FIAT FULLBACK 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: FULLBACK, Model: FIAT FULLBACK 2018Pages: 332, PDF Size: 10.64 MB
Page 21 of 332

Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg raakt of
er sprake is van sterke
elektromagnetische golven of lawaai,
kan het werkingsbereik kleiner zijn en
de werking instabiel worden.
Werkingsbereik voor
portiervergrendeling en
-ontgrendeling
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuig
Het werkingsbereik is ongeveer 70 cm
vanaf de vergrendel-/ontgrendelknop
van het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.
Opmerking De portieren kunnen alleen
vergrendeld en ontgrendeld worden als
u op een portierknop drukt die de
Keyless Operation-sleutel detecteert.
Opmerking Als u te dichtbij het
voorportier of de ruit van het portier
bent, werkt het systeem mogelijk niet.Opmerking Als de sleutel zich laag bij
de grond of hoog in de lucht bevindt,
werkt het systeem mogelijk niet, zelfs
niet als de Keyless Operation-sleutel
zich binnen 70 cm van de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier bevindt.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het
werkingsbereik bevindt, kan zelfs
iemand die de sleutel niet bij zich
draagt, de portieren vergrendelen en
ontgrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.
Werkingsbereik voor het starten
van de motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuigHet werkingsbereik is het interieur van
het voertuig.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich in een kleine
houder bevindt, zoals het
dashboardkastje, op het
instrumentenpaneel, het opbergvak in
het portier of de bagageruimte, is het
wellicht niet mogelijk de motor te
starten en de bedieningsmodus te
wijzigen, zelfs niet als de sleutel zich
binnen het werkingsbereik bevindt.
Opmerking Als een Keyless
Operation-sleutel zich te dicht in de
buurt van het portier of de ruit van het
portier bevindt, is het wellicht niet
mogelijk de motor te starten of de
bedieningsmodus te wijzigen, zelfs niet
als de sleutel zich buiten het voertuig
bevindt.
De Keyless Operation-functie
gebruiken
17AHA101787
18AHA101790
19AHA105437
19
Page 22 of 332

De portieren vergrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden de
portieren vergrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen één
keer en er wordt één geluidssignaal
afgegeven.
Raadpleeg ook "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Portieren ontgrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als in dit geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand staat, gaat de binnenverlichting
gedurende ongeveer 15 seconden
branden. De richtingaanwijzers
knipperen twee keer en de externe
zoemer gaat twee keer af.
Als binnen 30 seconden nadat de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier is ingedrukt, geen
portieren worden geopend, worden deportieren automatisch opnieuw
vergrendeld.
Raadpleeg "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch
in-/uitgeklapt als alle portieren met de
Keyless Operation-functie worden
vergrendeld/ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als op voertuigen uitgerust
met het Dead Lock-systeem de
vergrendel-/ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier twee keer wordt
ingedrukt, wordt het Dead
Lock-systeem ingeschakeld (raadpleeg
"Instelling van het systeem").
Opmerking De Keyless Operation-
functie werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
De Keyless Operation-sleutel bevindt
zich in het voertuig.
Er is een portier open of niet goed
dicht.
De bedieningsmodus staat niet op
"OFF".
Opmerking De tijd tussen het
ontgrendelen en het automatisch
vergrendelen kan worden gewijzigd.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.Bevestiging van vergrendeling en
ontgrendeling
De handeling kan zoals onderstaand
weergegeven worden bevestigd. De
binnenverlichting gaat echter alleen
branden als de schakelaar van de
binnenverlichting op de middelste stand
(●) staat.
Vergrendeling – de richtingaanwijzers
knipperen één keer.
Ontgrendeling – de binnenverlichting
gaat ongeveer 15 seconden branden,
de richtingaanwijzers knipperen twee
keer.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Opmerking De functie voor het
bevestigen van de handeling (knipperen
van de richtingaanwijzers) kan voor
alleen het vergrendelen of alleen het
ontgrendelen worden geactiveerd.
