JEEP CHEROKEE 2019 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2019Pages: 380, PDF Size: 6.59 MB
Page 201 of 380

WAARSCHUWING!
• Houd brandende sigaretten en vuur uit
de buurt van de auto wanneer de vulklep
is geopend of tijdens het tanken.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit is in strijd met de richtlijnen
in de meeste landen en kan ertoe leiden
dat het storingslampje gaat branden.
• Breng geen object/dop dat/die niet spe-
cifiek voor de auto is geleverd aan op het
uiteinde van de vulleiding. Het gebruik
van niet-compatibele objecten/doppen
kan leiden tot een drukverhoging in de
tank, waardoor gevaarlijke situaties kun-
nen ontstaan.
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
die in een auto staat met brandstof vult.
Dit kan leiden tot brandwonden. Plaats
een jerrycan altijd op de grond alvorens
deze te vullen.
BRANDSTOF TANKEN —
DIESELMOTOR
Het doploze brandstofsysteem maakt gebruik
van een klep die op de vulleiding van de
brandstoftank is geplaatst; deze wordt auto-
matisch geopend en gesloten bij het
plaatsen/uitnemen van het vulpistool. Het
doploze brandstofsysteem is zo ontworpen
dat het tanken van de verkeerde soort brand-
stof wordt voorkomen.
1. Ontgrendel de brandstofvulklep door op
de ontgrendelknop op de sleutelhouder of
de ontgrendelknop op het bekledings-
paneel van het bestuurdersportier te
drukken.
2. Open de brandstofvulklep door op de ach-
terste rand van de brandstofvulklep te
drukken.3. Er zit geen vuldop onder de brandstofvul-
klep. Het systeem wordt afgedicht door
een afsluitklep in de leiding.
4. Steek het tankpistool volledig in de vullei-
ding; het tankpistool duwt de afsluitklep
open en houdt de klep open tijdens het
tanken.
Brandstofvulklep
199
Page 202 of 380

5. Vul de tank met brandstof en wanneer het
tankpistool "klikt" of wordt afgesloten, is
de brandstoftank vol.
6. Wacht tien seconden voordat u het tank-
pistool verwijdert om de brandstof uit het
pistool te laten lopen.
7. Verwijder het tankpistool en sluit de
brandstofvulklep.Brandstof bijvullen met een jerrycan in noodge-
vallen
De meeste jerrycans kunnen de afsluitklep
niet openen. Een trechter wordt bijgeleverd
waarmee u de afsluitklep kunt openen zodat
u in noodgevallen brandstof kunt bijvullen
met een jerrycan.
1. Pak de trechter uit de laadruimte achter.
2. Steek de trechter op dezelfde manier in
de vulleiding als het tankpistool.
3. Zorg ervoor dat de trechter volledig is
geplaatst zodat hij de afsluitklep
openhoudt.
4. Giet de brandstof in de trechter.
5. Verwijder de trechter uit de vulleiding,
reinig hem voordat u hem terug plaatst in
de opbergruimte voor het reservewiel.
OPMERKING:
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
WAARSCHUWING!
• Houd brandende sigaretten en vuur uit
de buurt van de auto wanneer de vulklep
is geopend of tijdens het tanken.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit is in strijd met de richtlijnen
in de meeste landen en kan ertoe leiden
dat het storingslampje gaat branden.
• Breng geen object/dop dat/die niet spe-
cifiek voor de auto is geleverd aan op het
uiteinde van de vulleiding. Het gebruik
van niet-compatibele objecten/doppen
kan leiden tot een drukverhoging in de
tank, waardoor gevaarlijke situaties kun-
nen ontstaan.
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
die in een auto staat met brandstof vult.
Dit kan leiden tot brandwonden. Plaats
een jerrycan altijd op de grond alvorens
deze te vullen.
Brandstofvulklep
1 - AdBlue-vuldop (UREUM)
2 - Brandstofvulklep
STARTEN EN RIJDEN
200
Page 203 of 380

