FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2018, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2018Pages: 304, PDF Size: 7.65 MB
Page 11 of 304

Versie met Uconnect™7" HD LIVE en Uconnect™7" HD Nav LIVE
2P2000050-000-000
9
1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linkerhendel: richtingaanwijzers, grootlicht,
knippermodus
3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op stuurwiel 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier,
achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6.Uconnect™7. Bedieningsknoppen 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Verstelbare middelste luchtroosters 10. Dashboardkastje 11. Klimaatregeling 12. Toetsen op de
middenconsole: stoelverwarming, USB-poort + AUX-poort (indien aanwezig) paneel,
aansluiting/sigarettenaansteker
13. Contactslot 14. Frontairbag bestuurderszijde 15. Bedieningstoetsen op
stuurwiel 16. Bedieningspaneel:
mistlampen voor (waar aanwezig), mistlampen achter, hoogteregeling koplampen, iTPMSresetten, ESC UIT (waar aanwezig).
Page 12 of 304

DE SLEUTELS
SLEUTEL ZONDER
AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard van de sleutel
bedient: het contactslot en het
portierslot aan de bestuurderszijde.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
1)
Met de metalen baard 1 fig. 3 van de
sleutel kunnen de volgende sloten
bediend worden:
het contactslot;
het slot van het bestuurdersportier.
Druk op knop 2 om de metalen baard
in/uit te klappen.
1)
WERKING
Ontgrendeling portieren en
bagageruimte
Druk kort op de knop
: ontgrendeling
van de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
aanwezig).
Portieren en slot van bagageruimte
vergrendelen
Druk kort op de knop
"FIAT":
vergrendeling van de portieren en de
bagageruimte en eenmaal knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
beschikbaar).
Bagageruimte openen
Druk kort op de knop
om de
bagageruimte op afstand te openen.
De richtingaanwijzers knipperen twee
maal om aan te geven dat de
bagageruimte geopend is.
BATTERIJ VAN DE
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
1)
Ga als volgt te werk om de batterij te
vervangen:
304016J0001EM
404016J0003EM
504016J0004EM
10
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 13 of 304

ga te werk op de door de pijltjes
aangegeven punten fig. 4 met behulp
van een platte schroevendraaier en
verwijder de achterste behuizing 1
fig. 5;
gebruik een muntstuk om het
inspectiedeksel 2 tegen de klok in te
draaien en te verwijderen;
vervang batterij 3 door een nieuw
exemplaar met dezelfde specificaties,
let op de polariteit;
hermonteer deksel 2 door het
rechtsom te draaien, sluit de achterste
behuizing voorzichtig en zorg ervoor dat
het correct is vergrendeld.
VERZOEK OM EXTRA
SLEUTELS
Sleutel met afstandsbediening
Het systeem kan maximaal 8 sleutels
met afstandsbediening herkennen.
Duplicaatsleutels
Als een nieuwe sleutel met
afstandsbediening nodig is, ga dan naar
het Fiat Servicenetwerk en neem een
identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van de auto
mee.
BELANGRIJK
1)Druk knop 2 alleen in wanneer de sleutel
ver genoeg van het lichaam (vooral de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel nooit onbewaakt
achter om te voorkomen dat iemand
(bijvoorbeeld een kind) per ongeluk op de
knop drukt.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
CONTACTSLOT
WERKING
De sleutel kan op drie standen worden
gedraaid fig. 6:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden, stuur geblokkeerd
(met sleutel verwijderd). Sommige
elektrische apparaten (bijv. centrale
portiervergrendeling, enz.) kunnen
blijven werken;
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
604026J0001EM
11
Page 14 of 304