Opmerking De functie voor de
bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers) en
de externe zoemer kunnen worden
uitgeschakeld.
Opmerking Het aantal keer knipperen
voor de bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers)
kan worden gewijzigd.
20
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 23 of 332

Vergrendelen/ontgrendelen zonder
Keyless Operation-functie
Reservesleutel
De reservesleutel (A) kan alleen worden
gebruikt om het portier te vergrendelen
en ontgrendelen. Ontgrendel voor
gebruik van de reservesleutel de
slotschakelaar (B) en verwijder deze uit
de Keyless Operation-sleutel (C).
Opmerking Gebruik de reservesleutel
alleen in noodgevallen. Als de batterij
van de Keyless Operation-sleutel leeg
is, vervang die dan zo snel mogelijk,
zodat u de Keyless Operation-sleutel
kunt gebruiken.
Opmerking De reservesleutel is in de
Keyless Operation-sleutel geïntegreerd.
Opmerking Bewaar de reservesleutel
na gebruik altijd op de gebruikelijke
plaats.Portiervergrendeling en
-ontgrendeling
Als de reservesleutel naar voren wordt
gedraaid, worden de portieren
vergrendeld, en als de reservesleutel
naar achteren wordt gedraaid, worden
de portieren ontgrendeld. Raadpleeg
ook "Vergrendeling en ontgrendeling:
Portieren".
1 — Vergrendelen
2 — Ontgrendelen
Werking van het Dead
Lock-systeem
Voor voertuigen uitgerust met het Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden ingeschakeld
met gebruik van de vergrendel-/
ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".
20AG001082321AHA105440
21
Page 24 of 332

Inschakeling van het waarschuwingssysteem
Om te voorkomen dat het voertuig wordt gestolen of dat het Keyless Operation-systeem per ongeluk wordt gebruikt, worden
de lamp en zoemer gebruikt om de bestuurder te waarschuwen.
Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
KnipperenDe externe
zoemer gaat
4 keer af. De
interne zoemer
gaat af.Bewakingssysteem
voor de
verwijdering
van de Keyless
Operation-
sleutelAls het voertuig wordt geparkeerd,
terwijl de bedieningsmodus op
een willekeurige modus anders
dan "OFF" staat en u het portier
sluit nadat u een van de portieren
hebt geopend, en de Keyless
Operation-sleutel mee het voertuig
uit neemt. In dit geval gaat de
externe zoemer 4 keer af. Als een
voertuig wordt gestart, gaat de
interne zoemer één keer af.Als u de Keyless Operation-sleutel door een ruit uit
het voertuig verwijdert zonder een portier te openen,
werkt dit systeem niet.
De instellingen kunnen dusdanig worden gewijzigd
dat het systeem wel werkt als de Keyless
Operation-sleutel door een ruit uit het voertuig wordt
verwijderd zonder een portier te openen. Neem voor
meer informatie contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als de ID-code van de sleutel en die van het
voertuig niet overeenkomen, door bijvoorbeeld
omgevingsomstandigheden of elektromagnetische
omstandigheden, kan het waarschuwingssignaal
worden geactiveerd, zelfs als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het werkingsbereik
voor het starten van de motor bevindt.
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Preventief
systeem tegen
insluiting van
de sleutelAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat, u alle portieren sluit, terwijl
de Keyless Operation-sleutel in
het voertuig is achtergebleven, en
u de portieren probeert te
vergrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.Zorg ervoor dat u de Keyless Operation-sleutel bij u
hebt, voordat u de portieren vergrendelt. De
portieren zouden zelfs vergrendeld kunnen worden
als u de Keyless Operation-sleutel in uw voertuig
hebt achtergelaten, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en de omstandigheden
voor draadloze ontvangst.
22
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 25 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Preventief
systeem voor
niet goed
gesloten
portierenAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat en u de portieren probeert te
vergrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken,
terwijl een van de portieren niet
goed is gesloten.—
Knipperen Geen geluidKeyless
Operation-
systeemDe batterij van de Keyless
Operation-sleutel is leeg.Vervang de batterij zo snel mogelijk bij een Fiat
Servicepunt.
