ESP FIAT PANDA 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: PANDA, Model: FIAT PANDA 2018Pages: 240, PDF Size: 13.62 MB
Page 130 of 240

neem de sleutel A fig. 115 uit de
gereedschapskist, draai de
vergrendeling los, pak de
gereedschapskist B en zet hem naast
het te vervangen wiel. Pak vervolgens
het ruimtebesparende reservewiel C. Bij
de versies Panda VAN en Panda 4x4
kunnen de krik en de gereedschappen
zich onder de voorstoel aan
passagierszijde bevinden;
draai de wielbouten ongeveer een
slag los d.m.v. de sleutel A fig. 116;
plaats de krik onder de auto, nabij
het te verwisselen wiel;
gebruik de voorziening A fig. 117 om
de krik te verlengen tot de bovenkant
van de krik B fig. 118 in de rand C van
de chassisbalk komt (vlakbij de
markering
op de chassisbalk);
waarschuw alle omstanders dat de
auto wordt opgekrikt; zorg dat niemand
in de buurt van de auto komt tot deze
weer helemaal op grond staat;
plaats de slinger D fig. 117 in de
zitting in voorziening A en krik het
voertuig op tot het wiel enkele
centimeters van de grond is;
verwijder het wieldeksel na de 3
wielbouten te hebben losgedraaid en
draai vervolgens de vierde wielbout los
om het wiel te verwijderen (alleen voor
versies met wieldeksel bevestigd met
wielbouten);
zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon
zijn om het losraken van de wielbouten
te voorkomen;
114F1D0723
AB
C
115F1D0073
116F1D0074
117F1D0075
118F1D0076
128
NOODGEVALLEN 
Page 131 of 240

monteer het ruimtebesparende
reservewiel door de eerste wielbout
twee slagen aan te draaien in het gat
dat zich het dichtst bij het ventiel
bevindt;
neem de sleutel A fig. 116 en draai
de wielbouten volledig vast;
draai aan de slinger van de krik D
fig. 117 om de auto omlaag te brengen.
Verwijder de krik;
53)
gebruik sleutel A fig. 116 om de
bouten om de beurt en diametraal
volledig vast te draaien;
het wordt aanbevolen om bij
vervanging van een wiel met
lichtmetalen velg het wiel
ondersteboven, met het versierde
gedeelte naar boven gericht te leggen.
EEN NORMAAL WIEL
MONTEREN
54)
Volg de eerder beschreven procedure,
krik het voertuig op en verwijder het
ruimtebesparende reservewiel.
Versies met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
zorg dat de contactvlakken van het
standaard wiel en de velg schoon
zijn om losraken van de wielbouten te
voorkomen;
monteer het standaardwiel door de
eerste wielbout 2 slagen aan te draaien
in het gat dat zich het dichtst bij het
ventiel bevindt;
monteer het wieldeksel, lijn het gat
met de bout die u gemonteerd hebt uit,
monteer vervolgens de andere bouten;
draai de wielbouten vast met de
bijgeleverde sleutel;
breng het voertuig omlaag en
verwijder de krik;
gebruik de meegeleverde sleutel om
de bouten om de beurt en diametraal
volledig vast te draaien.
Versies met lichtmetalen velgen
Ga als volgt te werk:
monteer het wiel op de naaf en draai
met de bijgeleverde sleutel de bouten
vast;
breng het voertuig omlaag en
verwijder de krik;
gebruik de meegeleverde sleutel om
de bouten om de beurt en diametraal
volledig vast te draaien;
monteer de vastgeklemde naafdop,
en zorg er daarbij voor dat het
referentiegat op het wiel samenvalt met
de referentiepen op de naafdop.
OPMERKING Indien onmjuist
gemonteerd, kan het wieldeksel
loskomen tijdens het rijden.Na voltooiing van de
werkzaamheden:
plaats het noodreservewiel in het
daarvoor bestemde vak in de
bagageruimte;
berg de krik en de andere
werktuigen in de gereedschapshouder
op;
plaats de gereedschaphouder en de
gereedschappen op het
noodreservewiel;
leg de mat van de bagageruimte
weer goed op zijn plaats.
129 
Page 132 of 240

