Laden Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 9 of 540
• Er mogen geen aanpassingen aandeze auto worden gedaan. Door aanpassingen kunnen de
prestaties, de veiligheid of de
levensduur van uw auto beïnvloed
worden. Aanpassingen kunnen
zelfs in strijd zijn met
overheidsbepalingen en
milieuvoorschriften.
Bovendien worden eventuele
schade en problemen die door een
dergelijke verandering ontstaan,
niet gedekt door de garantie.
• Als u niet-toegestane elektro- nische apparaten gebruikt, kan de
auto zich abnormaal gedragen,
kan schade aan de bedrading
ontstaan, raakt de accu mogelijk
ontladen of is er kans op brand.
Gebruik voor uw eigen veiligheidgeen niet-toegestane elektro-
nische apparaten. U kunt door het opvolgen van een
paar eenvoudige aanwijzingengedurende de eerste 1.000 km de
prestaties, het brandstofverbruik en
de levensduur van uw auto in
positieve zin beïnvloeden.
• Laat de motor niet met te veel
toeren draaien.
• Houd tijdens het rijden het motortoerental tussen de 2.000 - 4.000 omw/min.
• Rijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid, zowel
snel als langzaam. Om de motor
goed in te rijden, moet het
motortoerental worden gevarieerd.
• Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de
onderdelen van het remsysteem
de gelegenheid te geven op elkaarin te lopen.
• Trek gedurende de eerste 2.000 km met uw auto geen aanhanger. HYUNDAI stimuleert een
milieuvriendelijke afvoer voor auto's
die aan het einde van hun
levenscyclus zijn gekomen en biedt
aan uw auto in te nemen volgens de
richtlijnen van de Europese Unie
(EU) voor voertuigen die aan het
einde van hun levenscyclus
gekomen zijn.
Gedetailleerde informatie vindt u op
de homepage van de Nederlandse
HYUNDAI-importeur.
F9
Inleiding
INRIJPROCEDURERETOURNEREN VAN
GEBRUIKTE AUTO'S
(EUROPA)
AANPASSINGEN AAN DE
AUTO
Page 12 of 540
1-2
OVERZICHT EXTERIEUR (I)
Uw auto in één oogopslag
1. Motorkap................................................ 3-39
2. Koplamp ........................................3-96, 7-55
3. Dagrijverlichting ......................................7-55
4. Richtingaanwijzer....................................7-55
5. Banden en wielen............................7-26, 8-4
6. Buitenspiegels ........................................3-26
7. Schuifdak ................................................3-34
8. Voorruitenwisserbladen.........................3-109
9. Ruiten .....................................................3-29OOS017001
■Vooraanzicht
De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.
Page 25 of 540
2-9
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
• Duw de hendel een aantal maalomlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af testellen.
Elektrische verstelling
Om beschadiging van de stoelen
te voorkomen:
• Laat de schakelaar los zodra destoel in de voorste of achterste stand staat.
• Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de motor niet draait.
Als u dat wel doet, kan de accute ver ontladen raken.
• Bedien niet meerdere elektrisch verstelbare stoelen op hetzelfde
moment. Dat kan een elektrische
storing veroorzaken.Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Druk op de voor- of achterzijde van de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
AANWIJZINGOOS037004 Laat kinderen NOOIT alleen
achter in de auto. De elektrisch
verstelbare stoelen kunnen ook
bediend worden als het contactuit staat.
WAARSCHUWING
OOS037005
Page 30 of 540
2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
Armsteun (indien van toepassing)
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
OOS037024
Zet de motor uit, zet de selectiehendel in stand P(parkeren) en activeer de
parkeerrem alvorens bagage in
of uit te laden. Het niet opvolgen
van deze stappen kan ertoe
leiden dat de auto zich
onbedoeld in beweging zet als
de selectiehendel per ongeluk
in een andere stand gezet
wordt.
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat
deze bij een aanrijding door de
auto wordt geslingerd,
waardoor de inzittenden letsel
kunnen oplopen. Plaats geen
voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de voorsteinzittenden raken.
WAARSCHUWING
•Wees voorzichtig bij het
plaatsen van bagage op de
achterbank om schade aan
het interieur te voorkomen.
•Als via de achterstoelen
bagage in de auto wordt
geladen, zet de bagage dan
goed vast om te voorkomen
dat deze tijdens het rijden
gaat schuiven.
OPMERKING
Page 96 of 540
3-12
Wanneer de Smart Key zich in de
buurt van uw mobiele telefoon
bevindt, kan het signaal van de
Smart Key worden geblokkeerd door
de normale werkingssignalen van uw
mobiele telefoon. Dit is met name
van belang wanneer de telefoon
actief is, bijvoorbeeld wanneer u met
uw telefoon belt of wordt gebeld en
sms'jes en/of e-mails verzendt of
ontvangt.
Bewaar de Smart Key en uw mobiele
telefoon niet op dezelfde plaats en
probeer altijd voldoende afstand te
houden tussen beide apparaten.
Informatie
Wijzigingen of aanpassingen die niet
expliciet zijn goedgekeurd door de
garantieverstrekker kunnen ertoe
leiden dat de gebruiker niet meer
bevoegd is om de apparatuur te
bedienen. Als de portiervergrendeling
met afstandsbediening door
wijzigingen of aanpassingen waarvoor
geen toestemming is verleend niet
meer bediend kan worden, valt dit
niet onder de fabrieksgarantie.
Houd de Smart Key uit de buurt
van elektromagnetische mate-
rialen die de elektromagnetische
golven naar de sleutel tegenhou-den.
Neem de Smart Key altijd met u mee wanneer u de auto verlaat.
Als de Smart Key in de buurt van
de auto wordt achtergelaten, raakt
de accu mogelijk ontladen.
Vervangen van de batterij
Als de Smart Key niet goed werkt,
vervang de batterij dan door een
nieuw exemplaar.
Type batterij : CR2032
Vervangen van de batterij :
1. Verwijder de mechanische sleutel.
2. Wrik het deksel aan de achterzijde van de Smart Key los met een
smal stukje gereedschap.
3. Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij. Let op
de polariteit van de batterij.
4. Plaats het deksel aan de achterzijde van de Smart Key.
AANWIJZING
AANWIJZING
i
Kenmerken van uw auto
OPDE046046
Page 121 of 540
3-37
Kenmerken van uw auto
3
Zonnescherm
Het zonnescherm wordt automatisch met het glaspaneel geopend
wanneer dit openschuift. U moet hetechter handmatig sluiten.
Het zonnescherm schuift
gelijktijdig met het schuifdak
open. Laat het zonnescherm niet
dichtzitten als het schuifdak
geopend is.
Schuifdak resetten
Het schuifdak moet in de volgende
gevallen worden gereset:
- De accu is ontladen of deaccukabels zijn losgenomen
geweest, of de schuifdakzekering
is vervangen of verwijderd
- De bedieningshendel van het schuifdak is niet op de juistemanier bediend
Voer de volgende stappen uit om hetschuifdak te resetten:
1.Zet het contact in stand ON om de motor te starten. Geadviseerd
wordt het schuifdak te resetten bij
draaiende motor.
2.Druk de schakelaar naar voren. Het schuifdak sluit geheel of
kantelt, afhankelijk van de conditie
van het schuifdak.
3.Laat de schakelaar los totdat het schuifdak niet meer beweegt. 4.Druk de schakelaar ongeveer 10
seconden naar voren.
- Als het schuifdak in geslotenpositie staat :
Het glaspaneel zal kantelen en iets omhoog en omlaag
bewegen.
- Als het schuifdak in gekantelde positie staat :
Het glaspaneel zal iets omhoog
en omlaag bewegen.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
AANWIJZING
OAD045037
Page 122 of 540
3-38
Kenmerken van uw auto
5.Druk binnen 3 seconden deschakelaar naar voren totdat het
schuifdak als volgt werkt : Omlaag kantelen →openschuiven
→ dichtschuiven.
Laat de schakelaar niet los voordat
de procedure is voltooid.
Als u de schakelaar loslaat voordat
de procedure is voltooid, moet de
procedure worden herhaald vanafstap 2.
6.Laat de schakelaar los als de gehele procedure is voltooid. (Het schuifdaksysteem is gereset.) Informatie
• Als het schuifdak niet wordt gereset wanneer de accu losgenomen of
ontladen is geweest, of wanneer de
desbetreffende zekering
doorgebrand is, werkt het schuifdak
mogelijk niet goed.
• Voor meer informatie adviseren we u contact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.Waarschuwingslampje open
schuif-/kanteldak
(indien van toepassing)
• Als de bestuurder de motoruitschakelt wanneer het schuifdak
niet volledig is gesloten, klinkt er
gedurende ongeveer 3 seconden
een waarschuwingszoemer en
verschijnt er een waarschuwing op
het LCD-display.
• Als de bestuurder de motor uitschakelt en het portier opent
wanneer het schuifdak niet volledig
is gesloten, wordt er een
waarschuwing geopend schuifdak
op het LCD-display weergegeven
tot het portier wordt gesloten of tot
het schuifdak volledig is gesloten.
Sluit het schuifdak goed wanneer u
de auto verlaat.
i
Page 128 of 540
3-44
Kenmerken van uw auto
Informatie
Tik zachtjes op de tankdopklep of
druk er voorzichtig tegenaan als deze
is vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik de
tankdopklep niet los. Spuit de
omgeving van de tankdopklep indien
nodig in met goedgekeurde
ruitontdooier (gebruik geen
koelvloeistof) of zet de auto op een
warme plaats om het ijs te laten
smelten.
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem rechtsom totdat hij eenmaal klikt.
2. Sluit de tankdopklep en zorg ervoor dat hij goed dichtzit.
Informatie
De tankdopklep wordt niet gesloten als
het bestuurdersportier vergrendeld is.
Als u het bestuurdersportier tijdens het
tanken vergrendelt, ontgrendel het dan
voordat u de tankdopklep sluit.
i
i•Stap niet in de auto nadat u
begonnen bent met tanken. U
kunt statisch geladen raken
door het aanraken van of
wrijven tegen een voorwerp of
stof dat/die statische
elektriciteit kan produceren.
Een ontlading van statische elektriciteit kanbrandstofdampen doenontbranden en brand
veroorzaken. Als u tijdens het
tanken toch terug in de auto
moet stappen, raak ook dan
met de blote hand even een
metalen deel van de auto aan,
op voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
mogelijk gevaarlijke statische
elektriciteit af te voeren.
•Zet bij het tanken altijd de selectiehendel in stand P
(parkeren) (Double clutch-
transmissie) of schakel de
eerste versnelling of de
achteruitversnelling (handge-
schakelde transmissie) in,
activeer de parkeerrem en zethet contact in stand
LOCK/OFF.
Benzine is licht ontvlambaar en
explosief. Het niet opvolgen
van deze richtlijnen kan totERNSTIG LETSEL leiden:
•Lees alle waarschuwingen bij
het tankstation en neem ze in
acht.
•Kijk vóór het tanken altijd of
er een noodknop voor het
afsluiten van de brandstof isbij de brandstofpomp.
•Raak, voordat u het vulpistool
aanraakt, met de blote hand
altijd even een metalen deel
van de auto aan, op
voldoende afstand van de
vulopening, het vulpistool of
een andere benzinebron, om
statische elektriciteit af te
voeren.
•Maak tijdens het tanken geen
gebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing
van mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
WAARSCHUWING
Page 129 of 540
3-45
Kenmerken van uw auto
3
Informatie
Tank alleen de brandstof die in het
hoofdstuk Introductie vermeld is
onder “Vereiste brandstof”.
• Mors geen brandstof op de buitenzijde van de auto. Brandstof kan de lak aantasten.
