Hyundai Genesis Coupe 2013 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Genesis Coupe, Model: Hyundai Genesis Coupe 2013Pages: 443, PDF Size: 39.11 MB
Page 391 of 443

325
Veiligheidsysteem van uw auto
Zwangere vrouwen
Ook zwangere vrouwen wordt
geadviseerd de veiligheidsgordel te
dragen om de kans op letsel bij een
aanrijding te beperken. Draag het
heupgedeelte van de gordel zo laag en
strak mogelijk over de heupen, niet over
het middel. Neem voor meer informatie
contact op met een arts.
Gehandicapten
Ook gehandicapten die in de auto
vervoerd worden, moeten gebruik maken
van de veiligheidsgordel. Neem indien
nodig voor meer informatie contact op
met een arts.
Een persoon per veiligheidsgordel
Een enkele gordel mag nooit gedragen
worden door twee personen (ook niet
door een volwassene en een kind). Als
dat wel gedaan wordt, kan dat bij een
aanrijding resulteren in ernstig letsel.
Zet de rugleuning niet horizontaal
Om de kans op letsel bij een aanrijding te
beperken en de veiligheidsgordels zo
effectief mogelijk te gebruiken, moetenalle inzittenden rechtop zitten en moeten
de rugleuningen tijdens het rijden zo
rechtop mogelijk staan. Als eeninzittende op de achterbank ligt of als de
rugleuning van de voorstoel te ver
horizontaal staat, kan de gordel
onvoldoende bescherming bieden.
WAARSCHUWING
- Zwangere vrouwen
Zwangere vrouwen mogen het
heupgedeelte van de
veiligheidsgordel nooit over of
boven de onderbuik dragen.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning te ver horizontaal
staat, neemt de kans op letsel bijeen aanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe. De bescherming diede veiligheidssystemen
(veiligheidsgordels en airbags)
bieden, neemt aanzienlijk af als derugleuning te ver horizontaal staat.
De veiligheidsgordel moet strak
over uw heupen en borst lopen voor
een maximale effectiviteit. Hoe
verder de rugleuning naar achteren
staat, hoe groter de kans is dat deinzittende bij een aanrijding onder
het heupgedeelte van de gordel
door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
Bestuurder en passagiers moeten
altijd goed in hun stoel zitten, de
gordel op de juiste manier dragen
en de rugleuning zo ver mogelijk
rechtop zetten.
Page 392 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
26
3
Verzorging van de
veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels mogen niet
gedemonteerd of gemodificeerd worden.
Verder moet er op worden gelet dat de
gordels en de onderdelen daarvan niet
beschadigd worden door de scharnieren
van de stoelen, de portieren of
anderszins.Periodieke controle
Alle veiligheidsgordels dienen regelmatig op slijtage of beschadigingen
gecontroleerd te worden. Beschadigde
onderdelen dienen zo spoedig mogelijk
vervangen te worden.
Houd de gordels schoon en droog
De veiligheidsgordels moeten schoon en
droog gehouden worden. Als ze vuil
geworden zijn, kunnen ze worden
gereinigd met een milde zeepoplossing
en warm water. Bleekmiddelen,
kleurstoffen, sterke oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen met schurende
bestanddelen mogen niet worden
gebruikt omdat ze het gordelmateriaal
kunnen beschadigen of verzwakken.
Wanneer moeten de
veiligheidsgordels vervangen worden
De veiligheidsgordels moeten in hun
geheel worden vervangen als de auto bij
een aanrijding betrokken is. Dat is ook
het geval als de veiligheidsgordels niet
zichtbaar beschadigd zijn. Als u vragen
heeft met betrekking tot de werking van
de veiligheidsgordel adviseren we ucontact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Beschadig de veiligheidsgordel en
de gesp niet als u de neergeklapte
rugleuning van de achterbank weer
in zijn oorspronkelijke positie zet.
Zorg ervoor dat de gordel of gesp
niet klem komen te zitten tussen de
achterbank. Een beschadigde
gordel of gesp is minder sterk enkan bij een aanrijding of noodstop
dienst weigeren, waardoor ernstigletsel kan ontstaan.
Laat een veiligheidsgordel
onmiddellijk vervangen als het
materiaal van de gordel of de gesp
is beschadigd.
