FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018Pages: 304, PDF Size: 7.65 MB
Page 161 of 304

REGELEENHEID MOTORRUIMTE
fig. 158
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Tweetonige claxon F10 15
Spiegelverwarmer F88 7,5
Achterruitverwarming F20 30
Active Grille Shutter F84 5
ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
fig. 161
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde) F47 25
Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde) F48 25
Levering voorUconnect
™-systeem, klimaatregeling,
EOBD-systeem, USB/AUX-poort (indien aanwezig),
stuurbedieningen.F36 15
Dead Lock-systeem (Ontgrendeling portier bestuurderszijde voor
bepaalde versies/markten)/Portierontgrendeling/Centrale
vergrendeling/Elektrische ontgrendeling achterklepF38 20
Ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening linksachter F33 25
Elektrische ruitbediening rechtsachter F34 25
159
Page 162 of 304

REGELEENHEID ONDER DASHBOARD
fig. 162
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Ontgrendelen voorportier (bestuurderszijde) 1 7,5
Ontgrendelen voorportier (passagierszijde) 2 7,5
Ontgrendelen achterportier (links) 3 7,5
Ontgrendelen achterportier (rechts) 4 7,5
ZEKERINGENKAST IN DE BAGAGERUIMTE
fig. 165
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
12 V Stopcontact achter F97 15
Stoelverwarming voor bestuurderszijde F99 10
Stoelverwarming voor passagierszijde F92 10
Verstelbare lendensteun voor bestuurderszijde F90 10
160
NOODGEVALLEN
Page 163 of 304

BELANGRIJK
143)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
144)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
145)Als er een zekering wordt gebruikt die niet wordt aangeduid in deze of in de vorige pagina, neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
146)Voordat u een zekering vervangt, zorg ervoor dat de startinrichting op STOP staat, dat de sleutel, indien mechanisch, verwijderd is en
dat alle apparatuur uit is geschakeld en/of afgesloten is.
BELANGRIJK
62)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
63)Als de motorruimte moet worden gewassen, zorg er dan voor dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringenkast en de motor van
de ruitenwissers terechtkomt.
161
Page 164 of 304

EEN WIEL
VERVANGEN
KRIK
Het is nuttig om het volgende te weten:
de krik weegt 2,15 kg;
de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van een defect moet de krik
door een origineel exemplaar worden
vervangen;
Afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd worden.
Service
Voorkom dat er vuil op de
“wormschroef” terechtkomt;
Zorg ervoor dat de "wormschroef"
altijd gesmeerd is;
Breng nooit wijzigingen aan de krik
aan.
Omstandigheden om niet bij te
gebruiken
Temperatuur onder -40°C;
Op zanderige of modderige grond;
Op ongelijke ondergrond;
Op steile wegen;
Onder extreme
weersomstandigheden: onweer,
tyfonen, orkanen, sneeuwstormen,
stormen, enz.
Bij directe aanraking met de motor of
voor reparaties onder het voertuig;
Op schepen.
VERVANGINGS-
PROCEDURE
147) 148) 149) 150) 151) 152)
64) 65)
Ga als volgt te werk:
stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar
het wiel op veilige wijze vervangen kan
worden. De grond moet zo mogelijk
vlak en voldoende compact zijn;
zet de motor af, schakel de
noodknipperlichten en de parkeerrem
in;
schakel de eerste of
achteruitversnelling in of, voor versies
met automatische versnellingsbak (waar
aanwezig), zet de pook in stand P
(Parkeren);
trek het reflecterende veiligheidsvest
aan voordat u uit de auto stapt (houd u
in elk geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin u
rijdt);
open de bagageruimte; als de auto is
uitgerust met een laadbak (uitsluitend
bij TIPO 5DOOR-versie), verwijdert u
deze zoals is beschreven in de
paragraaf “Laadbak” in het hoofdstuk
“Kennismaken met de auto” (uitsluitend
voor benzine- en dieselversies);
til de mat op en zet deze met het
lipje vast aan de haak van de
hoedenplank fig. 166 (uitsluitend bij
TIPO 5DOOR-versie);
draai de moer 1 fig. 167 (bij TIPO
5DOOR-versie) of fig. 168 (bij TIPO
STATION WAGON-versie) met het
gereedschap 4 uit de
gereedschapshouder los;
166P2000069-000-000
167P2000059-000-000
162
NOODGEVALLEN
Page 165 of 304

