Hyundai Ioniq Hybrid 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Hybrid, Model: Hyundai Ioniq Hybrid 2017Pages: 564, PDF Size: 47.22 MB
Page 101 of 564

2-67
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Voorwaarden voor activerenairbags
Airbags voor
De frontairbags zijn ontworpen om
bij frontale aanrijdingen te worden
opgeblazen, afhankelijk van de
ernst, de snelheid of de hoek
waaronder de aanrijding plaatsvindt.
Zijairbags en curtain airbags
De zijairbags en curtain airbags zijn
ontworpen om te worden
geactiveerd als de zijairbagsensoren
een aanrijding van opzij detecteren,
waarbij rekening wordt gehouden
met de kracht van de botsing, de
snelheid en de hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt. De bestuurders- en
voorpassagiersairbag zijn weliswaar
ontworpen om bij frontale
aanrijdingen te worden opgeblazen,
ze kunnen ook bij andere
aanrijdingen, waarbij een bepaalde
vertraging in de lengterichting wordt
waargenomen door de sensoren
voor, worden opgeblazen. De
zijairbags en curtain airbags zijn
ontworpen voor zijdelingse
aanrijdingen, maar kunnen ook bij
andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de
dwarsrichting wordt waargenomen
door de sensoren opzij, worden
opgeblazen.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer
slechte wegen. Rijd daarom
voorzichtig op slechte wegen.
OAE036049
OAE036050
OAE036048
Page 102 of 564

2-68
Veiligheidssysteem van uw auto
Voorwaarden voor niet-activerenvan de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage
snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is datde airbags in die omstandigheden
niet meer bescherming kunnen
bieden dan de veiligheidsgordels aldoen. De frontairbags zijn niet ontworpen
om te worden geactiveerd bij
aanrijdingen van achter, omdat de
inzittenden dan door de botskracht
naar achteren worden gedrukt. In
dergelijke gevallen biedt het
activeren van de airbags geen extra
voordelen.
De frontairbags worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd.
De inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor
het activeren van de airbags voor
geen extra bescherming aan deinzittenden biedt.
De zijairbags en curtain airbags
kunnen echter wel worden
opgeblazen, afhankelijk van de ernst,
de rijsnelheid en de botsingshoek.
OAE036052
OAE036051
OAE036053
Page 103 of 564

2-69
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Bij een aanrijding onder een hoek
kan de kracht van de aanrijding de
inzittenden in een richting
verplaatsen, waarin de airbags geen
extra bescherming zouden bieden,
een reden waarom de sensoren
mogelijk geen airbags activeren.Net voor een aanrijding remmen
bestuurders vaak sterk af. Door zo
sterk af te remmen, zakt de voorzijde
van de auto in, waardoor deze
gemakkelijker onder een voertuig
met een grotere grondspeling zoukunnen schieten.Als de auto over de kop slaat, bieden
de airbags voor geen extra
bescherming aan de inzittenden. Ze
worden dan ook niet geactiveerd.
Informatie
De airbags worden in een dergelijke
situatie soms niet geactiveerd omdat
de deceleratie die door de sensoren
wordt gemeten, lager is dan de
deceleratie die zou worden gemeten
als de auto niet onder de voorligger
zou schuiven.
i
OAE036061OAE036054OAE036055
Page 104 of 564

2-70
Veiligheidssysteem van uw auto
De airbags worden soms niet
geactiveerd bij een aanrijding tegen
een boom of paal, waarbij de
botskracht zich concentreert en de
botsingsenergie door de constructie
van de auto wordt geabsorbeerd.
Onderhoud aanvullend veiligheidssysteem
Het aanvullende veiligheidssysteem
is nagenoeg onderhoudsvrij en bevat
geen onderdelen waaraan u zelf
veilig onderhoud kunt plegen. Als het
waarschuwingslampje AIRBAG niet
gaat branden wanneer het contact in
stand ON wordt gezet of continu blijft
branden, laat het systeem danonmiddellijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
We adviseren u alle werkzaamheden
aan het aanvullend
veiligheidssysteem, zoals het
verwijderen, het plaatsen of het
repareren ervan, of werkzaamhedenaan het stuurwiel, het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje, de voorstoelen en
de dakstijlen te laten uitvoeren door
een officiële HYUNDAI-dealer. Een
onjuiste behandeling van het
aanvullend veiligheidssysteem kan
leiden tot ernstig letsel.
OAE036056Om de kans op ernstig letsel te
beperken, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
Wijzig onderdelen van het
aanvullend veiligheidssysteem
of de bedrading niet, neem
deze onderdelen of de
bedrading ervan niet los,
breng geen stickers, enz. op
afdekkappen van het systeemaan en wijzig niets aan de
carrosseriestructuur.
Plaats geen voorwerpen op of
in de buurt van de
airbagmodules in het
stuurwiel, op het dashboard of
op het dashboardpaneel
boven het dashboardkastje.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Page 105 of 564