Branden Geen geluidKeyless
Operation-
systeemDe stroomvoorziening wordt niet
overgeschakeld van "OFF", omdat
de Keyless Operation-sleutel in
het voertuig niet kan worden
gedetecteerd. Als een
waarschuwing wordt afgegeven
dat de sleutel zich in het voertuig
bevindt, komt dit doordat de
batterij van de Keyless
Operation-sleutel leeg is of de
toestand van de radiogolven in de
omgeving slecht is.Bevestig dat de Keyless Operation-sleutel zich in het
voertuig bevindt. Als de sleutel zich in het voertuig
bevindt, steek hem dan in het contactslot. Nu zou
de motor gestart en de bedieningsmodus gewijzigd
moeten kunnen worden.
Branden Geen geluidKeyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
Keyless Operation-systeem.Als het waarschuwingslampje gaat branden, neem
dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BrandenInterne zoemer
gaat af
(intermitterende
geluiden)Keyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
elektrische systeem.Als het waarschuwingslampje gaat branden, neem
dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
23
Page 26 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
BrandenInterne zoemer
gaat af
(constante
geluiden)Keyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
elektrische systeem.Zet onmiddellijk het voertuig stil op een veilige plaats
en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.
De interne
zoemer gaat
ongeveer
1 minuut af.Herinnering
Keyless
Operation-
sleutelAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat en de Keyless
Operation-sleutel nog in het
contactslot zit, en u het
bestuurdersportier probeert te
openen.Neem de Keyless Operation-sleutel uit het
contactslot. Raadpleeg "De motor starten en
afzetten".
BrandenDe interne
zoemer gaat afStuurslotEr is sprake van een storing in het
stuurslotsysteem.Raadpleeg "Stuurslot".
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Herinnerings-
systeem
bedieningsmodus
OFFAls de bedieningsmodus in een
andere modus dan "OFF" staat en
alle portieren gesloten zijn, en u de
portieren probeert te vergrendelen
met gebruik van de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.Raadpleeg "Herinneringssysteem bedieningsmodus
OFF".
24
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 27 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
Branden Geen geluiden StartonderbrekingssysteemEr is sprake van een storing in de
elektronische startonderbreking
(antidiefstalsysteem).Zet de bedieningsmodus op "OFF" en start de
motor nog een keer. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk, als de waarschuwing niet wordt
geannuleerd.
KnipperenDe interne
zoemer gaat afStuurslot Het stuurslot blijft op slot.Ontgrendel het stuurslot volgens de procedure van
de referentiepagina. Raadpleeg "Stuurslot"
Branden Geen geluiden StuurslotHet stuurslot werkt niet naar
behoren.Raadpleeg "Stuurslot".
BELANGRIJK
1)Als u in een vliegtuig een sleutel bij zich
draagt, druk dan niet op een van de
knoppen op de sleutel. Als in een vliegtuig
op een van de knoppen wordt gedrukt,
zendt de sleutel elektromagnetische golven
uit, die de werking van het vliegtuig nadelig
zouden kunnen beïnvloeden. Als u een
sleutel in een tas hebt, zorg er dan voor dat
de knoppen op de sleutel niet gemakkelijk
abusievelijk kunnen worden ingedrukt.
2)Breng geen wijzigingen of toevoegingen
aan het startonderbrekingssysteem aan;
wijzigingen of toevoegingen zouden kunnen
leiden tot een slechte werking van de
startonderbreker.
3)Als de sleutelhoes wordt geopend, zorg
er dan voor dat geen water, stof, enz.
binnentreedt. Raak ook de interne
componenten niet aan.4)Mensen met een implanteerbare
pacemaker of een implanteerbare
cardioverter defibrillator mogen niet in de
buurt van de externe zenders (A) of de
interne zenders (B) komen, zie fig. 15,
fig. 16. De radiogolven die het Keyless
Operation-systeem gebruikt, kunnen een
negatieve invloed hebben op
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators.