Neem de gereedschapshouder 3 uit
en plaats deze naast het te verwisselen
wiel;
neem het reservewiel of de
thuiskomer 2 (uitsluitend bij TIPO
5DOOR-versie) uit;
voor versies met stalen velg:
verwijder het wieldeksel 1 fig. 169 met
gebruik van het specifieke gereedschap
2 fig. 170, dat zicht bevindt in de
gereedschapscontainer: pak het
gereedschap met twee vingers vast,
breng de gesp tussen de band en het
wieldeksel en trek naar u toe loodrecht
op het wiel;
pak de wig 1 fig. 171 en klap deze
uit zoals aangegeven op het schema;
leg de wig 1 achter het wiel
diagonaal tegenover het wiel dat
vervangen moet worden (zie fig. 172 )
om te voorkomen dat het voertuig
onbedoeld gaat bewegen als het wordt
opgekrikt;
168P200012516908046J0012EM
17008046J0013EM
17108046J0007EM
17208046J0004EM
163
Page 166 of 304

draai de bout van het wiel dat
vervangen moet worden ongeveer één
slag los met de bijgeleverde sleutel 1
fig. 173; schud het voertuig om de velg
makkelijker van de wielnaaf te kunnen
verwijderen;
gebruik de voorziening 1 fig. 174 om
de krik te verlengen tot de bovenkant
van de krik 2 in de chassisbalk 3 van
het voertuig, naast het
symbool op
de chassisbalk;
waarschuw alle omstanders dat de
auto wordt opgekrikt; zorg dat niemand
in de buurt van de auto komt tot deze
weer helemaal op grond staat;
Monteer de slinger om de krik 1
fig. 174 (rechtsom) om de krik te
bedienen en hef de auto op totdat het
wiel enkele centimeters van de grond is.
maak de wielbouten compleet los en
verwijder het lekke wiel;
zorg dat de raakvlakken van het
reservewiel of de thuiskomer (uitsluitend
bij TIPO 5DOOR-versie) en de velg
schoon zijn om het losraken van de
wielbouten te voorkomen;
monteer het reservewiel of de
thuiskomer (uitsluitend bij TIPO
5DOOR-versie) door de eerste wielbout
twee slagen aan te draaien in het gat
dat zich het dichtst bij het ventiel
bevindt en vervolg op dezelfde wijze
met de andere bouten;
draai de bevestigingsbouten goed
vast met sleutel 1 fig. 173;
draai aan de slinger van de krik 1
fig. 174 (linksom) om het voertuig te
laten zakken en verwijder de krik;
gebruik de meegeleverde sleutel om
de bouten volledig vast te draaien op
een zich kruisende manier in fig. 176;
17308046J0005EM
17408046J0006EM
17508046J0001EM
176F1B0225C
164
NOODGEVALLEN
Page 167 of 304

