Hyundai Terracan 2005 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2005, Model line: Terracan, Model: Hyundai Terracan 2005Pages: 245, PDF Size: 10.61 MB
Page 221 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
22
G140D01HP-GXT
Aandrijfriem van compressor controleren
Bij regelmatig gebruik van de
airconditioning moet de spanning van
!
SG140C1-FX Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele
minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboardopeningen stromende lucht niet koud is, moetde installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden.
LET OP:
Als het airconditioning systeemgedurende langere tijd werkt meteen te laag koelmiddelniveau, zal beschadiging van de compressor plaatsvinden. SG140D1-FX
Smering
Voor de smering van de compressor
en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke week tenminste 10 minuten draaien. Dit isvooral van belang bij koude weersomstandigheden als het airconditioningsysteem niet wordtgebruikt.G140D01HP
G140D03HP
Krukaspoelie
Benzinemotor
Dieselmotor
COMP. (Compressor) poelie
Spanrol
Dynamopoelie
Waterpomppoelie
COMP. (Compressor) poelie Geleiderol
Automatischespanner Krukaspoelie
Page 222 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
23VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAAL CONTROLEREN
Plaats de wagen met de wielen in de rechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefen hierbij niet teveel kracht uit en let opverandering in de weerstand bij het draaien. Van het stuur. Als de speling meer bedraagt dan aangegeven in de afbeelding, laat destuurinrichting dan door uw Hyundai dealer controleren en zonodig repareren.
HHP5044
SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
ZG160A1-AX Druk het koppelingpedaal bij afgezette motor zover in tot weerstand voelbaarwordt. Dit is de vrije slag. De vrije slag moet binnen de specificatie liggen. Is dit niet het geval, dan moet de koppeling door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd worden.
ZG150A1-AX
de aandrijfriem van de compressortenminste één maal per maandworden gecontroleerd. Controleer de spanning door de riem in het midden tussen de krukas en de compressorpoelie met een vinger naarbeneden te drukken. De speling mag niet meer dan 1 cm bedragen. Als u over het juiste gereedschap beschiktmag de speling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm. Is de riem niet strak genoeggespannen, laat hem dan door uw Hyundai dealer afstellen. N.B.: De afstelling van de spanning van de aandrijfriem van de compres-sor vindt bij een dieselmotor plaats door middel van een automatische riemspanner. G160A01HP
Maximum 30 mm(1,18 in)
6 ~ 13 mm
Page 223 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
24VRIJE SLAG REMPEDAAL CONTROLERENV-RIEMEN CONTROLERENWERKSLAG REMPEDAAL CONTROLEREN
ZG170A1-AX Druk het rempedaal bij afgezette motor enkele malen in zodat het vacuüm in de rembekrachtiger wordt opgeheven. Druk met de hand het rempedaal langzaam in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnende specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgestelden zonodig worden gerepareerd. SG180A1-FX Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw
assistent bij draaiende motor het rempedaal enkele malen indrukkenom het vervolgens met een kracht van 50 kg (490 N) ingedrukt te houden. De werkslag van het rempedaal is deafstand tussen de bovenzijde van het pedaal en de wagenbodem.
Deze waarde moet binnen de
specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd.
G160A01HP G180A01L
3 ~ 8 mm
71 mmHP190A1-FXG190D01HP
HHP5049
Benzinemotor Dieselmotor
Geleiderol
Poelie stuurbekrachtiging
Krukaspoelie
Dynamo- poelie Spanrol
COMP. (Compressor) poelie
Dynamopoelie
Waterpomppoelie
Spanrol
COMP. (Compressor) poelie Poelie stuurbekrachtiging
Spanrol
Spanrol
Geleiderol
Automatische spanner Krukaspoelie
De spanning van de V-riemen moet
regelmatig worden gecontroleerd en zonodig afgesteld. Tegelijkertijd moeten de riemen worden gecontroleerd op scheurtjes, rafels of
Page 224 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
25
!
ZEKERINGEN CONTROLEREN EN VERVANGEN
!
LET OP:
Gebruik bij het vervangen van een zekering altijd een nieuwe zekering met hetzelfde amperage. Gebruik nooit een stuk draad of eenzekering met een hoger amperage. Dit kan ernstige schade en brand tot gevolg hebben.
overmatige slijtage. Vervang deriemen zonodig. Tevens moet wordengecontroleerd of de V-riemen vrij kunnen draaien. Na het vervangen van een riem moet de nieuwe riem na 2 of 3 wekenopnieuw op spanning worden gebracht.