• Gebruik, als de tankdop vervangen moet worden,uitsluitend een originele
HYUNDAI dop of een andere,
voor uw auto geschikte dop. Een
verkeerde tankdop kan een
ernstige storing in hetbrandstofsysteem of het
emissieregelsysteem veroor
-
zaken.
AANWIJZING
i•Als er tijdens het tanken
brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng
de manager van het
tankstation, de politie en de
brandweer op de hoogte. Volghun veiligheidsinstructies op.
•Als de onder druk staande
brandstof naar buiten spuit,
kan deze op uw kleding of
huid terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan.
Verwijder de tankdop altijd
voorzichtig en langzaam. Als
er brandstof naar buiten komt
of er een sissend geluid
hoorbaar wordt, moet u even
wachten voordat u de dop
verder losdraait.
•Controleer altijd of de
tankdop goed vastgedraaid is,
om morsen van brandstof in
geval van een aanrijding te
voorkomen.
De elektrische onderdelen van
de motor kunnen vonken
produceren diebrandstofdampen kunnendoen ontbranden.
•Als u een geschikte jerrycan
wilt vullen, plaats deze dan op
de grond voordat u de
jerrycan gaat vullen. Een met
statische elektriciteit geladen
jerrycan kanbrandstofdampen doen
ontbranden. Zodra u begint te
tanken, dient u met de blotehand contact te houden metde auto tot het tanken is
voltooid.
•Gebruik alleen goedgekeurde
plastic jerrycans die geschikt
zijn voor brandstof.
•Zet de motor uit vóór het
tanken. De elektrische
onderdelen van de motor
kunnen vonken producerendie brandstofdampen kunnendoen ontbranden.
•Doe de tank niet te vol, omdat
dit kan leiden tot verspilling
van brandstof.
Page 166 of 540
3-82
Kenmerken van uw auto
- Wanneer op de ontgrendeltoetsvan de afstandsbediening of de
Smart Key wordt gedrukt.
- Wanneer u op de toets op de buitenportiergreep drukt terwijl u
de Smart Key bij u hebt.
• Weergave ruitenwisser/verlichting
In- en uitschakelen van de
ruitenwisser/verlichtingsmodus.
Indien geactiveerd toont het LCD-
display de geselecteerde
ruitenwisser/verlichtingsmodus
telkens als u de modus wijzigt.
• Automatische ruitenwisser achter
In- en uitschakelen van de ruitenwisser
achter als de auto achteruit rijdt terwijl
de ruitenwissers voor AAN zijn.
• Pop-up schakelstand
In- en uitschakelen van de pop-up voor
de ingeschakelde versnelling.
Indien geactiveerd wordt de
schakelstand weergegeven op het
LCD-display. (indien uitgerust met
Double clutch-transmissie)
• Waarschuwing voor ijs op weg
In- en uitschakelen van de
waarschuwingsfunctie glad wegdek.
7. Volgend onderh
• Onderhoudsinterval
In- en uitschakelen van de
onderhoudsintervalfunctie.
• Stel interval in
Als het service-intervalmenu
geactiveerd is kunt u het tijdstip ende afstand instellen. Informatie
Neem contact op met een officiële
Hyundai-dealer om het service-
intervalmenu te gebruiken. Als het service-intervalmenu
geactiveerd is en het tijdstip en de
afstand ingesteld zijn, worden er
meldingen weergegeven in de
volgende situaties, elke keer als het
contact in stand ON gezet wordt.
- Onderhoud over
: Wordt weergegeven om de
bestuurder te informeren over het aantal kilometers en het aantaldagen totdat er onderhoud moet
worden uitgevoerd.
- Onderhoud is vereist
: Wordt weergegeven als het aantal kilometers en het aantal dagen
bereikt of verstreken zijn.
Informatie
Onder de volgende omstandigheden
wordt het aantal km of dagen
mogelijk niet correct weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de zekeringscha -
kelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest.
i
i