voor versies met stalen velgen: plaats
het wieldeksel op het reservewiel: zorg
dat groef 1 fig. 177 op het wieldeksel
en gemarkeerd door symbool
2 overeenkomt met het ventiel;
plaats het interne deel van het
wieldeksel op de velg;
zet de naafdop vast met een axiale
kracht op verschillende punten zoals
getoond in fig. 178 om de correcte
koppeling tussen wieldeksel en wiel
mogelijk te maken.OPMERKING: Het wieldeksel is niet
geschikt voor de thuiskomer (uitsluitend
bij TIPO 5DOOR-versie).
OPMERKING Als er een wiel moet
worden vervangen met lichtmetalen
velgen, plaats deze dan tijdelijk in de
reservewielruimte met de cosmetische
zijde naar boven gericht.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
Banden met éénrichtingsloopvlak
kunnen herkend worden aan de pijlen
op de zijkant van de band, die de
draairichting aangeven. Deze richting
dient absoluut te worden
gerespecteerd. Alleen op die manier
kunnen de banden hun eigenschappen
behouden in termen van grip, lawaai,
weerstand tegen slijtage en drainage op
natte oppervlakken.
Indien het, na een lekke band,
noodzakelijk zou zijn een dergelijke
band omgekeerd te monteren, moet er
toch uiterst voorzicht verder gereden
worden, aangezien de prestaties van de
band in deze omstandigheden beperkt
zijn. Deze voorzorgsmaatregel moet
altijd in acht genomen vooral wanneer
het wegdek nat is.
Om volledig te kunnen profiteren van
het eenrichtingsloopvlak, wordt
geadviseerd alle wielen zo spoedig
mogelijk terug te brengen in de correcte
draairichting.
BELANGRIJK
147)Indien het wiel met de lege band en
de krik in het interieur worden
achtergelaten dan vormen ze een ernstig
risico voor de veiligheid van de inzittenden
in geval van ongevallen of bruusk remmen.
Daarom moeten de krik en het wiel met de
lege band altijd in de speciale behuizing in
de laadruimte geplaatst worden.
148)Het is extreem gevaarlijk een wiel te
proberen te vervangen aan de zijkant van
het voertuig vlak naast een rijbaan: zorg
ervoor dat het voertuig op een voldoende
afstand van de weg staat, om te vermijden
overreden te worden.
17708046J0010EM
17808046J0011EM
165
Page 168 of 304

149)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld.
150)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek of
beschadigd raakt, op het voertuig waarbij
de krik is geleverd of bij voertuigen van
hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv. om
andere modellen voertuigen of andere
dingen op te krikken, is ten strengste
verboden. Gebruik hem nooit voor
onderhoud of reparaties onder het voertuig
of om winterbanden te verwisselen voor
zomerbanden of andersom: wij adviseren u
om contact op te nemen met een Fiat
Servicenetwerk. Zorg dat u zich nooit
onder een opgekrikt voertuig bevindt:
gebruik de krik alleen in de aangegeven
standen. Gebruik de krik niet voor
zwaardere lasten dan is aangegeven op
het plaatje op de krik. Start de motor nooit
wanneer het voertuig opgekrikt is. Als het
voertuig meer dan noodzakelijk is
opgekrikt, kan alles onstabieler worden,
met het risico dat het voertuig met een
harde klap omlaag komt. Krik daarom het
voertuig alleen op zover als nodig is, om
toegang te krijgen tot het reservewiel.151)Voer nooit werkzaamheden aan het
ventiel uit. Steek nooit gereedschap, van
welk type ook, tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, in overeenstemming met de
spanningswaarden die zijn aangegeven in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
152)Volg de volgende aanwijzingen op als
de auto is uitgerust met een kleiner
reservewiel dan normaal (een 16”
reservewiel wordt geleverd bij 17" en 18"
banden) of een noodreservewiel. Het
ruimtebesparende reservewiel (voor
bepaalde versies/markten) is specifiek voor
de auto; monteer het niet op andere auto’s
en monteer ook geen ruimtebesparende
reservewielen afkomstig van andere auto’s.
Gebruik het noodreservewiel of reservewiel
alleen in noodgevallen. Gebruik het nooit
langer dan strikt noodzakelijk en rijd nooit
harder dan 80 km/h. Op het
noodreservewiel zit een oranje sticker met
de belangrijkste waarschuwingen over de
beperkingen van het gebruik van het wiel.
Deze sticker mag nooit verwijderd of
afgedekt worden. Op de sticker staan de
volgende aanwijzingen in vier talen:
“Waarschuwing! Alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! Vervang het
noodreservewiel zo snel mogelijk door het
standaard wiel. Dek deze aanwijzingen niet
af." Plaats nooit een wieldop op een
noodreservewiel of een reservewiel. De
rijeigenschappen van de auto veranderen
als een noodreservewiel of een reservewiel
is gemonteerd. Vermijd bruusk optrekken
en remmen, scherpe stuurbewegingen en
snelle bochten. De totale levensduur van
het ruimtebesparende reservewiel is
ongeveer 3000 km.Hierna moet de band vervangen worden
door een nieuw exemplaar van hetzelfde
type. Monteer nooit een standaard band
op de velg van een ruimtebesparend
reservewiel. Zorg ervoor dat het
verwisselde wiel zo snel mogelijk wordt
gerepareerd en gemonteerd. Het
gelijktijdige gebruik van twee of meer
noodreservewielen of reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet voordat ze
gemonteerd worden: ze kunnen hierdoor
losraken.
BELANGRIJK
64)Zorg voor voldoende werkruimte bij het
draaien van de slinger om schaafwonden
aan uw hand door contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende delen van
de krik ("wormschroef" en gewrichten)
kunnen verwondingen veroorzaken: raak
deze delen niet aan. In geval van
accidenteel contact met smeervet, het
betreffende deel zorgvuldig schoonmaken.
65)Neem zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk om het correcte
aanhaalkoppel van de wielbouten te laten
controleren.
166
NOODGEVALLEN
Page 169 of 304