5)Als u gebruik maakt van andere
elektromedische apparaten dan
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators,
neem dan van tevoren contact op met de
producent van het elektromedische
apparaat om te bepalen of de radiogolven
het apparaat negatief kunnen beïnvloeden.
De werking van elektromedische apparaten
zou kunnen worden beïnvloed door
radiogolven.
BELANGRIJK
1)Lege batterijen zijn schadelijk voor het
milieu. Lege batterijen moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
25
Page 28 of 332

CONTACTSLOT
(indien aanwezig)
LOCK
De motor is afgezet en het stuurwiel zit
op slot. De sleutel kan in deze stand
alleen worden ingestoken of
uitgenomen.
ACC
De motor is afgezet, maar het
audiosysteem en de andere elektrische
systemen kunnen nog worden bediend.
ON
Alle elektrische systemen van het
voertuig kunnen worden bediend.
START
De startmotor treedt in werking. Laat de
sleutel los zodra de motor is gestart; de
sleutel keert automatisch terug naar de
stand "ON".Opmerking Als het voertuig is uitgerust
met een elektronische startonderbreker.
Om de motor te starten, moet de
ID-code die de zender in de sleutel
verzendt, overeenkomen met de
ID-code die in de computer van de
startonderbreker is geregistreerd.
Raadpleeg "Elektronische
startonderbreker (antidiefstalsysteem)".
De sleutel uitnemen
Als op voertuigen uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak de
sleutel wordt uitgenomen, druk dan de
sleutel in op de stand "ACC", houd de
sleutel ingedrukt tot die naar de stand
"LOCK" is gedraaid en neem de sleutel
uit.
Als op voertuigen uitgerust met een
automatische versnellingsbak de sleutel
wordt uitgenomen, zet dan eerst de
versnellingspook in stand "P"
(parkeren), druk de sleutel in op de
stand "ACC", houd de sleutel ingedrukt
tot die naar de stand "LOCK" is
gedraaid en neem de sleutel uit.
6) 7) 8) 9) 10)
1) 2) 3)
MOTORSCHAKELAAR
(Indien aanwezig)
Om diefstal te voorkomen, start de
motor niet, als geen voorgeregistreerde
Keyless Operation-sleutel wordt
gebruikt. (Startonderbreking)
Als u de keyless operation-sleutel bij u
hebt, kunt u de motor starten.
24AG0004466
25AHA103488
26AHA105990
26
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 29 of 332

4) 5) 6) 7)
Opmerking Als u de motorschakelaar
gebruikt, druk deze dan volledig in. Als
de schakelaar niet volledig wordt
ingedrukt, kan het gebeuren dat de
motor niet start of dat de
bedieningsmodus niet kan worden
gewijzigd. Als de motorschakelaar goed
wordt ingedrukt, hoeft de
motorschakelaar niet ingedrukt te
worden gehouden.
Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg is of de
Keyless Operation-sleutel zich niet in
het voertuig bevindt, gaat gedurende
5 seconden een waarschuwingslampje
knipperen.
Bedieningsmodus van de
motorschakelaar en de bijbehorende
functie
UIT
Het indicatielampje op de
motorschakelaar gaat uit. De
bedieningsmodus kan niet op "OFF"
worden gezet, als de versnellingspook
(van een automatische versnellingsbak)
niet in de stand "P" (parkeren) staat.
ACC
Elektrische systemen, zoals het
geluidssysteem en het stopcontact,
kunnen worden gebruikt. Het
indicatielampje op de motorschakelaar
licht oranje op.
AAN
Alle elektrische systemen van het
voertuig kunnen worden gebruikt. Het
indicatielampje op de motorschakelaar
licht groen op. Het indicatielampje gaat
uit als de motor draait.
Opmerking Uw voertuig is uitgerust
met een elektronische startonderbreker.
Om de motor te starten, moet de
ID-code die de zender in de sleutel
verzendt, overeenkomen met de
ID-code die in de computer van de
startonderbreker is geregistreerd.