ZG200A1-AX
Een zekering vervangen Een zekering smelt zodra het circuit vanaf de accu overbelast raakt,waardoor schade aan de bedrading wordt voorkomen (dit kan worden veroorzaakt door een kortsluiting inhet systeem). In dit geval moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord, het systeemworden gerepareerd en de zekering worden vervangen. De zekeringen bevinden zich in een houder naast deaccu.
G200A01HP
Doorge-
brand Goed
WAARSCHUWING:
De riemen moeten worden gecontroleerd als de motor koud is, om te voorkomen dat u zich aande hete motor verbrandt.
G200A02HP
Doorge-
brand Goed
Zekering- en Relaishouder Motorruimte #1
Zekering- en Relaishouder Motorruimte #2
Page 225 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
26
HPG200B1-AX Zekeringen vervangen De zekeringhouder voor de verlichting en de overige elektrische accessoiresis onder het dashboard aan de bestuurderszijde aangebracht. In de zekeringhouder zijn het amperage ende beveiligde circuits aangegeven. Als de verlichting of andere elektrische accessoires uitvallen, moet dezekering worden gecontroleerd. De zekering is doorgebrand wanneer de metalen strip in de zekering isgesmolten. Ga in dit geval als volgt te werk: 1. Zet de ontsteking en alle andere
verbruikers uit.
2. Open de zekeringhouder en inspecteer alle zekeringen. Verwijder de zekeringen door zenaar u toe te trekken (een kleine "zekeringtrekker" waarmee dit gemakkelijker kan wordenuitgevoerd, bevindt zich in de relais- en zekeringhouder in de motorruimte).
G200B01HP
HHP4002
3. Na het vinden van de doorgebrande zekering moeten ook de overige zekeringen worden gecontroleerd.
Goed
G200B02L
Doorgebrand
4. Druk de nieuwe zekering met hetzelfde amperage op zijn plaats. De zekering moet goed worden aangebracht. Als u niet in het bezitbent van een extra zekering, gebruik dan een zekering van hetzelfde of een lager amperagevan een verbruiker die u tijdelijk buiten werking kunt stellen. Bijvoorbeeld de radio of desigarettenaansteker. Vergeet niet deze zekering te vervangen.
Page 226 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27ACCU CONTROLEREN
!
!
LET OP:
Een doorgebrande zekering is een indicatie van een storing in een elektrisch circuit. Als de zekering na het vervangen direct weerdoorbrandt, moet de storing door een Hyundai dealer worden opgespoord en verholpen. Eenzekering mag nooit door een zekering met een hoger amperage worden vervangen. De montagevan een zwaardere zekering kan beschadigingen of brand tot gevolg hebben. ZG210A1-AX
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's op onderstaande voorzorgsmaat-regelen teneinde verwondingen te voorkomen. o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een acculader of in de wagen met een dynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu.
HHP5020
De vloeistof in de accu bevat een
sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dat accuzuur niet met de huid of met de ogen in aanraking komen, handel danals volgt:
N.B.: Zie bladzijde 6-37 voor de beschrijving van de zekeringhouder.
Page 227 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
28
!
WERKING VAN ELEKTRISCHE KOELVENTILATOR CONTROLEREN
SG220A1-FX
WAARSCHUWING:
Het in werking treden van de
koelventilator is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, waardoor de ventilator ook bijuitgeschakelde ontsteking soms kan blijven draaien. Raak de venti- lator niet aan tot hij volledig totstilstand is gekomen.
Zodra de koelvloeistoftemperatuur
daalt wordt de ventilator automatischuitgeschakeld. Koelventilator controleren
De koelventilator moet automatisch
in werking treden zodra een bepaalde koelvloeistoftemperatuur wordt bereikt. Koelventilator van condensor (airconditioning) controleren
Deze ventilator moet in werking treden
zodra de airconditioning wordt ingeschakeld.
!
G210B01Y-GXT Accu controleren Houd de accu schoon. Verwijder eventuele corrosie bij de accupolen of-klemmen direct met water waaraan soda is toegevoegd. Smeer deaccupolen na het drogen in met wat zuurvrij vet.
WARRSCHUWING:
Volg altijd zorgvuldig de volgende instructies bij de omgang met een accu op. Houd brandende sigaretten, open vuur of vonken van de accu verwijderd.Waterstof, een zeerbrandbaar gas, is altijd inaccucellen aanwezig en kan exploderen. Houd accu's buiten het bereik van kinderen, omdat accu's het zeer agressieve ZWAVELZUURbevatten. Zorg ervoor dat accuzuurniet in aanraking komt met de huid, ogen, kleding of de lak van de auto.Als elektrolyt in de ogenkomt, de ogen ten minste15 minuten met schoon water spoelen en direct medische hulp inroepen.Indien mogelijk blijven spoelen met een spons of een doek totdat medischehulp is gearriveerd.Als elektrolyt op de huidkomt, de betreffende plek grondig spoelen. Als u pijn of een brandend gevoel hebt, direct medische hulp inroepen. Draag oogbescherming bij het opladen van of het werken bij een accu. Zorg altijd voor voldoende ventilatie als in een gesloten ruimte wordtgewerkt.