BELANGRIJK
142)Het ruimtebesparende reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer het niet op
andere auto’s en monteer ook geen
ruimtebesparende reservewielen afkomstig
van andere auto’s. Gebruik het
ruimtebesparende reservewiel alleen in
noodgevallen. Gebruik het nooit langer dan
strikt noodzakelijk en rijd nooit harder dan
80 km/h. Op het noodreservewiel is een
oranje sticker aangebracht waarop de
belangrijkste waarschuwingen over het
gebruik en de betreffende beperkingen zijn
vermeld. Deze sticker mag nooit verwijderd
of afgedekt worden. Op de sticker staan
de volgende aanwijzingen in vier talen:
“Waarschuwing! Alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! Vervang het
noodreservewiel zo snel mogelijk door het
standaard wiel. Dek deze aanwijzingen
niet af." Monteer nooit een wieldeksel op
het noodreservewiel.
143)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Blokkeer de wielen met
blokken of andere geschikte voorwerpen
als de auto op een helling of een slecht
wegdek stilstaat.144)Een gemonteerd reservewiel wijzigt de
rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle bochten. De
totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band vervangen
worden door een nieuw exemplaar van
hetzelfde type. Monteer nooit een
standaard band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor
dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk
wordt gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet voordat ze
gemonteerd worden: ze kunnen hierdoor
losraken.145)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor
het vervangen van een wiel, als een band
lek of beschadigd raakt, op het voertuig
waarbij de krik is geleverd of bij voertuigen
van hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv.
om andere modellen voertuigen of andere
dingen op te krikken, is ten strengste
verboden. Nooit gebruiken voor onderhoud
of reparatie-activiteiten onder de auto of
om de zomer-/winterbanden te verwisselen
en andersom. Zorg dat u zich nooit
bevindt onder het opgekrikte voertuig. Als
er werk onder het voertuig verricht moet
worden, neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk. Onjuiste plaatsing van de
krik kan er toe leiden dat het opgekrikte
voertuig eraf valt: gebruik hem alleen op de
aangegeven plaatsen. Gebruik de krik niet
voor zwaardere lasten dan is aangegeven
op het plaatje op de krik. Start de motor
nooit wanneer het voertuig opgekrikt is. Als
het voertuig meer dan noodzakelijk is
opgekrikt, kan alles onstabieler worden,
met het risico dat het voertuig met een
harde klap omlaag komt. Krik daarom het
voertuig alleen op zover als nodig is, om
toegang te krijgen tot het reservewiel.
146)Als het wieldeksel niet goed
gemonteerd is, kan het tijdens het rijden
losraken. Voer nooit werkzaamheden
aan het ventiel uit. Steek nooit
gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, in overeenstemming met de
spanningswaarden die zijn aangegeven in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
130
NOODGEVALLEN 
Page 141 of 240

GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van de auto onder
optimale omstandigheden. Daarom
heeft Fiat een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die op
vaste afstandsintervallen uitgevoerd
moeten worden, en, waar aanwezig, op
vaste tijdsintervallen, zoals beschreven
in het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Voor elke onderhoudsbeurt moet u
echter letten op wat er beschreven is in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema (bijv. het
regelmatig controleren van
vloeistofniveaus, bandendruk, enz.).
De beurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud worden volgens een vast
tijdsschema door het Fiat
Servicenetwerk uitgevoerd. Eventuele
reparaties die nodig blijken tijdens
het uitvoeren van de diverse inspecties
en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd na uitdrukkelijke
toestemming van de eigenaar. Als de
auto dikwijls gebruikt wordt voor het
trekken van aanhangers, dan moet een
korter interval tussen de
geprogrammeerde onderhoudsbeurten
worden aangehouden.BELANGRIJK De onderhoudsbeurten
van het Geprogrammeerde Onderhoud
zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet laten uitvoeren van deze
werkzaamheden kan leiden tot het
vervallen van de garantie. Het is
raadzaam het Fiat Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over
eventuele kleine defecten en niet te
wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke1000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof; niveau
remvloeistof; niveau
ruitensproeiervloeistof; bandenspanning
en -conditie; werking
verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
enz.); werking ruitensproeier-/
wissersysteem en plaatsing/slijtage
wisserbladen voor-/achterruit.
Elke3000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
Voor auto's met 0.9 TwinAir-
motoren: elke3.000km het
motoroliepeil controleren en zo nodig
tot het maximum bijvullen.ZWAAR GEBRUIK VAN DE
AUTO
Als de auto onder een van de volgende
omstandigheden wordt gebruikt:
trekken van een aanhanger of camper;
stoffige wegen; talrijke korte (minder
dan 7-8 km) ritten bij temperaturen
onder het vriespunt; vaak stationair
draaiende motor of rijden van lange
afstanden bij lage snelheid of lange
periodes van stilstand, dan moeten de
controles vaker worden uitgevoerd
dan aangegeven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
de sloten aan de zijkant en van de
motorkap en achterklep op vuil
controleren en de mechanismen op vuil
controleren en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie controleren en, indien
nodig, verversen en oliefilter / pollenfilter
/ luchtfilter vervangen.
139 
Page 177 of 240

Panda Cross 4x2 / Panda Cross 4x4 / Panda 4x4 versies
BandenOnbelast/gemiddelde belasting Volledige belasting
Noodreservewiel(°)Voor Achter Voor Achter
175/65 R14 82T M+S(*)2,2 2,1 2,5 2,5 4,2
175/65 R15 84T
(*)2,2 2,1 2,5 2,5 4,2
175/65 R15 84T
(**)2,4 2,2 2,7 2,7 4,2
185/65 R15 88H
(**)2,4 2,2 2,7 2,7 4,2
(°) Voor bepaalde versies/markten.
(*) Voor Panda 4x4 versies
(**) Voor Panda Cross versies
OPMERKING Rijd niet opzettelijk bij Panda Cross 4x4 en Panda 4x4 versies over lange afstanden met lekke banden (of niet op
de voorgeschreven bandenspanning) en/of met grote verschillen tussen de spanningswaarden tussen banden op de voor- en
achteras, om storingen aan de 4x4 aandrijving te voorkomen.
.
BELANGRIJK
175)De topsnelheid voor winterbanden met de indicatie “Q” is 160 km/h; 190 km/h voor winterbanden met de indicatie “T” en 210 km/h
voor winterbanden met de indicatie"H". De snelheidsbeperkingen moeten echter altijd worden gerespecteerd.
176)Op 185/55 R15 82T banden kunnen geen sneeuwkettingen gemonteerd worden.
177)Op 175/65 R14 82T banden kunnen geen sneeuwkettingen gemonteerd worden: 9 mm.
178)Op 175/65 R15 84T banden kunnen geen sneeuwkettingen gemonteerd worden: 7 mm.
179)Beperk de snelheid wanneer er sneeuwkettingen zijn gemonteerd; overschrijd de 50 km/h niet. Vermijd putdeksels, rijd niet over treden
of trottoirs en rijd geen lange afstanden over wegen zonder sneeuw, om beschadigingen aan zowel het voertuig als het wegoppervlak te
voorkomen.
180)Indien op de stalen velgen met integrale wieldeksels (met veerbevestiging) aftersales-banden met velgbeschermers worden gemonteerd,
dan mogen de wieldeksels NIET worden gemonteerd. Het gebruik van ongeschikte banden en wieldeksels kan leiden tot een plotselinge
afname van de bandenspanning.
175 
Page 201 of 240

RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
(Indien aanwezig)
Al jaren zet FCA zich volledig in voor de bescherming van het milieu via de continue verbetering van de productieprocessen en
de realisatie van producten die steeds "eco-compatibeler" zijn. Om de klanten de best mogelijke service te garanderen in
overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling van voertuigen
aan het einde van hun levensduur, biedt FCA haar klanten de mogelijkheid hun auto aan het einde van zijn levensduur zonder
extra kosten in te leveren. De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de
laatste houder of eigenaar als het voertuig geen of een negatieve marktwaarde heeft.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u als u een andere auto gaat aanschaffen,
zich tot een van onze dealers of tot een door FCA goedgekeurd inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn
zorgvuldig geselecteerd en bieden kwaliteitsservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met
respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een FCA Servicepunt, het
telefoonnummer in het garantieboekje bellen of naar de websites van de verschillende merken van FCA gaan.
199 
Page 209 of 240

RADIO (Tuner)
Druk, om de radio te kiezen wanneer
naar een andere audiobron wordt
geluisterd, kortstondig op de toets FM
AS of AM, afhankelijk van de gewenste
golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont
de display de naam (alleen RDS-
stations), de frequentie van het gekozen
station, de gekozen golfband (bijv.
FM1) en het nummer van de
voorkeuzetoets (bijv. P1).
Keuze frequentieband
Druk bij ingeschakelde radio meerdere
malen kort op de toets FM AS of AM
om de gewenste golfband te kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt
gedrukt, worden de AM en FM
golfbanden na elkaar gekozen:
Voorkeuzetoetsen
De toetsen met de nummer 1 t/m 6
worden voor het instellen van de
volgende voorkeuzestations gebruikt:
18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6
op FM2, 6 op FMT of "FMA") (bij
sommige uitvoeringen);
12 op de MW-golfband (6 op MW1,
6 op MW2).Kies voor het luisteren naar een
voorkeuzestation, de gewenste
golfband en druk vervolgens kort op de
betreffende voorkeuzetoets (1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de
voorkeuzetoets te drukken, wordt het
station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Automatische afstemming
Druk kortstondig op de
oftoets
om automatisch te zoeken naar het
volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Handmatig afstemmen
Kies de gewenste golfband en druk
vervolgens herhaaldelijk kort op de
oftoets om het zoeken in de
gekozen richting te starten. Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken.
Dit stopt wanneer de toets wordt
losgelaten.
CD-SPELER
Ga voor het inschakelen van de
ingebouwde CD-speler als volgt te
werk:
breng een CD bij reeds ingeschakeld
apparaat in: het eerste nummer wordt
afgespeeld;
of
als er reeds een CD is ingebracht,
schakel dan de autoradio in en druk
vervolgens kort op de CD-toets om de
“CD” werking te kiezen: het laatst
beluisterde nummer zal afgespeeld
worden.
Voor een optimale weergave wordt het
gebruik van originele CD's aangeraden.
Als CD-R/RW's worden gebruikt, dan
adviseren wij exemplaren van goede
kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.
CD inbrengen/uitwerpen
Steek de CD voorzichtig in de sleuf,
zodat het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct
zal plaatsen.
Druk op de
toets (EJECT) bij
ingeschakelde radio om het
automatisch uitwerpen van de CD te
activeren. Na het uitwerpen wordt
de audiobron ingeschakeld die
beluisterd werd voordat de CD werd
afgespeeld.
72)
Aanwijzingen op het display
Wanneer de CD-speler werkt, verschijnt
op de display de volgende informatie:
"CD Track 5": geeft het
tracknummer op de CD aan;
207 
Page 210 of 240