Bij versies met automatische
versnellingsbak (indien aanwezig) kan
de contactsleutel alleen verwijderd
worden als de versnellingspook in P
(Parkeren) staat.
2) 3)
STUURSLOT
Inschakeling
Wanneer de sleutel in de STOP-stand
staat, de sleutel verwijderen en het
stuurwiel verdraaien tot het vergrendelt.
BELANGRIJK Als de contactsleutel van
de stand MAR naar de stand STOP is
gedraaid, kan het stuurslot niet
ingeschakeld worden tot de sleutel uit
het contactslot is verwijderd.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
sleutel in de stand MAR.
4) 5) 6) 7)
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.
3)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt.Vergeet niet de parkeerrem in te schakelen.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en
de garantie in gevaar brengen en het kan
ook ernstige veiligheidsproblemen
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
5)Verwijder de mechanische sleutel nooit
terwijl het voertuig rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.
6)Alvorens het voertuig te verlaten ALTIJD
de parkeerrem inschakelen, de wielen
draaien, de eerste versnelling inschakelen
bij een helling omhoog en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Zet de versnellingspook, bij versies met
automatische versnellingsbak (waar
aanwezig), in P (Parkeren) en druk op de
startinrichting om deze op STOP te zetten.
Als het voertuig op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan met of
wiggen of stenen. Bij het verlaten van het
voertuig, altijd de portieren sluiten door op
het knopje op de sleutel te drukken.
7)Op versies met automatische
versnellingsbak (waar aanwezig) is het
raadzaam de versnelling in P te zetten, het
rempedaal veilig los te laten en dan de
motor te stoppen om de sleutel zachtjes
los te laten.
FIAT CODE
Het Fiat Code-systeem verhindert
ongeautoriseerd gebruik van het
voertuig, door het starten van de motor
onmogelijk te maken.
Werking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR te
draaien, stuurt de regeleenheid van het
Fiat Code-systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Deze code wordt alleen verzonden als
de regeleenheid van het Fiat
Code-systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar de
stand STOP wordt gedraaid, schakelt
het Fiat Code-systeem de functies van
de motorregeleenheid uit.
Onregelmatige werking
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt,
wordt het symbool
op het
instrumentenpaneel weergegeven (zie
de aanwijzingen in de paragraaf
"Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel").
12
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 15 of 304

Deze omstandigheid leidt er toe dat de
motor na 2 seconden wordt
uitgeschakeld. Draai in dat geval de
startinrichting naar STOP en daarna
naar MAR; als de motor geblokkeerd
blijft, probeer het dan met de andere
bijgeleverde sleutels. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk als de
motor nog steeds niet gestart kan
worden.
Inschakeling van
waarschuwingslampje tijdens het
rijden
Als het symbooltijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat
het systeem een zelfdiagnose uitvoert
(bijv. bij een spanningsval).
Neem, als het probleem aanhoudt,
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
PORTIEREN
PORTIEREN
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
Automatische vergrendeling tijdens
rijden
(waar aanwezig)
Als alle portieren goed gesloten zijn
worden ze automatisch vergrendeld
zodra het voertuig de snelheid van
20 km/h overschrijdt (functie
"Autoclose").
Handmatige vergrendeling/
ontgrendeling
Druk op de knop getoond in fig. 7 op
het centrale dashboardpaneel.LED op knop aan: portieren gesloten.
LED op knop uit: portieren geopend.
BELANGRIJK Door het bedienen van
de hendel van de voorportieren worden
alle portieren en de achterklep
ontgrendeld.
PORTIEREN
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BUITENAF
De portieren vergrendelen van
buitenaf
Druk, bij gesloten portieren, op de knop
"FIAT" op de sleutel of steek en
draai de metalen baard in het slot van
het bestuurdersportier.
8)
2) 3)
Portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
op de sleutel of
steek en draai de metalen baard in het
slot van het bestuurdersportier.
7P2000022-000-000
13
Page 16 of 304

KINDERSLOT
9) 10)
Dit systeem zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet
geopend kunnen worden.
Het systeem 2 fig. 8 kan alleen bij
geopende portieren worden
ingeschakeld:
stand A: kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
stamd B: kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).
Het kinderslot blijft ook actief bij
inschakeling van de centrale
portierontgrendeling.
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
Passagierszijde voorportier en
achterportier
noodvergrendelingssysteem
Gebruikt om portieren te vergrendelen
wanneer er geen elektrische
stroomvoorziening is. Breng de metalen
baard van de contactsleutel in stand
1 aangeduid in fig. 8 (passagierszijde
voorportier) of 1 fig. 9 (achterportiers)
en draai de sleutel rechtsom en
verwijder hem dan uit stand 1.
Initialisatie mechanisme portier
openen/sluiten
Als de accu is losgekoppeld of als een
zekering is doorgebrand, dan moet het
open-/sluitmechanisme als volgt
opnieuw geïnitialiseerd worden:
sluit alle portieren;
druk op de knopvan de
afstandsbediening;
druk op de knopvan de
afstandsbediening.
BELANGRIJK
8)Als bij ingeschakeld kinderslot en de
hiervoor beschreven vergrendelingswijze
de binnenhandgreep van een achterportier
wordt bediend, lukt het niet om het portier
te openen, om het portier te openen moet
de handgreep aan de buitenkant gebruikt
worden. Bij inschakeling van de
noodvergrendeling wordt de knop van de
centrale portiervergrendeling/ontgrendeling
niet buiten werking gesteld.
9)Laat kinderen NOOIT zonder toezicht
achter in de auto, laat staan dat u de auto
verlaat met ontgrendelde portieren op een
plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor
kinderen. Kinderen kunnen zich ernstig of
zelfs dodelijk verwonden. Zorg er ook voor
dat kinderen de parkeerrem, het rempedaal
of de pook van de automatische
versnellingsbak niet per ongeluk kunnen
bedienen (waar aanwezig).
10)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd. Controleer na
inschakeling van het kinderslot bij beide
achterportieren of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van de portieren te trekken.
804056J0008EM
904056J0007EM
14
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 17 of 304

BELANGRIJK
2)Verzeker u ervan de sleutel mee te
nemen nadat een portier of de achterklep is
vergrendeld, om te voorkomen dat de
sleutel zelf in het voertuig wordt
opgesloten. Als de sleutel binnen is
opgesloten, kan hij alleen teruggekregen
worden met de bijgeleverde tweede sleutel.
3)Als bij ingeschakeld kinderslot en de
hiervoor beschreven vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een achterportier
wordt bediend, lukt het niet om het portier
te openen, om het portier te openen moet
de handgreep aan de buitenkant gebruikt
worden. De knop voor centrale
vergrendeling/ontgrendeling wordt door de
inschakeling van de noodvergrendeling niet
buiten werking gesteld.
STOELEN
De voorstoelen kunnen worden versteld
om een maximaal comfort voor de
inzittenden te garanderen.
Bij het verstellen van de
bestuurdersstoel dient men de
schouders stevig tegen de rugleuning
te houden en moeten de polsen de
bovenkant van het stuurwiel kunnen
bereiken.
Daarnaast moet het mogelijk zijn om
het koppelingspedaal in te trappen met
de linkervoet, voor versies met
handgeschakelde versnellingsbak, of
het rempedaal volledig in te trappen
met de rechtervoet (versies met
automatische versnellingsbak, indien
aanwezig).
VOORSTOELEN MET
HANDMATIGE
VERSTELLING
11)
4)
Afstelling in de lengte
Til hendel 1 fig. 10 omhoog en duw de
stoel naar voren of naar achteren.
12)
BELANGRIJK Voer de verstelling uit
terwijl u op de betreffende stoel zit
(bestuurderszijde of passagierszijde).
Hoogteregeling
(indien aanwezig)
Zet hendel 2 omhoog of omlaag om de
gewenste hoogte in te stellen.
BELANGRIJK Voer de verstelling uit
terwijl u op de betreffende stoel zit
(bestuurderszijde of passagierszijde).
Verstelling rugleuning
Verplaats hendel 3 om de hoek van de
rugleuning af te stellen, help daarbij met
de beweging van de romp (bedien de
hendel tot de gewenste stand is bereikt,
laat hem daarna los).
10P2000013-000-000
15
Page 18 of 304

Elektrisch verstelbare lendensteun
(indien aanwezig)
Druk, met het contactslot op MAR, op
knop 1 fig. 11 om de steun van de
lendenzone te verstellen, tot het
maximale comfort tijdens het rijden is
verkregen.
ELEKTRISCHE
VERWARMING
VOORSTOELEN
(indien aanwezig)
14) 15)
Druk met de startinrichting in de stand
MAR op de knoppen
fig. 12 op het
dashboard.Na het selecteren van de
stoelverwarming, moet u twee tot vijf
minuten wachten totdat het effect
wordt gemerkt.
BELANGRIJK Om de acculading te
behouden, kan deze functie niet
ingeschakeld worden als de motor uit
staat.
ACHTERBANK
De bagageruimte kan gedeeltelijk
(1/3 of 2/3) of volledig worden
uitgebreid door de achterbank te
scheiden.
Gedeeltelijke uitbreiding van de
bagageruimte (1/3 of 2/3)
(indien aanwezig)
13)
Bij het uitbreiden van de bagageruimte
aan de rechterkant, kunnen er twee
passagiers links op de achterbank
plaatsnemen.Bij het uitbreiden van de bagageruimte
aan de linkerkant kan er slechts één
passagier plaatsnemen.
TIPO 5DOOR versie
Ga als volgt te werk:
zet de hoofdsteunen van de
achterstoelen helemaal naar beneden;
bedien het
ontgrendelingsmechanisme 1 (rechts of
links) fig. 13 om het gewenste gedeelte
van de rugleuning in te klappen;
gebruik het lipje 1 fig. 14 (één aan
elke kant) om de gordel aan de zijkant
van de stoel op te bergen, zodat deze
niet vast komt te zitten als u de
rugleuning inklapt;
11P2000012-000-000
12P2000018-000-000
1304066J0007EM
16
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 19 of 304

