vervoer geen personen in een ruimte van de
auto die niet is voorzien van stoelen en autogor-
dels.
Zorg dat iedereen in uw auto een stoel heeft en
de autogordel op de juiste wijze heeft omgedaan.
Bij modellen voor zeven passagiers mag er nie-
mand op de derde zitrij plaatsnemen als de rug-
leuningen van de tweede zitrij zijn neergeklapt .
Bij een botsing zouden de inzittenden onder de
autogordel kunnen glijden en ernstig of dodelijk
letsel kunnen oplopen.
Stoel neerklappen
1. De regelhendel bevindt zich onder aan de portier- zijde van de stoel. (afb. 28)
2. Oefen met één hand op de rugleuning lichte druk uit. 3. Licht de regelhendel met de andere hand omhoog
zodat de rugleuning iets naar voren beweegt en laat
dan de hendel los.
WAARSCHUWING!
Om persoonlijk letsel of schade aan
voorwerpen te voorkomen moet u zor-
gen dat uw hoofd en armen of andere voorwer-
pen niet beklemd raken tijdens het neerklappen
van de rugleuning.
4. Klap de rugleuning langzaam neer.
(afb. 28) Hendel rugleuning 51
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Page 59 of 289

Stoel opklappen
Klap de rugleuning op en zorg dat deze vergrendeld is.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een slecht vastgezette zitting kan
ernstig letsel veroorzaken.
Naar achteren en naar voren verstellen
De regelhendel bevindt zich aan de portierzijde van de
stoel. Licht de hendel op om de stoel naar voren of naar
achteren te verplaatsen. Laat de hendel los zodra de
stoel zich in de gewenste stand bevindt. Beweeg ver-
volgens met lichaamsdruk voorwaarts en achterwaarts
op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelver-
stelmechanisme is vergrendeld. (afb. 29)
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen in als de auto gepar-
keerd staat . Rugleuning verstellen
De verstelhendel bevindt zich aan de buitenzijde van de
stoel. Om de rugleuning naar achteren te verplaatsen
leunt u naar achteren, trek de hendel omhoog, zet de
rugleuning in de gewenste stand en laat dan de hendel
los. Om de rugleuning in de normale verticale stand
terug te zetten leunt u eerst naar achteren en licht de
hendel op en dan leunt u naar voren en laat de hendel
los zodra de rugleuning in de verticale stand staat.
(afb. 30)
(afb. 29)
Handmatig verstelbare stoelen
52
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Page 60 of 289

WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
een stoel in te stellen. Door een plotse-
linge beweging van de stoel zou u de controle
over de auto kunnen verliezen. De autogordel is
wellicht niet correct ingesteld en u kunt zo letsel
oplopen. Stel de stoel alleen af als de auto gepar-
keerd staat .
Rij nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld
dat de schoudergordel niet meer tegen uw borst-
kas rust . Bij een aanrijding zou u dan onder de
autogordel door kunnen glijden en zo ernstig of
zelfs dodelijk gewond raken. Gebruik de rugleu-
ningversteller uitsluitend terwijl de auto gepar-
keerd staat . Rugleuning / Armsteun — stoel tweede zitrij
De ontgrendellus bevindt zich boven op de rugleuning/
armleuning. Trek de ontgrendellus naar voren om te
ontgrendelen en daarna naar beneden om de rugleu-
ning / armleuning te laten zakken. (afb. 31)
Breng de rugleuning / armsteun omhoog en zet deze
vast als hij niet in gebruik is of als er extra zitplaatsen
nodig zijn.
WAARSCHUWING!
Houd de gesp schoon en vrij van belem-
meringen en zorg dat de rugleuning ste-
vig is vergrendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een slecht vastgezette zitting kan
ernstig letsel veroorzaken.
(afb. 30) Hendel rugleuning
(afb. 31)Rugleuning / armsteun 53
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD