FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: FIAT, Model Year: 2019, Model line: TIPO 5DOORS STATION WAGON, Model: FIAT TIPO 5DOORS STATION WAGON 2019Pages: 316, PDF Size: 9.17 MB
Page 161 of 316

Mistlampen
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
draai de wielen van het voertuig
helemaal naar binnen;
draai de schroeven 1 fig. 138 los met
de geleverde schroevendraaier en
verwijder de inspectieklep 2;
draai de lamp- lamphouderunit 1
fig. 143 linksom en verwijder hem dan
door hem naar buiten de schuiven;
maak de stekker los;
sluit de stekker aan op de nieuwe
unit: breng hem dan in, draai hem
rechtsom, en zorg dat hij correct sluit;
plaats ten slotte de inspectieklep
terug.Zijrichtingaanwijzer
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
druk op het lampenglas 1
fig. 144 om de inwendige borgveer 2 in
te drukken en trek de lichtunit naar
buiten;
draai de lamphouder 3 linksom,
verwijder de lamp 4 en vervang hem;
hermonteer de lamphouder 3 in het
lampenglas en draai hem rechtsom;
monteer de lichtunit zodat de
inwendige borgveer 2 op zijn plaats
vastklikt.
Versies met Xenon-
gasontladingskoplampen
Grootlicht/dimlicht
(voor bepaalde versies/markten)
Neem voor het vervangen van deze
lampen contact op met het Fiat
Servicenetwerk.Achterste lamp positie
1. Posities
2. Achterlichten/remlichten
3. Richtingaanwijzers
4. Achteruitrijlicht
Lichtunit op achterklep
Rem- en achteruitrijlichten
Ga als volgt te werk om een of meer
lampen te vervangen:
open de achterklep en gebruik de
schroevendraaier van de auto om de
inspectieklep 1 fig. 146 te verwijderen;14308026J0016EM
14408026J0005EM
145P1030154-000-000
159
Page 162 of 316

maak de middelste stekker los;
gebruik de L-vormige sleutel 1
fig. 147 en de juiste inbussleutel 2 om
de drie bevestigingsmoeren 3 los te
draaien en verwijder de unit uit de
achterklep;
draai de vier schroeven 4 fig. 147 los
en verwijder de lamphouder;
vervang achterlicht 1 fig. 148 door er
zachtjes op te drukken (bij de as) en
gelijktijdig linksom te draaien
(bayonetsluiting);
vervang achteruitrijlicht 2 door lamp
uit de houder te trekken;
plaats de houders met de nieuwe
lampen in de lampunit en draai de
schroeven 4 fig. 147 vast;
plaats de unit in de achterklep en
gebruik de bijgeleverde L-vormige
sleutel 1 en de juiste inbussleutel 2 om
de drie bevestigingsmoeren 3 stevig
vast te draaien;
plaats ten slotte de inspectieklep 1
fig. 146 terug zen zorg dat deze goed
vastzit.Lichtunit op carrosserie
Achterlicht/remlicht en
richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om een of meer
lampen te vervangen:
open de achterklep en verwijder de
sierlijst op de carrosserie door deze
omhoog A en dan naar binnen B te
bewegen zoals in fig. 149;
gebruik de meegeleverde L-vormige
sleutel 1 fig. 147 om de twee schroeven
1 fig. 150 los te draaien en verwijder de
lichtunit;
maak de stekker los, draai de twee
schroeven 2 fig. 151 los en verwijder de
lamphouder 3;
vervang de gewenste lamp door er
zachtjes (axiaal) op te drukken en
gelijktijdig linksom te draaien
(bayonetsluiting): 4 - achterlichten/
remlichten, 5 - richtingaanwijzers;
146P1030161-000-000
147P1030165-000-000
148P1030169-000-000
149P2000068-000-000
160
NOODGEVALLEN
Page 163 of 316

plaats de houders met de nieuwe
lampen in de lampunit en draai de twee
schroeven 2 vast;
sluit de stekker aan, plaats de unit op
de carrosserie en draai de twee
schroeven 1 fig. 150 vast met de
L-vormige sleutel 1;
plaats de sierlijst door er zachtjes op
te drukken totdat u voelt dat hij vastzit
en sluit vervolgens de achterklep.Lampjes 3
eremlicht
De lampen van het derde remlicht zijn
LED-lampen om hun levensduur te
verlengen. Vervanging zou daarom niet
nodig moeten zijn. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk als er
problemen zijn.
Mistachterlichten
Ga als volgt te werk om de mistlampen
achter te vervangen:
de lamphouder is bereikbaar via de
onderzijde van de achterbumper
fig. 152;
draai de lamphouder linksom,
verwijder de lamp en vervang hem
fig. 153;
hermonteer de lamphouder en draai
hem rechtsom.Wij adviseren contact op te nemen met
het Fiat Servicenetwerk om de lamp te
vervangen.
144)
Kentekenverlichting
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
gebruik de meegeleverde
schroevendraaier om de lampunit 1
fig. 154 te verwijderen;
draai de lamphouder 2
fig. 155 linksom, verwijder de lamp 3 en
vervang hem;
plaats de unit terug door er zachtjes
op te drukken.
OPMERKING Breng, alvorens het
lampenglas te verwijderen, een
bescherming (bijv. een doek) aan op de
punt van de schroevendraaier, om te
voorkomen dat het lampenglas
beschadigd raakt.
150P1030171-000-000
151P1030172-000-000
152P2000183
153P2000080-000-000
161
Page 164 of 316

BELANGRIJK
141)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.142)In halogeenlampen bevindt zich gas
onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
143)Vervang de lampen uitsluitend bij
afgezette motor en na het voertuig
geparkeerd te hebben op een plaats waar
het verkeer niet in gevaar wordt gebracht
en u de lampen veilig kunt vervangen (zie
de paragraaf “Vervangen”). Controleer ook
of de motor koud is, om het risico op
brandwonden te voorkomen.
144)Wacht tot de uitlaatleidingen zijn
afgekoeld alvorens de lamp te vervangen:
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!
BELANGRIJK
62)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de bol per ongeluk toch wordt
aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
145) 146) 147) 148)
63)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Tang voor het verwijderen van
zekeringen
Gebruik het tangetje dat in het deksel
van de zekeringenkast in de
motorruimte geklemd is, om een
zekering te vervangen (zie fig. 156 ).
De tang heeft twee uiteinden, speciaal
ontworpen (zie) om de verschillende
types zekeringen die aanwezig zijn in
het voertuig te verwijderen.
154P1030157-000-000
15508026J0026EM
162
NOODGEVALLEN
Page 165 of 316

Berg, na gebruik, het tangetje weer op,
waar hij hoort.
PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen zijn gegroepeerd in vier
regeleenheden: op het dashboard,
onder het dashboard, in de
motorruimte en in de laadruimte.
MOTORRUIMTE
ZEKERINGENKAST
64)
De zekeringenkast bevindt zich naast
de accu fig. 157.Ga als volgt te werk om een zekering te
vervangen:
draai schroef 1 fig. 158 volledig vast
met behulp van de bijgeleverde
schroevendraaier;
draai tegelijk de schroef langzaam
linksom tot weerstand wordt ervaren
(niet te vast draaien);
draai de schroef langzaam los;
het openen wordt aangegeven als
de kop van de schroef volledig uit zijn
zitting is gekomen;
verwijder deksel 2 door het op de
zijgeleiders naar boven te schuiven,
zoals aangegeven in de afbeelding.
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
15608036J0002EM
15708036J0005EM
15808036J0006EM
163
Page 166 of 316

Zodra de zekering vervangen is, als
volgt te werk gaan:
plaats het deksel 2 weer in de
zijgeleiders van de kast;
schuif het deksel van bovenaf weer
volledig naar beneden;
draai schroef 1 volledig vast met
behulp van de bijgeleverde
schroevendraaier;
draai tegelijk de schroef langzaam
rechtsom tot weerstand wordt ervaren
(niet te vast draaien);
draai de schroef langzaam los;
het sluiten wordt aangegeven als de
kop van de schroef volledig in zijn zitting
zit.
ZEKERINGENKAST IN
DASHBOARD
De zekeringenkast fig. 160 bevindt zich
aan de linkerkant van de stuurkolom.
Om toegang tot de zekeringen te
krijgen, moet u de klikdeksel,
weergegeven in fig. 159, verwijderden,
door deze naar u toe te trekken.
REGELEENHEID ONDER
DASHBOARD
De regeleenheid fig. 161 bevindt zich
aan de linkerkant onder het dashboard.
15906106J0005EM
16008036J0009EM
161P2000083-000-000
164
NOODGEVALLEN
Page 167 of 316

ZEKERINGENKAST IN DE
BAGAGERUIMTE
Open de achterklep, verplaats de sectie
van de binnenste kap fig. 162 (TIPO
5DOOR-versie) of fig. 163 (TIPO
STATION WAGON-versie) en ga naar
de zekeringen in zekeringenkast 2
fig. 164.
162P1030208-000-000
163P2000136
16408036J0011EM
165
Page 168 of 316

REGELEENHEID MOTORRUIMTE
fig. 157
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Tweetonige claxon F10 15
Spiegelverwarmer F88 7,5
Achterruitverwarming F20 30
Active Grille Shutter F84 5
166
NOODGEVALLEN
Page 169 of 316

ZEKERINGENKAST IN DASHBOARD
fig. 160
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde) F47 25
Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde) F48 25
Levering voorUconnect
™-systeem, klimaatregeling,
EOBD-systeem, USB/AUX-poort (indien aanwezig),
stuurbedieningen.F36 15
Dead Lock-systeem (Ontgrendeling portier bestuurderszijde voor
bepaalde versies/markten)/Portierontgrendeling/Centrale
vergrendeling/Elektrische ontgrendeling achterklepF38 20
Ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening linksachter F33 25
Elektrische ruitbediening rechtsachter F34 25
REGELEENHEID ONDER DASHBOARD
fig. 161
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Ontgrendelen voorportier (bestuurderszijde) 1 7,5
Ontgrendelen voorportier (passagierszijde) 2 7,5
Ontgrendelen achterportier (links) 3 7,5
Ontgrendelen achterportier (rechts) 4 7,5
167
Page 170 of 316

ZEKERINGENKAST IN DE BAGAGERUIMTE
fig. 164
GEBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
12 V Stopcontact achter F97 15
Stoelverwarming voor bestuurderszijde F99 10
Stoelverwarming voor passagierszijde F92 10
Verstelbare lendensteun voor bestuurderszijde F90 10
BELANGRIJK
145)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
146)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
147)Als er een zekering wordt gebruikt die niet wordt aangeduid in deze of in de vorige pagina, neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
148)Voordat u een zekering vervangt, zorg ervoor dat de startinrichting op STOP staat, dat de sleutel, indien mechanisch, verwijderd is en
dat alle apparatuur uit is geschakeld en/of afgesloten is.
BELANGRIJK
63)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
64)Als de motorruimte moet worden gewassen, zorg er dan voor dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringenkast en de motor van
de ruitenwissers terechtkomt.
168
NOODGEVALLEN