BELANGRIJK Zoals wordt
weergegeven in fig. 14, mag de gordel
(aan de zijkant van de stoel
opgeborgen met behulp van het lipje 1)
niet gedraaid raken.
klap het gewenste deel van de
achterbank neer.
TIPO STATION WAGON versie
Ga als volgt te werk:
zet de hoofdsteunen van de
achterstoelen helemaal naar beneden;
ga te werk op het punt aan de
voorzijde van het stoelkussen 1 (rechts
of links) fig. 15 dat wordt aangegeven
door de pijl en verplaats het kussen iets
omhoog A;
ga te werk aan de achterzijde van het
kussen en verplaats het naar voren B;
ondersteun het vervolgens tijdens de
draaiing C zoals te zien is in fig. 15 om
de stoel achter de voorstoel op te
bergen;
breng, na de zitting te hebben
opgeklapt, de linker en centrale
bevestigingsmechanismen 2 fig. 16 van
de veiligheidsgordels aan onder de
desbetreffende elastieken bevestigingen
op de mat.
BELANGRIJK Klap de zitting altijd op
en breng de bevestigingsmechanismen
2 fig. 16 van de veiligheidsgordels altijd
aan onder de elastieken bevestigingen
voordat u de rugleuning neerklapt om
het gevaar voor schade te voorkomen.
bedien het
ontgrendelingsmechanisme 1
fig. 13 (rechts of links) om het gewenste
deel van de rugleuning neer te klappen
als de bevestigingsmechanismen onder
de desbetreffende elastieken
bevestigingen zijn aangebracht);
gebruik het lipje 1 fig. 14 (één aan
elke kant) om de gordel aan de zijkant
van de stoel op te bergen, zodat deze
niet vast komt te zitten als u de
rugleuning inklapt;
BELANGRIJK Zoals wordt
weergegeven in fig. 14, mag de gordel
(aan de zijkant van de stoel
opgeborgen met behulp van het lipje 1)
niet gedraaid raken.
de neergeklapte zitting en rugleuning
zijn aangebracht zoals is afgebeeld op
fig. 17.
14P2000073-000-000
15P2000178
16P2000139
17
Page 20 of 304

Maximale uitbreiding van de
bagageruimte
TIPO 5DOOR versie
Klap de rugleuning van de achterbank
volledig naar voren om over de
maximale laadruimte te beschikken.
Opmerking Als u de laadruimte wilt
vergroten, kunt u de hoedenplank
verwijderen. Zie de volgende paragraaf
voor instructies.
TIPO STATION WAGON versie
Om het laadvolume te vergroten kan de
achterbank volledig op de zitting
worden neergeklapt.
De neergeklapte zittingen en
rugleuningen zijn aangebracht zoals is
afgebeeld op fig. 18.De hoedenplank verwijderen
(TIPO 5DOOR versie)
Ga als volgt te werk om de
hoedenplank te verwijderen:
open de achterklep en maak de twee
koortjes aan de zijkant (één aan elke
kant) los van de haakjes;
til de hoedenplank van de pennen 1
fig. 19 (één aan elke zijde) en houd de
hoedenplank zo plat mogelijk terwijl u
deze via de achterklep verwijdert.
Opmerking De verwijderde
hoedenplank 1 fig. 20 kunt u
desgewenst opbergen achter de
voorstoelen, zoals wordt weergegeven
in de afbeelding.
Terugzetten van de rugleuningen
13)
Til de rugleuningen op en druk de ze
naar achteren zodat beide
vergrendelingen hoorbaar vastklikken.
Controleer visueel of de rode
merktekens van de
ontgrendelingsmechaniek 1 fig. 13 zijn
verdwenen. Het rode merkteken geeft
aan dat de rugleuning niet is
vergrendeld.
17P200018118P2000180
19P1030178-000-002
20P2000182
18
KENNISMAKING MET DE AUTO