FIX&GO
AUTOMATIC-KIT
(indien aanwezig)
153) 154)
66)
BESCHRIJVING
De Fix&Go snelle bandenreparatiekit
fig. 179 bevindt zich in de
bagageruimte, in een specifieke doos,
en omvat:
een busje 1 met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante
vulleiding voor het inspuiten van het
afdichtmiddel 4 en een sticker 3 met
daarop het opschrift “Max. 80 km/h”
die na reparatie van de band op een
goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
een compressor 2;
een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
flesje 4.
REPARATIEPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
stop de auto op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar de
procedure op veilige wijze uitgevoerd
kan worden. De grond moet zo mogelijk
vlak en voldoende compact zijn;
zet de motor af, schakel de
noodknipperlichten en de parkeerrem
in;
trek het reflecterende veiligheidsvest
aan voordat u uit de auto stapt (houd u
in elk geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin u
rijdt);
Plaats het busje 1 met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor 2 en druk het hard omlaag
fig. 179. Verwijder de sticker met de
indicatie van de snelheid 3 en plak deze
op een duidelijk zichtbare plaats
fig. 180;
doe de handschoenen aan;
verwijder de dop van het ventiel van
de lekke band en sluit de transparante
leiding voor de afdichtingsvloeistof
4 aan en maak deze goed vast fig. 179.
Indien een busje van 250 mm aanwezig
is, is de behuizing van de transparante
leiding voorzien van een verwijderbare
ring om het uitnemen te
vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de
AAN-UIT-knop 5 fig. 181 in de uit-stand
staat (knop niet ingedrukt);
179P2000158180P2000162
167
Page 170 of 304

steek de stekker 6 fig. 182 in het
12 V-stopcontact van de auto;
schakel de compressor in door te
drukken op de AAN-UIT-knop 5
fig. 181. Zodra de in het Instructieboek
of het daarvoor bestemde label
vermelde spanning op de meter
7 verschijnt, schakel de compressor
dan weer uit met de AAN-UIT-knop 5;
verwijder het busje 1 van de
compressor door op knop 8 te drukken
en het busje 1 voorzichtig omhoog te
trekken fig. 183.
Als de meter 7 fig. 181 een spanning
van minder dan 1,8 bar / 26 psi
weergeeft 15 minuten nadat de
compressor ingeschakeld werd,
schakel dan de compressor uit,
ontkoppel de vulleiding 4 van het ventiel
van de band en verwijder het busje
1 van de compressor fig. 183.
Verplaats de auto circa 10 m om het
afdichtmiddel te verdelen; stop de auto
op een veilige wijze, schakel de
handrem in en herstel de spanning met
de zwarte vulleiding 9 fig. 184 tot de
vereiste waarde is bereikt. Als ook dan
na 15 minuten de spanning minder dan
1,8 bar / 26 psi is, rij dan niet verder,
maar neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.Na ongeveer 8 km / 5 mijl gereden te
hebben, het voertuig op een veilige en
geschikte plaats zetten, met de
handrem ingeschakeld. Neem de
compressor en herstel de spanning met
de zwarte vulleiding 9 fig. 184.
Als de weergegeven spanning hoger is
dan 1,8 bar / 26 psi, herstel dan de
spanning en rij voorzichtig zo snel
mogelijk naar een dealer van het Fiat
Servicenetwerk. Indien de spanning
echter lager is dan 1,8 bar / 26 psi, rij
dan niet verder, maar neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
181P2000160
182P2000159
183P2000161
184P2000163
168
NOODGEVALLEN