JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 11 of 370

9
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM
PARKSENSE — INDIEN AANWEZIG ........ 179
Het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense in- en uitschakelen ....... 180 De parkeerplaats verlaten .............. 181
RIJSTROOKDETECTIE — INDIEN
AANWEZIG ......................................... 182
Werking van rijstrookdetectie ......... 182
Rijstrookdetectie in- of
uitschakelen ................................ 183 Waarschuwingsbericht
rijstrookdetectie ........................... 183 Status van rijstrookdetectie
wijzigen ....................................... 185
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA —
INDIEN AANWEZIG .............................. 185
BRANDSTOF TANKEN............................ 186
Noodontgrendeling voor
brandstofvulklep ........................... 188
BRANDSTOF TANKEN —
DIESELMOTOR .................................... 188
AdBlue® (UREUM) — indien
aanwezig ..................................... 190
BELADING VAN DE AUTO ...................... 193
Gewichtslabel............................... 193
TREKKEN VAN EEN AANHANGER .......... 195
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten) ................... 195 Vereisten voor het trekken van de
aanhanger ................................... 196
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN
CAMPER .............................................197
Slepen van deze auto achter een
ander voertuig .............................. 197 Slepen achter een camper —
modellen met voorwielaandrijving
(FWD) ......................................... 197 Slepen achter een camper –
4X4 modellen .............................. 198
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN .....199
GLOEILAMPEN VERVANGEN .................199
Vervangingslampen....................... 199
HID-koplampen — indien
aanwezig ..................................... 200 Gloeilampen buitenverlichting
vervangen .................................... 201
ZEKERINGEN .......................................205
Algemene informatie .................... 205
Plaats van de zekeringen............... 205
Verdeeleenheid/zekeringen
motorcompartiment ...................... 205 Zekeringen in het motorcompartiment/
Hulpsysteem ................................ 210 Zekeringen in interieur ................. 210
Verdeeleenheid zekeringen/relais
bagageruimte ............................... 212
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK
VAN DE KRIK ......................................214
Plaats van krik en reservewiel ........214
Voorbereidingen voor het
opkrikken ....................................216 Instructies bij opkrikken ...............216
Origineel wiel monteren .................219
EC verklaring van conformiteit ........220
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
van de krik ...................................221
BANDENSERVICEKIT — INDIEN
AANWEZIG ..........................................222
STARTEN MET STARTKABELS ...............229
Voorbereiding voor het starten met
startkabels ...................................229 Starten met startkabels .................230
TANKEN IN NOODGEVALLEN — INDIEN
AANWEZIG...........................................231
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR ........232SCHAKELHENDEL ONTGRENDELEN ........233EEN VASTZITTENDE AUTO WEER
VRIJKRIJGEN .......................................233SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH .......234
Zonder sleutelhouder.....................236
Modellen met voorwielaandrijving
(FWD) — met sleutelhouder ...........236 4x4-Modellen ...............................236
Sleepogen ....................................237
Gebruik van sleepogen ..................237
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 9
Page 12 of 370

10
UITGEBREID
ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM
(EARS) ............................................... 239
EVENT DATA RECORDER (EDR) .............. 239
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD ......................... 240
1.4-liter benzinemotor ................. 240
2.4-liter benzinemotor ................. 245
Dieselmotoren .............................. 250
MOTORCOMPARTIMENT ...................... 256
1.4-liter motor ............................. 256
2.4-liter motor ............................. 257
2.0-liter dieselmotor ..................... 258
1.6-liter dieselmotor ..................... 259
Oliepeil controleren ...................... 260
Vloeistof voor ruitenwisser
bijvullen ..................................... 260 Onderhoudsvrije accu ................... 261
Wassen met hogedrukspuit ............ 262
DEALERSERVICE ................................. 262
Airco, onderhoud ......................... 262
Wisserbladen .............................. 263
Uitlaatsysteem ............................ 263
Koelsysteem................................. 265
Remsysteem ............................... 265
Handgeschakelde versnellingsbak —
indien aanwezig............................ 267 Automatische versnellingsbak ........ 267
HET VOERTUIG OMHOOG BRENGEN .......268BANDEN ..............................................268
Banden — Algemene informatie ... 268
Type banden ................................ 273
Reservewielen — indien
aanwezig .................................... 274 Sneeuwkettingen
(tractiehulpmiddelen) .................. 276 Aanbevelingen over 'rouleren' van
banden ....................................... 277
HET VOERTUIG STALLEN.......................277
CARROSSERIE......................................278
Behoud van de carrosserie ............ 278
INTERIEUR .........................................280
Stoelen en bekleding .................... 280
Kunststof- en gelakte onderdelen ... 280
Lederen onderdelen ...................... 281
Ruitoppervlakken ........................ 281
TECHNISCHE SPECIFICATIES
IDENTIFICATIEGEGEVENS......................282
Chassisnummer (VIN) ................... 282
AANHAALMOMENTEN VOOR VELGEN
EN BANDEN ........................................282
Voorgeschreven
aanhaalmomenten ........................ 282
WIELEN ...............................................283
GEWICHTEN ........................................285 BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOR ..................................285
1.4-liter benzinemotor met turbo ....285
2.4-liter benzinemotor ..................285
Ethanol ........................................285
Brandstofadditieven .....................286
Benzine/zuurstofverbindingen .......286
Brandstoflabel voldoet aan
EN16942 ....................................286 Aandachtspunten
brandstofsysteem ..........................287 Koolmonoxidewaarschuwingen ......288
BRANDSTOFVEREISTEN —
DIESELMOTOR .....................................288
Dieselmotor ..................................288
Brandstoflabel voldoet aan
EN16942 ....................................289
VLOEISTOFINHOUD ..............................290
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN .....291
Motor ..........................................291
Chassis .......................................295
BRANDSTOFVERBRUIK EN CO2-
EMISSIES ...........................................296
MOPAR ACCESSOIRES .........................297
Originele accessoires van Mopar .....297
MULTIMEDIA
UCONNECT SYSTEMEN .........................299
CYBERVEILIGHEID ...............................299
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 10
Page 13 of 370

