radio Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 2 of 566

F2Er mogen geen aanpassingen aan
uw HYUNDAI worden gedaan. Aanpassingen kunnen de
prestaties, veiligheid of levensduur van uw HYUNDAI in negatieve zin beïnvloeden en
kunnen daarnaast in strijd zijn met de bepalingen van de beperkte garantie. Bepaalde
aanpassingen kunnen tevens in strijd zijn met de regelgeving van het betreffende ministerie
en andere overheidsinstanties in uw land.
Uw auto is uitgerust met elektronische componenten. Als een tweewegradio of mobiele
telefoon niet op de juiste wijze wordt ingebouwd/ aangepast, heeft dat mogelijk een nadelige
invloed op elektronische systemen. We raden u daarom aan de instructies van de fabrikant
van de radio nauwkeurig te volgen of uw HYUNDAI-dealer te raadplegen over
voorzorgsmaatregelen of speciale instructies met betrekking tot het inbouwen van dergelijke
apparatuur.
WAARSCHUWING: AANPASSINGEN AAN UW HYUNDAI
INBOUWEN VAN EEN TWEEWEGRADIO OF EEN MOBIELE TELEFOON
Page 29 of 566

H22
LLAA DDEENN VV AA NN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( NN OO RRMM AALLEE LL AA AA DDPPRR OO CCEE DD UU RREE)) (( VV EERR VV OO LLGG ))
8. Sluit de laadplug aan op de
elektrische aansluiting van de
normale lader om te beginnen metladen. 9. Controleer of het
laadindicatielampje voor de
hoogspanningsbatterij in het
instrumentenpaneel AAN gaat.
Als het laadindicatielampje UIT is,
wordt de hoogspanningsbatterijniet geladen.
Als de laadstekker en de laadplug niet goed op elkaar aangeslotenzijn, dan moet de laadkabel
nogmaals aangesloten wordenom te beginnen met laden. Informatie
Hoewel laden mogelijk is terwijl de startknop in stand ON/START
staat, adviseren we u vanwege de
veiligheid om met laden te beginnen
als de startknop in stand OFF staat
en de transmissie in stand P
(parkeren). Nadat het laden
begonnen is, kunt u elektrische
systemen zoals de radio gebruiken
door de startknop in stand ACC of
ON te zetten.
Tijdens het normaal laden kan de radio-ontvangst slecht zijn.
Tijdens het laden kan de transmissie niet uit stand P (parkeren) in een
andere stand gezet worden.
i
OLFP0Q5007K
■
Normale laadprocedureOAEEQ016032
Page 36 of 566

H29
Informatie
Hoewel laden mogelijk is terwijl de startknop in stand ON/START
staat, adviseren we u vanwege de
veiligheid om met laden te beginnen
als de startknop in stand OFF staat
en de transmissie in stand P
(parkeren). Nadat het laden
begonnen is, kunt u elektrische
systemen zoals de radio gebruiken
door de startknop in stand ACC of
ON te zetten.
Tijdens het laden kan de transmissie niet uit stand P (parkeren) in een
andere stand gezet worden.Ontgrendelen klep
laadaansluiting in noodsituatie
Als de klep van de laadaansluiting
niet geopend kan worden door een
ontladen accu of een storing in de
bedrading, kan de klep worden
geopend door de achterklep teopenen en aan de
noodontgrendelingskabel te trekken,
zoals hierboven is afgebeeld.
Hierdoor gaat de klep van delaadaansluiting open.
Controleren van laadstatus
Bij het laden van de
hoogspanningsbatterij kan het
laadniveau van buiten de auto
worden gecontroleerd.
Informatie
Afhankelijk van de conditie en de
ouderdom van de
hoogspanningsbatterij, de specificaties
van de lader en de
omgevingstemperatuur kan de laadtijd
van de hoogspanningsbatterij variëren.
i
i
OAEEQ016025
OAEE046010
Page 42 of 566

H35
11. Controleer of hetlaadindicatielampje voor de
hoogspanningsbatterij in het
instrumentenpaneel AAN gaat.Als het laadindicatielampje UIT
is, wordt de
hoogspanningsbatterij nietgeladen.
Als de laadstekker niet goed
aangesloten is, dan moet delaadkabel nogmaals aangesloten
worden om te beginnen metladen. Informatie
Hoewel laden mogelijk is terwijl de startknop in stand ON/START
staat, adviseren we u vanwege de
veiligheid om met laden te beginnen
als de startknop in stand OFF staat
en de transmissie in stand P
(parkeren). Nadat het laden
begonnen is, kunt u elektrische
systemen zoals de radio gebruiken
door de startknop in stand ACC of
ON te zetten.
Tijdens het laden kan de transmissie niet uit stand P (parkeren) in een
andere stand gezet worden. 12. Nadat het laden gestart is, wordt
de geschatte laadtijd gedurende
ongeveer 1 minuut weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Als u tijdens het laden het
bestuurdersportier opent, wordt
de geschatte laadtijd eveneens
gedurende ongeveer 1 minuut
weergegeven op het
instrumentenpaneel. Als er een laadprocedure is
gepland, wordt de geschatte
laadtijd weergegeven als "--".
i
OAEE046193LOAEEQ016032
Page 154 of 566