Page 228 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
29VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING
G230A03A-GXT
G230A01HP
HHP5014
Benzinemotor
Dieselmotor
Het peil in het vloeistofreservoir moet worden gecontroleerd overeenkomstig de voorschriften in hoofdstuk 5. Voor het controleren van het vloeistofpeilmoet het contact worden afgezet. Verwijder de peilstaaf, veeg hemschoon, breng hem geheel op zijnplaats en verwijder hem opnieuw. Controleer het peil op de peilstaaf. Hef vloeistofpeil moet zich tussen het"MAX" en het "MIN" merkteken bevinden. N.B.: Als een koude motor (beneden - 20°C) wordt gestart kan destuurbekrachtigingspomp een schurend geluid veroorzaken. Als dit geluid verdwijnt naarmate demotor warmer wordt is dat een normaal verschijnsel. Dit komt door de eigenschappen van destuurbekrachtigingsvloeistof onder extreem koude omstandigheden.
Aanbevolen vloeistof Gebruik PSF-3 automatische transmissie vloeistof. N.B.: Start de motor niet als het vloeistofreservoir droog staat.A SG230B2-FX SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING Het is aan te bevelen de slangen van de stuurbekrachtiging regelmatig op vloeistoflekkage te controleren. De slangen moeten worden vervangenals ze sporen van scheurtjes, vervorming of beschadiging vertonen. Hierdoor kan de stuurbekrachtiginguitvallen.
Page 229 of 245

6EENVOUDIG ONDERHOUD
30
!
LET OP:
Houd de contactsleutel niet langer
dan 15 seconden in de START- stand, omdat de motor en debrandstofpomp hierdoor schade kunnen oplopen. G300B02HP-GXT
Verwijderen van water uit het brandstoffilter (Alleen Dieselmotor)
Als de controlelamp voor het
brandstoffilter gaat branden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilterheeft verzameld. In dit geval moet het water op onderstaande wijze uit het filter worden verwijderd:
1. Draai de aftapplug aan de
onderzijde van het filter los.
2. Draai de aftapplug weer vast wanneer al het water uit het filter is verwijderd.
HHP5047
BRANDSTOFFILTER
G350B01HP-GXT
Ontluchten van het Brandstofsysteem (Alleen Dieselmotor)
Als de brandstoftank is leeggereden,
het brandstoffilter is vervangen of als de auto gedurende lange tijd niet isgebruikt, moet het brandstofsysteem worden ontlucht zoals aangegeven in de afbeelding.
1. Beweeg de handpomp binnen een
minuut ongeveer 20 tot 30 keer.
2. Draai de contactsleutel in de START-stand en stel de startmotor twee tot drie keer kort in werking totdat de motor aanslaat.
HHP5048
Page 230 of 245

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
31
!
3. Controleer of het
waarschuwingslampje gaat branden bij aangezet contact (sleutel in de stand "ON") en weer dooft zodra de motor is gestart. Raadpleeg bij twijfel een erkende HYUNDAI dealer.
N.B.: Het wordt aanbevolen water
verzameld in het brandstoffilter te laten verwijderen door een Hyundai-dealer.
WAARSCHUWING:
Verwijder het uit het brandstoffilter
geperste water zorgvuldig aangezien de brandstof in het wa- ter brandgevaar oplevert.G270A01B-GXT
Koplamp en richtingaanwijzer, voor
Instructies voor het vervangen:
1. Laat de gloeilamp afkoelen. Draag oogbescherming.
2. Open de motorkap.
3. Houd de gloeilamp altijd bij de lampfitting vast en voorkom dat hetglas wordt aangeraakt.
4. Verwijder m.b.v. een sleutel de bevestigingsbouten van de koplamp.
5. Maak de stekker aan de achterzijde van de koplamp los.
G270A01HP
6. Draai de kunststof afdekkap linksom en verwijder hem.
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DEKOPLAMPEN
G260A03A-GXT Voordat de gloeilamp van een
koplamp wordt vervangen, moet de schakelaar in de stand "OFF" staan.
De volgende paragraaf geeft aan, hoe
de gloeilampen kunnen worden bereiktom ze te kunnen vervangen. De defecte gloeilamp moet worden
vervangen door een gloeilamp vanhetzelfde type en wattage. Zie pagina 6-36 voor het vermogen.
! LET OP:
Let erop dat de lampen niet in
contact komen met petroleumhoudende productenzoals motorolie, benzine etc.