11
UCONNECT 3 SYSTEEM MET 5-INCH
DISPLAY — INDIEN AANWEZIG ............ 300
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch
display ........................................ 300 Klok instellen .............................. 300
Audio-instelling ............................ 300
Bediening van de radio ................. 301
Gesproken tekstberichten
beantwoorden (niet compatibel met
iPhone®) .................................... 301
UCONNECT 4 MET 7-INCH DISPLAY ..... 303
Overzicht Uconnect 4 .................. 303
Menubalk slepen en neerzetten ..... 305
Radio ......................................... 305
Android Auto™ — indien
aanwezig ..................................... 306 Integratie Apple CarPlay® — indien
aanwezig ..................................... 307 Apps — indien aanwezig ............... 309
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-INCH
DISPLAY ............................................ 309
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV .... 309
Menubalk slepen en neerzetten ..... 310
Radio ......................................... 311
Android Auto™ — indien
aanwezig .................................... 312 Integratie Apple CarPlay® — indien
aanwezig ..................................... 315 Apps — indien aanwezig ............... 317
JEEP SKILLS — INDIEN AANWEZIG ........318
Jeep Skills-indicatoren.................. 318
Ritgegevens registreren en
overdragen................................... 320
INSTELLINGEN VAN UCONNECT.............320
STUURBEDIENING VOOR AUDIO ............321
Bediening van de radio ................. 321
Media-modus ............................... 321
BEDIENING AUX/USB/MP3 ...................321
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG .........................................322
Volume van gesproken aanwijzingen
van het navigatiesysteem wijzigen .. 322 Nuttige plaatsen vinden ................ 322
Een locatie vinden door de naam in
te voeren ..................................... 322 Gesproken bestemming invoeren in
één stap ...................................... 323 Uw thuisadres instellen................. 323
Home (thuisadres) ........................ 323
Een tussenstop invoegen ............... 324
Een omleiding volgen ................... 324
Kaartupdate................................. 324
UCONNECT PHONE ..............................324
Uconnect Phone (Handsfree bellen
met Bluetooth®) .......................... 324 Uw mobiele telefoon koppelen
(draadloos verbinden) met het
Uconnect-systeem ....................... 326 Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden) ..............................330 Microfoon uitschakelen (of
inschakelen) tijdens gesprek ..........330 Actieve gesprekken doorverbinden
tussen handset en voertuig ............330 Telefoonboek ...............................331
Tips voor spraakbediening .............331
Het volume wijzigen ......................331
Do Not Disturb (niet storen)
gebruiken ....................................331 Binnenkomende SMS-berichten ....332
Handige tips en veelgestelde vragen
voor het verbeteren van de
Bluetooth®-prestaties met uw
Uconnect systeem.........................333
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHERKENNING
UCONNECT .........................................334
Introductie van Uconnect ..............334
Aan de slag ..................................335
Basisspraakcommando's ................335
Radio...........................................335
Media ..........................................336
Telefoon.......................................337
Beantwoording gesproken
tekstberichten ..............................338 Klimaatregeling ............................339
Navigatie (4C NAV) - indien
aanwezig ......................................339
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 11
Page 14 of 370