"03:42": geeft de verstreken
speelduur vanaf het begin van het
nummer aan (als de betreffende
menufunctie is ingeschakeld).
Keuze van nummer (vooruit/
achteruit)
Druk kortstondig op de
toets om het
vorige CD-nummer en op de
toets
om het volgende nummer af te spelen.
Nummers snel vooruit-/
terugspoelen
Houd de
toets ingedrukt om het
gekozen nummer snel vooruit te
spoelen en de
toets om het nummer
snel achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/ terugspoelen wordt
onderbroken zodra de toets wordt
losgelaten.
"Pauze" functie
Druk, om de Cd-speler in de
pauzestand te zetten, op de
toets.
Op het display verschijnen de woorden
“CD Pause”.
Druk, om het nummer weer af te
spelen, opnieuw op de
toets. Als een
andere audiobron wordt gekozen, dan
wordt de pauzefunctie uitgeschakeld.CD MP3-SPELER
Naast het afspelen van normale
audio-cd’s, kan de autoradio ook
CD-ROM’s afspelen waarop
gecomprimeerde audiobestanden op
MP3-formaat zijn opgenomen. De
autoradio werkt zoals beschreven in het
hoofdstuk "CD-speler", wanneer een
normale audio-CD wordt ingebracht.
Keuze van volgende/vorige map
Druk op de
toets om een van de
volgende mappen te kiezen of druk op
de
toets om een vorige map te
kiezen.
Het display toont het nummer en de
naam van de map (bijv. "DIR 2
XXXXXX").
Als gedurende de volgende 2 seconden
geen enkele andere map/nummer
wordt geselecteerd, dan wordt het
eerste nummer in de nieuwe map
afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat
moment gekozen map wordt
afgespeeld, dan wordt de volgende
map afgespeeld.
BELANGRIJK
181)Een te hoog volume tijdens het rijden
kan zowel voor de bestuurder als de
passagiers gevaarlijk zijn. Regel het volume
altijd zodanig dat achtergrondgeluiden
blijven.
182)Multimedia Cd's bevatten naast
audiotracks ook tracks met gegevens. Het
afspelen van dit type CD kan ruis met
een zodanig volume veroorzaken, dat niet
alleen de verkeersveiligheid in gevaar komt,
maar ook de eindversterker en de
luidspreker beschadigd kunnen raken.
183)Het gebruik van bepaalde functies van
het systeem tijdens het rijden, kan de
aandacht van de weg afleiden en mogelijk
leiden tot een ongeval of andere ernstige
gevolgen; om die reden mogen deze
functies uitsluitend gebruikt worden
wanneer de rijomstandigheden dit toelaten
en indien nodig alleen bij stilstaand
voertuig.
184)BELANGRIJK: Het systeem tijdens
het rijden bekijken, kan de aandacht van de
weg afleiden; dit kan tot ongelukken of
andere ernstige gevolgen leiden. Wijzig de
systeeminstellingen niet of laad geen
gegevens tijdens het rijden. Zet het
voertuig op een veilige en wettelijk
toegestane manier stil voordat u deze
handelingen verricht. Het toepassen van
deze voorzorgsmaatregelen is belangrijk,
aangezien voor het instellen of wijzigen van
bepaalde functies de aandacht van de
bestuurder van de weg kan worden
afgeleid en de handen van het stuur
moeten worden genomen.
208
MULTIMEDIA 
Page 215 of 240

Radiofuncties
Knop Functies Modus
Radiostation zoeken:
Automatisch zoeken
Handmatig zoekenAutomatisch zoeken: toets
ofindrukken (ingedrukt
houden voor snel vooruitzoeken)
Handmatig zoeken: toets
ofindrukken (ingedrukt
houden voor snel vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanLang ingedrukt houden voor voorinstellen geheugen van
respectievelijk 1 t/m 6
Opgeslagen radiostation oproepen Kort indrukken voor voorinstellen geheugen van 1 t/m 6
213 
Page 217 of 240

Knop Functies Modus
/In-/uitschakelen Audio Mute
Ga terug naar de vorige menumodusfunctieKnop kort indrukken
+Volume verhogen Toets indrukken
–Volume verlagen Toets indrukken
SRCSelecteer bronnen FM, AM, DAB (waar voorzien),
Blu-
etooth®Audio, USB en AUXToets indrukken
Radio: Automatisch zoeken naar de volgende instelbare
zender - USB/iPod bron: door het volgende nummer te
selecterenToets indrukken
Radio: Automatisch zoeken naar de volgende instelbare
zender - USB/iPod bron: door het vorige nummer te
selecterenToets indrukken
.
Multimedia ondersteuningsfunctie
Knop Functies
Inkomend gesprek aannemen
Lopend telefoongesprek beëindigen
Een inkomend gesprek weigeren
215