AdBlue (UREUM) — indien aanwezig
Uw auto is uitgerust met een systeem voor
selectieve katalytische reductie (SCR-
systeem) om te voldoen aan de zeer strenge
dieselemissienormen volgens de wetgeving
van de Europese Unie.
Het doel van het SCR-systeem is de hoeveel-
heid NOx (stikstofoxiden die motoren uitsto-
ten), dat schadelijk is voor onze gezondheid
en het milieu, tot vrijwel nul terug te brengen.
Kleine hoeveelheden AdBlue (UREUM) wor-
den vóór de katalysator in de uitlaat gespoten
waar het na verdamping de smog veroorza-
kende stikstofoxiden (NOx) omzet in onscha-
delijke stikstof (N2) en waterdamp (H2O),
twee natuurlijke componenten van de lucht
die wij inademen. U kunt in uw auto rijden
met het geruststellende idee dat uw voertuig
bijdraagt aan een schoner en gezonder milieu
voor de huidige én komende generaties.
Systeemoverzicht
Deze auto is uitgerust met een AdBlue-
inspuitsysteem UREUM) en een SCR-
katalysator (selectieve katalytische reductie)
om te voldoen aan de emissie-eisen.Het AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) be-
staat uit de volgende onderdelen:
• AdBlue-tank (UREUM)
• AdBlue-pomp (UREUM)
• AdBlue-verstuiver (UREUM)
• Elektrisch verwarmde AdBlue-leidingen
(UREUM)
• NOx-sensoren
• Temperatuursensoren
• SCR-katalysator
Het AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) en de
SCR-katalysator zorgen ervoor dat aan de
dieselemissie-eisen wordt voldaan met be-
houd van een uitstekend brandstofverbruik,
rijgedrag, koppel en vermogen.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instru-
mentenpaneel leren kennen" voor systeembe-
richten en waarschuwingen.OPMERKING:
• Uw auto is uitgerust met een AdBlue-
inspuitsysteem (UREUM). Af en toe hoort u
mogelijk een klikkend geluid bij stilstand
dat onder de auto vandaan komt. Dit is
normaal.
• De AdBlue-pomp (UREUM) blijft gedu-
rende enige tijd na het uitschakelen van de
motor in werking om het AdBlue-systeem
(UREUM) door te spoelen. Dit is de nor-
male werking en het is mogelijk hoorbaar
vanaf de achterkant van de auto.
Opslag van AdBlue (UREUM)
AdBlue (UREUM) wordt beschouwd als een
zeer stabiel product met een lange houdbaar-
heid. Als AdBlue (UREUM) wordt bewaard bij
temperaturen tussen -12 °C en 32 °C (10 °F
en 90 °F), is het ten minste één jaar houd-
baar.
AdBlue (UREUM) kan bij de laagste tempe-
raturen bevriezen. AdBlue (UREUM) kan bij-
voorbeeld bevriezen bij een temperatuur van
of onder -11 °C (12 °F). Het systeem is
ontworpen voor gebruik in deze omgeving.
201
Page 204 of 380

OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue (UREUM) is het
volgende van belang:
• Alle reservoirs of onderdelen die in contact
komen met AdBlue (UREUM), moeten
compatibel zijn met AdBlue (UREUM)
(kunststof of roestvrij staal). Koper, mes-
sing, aluminium, ijzer of niet-roestvrij staal
moet worden vermeden, omdat ze onderhe-
vig zijn aan corrosie door AdBlue
(UREUM).
• Als AdBlue (UREUM) wordt gemorst, moet
het volledig worden opgeveegd.
AdBlue (UREUM) toevoegen
OPMERKING:
Rijomstandigheden (hoogte, rijsnelheid, be-
lading enz.) zijn van invloed op het verbruik
van AdBlue (UREUM) door uw auto.
AdBlue-vulprocedure (UREUM) met pomp-
mondstuk
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor de juiste vloeistofsoort.1. Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond. Zet de motor uit door de contact-
schakelaar in de stand OFF te draaien.
Open de brandstofvulklep, draai vervol-
gens de dop van de AdBlue-vulopening
(UREUM) los en verwijder deze.
2. Steek de adapter/vulpistool voor AdBlue
(UREUM) in de AdBlue-vulopening
(UREUM).
LET OP!
•Om morsen van AdBlue (UREUM) en
mogelijke schade aan de AdBlue-tank
(UREUM) als gevolg van overlopen te
voorkomen, mag u de AdBlue-tank
(UREUM) niet overmatig vullen.
• VUL NOOIT TE VEEL VLOEISTOF BIJ.
AdBlue (UREUM) bevriest onder 12 ºF
(-11 ºC). Het AdBlue-systeem (UREUM)
is ontworpen om te werken bij tempera-
turen lager dan het vriespunt van de
AdBlue (UREUM); als echter de tank te
ver wordt gevuld en bevriest, kan het
systeem beschadigd raken.
• Als u AdBlue (UREUM) morst, reinig dan
onmiddellijk de plaats met water en ge-
bruik een absorberend materiaal om de
gemorste vloeistof op de grond op te
nemen.
• Probeer niet uw motor te starten als u
per ongeluk AdBlue (UREUM) in de
brandstoftank heeft bijgevuld, aange-
zien dit kan leiden tot ernstige schade
aan uw motor, met inbegrip van maar
niet beperkt tot storingen in de brand-
stofpomp en de verstuivers.
Brandstofvulklep
1 - AdBlue-vuldop (UREUM)
2 - Brandstofvulklep
STARTEN EN RIJDEN
202
Page 205 of 380

LET OP!
• Vul de tank nooit met iets anders dan
AdBlue (UREUM) – met name vormen
van koolwaterstof, zoals dieselbrandstof,
brandstofsysteem-additieven, benzine
of andere producten op oliebasis. Zelfs
een zeer kleine hoeveelheid hiervan,
minder dan 100 deeltjes per miljoen of
minder dan 30 ml (1 oz.) per 295 liter
(78 gallon) zal het hele AdBlue-systeem
(UREUM) dusdanig verontreinigen dat
het moet worden vervangen. Als eige-
naars een jerrycan, trechter of mondstuk
gebruiken tijdens het vullen van de tank,
moeten deze nieuw zijn of alleen zijn
gebruikt voor het vullen met AdBlue
(UREUM). Mopar levert een aansluit-
baar mondstuk bij de AdBlue (UREUM)
voor dit doeleinde.
3. Stop direct met het vullen van de AdBlue-
tank (UREUM) wanneer een van de vol-
gende dingen gebeurt: er spat AdBlue
(UREUM) uit de vulopening of het
AdBlue-vulpistool (UREUM) wordt auto-
matisch uitgeschakeld.4. Na het verwijderen van het mondstuk
brengt u de dop weer aan op de AdBlue-
vulopening (UREUM) door deze rechtsom
te draaien totdat deze volledig is vastge-
draaid. Zet het contact van het voertuig in
de stand ACC (start de motor niet).
5. Wacht tot het waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel uitgaat voordat u
met het voertuig gaat rijden; het waar-
schuwingslampje kan enkele seconden tot
een halve minuut blijven branden. In ge-
val van het starten van de motor en bewe-
ging van het voertuig blijft het waarschu-
wingslampje gedurende een langere
periode branden, maar zijn er geen pro-
blemen met de motorfunctionaliteit. Als
het bijvullen is uitgevoerd met de AdBlue-
tank (UREUM) leeg, moet u twee minuten
wachten voordat u de motor start.
Tijdens het tanken van het additief voor diesele-
missies AdBlue (UREUM) vanuit een fles:
• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
• Zet de motor uit door de contactschakelaar
in de stand OFF te draaien.• Open de brandstofvulklep, draai vervolgens
de dop van de AdBlue-vulopening
(UREUM) los en verwijder deze.
• Druk de onderkant van de fles naar de
vuldop om de veiligheidsklep van de fles te
ontgrendelen en het bijvullen te starten.
• Stop onmiddellijk met het vullen van de
AdBlue-tank (UREUM) wanneer een van de
volgende dingen gebeurt: AdBlue
(UREUM) stroomt niet meer uit de vulfles
in de AdBlue-vulopening (UREUM), er spat
AdBlue (UREUM) uit de vulopening.
• Als het niveau van AdBlue (UREUM) in de
fles niet daalt tijdens het bijvullen, bete-
kent dit dat u het reservoir hebt gevuld, dus
trek de fles naar u toe om de veiligheidsklep
van de fles weer te sluiten en schroef de
fles van de vuldop.
• Na het verwijderen van de fles brengt u de
dop weer aan op de AdBlue-vulopening
(UREUM) door deze rechtsom te draaien
totdat deze volledig is vastgedraaid.
203
Page 206 of 380