2-71
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen.Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt,
kan tijdens een aanrijding of een
noodstop door de auto wordengeslingerd, tegen andere inzittenden
aan worden geslingerd of zelfs uit de
auto worden geslingerd.
Bevestig geen accessoires aan de
veiligheidsgordels. Accessoires die
claimen het comfort voor de
inzittenden te verbeteren of die degordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op ernstig
letsel bij een aanrijding vergroten.
Modificeer de voorstoelen niet.
Modificatie van de voorstoelen kan
de werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem of
van de zijairbags in negatieve zin
beïnvloeden. Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder
de voorstoelen kan de werking van
de sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de
bedrading in negatieve zin
beïnvloeden.
Voorkom dat portieren hard
worden geraakt.
Voorkom dat de
portieren hard worden geraakt als
het contact in stand ON staat: dit kan
tot gevolg hebben dat de airbags
worden geactiveerd.
(Vervolg)
Reinig de afdekkappen van de
airbags met een zachte doek
die vochtig is gemaakt met
schoon water. Oplos- en
reinigingsmiddelen kunnen
het materiaal van deafdekkappen aantasten en de
werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
Laat geactiveerde airbags
vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Als onderdelen van het
airbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden
afgevoerd, moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid in
acht worden genomen. Neem
voor de benodigde informatiecontact op met een officiële
HYUNDAI-dealer. Het niet
opvolgen van deze
voorzorgsmaatregelen
vergroot de kans op letsel.
Page 106 of 564

2-72
Veiligheidssysteem van uw auto
Monteren van accessoires ofmodificaties aan uw met airbags
uitgeruste auto
Als u modificaties aan het chassis, de
bumper, de voorzijde, het plaatwerk
opzij of de rijhoogte aanbrengt of laat
aanbrengen, kan dat invloed hebben
op de werking van het airbagsysteem
van uw auto.
Waarschuwingslabels airbags
De waarschuwingslabels van de airbags zijn bedoeld om de
passagiers te waarschuwen voor de
mogelijke gevaren van hetairbagsysteem.
Lees alle informatie over de airbags
van uw auto in dit instructieboekje.
OAD035053
Page 107 of 564

Handige voorzieningen in uw auto
Toegang tot uw auto .............................................3-4Afstandsbediening.............................................................3-4
Smart Key ............................................................................3-7
Startblokkeersysteem ....................................................3-12
Sloten .....................................................................3-14 Portiersloten van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-14
Portiersloten van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ....................................................................3-16
Kenmerken van de automatische
portiervergrendeling/-ontgrendeling.........................3-19Kindersloten achterportieren .......................................3-19
Antidiefstalsysteem .............................................3-20 Geheugen bestuurdersstoel ...............................3-21
Opslaan van standen in het geheugen ......................3-22
Instapfunctie.....................................................................3-23
Stuurwiel ...............................................................3-24 Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ........................3-24
In hoogte en lengte verstelbare stuurkolom............3-25
Stuurwielverwarming ......................................................3-26
Claxon ................................................................................3-26
Spiegels .................................................................3-27 Binnenspiegel ...................................................................3-27
Buitenspiegel ....................................................................3-28
Ruiten.....................................................................3-32 Elektrisch bedienbare ruiten ........................................3-32
Schuifdak ..............................................................3-38 Schuifdak openen en sluiten .......................................3-38
Schuifdak open-/dichtschuiven ..................................3-38
Schuifdak kantelen .........................................................3-39
Zonnescherm....................................................................3-40
Schuifdak resetten .........................................................3-41
3
Page 108 of 564

Exterieur ...............................................................3-42Motorkap ...........................................................................3-42
Achterklep .........................................................................3-44
Tankdopklep .....................................................................3-45
InstrumentenpaneeL ............................................3-49 Bediening instrumentenpaneel ....................................3-50
Meters en tellers .............................................................3-51
Waarschuwings- en controlelampjes.........................3-57
Meldingen LCD-display..................................................3-71
LCD-display...........................................................3-82 Bediening LCD-display...................................................3-82
LCD-modi (instrumentenpaneel type A)....................3-83
LCD-modus (instrumentenpaneel type B) ................3-91
Tripcomputer.........................................................3-99 Verlichting ...........................................................3-105
Verlichting buitenzijde .................................................3-105
Welkomstsysteem .........................................................3-112
Interieurverlichting .......................................................3-113
Ruitenwissers en ruitensproeiers ....................3-117 Ruitenwissers voor .......................................................3-117
Ruitensproeier voorruit ...............................................3-120
Rijhulpsysteem ...................................................3-121 Achteruitrijcamera ........................................................3-121
Parking Assist System achter ....................................3-122
Parking Assist System .................................................3-126
Achterruitverwarming .......................................3-130 Achterruitverwarming ..................................................3-130
3
Page 109 of 564

Handige voorzieningen in uw auto
3
Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-131Automatische verwarming en airconditioning .......3-132
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning .........................................................3-133 Werking systeem...........................................................3-141
Onderhoud van het systeem ......................................3-143
Voorruit ontdooien en ontwasemen ...............3-146 Automatisch verwarmings-
en ventilatiesysteem ....................................................3-146Ontwasemfunctie ..........................................................3-147
Automatisch ontwasemingssysteem ........................3-148
Extra voorzieningen verwarmings-
en ventilatiesysteem..........................................3-149 Schone lucht ..................................................................3-149
Luchtcirculatie schuifdak ............................................3-149 Opbergvak ...........................................................3-150
Opbergvak middenconsole..........................................3-150
Dashboardkastje ...........................................................3-151
Opbergvak voor zonnebril ..........................................3-151
Multifunctioneel vak ....................................................3-152
Overige voorzieningen ......................................3-152 Asbak ...............................................................................3-152
Bekerhouder...................................................................3-153
Zonneklep .......................................................................3-154
12V-aansluiting..............................................................3-154
Draadloos laadsysteem mobiele telefoon...............3-156
Aansteker ........................................................................3-157
Klok ...................................................................................3-158
Jashaak ............................................................................3-159
Bevestigingspunt(en) vloermat ..................................3-159
Bagagenet (houder) .....................................................3-160
3
Page 110 of 564

3-4
Handige voorzieningen in uw auto
Afstandsbediening
De afstandsbediening van uw
HYUNDAI kunt u gebruiken om de
portieren (en de achterklep) te
vergrendelen of ontgrendelen en
zelfs om de motor te starten.
1. Portieren vergrendelen
2. Portieren ontgrendelen
3. Achterklep ontgrendelen
Vergrendelen
Vergrendelen :
1. Sluit alle portieren, de motorkapen de achterklep.
2. Druk op de vergrendeltoets voor de portieren (1) op de afstandsbediening.
3. De portieren worden vergrendeld. De alarmknipperlichten knipperen.
Daarnaast worden de
buitenspiegels ingeklapt als de
schakelaar voor de inklapbare
buitenspiegels in stand AUTO
staat (indien van toepassing).
4. Controleer of de portieren vergrendeld zijn door de stand van
de vergrendelknoppen voor de
portieren in de auto te controleren.
Ontgrendelen
Ontgrendelen:
1. Druk op de ontgrendeltoets voorde portieren (2) op de afstandsbediening.
2. De portieren worden ontgrendeld. De alarmknipperlichten knipperen
tweemaal. Daarnaast zullen de
buitenspiegels worden uitgeklapt
als de schakelaar voor de
inklapbare buitenspiegels in stand
AUTO staat (indien vantoepassing).
TTOO EEGG AANN GG TT OO TT UU WW AA UU TTOO
Laat kinderen niet zonder
toezicht achter met de sleutels in
de auto. Kinderen die zonder
toezicht achterblijven, kunnen desleutel in het contactslot steken
en de elektrisch bedienbareruiten of andere
bedieningsorganen in werking
stellen. Het is zelfs mogelijk dat
ze de auto in beweging zetten,wat tot ernstig letsel kan leiden.
WAARSCHUWING
OHG040006L