12
Siri® Eyes Free — indien
aanwezig .................................... 340 Do Not Disturb (niet storen)
gebruiken ................................... 340 Android Auto™ — indien
aanwezig .................................... 341 Apple CarPlay® — indien
aanwezig .................................... 342 Meer informatie ............................ 343
KLANTENSERVICE
WANNEER U ASSISTENTIE NODIG
HEBT ................................................. 344
ARGENTINIË ............................... 345
AUSTRALIË ................................. 345
OOSTENRIJK ............................... 345
BALANCE OF THE CARIBBEAN ..... 345
BELGIË ....................................... 345
BOLIVIA ...................................... 346
BRAZILIË .................................... 346
BULGARIJE ................................. 346
CHILI .......................................... 346
CHINA......................................... 346
COLOMBIA .................................. 346
COSTA RICA ................................ 346
KROATIË ..................................... 347
TSJECHIË.................................... 347
DENEMARKEN ............................ 347
DOMINICAANSE REPUBLIEK........ 347
ECUADOR ................................... 347 EL SALVADOR ............................. 348
ESTLAND .................................... 348
FINLAND .................................... 348
FRANKRIJK................................. 348
DUITSLAND ................................ 349
GRIEKENLAND ............................ 349
GUATEMALA ............................... 349
HONDURAS ................................ 349
HONGARIJE ................................ 349
INDIA ......................................... 350
IERLAND .................................... 350
ITALIË ........................................ 350
LETLAND .................................... 351
LITOUWEN.................................. 351
LUXEMBURG .............................. 351
NEDERLAND ............................... 351
NIEUW-ZEELAND ........................ 352
NOORWEGEN .............................. 352
PANAMA ..................................... 352
PARAGUAY.................................. 352
PERU.......................................... 352
POLEN........................................ 352
PORTUGAL ................................. 353
PORTO RICO EN DE AMERIKAANSE
MAAGDENEILANDEN ................... 353 REUNION.................................... 353
ROEMENIË.................................. 353
RUSLAND ................................... 353
SERVIË ....................................... 353
SLOWAKIJE................................. 354 SLOVENIË ...................................354
ZUID-AFRIKA ...............................354
SPANJE .......................................354
ZWEDEN......................................355
ZWITSERLAND.............................355
TAIWAN .......................................355
TURKIJE......................................355
OEKRAÏNE ...................................356
VERENIGD KONINKRIJK...............356
URUGUAY ...................................356
VENEZUELA.................................356
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 12
Page 15 of 370

13
SLEUTELS
Sleutelhouders
Uw auto maakt gebruik van een ontstekings-
systeem met of zonder contactsleutel. Het
ontstekingssysteem bestaat uit een sleutel -
houder met afstandsbediening en een
contactschakelaar. Het ontgrendelingssy -
steem zonder sleutel bestaat uit een sleutel -
houder en de knop Keyless Enter-N-Go.
OPMERKING:
De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden als deze zich naast een mobiele
telefoon, laptop of andere elektronische
apparaten bevindt. Deze apparaten kunnen
het draadloze signaal van de sleutelhouder
blokkeren. Met de sleutelhouder kunt u de portieren en
achterklep vergrendelen of ontgrendelen
vanaf een afstand tot maximaal 20 m
(66 ft). U hoeft de sleutelhouder niet op de
auto te richten om het systeem te activeren.
Sleutelhouder van contact zonder sleutel
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het
indrukken van een toets niet reageert, is de
batterij van de sleutelhouder mogelijk bijna
leeg of geheel leeg. Een bijna lege batterij
van de sleutelhouder kan worden gecontro -
leerd op de instrumentengroep, waar aanwij -
zingen worden gegeven die u moet opvolgen. De sleutelhouder bevat een noodsleutel, die
is opgeborgen in de achterzijde van de sleu
-
telhouder.
Noodsleutel verwijderen
Met de noodsleutel kunnen de portieren
worden geopend wanneer de accu van de
auto of de batterij van de sleutelhouder leeg
is. Met de noodsleutel kan ook het hand -
schoenenkastje worden afgesloten. U kunt
de noodsleutel bij u houden als iemand
anders de auto voor u parkeert.
U verwijdert de noodsleutel uit de sleutel -
houder door de mechanische vergrendeling
aan de bovenzijde van de houder met uw
duim opzij te schuiven en de sleutel vervol -
gens met uw andere hand uit de houder te
trekken.
LET OP!
De elektrische componenten in de
sleutelhouder kunnen beschadigen als de
sleutelhouder wordt blootgesteld aan
sterke elektrische schokken. Vermijd
blootstelling van de sleutelhouder aan
direct zonlicht voor volledige efficiëntie
van de elektronische apparaten van de
sleutelhouder.
1 — Achterklep ontgrendelen
2 — Ontgrendelen
3 — Vergrendelen
4 — Remote start (starten op afstand)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 13
Page 16 of 370