• Zet het contact van het voertuig in de stand
ACC (start de motor niet).
• Wacht tot het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel uitgaat voordat u met
het voertuig gaat rijden; het waarschu-
wingslampje kan enkele seconden tot een
halve minuut blijven branden. In geval van
het starten van de motor en beweging van
het voertuig blijft het waarschuwings-
lampje gedurende een langere periode
branden, maar zijn er geen problemen met
de motorfunctionaliteit.
• Als het bijvullen is uitgevoerd met de
AdBlue-tank (UREUM) leeg, moet u twee
minuten wachten voordat u de motor start.
OPMERKING:
De rijomstandigheden (hoogte, voertuigsnel-
heid, belasting enz.) bepalen de hoeveelheid
AdBlue (UREUM) die door de auto wordt
gebruikt.AdBlue-tank vullen (UREUM) in koude klimaten
Als het voertuig langdurig stationair draait bij
temperaturen onder de -11 °C (12 °F), kan de
AdBlue (UREUM) in de tank bevriezen. Als
de AdBlue (UREUM) in de tank tot boven het
maximumpeil is gevuld en bevriest, kan de
tank beschadigd raken; daarom is het raad-
zaam niet hoger dan het hoogste niveau van
de tank bij te vullen.
Besteed extra aandacht om te voorkomen dat
het maximale niveau wordt overschreden
wanneer u draagbare containers gebruikt voor
het bijvullen.
Gebruik AdBlue (UREUM) alleen volgens
DIN 70 070 en ISO 22241-1. Andere vloei-
stoffen kunnen schade veroorzaken aan hetsysteem: ook de uitstoot zou dan niet meer
voldoen aan de wet. De distributeurs zijn
verantwoordelijk voor de naleving van de wet-
geving door hun product. Neem de voorzorgs-
maatregelen voor opslag en onderhoud in
acht om de kwaliteit in stand te houden. De
fabrikant van het voertuig erkent geen garan-
tie in geval van storingen en beschadiging
van het voertuig door het niet gebruiken van
AdBlue (UREUM) volgens de geldende wet-
en regelgeving.
STARTEN EN RIJDEN
204
Page 207 of 380

TREKKEN VAN EEN AANHANGER
Trekgewichten (maximale aanhangergewichten)
Motor/versnellingsbak Model Frontaal oppervlakMaximaal GTW (toelaatbaar
aanhangergewicht)Maximaal disselgewicht (zie
opmerking)
2,0-liter benzine/automaat FWD of 4WD 3,72 m2 (40 sq ft) 1.500 kg (3.307 lbs) 166 lbs (75 kg)
2,0-liter benzine/automaat
met heavy duty-
koelsysteemFWD of 4WD 3,72 m2 (40 sq ft) 3.969 lbs (1.800 kg) 199 lbs (90 kg)
2,4-liter benzine/automaat FWD of 4WD 3,72 m2 (40 sq ft) 1.500 kg (3.307 lbs) 166 lbs (75 kg)
3,2-liter benzine/automaat
zonder heavy duty-
koelsysteemFWD of 4WD 3,72 m2 (40 sq ft) 1.500 kg (3.307 lbs) 166 lbs (75 kg)
3,2-liter benzine/automaat
met heavy duty-
koelsysteem4WD 3,72 m2 (40 sq ft) 4.851 lbs (2.200 kg) 110 kg (243 lbs)
2.2L diesel/hand FWD 3,72 m2 (40 sq ft) 1.600 kg (3.527 lbs) 80 kg (176 lbs)
2.2L diesel/automaat4WD met 2-traps verdeel-
bak (4LO)3,72 m2 (40 sq ft) 2.495 kg (5.500 lbs) 125 kg (276 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 100 kg
(220 lbs) worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of
lager.
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger en lasten trekt.
205
Page 208 of 380

DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
Slepen van deze auto achter een ander voertuig
Modellen met voorwielaandrijving
(FWD)Modellen met vierwielaandrijving
(4WD)
Sleepmethode Wielen VAN de grond
NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Slepen met alle wielen op de
grondGEEN
Slepen met behulp van dollyVoor OKNIET TOEGESTAAN
AchterNIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Op aanhanger ALLE OK OK
OPMERKING:
• U moet controleren of de automatische
handremfunctie is uitgeschakeld voordat u
de auto sleept, om te voorkomen dat per
ongeluk de elektrische handrem wordt aan-
getrokken. De automatische handremfunc-
tie wordt ingeschakeld of uitgeschakeld via
de door de klant te programmeren functies
in de Uconnect instellingen.
• Bij het slepen van uw auto dient u zich
altijd aan de geldende lokale verkeersvoor-
schriften te houden. Neem contact op met
de lokale autoriteiten voor meer informatie.Slepen achter een camper — modellen met
voorwielaandrijving (FWD)
Deze autoNIETslepen met alle vier de wielen
op de grond.
Slepen achter een camper (voor modellen
met voorwielaandrijving) is UITSLUITEND
toegestaan als de voorwielenVANde grond
zijn. Dit kan met behulp van een dolly of een
aanhanger plaatsvinden. Volg de volgende
procedure wanneer u een dolly gebruikt:
1. Bevestig de dolly correct aan het slepende
voertuig, volg de instructies van de fabri-
kant van de dolly.2. Rijd de voorwielen op de dolly.
3. Trek de handrem aan. Zet de automati-
sche versnellingsbak in de stand PARK of
de handgeschakelde versnellingsbak in
een versnelling. Zet de motor af.
4. Zet de voorwielen stevig op de dolly vast,
volg de instructies van de fabrikant van de
dolly.
5. Zet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN, maar start de motor niet.
6. Houd het rempedaal ingetrapt.
7. Zet de handrem vrij.
STARTEN EN RIJDEN
206
Page 209 of 380

8. Schakel het contact uit en verwijder de
sleutelhouder en laat het rempedaal los.
LET OP!
• Slepen met de voorwielen op de grond
veroorzaakt ernstige schade aan de ver-
snellingsbak. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
• Zorg ervoor dat de elektronische hand-
rem is uitgeschakeld en blijft uitgescha-
keld, tijdens het slepen.
Slepen achter een camper - 4X4-modellen
Slepen achter een camper is verboden.
OPMERKING:
Deze auto kan op een dieplader of een auto-
trailer getrokken worden mits alle vier wielen
VAN de grond zijn.
LET OP!
Als de auto metEEN OF MEERwielen op de
grond wordt gesleept, kan de versnellings-
LET OP!
bak en/of de tussenbak ernstig beschadigd
raken. Beschadigingen, veroorzaakt door
onjuist slepen, vallen niet onder de garan-
tie van de auto.
207
Page 210 of 380

WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar voor de waarschuwingsknip-
perlichten bevindt zich midden onder in het
instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te schake-
len. Zodra u de schakelaar in-drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschuwen voor
een noodsituatie. Druk nogmaals op de scha-
kelaar om de waarschuwingsknipperlichten
uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood-
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech en
wanneer uw auto een gevaar vormt voor an-
dere weggebruikers.Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper-
lichten ook werken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten kan uw accu leeg raken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Gloeilampnummer
Bagageruimteverlichting TL212–2
Leeslamp in dakconsole PLW214–2A
Leeslamp WL212–2IN GEVAL VAN NOOD/PECH
208