Page 393 of 443

327
Veiligheidsysteem van uw auto
KINDERZITJES
Om de kans op letsel bij een ongeval, hard remmen of plotselinge manoeuvrete minimaliseren, kunnen kinderen hetbeste op de achterbank zitten en dienen
ze altijd goed beschermd te zijn. Volgens
ongevallenstatistieken zijn kinderen
veiliger in een kinderzitje op deachterbank dan in een kinderzitje op de
voorstoel. Grotere kinderen die niet in
een kinderzitje zitten, dienen een van de
in de auto aanwezige veiligheidsgordels
te gebruiken.
Houd u bij het vervoer van baby's en
kleine kinderen aan de wettelijke
voorschriften. Baby- en kinderzitjesmoeten op de juiste manier op de
achterbank worden geplaatst en
gemonteerd. Let er bij de aanschaf van
een baby- of kinderzitje op of het
desbetreffende zitje wettelijk
goedgekeurd is.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen dat
ze met de heupgordel, het heupgedeelte
van een driepuntsgordel of de
bevestigingspunten en/of de ISOFIX-
bevestigingen (indien van toepassing)
aan de zitplaats bevestigd kunnen
worden. Zonder adequate bescherming kunnen
kinderen ernstig letsel oplopen bij een
ongeval. Kleine kinderen en baby'smoeten in een kinderzitje geplaatst
worden. Voordat u een bepaald
kinderzitje koopt, moet u eerstcontroleren of het in uw auto past en of
het de juiste maat heeft voor uw kind.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje
altijd de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
(Vervolg)
Aangezien een veiligheidsgordel
of kinderzitje zeer warm kunnen
worden in een gesloten voertuig
dat in de zon heeft gestaan, dientu altijd de bekleding en
gordelsluitingen te controleren
voordat u uw kind in de auto zet,
ook al is de buitentemperatuur
niet hoog. Controleer de
bekleding van het zitje en de
gordelsluitingen voordat u het
kind in het zitje zet.
Plaats het baby-/kinderzitje in de bagageruimte of maak het vast
met een veiligheidsgordel als het
niet gebruikt wordt, zodat het niet
naar voren geworpen wordt bij
hard remmen of een ongeval.
Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen als een airbag
geactiveerd wordt. Kinderen
moeten altijd, ook als ze te groot
zijn voor een kinderzitje, vervoerd
worden op de achterbank.
WAARSCHUWING
Een kinderzitje dient op de achterbank geplaatst te worden. Plaats een kinderzitje nooit op de
passagiersstoel. Mocht er zich
een ongeval voordoen waarbij de
airbag voorpassagier opgeblazen
wordt, dan kan de airbag een kindin een kinderzitje ernstig letsel
toebrengen. Gebruik een
kinderzitje daarom alleen op de
achterbank van uw auto.
(Vervolg)
Page 394 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
28
3
(Vervolg)
Laat een kind nooit zonder
toezicht achter in de auto - ook
niet voor even. De temperatuur inde auto kan heel snel hoog
oplopen, waardoor kinderen in de
auto door de hitte bevangen
kunnen worden. Ook zeer jonge
kinderen kunnen per ongeluk de
auto in beweging zetten, bekneld
raken tussen de portierruiten of
zichzelf of anderen insluiten in deauto.
Laat nooit twee kinderen, of twee willekeurige andere personen,
gebruik maken van een en
dezelfde veiligheidsgordel.
Kinderen zitten zelden stil en op de juiste manier in een zitje. Let
er op dat de schoudergordel bijhet kind nooit onder de arm door
of achter de rug loopt. Zet eenkind altijd in de juiste positie op
de achterbank en zet het kind
goed vast.
Laat een kind tijdens het rijden nooit knielen of staan op de
zitting van een stoel of op de
vloer.
(Vervolg)(Vervolg)Bij een aanrijding of een
noodstop kan het kind met grote
kracht door het interieur van de
auto geslingerd worden,
waardoor het ernstig letsel kanoplopen.
Gebruik nooit een kinderzitje dat over de rugleuning van een stoel
"vasthaakt"; een dergelijk zitje
biedt mogelijk geen adequate
bescherming bij een ongeval.
De veiligheidsgordels kunnen erg heet worden, vooral als de auto in
de volle zon heeft gestaan.
Controleer altijd of de
gordelsluiting niet te heet is
voordat u het kind vastzet.
Na een aanrijding adviseren we u het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Als er niet genoeg ruimte is om het kinderzitje achter de
bestuurdersstoel te plaatsen,plaats dan het zitje op de
zitplaats rechts achter.WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel te beperken:
Kinderen van elke leeftijd zijn veiliger als ze op de achterbank
vervoerd worden. Een kind dat op
de voorpassagiersstoel vervoerd
wordt, kan ernstig letsel oplopen
door een airbag die wordt
geactiveerd.
Volg altijd de montage-instructies en de aanwijzingen voor het
gebruik van de fabrikant van het
kinderzitje.
Controleer altijd of het kinderzitje goed in uw auto gemonteerd is en
of uw kind goed vastzit in het
kinderzitje.
Houd nooit een kind op uw schoot of in uw armen in een rijdende
auto. Door de grote krachten diebij een aanrijding optreden zal hetkind uit uw armen en door het
interieur geslingerd worden.
Gebruik nooit één gordel voor uzelf en een kind. Bij eenaanrijding kan een kind ernstiginwendig letsel oplopen omdat het
kind zich tussen u en de gordel
bevindt.
(Vervolg)
Page 395 of 443

329
Veiligheidsysteem van uw auto
Gebruiken van een kinderzitje
Voor kleine kinderen en baby's is het
gebruik van een kinderzitje wettelijk
voorgeschreven. Dit kinderzitje moet de
juiste maat hebben voor het kind en dient
volgens de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant te worden geplaatst.Wij adviseren u het kinderzitje uit
veiligheidsoverwegingen op de
zitplaatsen achter te gebruiken.
WAARSCHUWING
Plaats nooit een kinderzitje waarbij
het kind met het gezicht naar
achteren gericht zit op de stoel van
de voorpassagier. Wanneer de
geactiveerde airbag het zitje met
een grote kracht raakt, kan het kindernstig letsel oplopen.
WAARSCHUWING -
Plaatsen van het kinderzitje
Een kind kan bij een aanrijding ernstig letsel oplopen als het
kinderzitje niet goed gemonteerdis of als het kind niet goed
vastgezet is in het kinderzitje.
Lees voor u het kinderzitje
installeert eerst de handleiding
van de fabrikant.
Als de veiligheidsgordel niet functioneert zoals in dit deel
beschreven staat, adviseren we u
het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Wanneer u de aanwijzingen in dit instructieboekje en de instructies
bij het kinderzitje niet opvolgt,
neemt de kans op en de ernst van
letsel bij een aanrijding toe.
CRS09
OBK039018
Kinderzitjes waarin het kind met het gezicht naar
voren wordt vervoerd
Kinderzitjes waarin het kind met het gezicht naar
achteren wordt vervoerd
Page 396 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
30
3
Bevestigen van een kinderzitje met
een driepuntsgordel
Volg voor het installeren van een
kinderzitje op de buitenste zitplaatsen de
volgende stappen:
1. Plaats het baby- of kinderzitje op de achterbank en laat de
veiligheidsgordel om of door het zitje
lopen, afhankelijk van de instructies
van de fabrikant van het zitje. Zorg
ervoor dat de gordel niet verdraaid zit. 2. Zet de gesp vast in de gordelsluiting.
Controleer of een klikkend geluid
hoorbaar is.Plaats de ontgrendelknop zo dat deze in
geval van nood gemakkelijk bereikbaar
is.
3. Maak de gordel vast en zorg ervoor dat de gordel overal goed aansluit.Controleer na het installeren of het
kinderzitje goed vastzit door het in alle
richtingen te bewegen.
Als de gordel strakker moet, beweeg dan
meer band richting de blokkeerautomaat.
Wanneer u de gordel losmaakt zodat die
ingetrokken wordt, gaat de
blokkeerautomaat automatisch terug
naar de stand waarin hij normaal
blokkeert in een noodsituatie.
E2MS103005OEN036101OEN036104
Page 397 of 443

331
Veiligheidsysteem van uw auto
Monteren van een kinderzitje metbehulp van een systeem met bevestigingsbanden
(indien van toepassing)
De haakhouders voor het kinderzitje
bevinden zich de hoedenplank.
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgordel
Gebruik kinderzitjes die officieel goedgekeurd zijn en die geschikt zijn voor uw
kinderen. Zie de volgende tabel voor het gebruik van kinderzitjes.
U : Geschikt voor de categorie "universele" zitjes, goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
UF : Geschikt voor de categorie “universele” in de rijrichting geplaatste zitjes, goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
X : Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
Zitplaats
Leeftijdsgroep
0 : Tot 10 kg (0 - 9 maanden) X U
0+ : Tot 13 kg (0 - 2 jaar) X U
I : 9 kg tot 18 kg (9 m aanden - 4 jaar) X
U
II & III : 15 kg tot 36 kg (4 - 12 jaar) X U
VoorpassagierBuitenste achter
OBK039034
Page 398 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
32
3
1. Voer de band van het kinderzitje over
de rugleuning.
Voer bij voertuigen met verstelbare hoofdsteun de band onder de
hoofdsteun en tussen de stijlen van de
hoofdsteun door. Voer in andere
gevallen de band over de bovenkant
van de hoofdsteun.
2. Bevestig de band van het kinderzitje aan het bevestigingspunt en trek de
band strak om het zitje vast te zetten.
OBK039035WAARSCHUWING -
Bevestigingsband
Monteer niet meer dan één kinderzitje aan de
bevestigingspunten. Het extra
gewicht kan ertoe leiden dat de
bevestigingspunten of -banden
afbreken, wat ernstig letsel kan
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Een kind kan bij een aanrijding ernstig letsel oplopen als het
kinderzitje niet goed gemonteerd is
of als het kind niet goed vastgezet
is in het kinderzitje. Volg altijd de
aanwijzingen van de fabrikant voor
de montage en het gebruik van het
zitje.WAARSCHUWING -
Controle van een kinderzitje
Controleer of het kinderzitje goed
vastzit door te proberen het in
verschillende richtingen te duwen
en te trekken. Een niet goed
gemonteerd kinderzitje kan
kantelen, verdraaien, overhellen of
losraken, waardoor ernstig letselkan ontstaan.
Page 399 of 443

333
Veiligheidsysteem van uw auto
Monteren van een kinderzitje metbehulp van een ISOFIX-systeem en een systeem metbevestigingsbanden (indien van
toepassing)
ISOFIX is een gestandaardiseerde
methode voor het monteren vankinderzitjes die een einde maakt aan het
vastmaken van kinderzitjes met de
standaard veiligheidsgordel. Hierdoor is
een veel veiligere en meer betrouwbare
bevestiging mogelijk en verloopt
bovendien het installeren een stuk
eenvoudiger en sneller. Een ISOfix-kinderzitje mag alleen
worden gebruikt als het specifiek is
goedgekeurd voor uw auto volgens deeisen die gesteld zijn in de Europese
norm ECE-R44.
Aan de onderzijde van de rugleuningen
achter zijn symbolen aangebracht. Deze
symbolen geven de bevestigingspunten
voor de baby- of kinderzitjes aan, indien
aanwezig.
WAARSCHUWING
-
Bevestigingspunten voor een kinderzitje
De bevestigingspunten zijn alleen berekend op de belasting
die er op wordt uigeoefend door
een juist gemonteerd kinderzitje.
Ze mogen in geen geval worden
gebruikt voor de bevestiging van
veiligheidsgordels voor
volwassenen of voor de
bevestiging van anderecomponenten in de auto.
De band biedt misschien onvoldoende bescherming als hijaan een ander dan het speciaal
hiervoor bedoelde
bevestigingspunt is gemonteerd.
OBK039036
Page 400 of 443

Veiligheidsysteem van uw auto
34
3
Aan elke zijde van de achterbank, achter
de zitting, bevinden zich twee ISOfix-
bevestigingspunten in combinatie met
een bevestigingspunt voor de bovenste
band op de hoedenplank. Tijdens hetinstalleren moet het zitje in de
bevestigingspunten worden vastgeklikt
(controleer of het zitje vastzit door eraan
te trekken!) en worden vastgezet met de
bovenste bevestigingsband op hetbijbehorende punt op de hoedenplank. Volg bij het installeren en gebruiken vaneen kinderzitje de installatiehandleiding
die bij het ISOFIX-zitje wordt geleverd.
WAARSCHUWING
Als een kinderzitje op de achterbank is geplaatst met
behulp van de ISOFIX-
bevestigingen, moeten alle
ongebruikte gordels op de
achterbank worden vastgemaakt
in de gordelsluitingen en moet de
gordel op de plaats van het
kinderzitje achter het zitje worden
vastgemaakt om ervoor te zorgen
dat de gordel buiten bereik van
het kind blijft. Bij losse gespen of
gordelsluitingen kan het kind in
het kinderzitje verstrikt raken enernstig letsel oplopen.
Plaats geen voorwerpen rond de onderste bevestigingspunten.
Controleer ook of de
veiligheidsgordel niet wordt
gehinderd door de onderste
bevestigingspunten.
WAARSCHUWING
Plaats het kinderzitje helemaal naar
achteren tegen de rugleuning met
de rugleuning rechtop.
OBK032037Onderste bevestigingspunt
Aanduiding onderste bevestigingspunt