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
14
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op
de sleutelhouder om het portier aan de
bestuurderszijde te ontgrendelen of druk
tweemaal binnen vijf seconden om alle
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
Alle portieren kunnen worden geprogram-
meerd om te worden ontgrendeld bij de
eerste druk op de ontgrendeltoets. Raad -
pleeg de paragraaf "Instellingen van Ucon -
nect" in het hoofdstuk "Multimedia" in het
instructieboekje voor meer informatie.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu -
telhouder om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart
worden met sleutelhouders die specifiek zijn
geprogrammeerd voor de elektronica van de
auto. Nadat een sleutelhouder voor een auto
is geprogrammeerd, kan deze niet voor een
andere auto worden geprogrammeerd.
OPMERKING:
Gebruikte accu's kunnen schadelijk zijn voor
het milieu als ze niet op de juiste manier
worden afgevoerd. Voer gebruikte accu's
altijd af in een speciale afvalcontainer voor
accu's of lever ze in bij een erkende dealer.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen
worden geleverd door een erkende dealer.
Deze procedure bestaat uit het program -meren van een 'blanco' sleutelhouder voor de
elektronica van het voertuig. Een blanco
sleutelhouder is een exemplaar dat niet
eerder is geprogrammeerd.
OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet
worden gerepareerd, dient u alle sleutels van
de auto naar de erkende dealer mee te
brengen.
CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact — indien
aanwezig
Met deze functie kan de bestuurder de
contactschakelaar bedienen door op een
knop te drukken zolang de sleutelhouder
zich in het passagierscompartiment bevindt.
De contactschakelaar in de vorm van een
START/STOP-drukknop heeft drie bedrijfs
-
modi. Deze drie standen zijn OFF, ON/RUN
en START.
OPMERKING:
Wanneer de status/modus van het contact na
het indrukken van een toets niet reageert, is
de batterij van de sleutelhouder mogelijk
bijna leeg of leeg. Als dit het geval is, kan de
contactschakelaar ook op een andere manier
WAARSCHUWING!
Druk alleen op de ontgrendelknop van de
mechanische sleutel met de sleutelhouder
weggedraaid van uw lichaam, vooral van
uw ogen en voorwerpen die beschadigd
kunnen raken, zoals kleding.
WAARSCHUWING!
Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
Als uw voertuig is uitgerust met Keyless
Enter-N-Go contact, vergeet dan niet de
contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 14
Page 17 of 370

15
(Vervolgd)
worden bediend. Druk de voorzijde (zijde
tegenover de noodsleutel) van de sleutel-
houder tegen de knop START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.
START/STOP-contactschakelaar
De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF
De motor wordt uitgeschakeld.
Sommige elektrische apparaten (bijv.
centrale vergrendeling, alarm, enz. ) zijn
nog steeds beschikbaar.
ON/RUN
Rijmodus.
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
Start de motor.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" in het
instructieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
Verwijder nooit de mechanische sleutel
tijdens het rijden, omdat het stuur auto-
matisch wordt vergrendeld zodra de
sleutel wordt gedraaid. Dit geldt ook voor
voertuigen die worden gesleept.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een
uitnodiging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en
vergrendel alle portieren wanneer u het
voertuig zonder toezicht achterlaat.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 15
Page 18 of 370

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Geïntegreerd/handmatig contact — indien
aanwezig
Dit voertuig is mogelijk uitgerust met een
geïntegreerde/handmatige contactschake-
laar. Er zijn drie bedieningsstanden, waar -
onder twee klikstanden en een stand met
veerbelasting. De klikstanden zijn OFF en
ON/RUN. De stand START is een veerbelaste
contactstand. Bij het loslaten uit de stand
START keert de schakelaar automatisch
terug in de stand ON/RUN.
Geïntegreerde contactschakelaar OFF
De motor wordt uitgeschakeld.
De sleutel kan uit de contactschakelaar
worden verwijderd.
De stuurkolom kan worden vergrendeld
(nadat u de contactsleutel hebt verwij -
derd).
Sommige elektrische apparaten (bijv.
centrale portiervergrendeling, alarm, enz.)
zijn nog steeds beschikbaar.
ON/RUN
Rijpositie.
Elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
Start de motor.
De contactschakelaar is voorzien van een
veiligheidsmechanisme. Als de motor niet
aanslaat, moet het contact weer op de stand
STOP/OFF worden gezet voordat de startpro -
cedure wordt herhaald.
Bij modellen met een automatische trans -
missie kan de contactsleutel alleen worden
verwijderd wanneer de schakelhendel in
PARK is gezet.
Elektronisch stuurslot — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
passief elektronisch stuurslot. Dit slot zorgt
ervoor dat de auto niet kan worden gestuurd
als de contactschakelaar in de stand OFF
staat. Het stuurslot wordt ontgrendeld als het
contact in de stand ON staat. Als het slot niet
ontgrendelt en de auto niet start, draai het
stuurwiel dan naar links en naar rechts om
het stuurslot te ontgrendelen.
Mechanisch stuurslot — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een
mechanisch stuurslot. Dit slot zorgt ervoor
dat de auto niet kan worden gestuurd als de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Draai het stuurwiel een halve slag in een van
beide richtingen bij draaiende motor
(zes-uur-stand). Zet de motor af en verwijder
de contactsleutel. Draai het stuur een iets in
een willekeurige richting tot het wordt
vergrendeld.
1 — OFF
2 — ON/RUN
3 — START
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 16
Page 19 of 370

17
STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
Druk twee keer binnen vijf
seconden op de toets remote start
(starten op afstand) op de sleutel -
houder. Door een derde keer op de toets
remote start (starten op afstand) te
drukken wordt de motor uitgeschakeld.
Om met het voertuig te gaan rijden, drukt
u op de knop START/STOP om het contact
in de stand ON/RUN te zetten.
Met remote start (starten op afstand)
draait de motor slechts 15 minuten
(time-out), tenzij het contact in de stand
ON/RUN is gezet.
Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
Starten met afstandsbediening — indien
aanwezig
Druk twee keer binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. Door een derde keer op de
toets remote start (starten op afstand) te
drukken wordt de motor uitgeschakeld.
Om met de auto te rijden, drukt u op de
ontgrendeltoets, steekt u de sleutel in het
contact en draait u deze naar de stand ON/
RUN. OPMERKING:
Met remote start (starten op afstand)
draait de motor slechts 15 minuten
(time-out), tenzij het contact in de stand
ON/RUN is gezet.
Het voertuig moet worden gestart met de
sleutel na twee opeenvolgende time-outs.
Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie -
ning te kunnen starten:
Schakelhendel in de stand PARK
Portieren gesloten
Motorkap gesloten
Achterklep gesloten
Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
Accu voldoende geladen
Lampje Motor controleren mag niet inge-
schakeld zijn
Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
WAARSCHUWING!
Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool -
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ramen,
portiersloten of andere onderdelen te
bedienen kunt u of kunnen anderen
ernstig gewond raken of om het leven
komen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 17
Page 20 of 370

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Controlelampje alarmsysteem knippert
Contactschakelaar in de stand STOP/OFF
Brandstofniveau voldoet aan de minimale
vereisten
Alarmsysteem meldt geen inbraak
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-
deld, de parkeerlichten knipperen en de claxon klinkt twee keer (indien geprogram
-
meerd). De motor start en het voertuig blijft
15 minuten in de modus voor starten met
afstandsbediening.
OPMERKING:
Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de motor
aan en vervolgens binnen 10 seconden weer
af.
De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
Om veiligheidsredenen kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen en het zonnedak
(indien aanwezig) niet worden bediend
wanneer de modus starten met afstands-
bediening actief is.
De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart. Voordat
u de startprocedure een derde keer kunt
herhalen, moet u echter het contact in en
uit schakelen door twee keer op de START/
STOP-knop te drukken (of het contactslot
eerst in de stand ON/RUN te zetten).
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren,
motorkap, achterklep en het Keyless
Enter-N-Go contact tegen bediening door onbe-
voegden. Als het alarmsysteem is ingescha-
keld, zijn de schakelaars van de portiersloten
en de achterklep in het interieur uitgeschakeld.
Als het alarm afgaat, geeft het alarmsysteem de
volgende geluids- en lichtsignalen:
De claxon klinkt
De richtingaanwijzers knipperen
Het controlelampje van het alarmsysteem
knippert op het display in de instrumenten -
groep
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg ervoor dat het contact van het voer -
tuig in de stand OFF staat.
Als uw voertuig is uitgerust met Keyless Entry (portierontgrendeling),
dient u ervoor te zorgen dat het bijbe -
horende ontstekingssysteem zonder
sleutel op OFF is gezet.
WAARSCHUWING!
Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool -
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ramen,
portiersloten of andere onderdelen te
bedienen kunt u of kunnen anderen
ernstig gewond raken of om het leven
komen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 18