3-7
Handige voorzieningen in uw auto
Verlies van een Smart Key
Er kunnen per auto maximaal twee
Smart Keys worden geregistreerd.
Als u een Smart Key verliest,
adviseren we u de auto en deresterende sleutel onmiddellijk naar
een officiële HYUNDAI-dealer te
brengen of, indien nodig, de auto te
laten wegslepen.
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de Smart Key
In de volgende gevallen werkt de
Smart Key niet :
De Smart Key bevindt zich in de buurt van een zender (bijvoorbeeld
van een radiozender of een
luchthaven), waardoor de normale
werking van de afstandsbediening
verstoord kan worden.
De Smart Key bevindt zich dicht bij een zend- en ontvangstinstallatie
of een mobiele telefoon.
Dicht bij uw auto wordt de Smart Key van een andere auto gebruikt.
Vergrendel en ontgrendel de
portieren met de mechanische
sleutel wanneer de Smart Key niet
goed werkt. Als u een probleem hebt
met de Smart Key, adviseren we ucontact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer. Wanneer de Smart Key zich in de
buurt van uw mobiele telefoon
bevindt, kan het signaal van de
Smart Key worden geblokkeerd door
de normale werkingssignalen van uw
mobiele telefoon. Dit is met name
van belang wanneer de telefoon
actief is, bijvoorbeeld wanneer u met
uw telefoon belt of wordt gebeld en
sms'jes en/of e-mails verzendt of
ontvangt.
Steek de Smart Key en uw mobiele
telefoon niet in dezelfde broek- of
jaszak en probeer altijd voldoendeafstand te houden tussen beide
apparaten.
3
Page 285 of 566

3-138
Handige voorzieningen in uw auto
(vervolg)
Zet de airconditioning of deverwarming in de laagste stand
als de 12V-aansluiting wordt
gebruikt.
Plaats het afdekkapje op de aansluiting wanneer deze niet
wordt gebruikt.
Sommige elektronische apparaten die op de 12V-
aansluiting worden aangesloten,
kunnen storingen veroorzaken.
De problemen kunnen variëren
van een slechte radio-ontvangst
tot storingen in de elektronischesystemen en apparaten in deauto.
Steek de stekker zo ver mogelijk in de aansluiting. Als de stekker
geen goed contact maakt, kan
deze oververhit raken of kan de
zekering defect raken.
Sluit elektrische/elektronische apparatuur met een accu alleen
aan als deze zijn voorzien van een
tegenstroombeveiliging. Anders
kan de stroom van de accu
terugstromen naar het elektrische/
elektronische systeem van de
auto en storingen veroorzaken.Draadloos laadsysteem
mobiele telefoon
(indien van toepassing)
Er bevindt zich een draadloos
laadsysteem voor de mobiele
telefoon in de voorconsole.
Het systeem is beschikbaar wanneer
alle portieren zijn gesloten en de
startknop in stand ACC/ON staat.
Opladen van een mobiele
telefoon
Het draadloze laadsysteem voor
mobiele telefoons kan alleen mobiele
telefoons met Qi-ondersteuning ( )
opladen. Raadpleeg de sticker op de
batterij van uw mobiele telefoon of
ga naar de website van de fabrikant
van uw mobiele telefoon om te zien
of uw mobiele telefoon de Qi-technologie ondersteunt.
Het draadloos laden start wanneer u
een mobiele telefoon met Qi-
ondersteuning op de draadloze laderplaatst.
OAEE046407L
Page 293 of 566

Multimediasysteem
4
Multimediasysteem ................................................4-2AUX-, USB- en iPod ®
-aansluiting ................................4-2
Antenne ...............................................................................4-3
Audiobediening op stuurwiel ..........................................4-4
Bluetooth®Wireless Technology handsfree ..............4-5
Audio/Video/Navigatiesysteem (AVN) .........................4-5
Uitleg werking autoradio .................................................4-6
Audio (Met Touchscreen) .....................................4-9 Kenmerken van uw audiosysteem ..............................4-10Radio .................................................................................4-19
Media..................................................................................4-21
Telefoon.............................................................................4-41
Setup (instellen)...............................................................4-50
Conformiteitsverklaring ......................................4-52 CE (Europa) .......................................................................4-52
NCC (Taiwan) ....................................................................4-53
Page 296 of 566

Audiobediening op stuurwiel
(indien van toepassing)
Voor uw gemak is het stuurwiel
voorzien van toetsen voor de
bediening van het audiosysteem.Bedien de verschillende toetsen
van het audiosysteem niet
gelijktijdig.
VOLUME (VOL + / - ) (1)
Druk de VOLUME-schakelaar naar
boven om het volume te verhogen.
Druk de VOLUME-schakelaar naar beneden om het volume te
verlagen.
SEEK/PRESET ( / ) (2)
Als de schakelaar SEEK/PRESETgedurende 0,8 seconden of langer
naar boven of beneden wordt
gedrukt, werkt hij in de volgendemodi.
Radiomodus
Werkt als schakelaar AUTO SEEK.
Er zal worden gezocht totdat u de
schakelaar loslaat.
Mediamodus
Werkt als schakelaar FF/REW. Als de schakelaar SEEK/PRESET
naar boven of beneden wordt
gedrukt, werkt hij in de volgendemodi.
Radiomodus
Werkt als schakelaar UP/DOWN
voor PRESET STATION.
Mediamodus
Werkt als schakelaar TRACK
UP/DOWN.
MODE ( ) (3)
Druk op de toets MODE om radio,
disc of AUX te selecteren.
MUTE ( ) (4)
Druk op de toets om het geluid te
dempen.
Druk nogmaals op de toets om het geluid in te schakelen.
Informatie
Meer informatie over de
bedieningstoetsen van het
audiosysteem vindt u op de volgende
bladzijden in dit hoofdstuk.
i
AANWIJZING
OAE046437
OAE046474L
4-4
Multimediasysteem
■ Type A
■Type B
■Type C
Page 298 of 566

4-6
Multimediasysteem
Uitleg werking autoradio
FM-ontvangst
AM- en FM-radiozenders worden
door zendmasten overal in het land
uitgezonden. Ze worden door de
antenne van uw auto ontvangen.
Het signaal wordt vervolgens
ontvangen door de radio en
doorgestuurd naar de luidsprekers in
uw auto.Als een krachtig radiosignaal uw
auto bereikt, zorgt de moderne
techniek van uw audiosysteem voor
een hoge kwaliteit van de
geluidsweergave. In sommige
gevallen is het door uw auto
ontvangen signaal echter niet
krachtig en helder.
Dit kan worden veroorzaakt door
bijvoorbeeld de afstand tot de
radiozender, andere krachtige
zenders in de nabijheid of de
aanwezigheid van gebouwen,
bruggen of andere grote obstakels in
het desbetreffende gebied.
AM-(MW-, LW-) ontvangst
AM-radiozenders kunnen over een
grotere afstand worden ontvangen
dan FM-radiozenders.
Dit komt doordat AM-radiogolven
met een lage frequentie worden
uitgezonden. Deze lange golven met
een lage frequentie volgen het
aardoppervlak en verplaatsen zich
niet recht naar buiten, de atmosfeer
in. Bovendien ontwijken ze
obstakels, zodat een betere
signaaldekking het gevolg is.
OJF045309L
OJF045308L
Page 299 of 566

4-7
Multimediasysteem
4
FM-radiozender
FM-radiozenders worden met een
hoge frequentie uitgezonden en
volgen hierbij niet het aardoppervlak.Daarom ontstaat bij FM-
radiozenders op een relatief korte
afstand van de radiozender
vervorming. Bovendien ondervinden
FM-signalen nadelige invloeden van
gebouwen, bergen of andere
obstakels. Dit kan een
geluidsweergave tot gevolg hebben
waarbij u veronderstelt dat uw radio
niet in orde is. De volgende situaties
zijn normaal en duiden niet op
problemen met de radio: Fading: Naarmate uw auto verder
van de radiozender vandaan rijdt,
wordt het signaal zwakker enbegint het geluid af te nemen.
Wanneer dit gebeurt, selecteer
dan een andere, sterkere zender.
Flutter/(statische) ruis: Zwakke FM-signalen of grote obstakels
tussen de zender en uw radio
vervormen het signaal, waardoor
er (statische) ruis of flutter
ontstaat. Deze storing kan iets
worden onderdrukt door de hoge
tonen te verminderen. Wisseling van zenders: Bij het
zwakker worden van het FM-signaal is het mogelijk dat het
signaal van een nabijgelegen,
krachtige zender op dezelfde
frequentie wordt ontvangen. Dit
komt doordat uw radio is
ontworpen om op het sterkste
signaal af te stemmen. Selecteer in
dit geval een andere zender met
een sterker signaal.
OJF045311L
¢¢¢
JBM004
OJF045310L