Raadpleeg "Elektronische
startonderbreker (antidiefstalsysteem)".De bedieningsmodus wijzigen
Als u op de motorschakelaar drukt
zonder het rempedaal (automatische
versnellingsbak) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) in te trappen, kunt u de
bedieningsmodus wijzigen in de
volgorde "OFF", "ACC", "ON", "OFF".
OPMERKING Verricht de volgende
procedure als de bedieningsmodus niet
kan worden gewijzigd naar OFF:
1 – Plaats de hendel van de
kiesschakelaar in “P” (PARK) en wijzig
de bedieningswijze vervolgens naar
OFF. (Voor voertuigen met
automatische versnellingsbak)
2 – Een andere oorzaak zou een lage
accuspanning kunnen zijn. Als dit het
geval is kunnen het keyless
entry-systeem, de keyless
operation-functie en het stuurslot niet
werken. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
27AHA103505
28AG0022644
27
8) 9)
Page 30 of 332

Automatische stroomonderbreking
ACC
Als de bedieningsmodus ongeveer
30 minuten op "ACC" heeft gestaan,
wordt de stroom naar het
geluidssysteem en andere elektrische
systemen die in die stand kunnen
worden gebruikt, automatisch
uitgeschakeld. (alleen als het
bestuurdersportier is gesloten en de
versnellingspook in de stand “P”
(parkeren) staat).
Als u het bestuurdersportier opent of de
motorschakelaar weer bedient, wordt
de stroomtoevoer hersteld.
Opmerking Als de stroomtoevoer van
"ACC" automatisch is onderbroken, kan
het stuurwiel niet meer op slot en
kunnen de portieren niet worden
vergrendeld of ontgrendeld met de
Keyless Entry- of Keyless
Operation-sleutel.
Opmerking De functies kunnen als
volgt worden aangepast:
De tijd die verstrijkt voordat wordt
overgegaan tot de automatische
stroomonderbreking, kan worden
verlengd tot ongeveer 60 minuten.
De automatische
stroomonderbreking van "ACC" kan
worden uitgeschakeld. Wendt u voor
nadere informatie tot het Fiat
Servicenetwerk.
Herinneringssysteem
bedieningsmodus OFF
Als de bedieningsmodus op een andere
modus dan "OFF" staat, en u de
portieren tracht te vergrendelen door op
de vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken, gaat een
waarschuwingslampje knipperen, gaat
de externe zoemer af, en kunt u de
portieren niet vergrendelen.
Herinneringssysteem
bedieningsmodus "ON"
Als het bestuurdersportier wordt
geopend, terwijl de motor is afgezet en
de bedieningsmodus op een andere
modus dan "OFF" staat, gaat de interne
herinneringszoemer van
bedieningsmodus "ON" intermitterend
af om u eraan te herinneren dat de
bedieningsmodus op "OFF" moet
worden gezet.
BELANGRIJK
6)Neem de sleutel tijdens het rijden niet uit
het contactslot. Het stuurwiel gaat dan
namelijk op slot, waardoor u de controle
over het voertuig verliest.
7)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet
men het laten controleren bij het Fiat
Servicenetwerk alvorens te gaan rijden.
8)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten,
om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Schakel de 1e versnelling in als het voertuig
op een helling omhoog staat geparkeerd
en de achteruitversnelling bij een helling
omlaag. Laat nooit kinderen zonder
toezicht in het voertuig achter.
9)Verwijder de sleutel nooit terwijl het
voertuig rijdt. Het stuurwiel zal blokkeren
zodra eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook
voor voertuigen die gesleept worden.
10)Het is ten strengste verboden om
aftermarket-werkzaamheden uit te voeren
waarbij wijzigingen aan de stuurinrichting of
de stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een diefstalbeveiliging).
Dergelijke handelingen kunnen de
prestaties, de garantie en de veiligheid
negatief beïnvloeden, waardoor het
voertuig niet meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
29AHA103505
28
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG