engine JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: COMPASS, Model: JEEP COMPASS 2020Pages: 370, PDF Size: 9.34 MB
Page 65 of 370

63
MELDING
OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Waarschuwing laag peil diesele -
missieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en wordt bepaald in overeenstemming met het huidige verbruik. Het waarschuwingslampje "UREA Low
Level" (UREUM-niveau laag) en een bericht worden op het instrumentenpaneel weergegeven. Het waar
-
schuwingslampje voor UREUM-niveau laag blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met
ten minste 3 liter (0,75 gallon) UREUM.
Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wanneer een bepaalde drempel -
waarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het bereik 0 is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra AdBlue® is toegevoegd; de minimaal vereiste hoeveelheid is 5 liter
(1,32 gallon). Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter (1,32 gallon) UREUM. Als het
vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u mogelijk twee minuten
wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Storingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Engine Will Not Restart Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet meer worden her -
start Onderhoud AdBlue®-sys -
teem Raadpleeg dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende dealer laat controleren. Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding
wanneer een bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 63
Page 66 of 370

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
64
BOORDCOMPUTER
Druk kort op de toets pijl omhoog of pijl
omlaag totdat het pictogram van Trip A (rit A)
of Trip B (rit B) is gemarkeerd in het display
in het instrumentenpaneel (schakelen naar
links of rechts om rit A of B te selecteren).
Druk kort op de toets OK om de ritinformatie
weer te geven.
WAARSCHUWINGS -
LAMPJES EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van
toepassing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Dit zijn slechts indicaties en waarschuwingen die
niet mogen worden beschouwd als volledig
en/of alternatief voor de informatie in het
instructieboekje, die u in alle gevallen
aandachtig dient te lezen. Raadpleeg altijd
de informatie in dit hoofdstuk in het geval
van een storingsaanduiding. Alle actieve
verklikkerlampjes worden indien van toepas
-
sing eerst weergegeven. Het systeemcontro -
lemenu kan er anders uitzien op basis van
uitrusting en opties en de huidige status van
het voertuig. Sommige verklikkerlampjes zijn
optioneel en worden mogelijk niet weerge -
geven.
Rode waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit waarschuwingslampje gaat
branden bij een storing in de airbag.
Het lampje gaat ter controle vier tot
acht seconden branden als de
contactschakelaar in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet. Dit lampje gaat branden
met één geluidssignaal wanneer er een storing
in de airbag is gedetecteerd en blijft branden
totdat de storing is verholpen. Wanneer het
lampje niet brandt tijdens het starten, blijft
branden of gaat branden tijdens het rijden,
moet het systeem zo snel mogelijk door een
erkende dealer worden nagekeken.
Engine Will Not Start Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet starten Onder
-
houd AdBlue®-systeem Raad -
pleeg dealer) OPMERKING:
Het kan tot vijf seconden duren voordat het display actueel is nadat 7,5 liter (2 gallon) of meer
AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is. Als u een storing met betrekking tot het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12 °F (-11 °C). Als de auto langere tijd bij deze tempe
-
ratuur stilstaat, kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de auto in een garage en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo -
rens bij te vullen.
MELDING OMSCHRIJVING
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 64
Page 150 of 370

STARTEN EN RIJDEN
148
Automatische versnellingsbak
De schakelhendel moet in de stand
NEUTRAL of PARK staan voordat u de motor
kunt starten. Trap het rempedaal in voordat
u naar een rijstand schakelt.
Functies van Keyless Ignition (contact zonder
sleutel) — de knop ENGINE START/STOP
gebruiken
1. De schakelhendel moet in de standPARK of NEUTRAL staan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt. 3. Het systeem neemt het dan over en
probeert de auto te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automa -
tisch na 10 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen.
Functies van de Keyless Ignition — rempedaal/
koppelingspedaal niet ingetrapt (in de stand
PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Ignition is vergelijk -
baar met die van een contactschakelaar.
Deze heeft drie standen: OFF, ON/RUN en
START. Om de contactmodus te kiezen
zonder het voertuig te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de
onderstaande stappen, te beginnen met de
contactschakelaar in de stand OFF:
1. Druk op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in de stand ON/
RUN te zetten.
2. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten.
Handgeschakelde versnellingsbak
De schakelhendel moet in de stand
NEUTRAL staan voordat u de motor kunt
starten. Trap het rempedaal in voordat u naar
een rijstand schakelt.
Functies van Keyless Ignition (contact zonder
sleutel) — de knop ENGINE START/STOP
gebruiken
1. De schakelhendel moet in de standNEUTRAL staan.
2. Houd het koppelingspedaal ingetrapt terwijl u één keer op de knop ENGINE
START/STOP drukt.
3. Het systeem neemt het dan over en probeert de auto te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automa -
tisch na 10 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
Schakel niet tussen PARK, REVERSE,
NEUTRAL of DRIVE bij een hoger motor -
toerental dan stationair.
Schakel alleen naar of uit PARK of
REVERSE als de auto volledig stilstaat.
Voordat u naar een versnelling schakelt,
moet u het rempedaal stevig intrappen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 148
Page 151 of 370

149
(Vervolgd)
Functies van de Keyless Ignition — rempedaal/
koppelingspedaal niet ingetrapt (in de stand
PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Ignition is vergelijk-
baar met die van een contactschakelaar.
Deze heeft drie standen: OFF, ON/RUN en
START. Om de contactmodus te kiezen
zonder het voertuig te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de
onderstaande stappen, te beginnen met de
contactschakelaar in de stand OFF:
1. Druk op de toets ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in de stand ON/
RUN te zetten.
2. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten.
De motor uitschakelen
Voertuigen met een mechanische sleutel -
houder:
Ga als volgt te werk om de motor uit te scha -
kelen:
1. Parkeer het voertuig zodanig dat het geen gevaar voor het overige verkeer oplevert. 2. Zet de transmissie in de versnelling
(handgeschakelde modellen) of zet de
schakelhendel in PARK (P) (modellen
met automatische transmissie).
3. Terwijl de motor stationair draait, zet u de contactschakelaar op STOP/OFF.
4. Verwijder de sleutel uit het contact als de motor uit is.
Voertuigen die zijn uitgerust met een elektroni -
sche sleutel (contact zonder sleutel):
Als u de motor wilt uitschakelen terwijl de
voertuigsnelheid groter is dan 8 km/u
(5 mph), moet u de knop START/STOP
indrukken en vasthouden of binnen enkele
seconden drie keer achtereen op de knop
START/STOP drukken. De motor wordt uitge -
schakeld en de contactschakelaar wordt in
de stand RUN gezet.
Wanneer u de auto uitzet (de contactschake -
laar van RUN op STOP zet), blijft de voeding
naar de accessoires nog drie minuten actief.
Wanneer u het bestuurdersportier opent
terwijl de contactschakelaar op RUN staat,
klinkt er een kort signaal dat de bestuurder
eraan herinnert de contactschakelaar op
STOP te zetten. Wanneer de contactschakelaar op de stand
STOP/OFF staat, blijven de ruitschakelaars
nog drie minuten actief. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha
-
keld.
Laat de motor na intensief rijden enige tijd
stationair draaien, zodat de temperatuur in
het motorcompartiment kan dalen voordat u
de motor uitschakelt.
Normaal starten — dieselmotor
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels
verstellen en uw veiligheidsgordel vast -
maken.
De startmotor mag niet langer dan 30 seconden
worden bediend om de motor te starten. Wacht
enkele minuten tussen startpogingen om de
startmotor tegen oververhitting te beschermen.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
Keyless Ignition Node in de stand "OFF"
staat. Verwijder daarna de sleutelhouder
uit het voertuig en vergrendel het voer -
tuig.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 149
Page 152 of 370

STARTEN EN RIJDEN
150
OPMERKING:
Wanneer de motor wordt gestart bij een zeer
lage omgevingstemperatuur kan dit witte
rook tot gevolg hebben. Het roken houdt op
naarmate de motor warmer wordt.
Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go
Let op het display in de instrumentengroep
tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl uéén keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maximaal
vijf seconden is mogelijk onder zeer koude
omstandigheden. Het controlelampje
"Wachten met starten" gaat branden tijdens het voorverwarmingsproces. Wanneer het
motorlampje "Wachten met starten" dooft,
wordt de motor automatisch gestart.
3. Het systeem schakelt automatisch de
startmotor in om de motor te starten. Als
de auto niet start, wordt de startmotor
automatisch na 30 seconden uitgescha -
keld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Kinderen zonder
toezicht achterlaten in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar -
schuw kinderen dat ze niet aan de
handrem, het rempedaal of de schakel -
hendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
WAARSCHUWING! (Vervolgd) LET OP!
De startmotor mag 30 seconden worden
bediend om de motor te starten. Als de
motor niet start binnen deze tijd, dient u
ten minste twee minuten te wachten om
de startmotor te laten afkoelen voordat u
opnieuw start.
LET OP!
Als het "Water in Fuel Indicator Light"
(controlelampje water in brandstof) blijft
branden, START de motor dan NIET tot
het water is afgetapt uit de brandstoffilters
om schade aan de motor te voorkomen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 150
Page 323 of 370

321
Ritgegevens registreren en overdragen
De ritgegevens kunnen worden opgeslagen in
het geheugen van het systeem en gedeeld
buiten de auto met de Uconnect LIVE-app.
Hierdoor kunnen gebruikers de verzamelde
gegevens later bekijken, met een complete
analyse van de ritgegevens. Voor meer infor-
matie gaat u naar de website www.driveucon-
nect.eu .
Voor volledige toegang tot de functionaliteit
van de service moet u toestaan dat uw gege -
vens in de auto worden vastgelegd.
Het pictogram is de geo-positie-indicator
van de gebruiker.
Omdat specifieke Uconnect LIVE-diensten
zijn gebaseerd op de positie van de auto,
verschijnt nadat u toestemming hebt
gegeven voor de geo-locatie het pictogram in
de statusbalk van de radio om te bevestigen
dat de geo-referentiegegevens naar de server
worden verstuurd.
De gegevensoverdracht is gebaseerd op de
Uconnect LIVE-app-en het gegevensabonne -
ment van uw smartphone. Het pictogram verschijnt zodra de communi
-
catie met de server begint en wordt uitge -
schakeld zodra de communicatie eindigt.
Met de Uconnect LIVE-app kunt u ervoor
kiezen om detectie van uw locatie te detec -
teren en uw gegevens te delen met de
gemeenschap.
INSTELLINGEN VAN UCON -
NECT
Het Uconnect systeem geeft u via scherm -
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals
Display (scherm), Units (eenheden), Voice
(spraakbediening), Clock (klok), Safety &
Driving Assistance (veiligheid en rijhulp),
Lights (verlichting), Doors & Locks (portieren
en sloten), Auto-On Comfort (comfort auto -
matisch aan), Engine Off Options (opties
voor uitgeschakelde motor), Audio, Phone/
Bluetooth® (telefoon/Bluetooth®), Restore
Settings (instellingen herstellen), Clear
Personal Data (persoonlijke gegevens
wissen) en System Information (systeemin -
formatie). Druk op de schermtoets "Settings" (instel
-
lingen) (Uconnect 3 met 5-inch display en
Uconnect 4 met 7-inch display), of druk op
de schermtoets "Apps" (Uconnect 4C/4C
NAV met 8,4-inch display) onderaan in het
aanraakscherm en druk vervolgens op de
schermtoets "Settings" (instellingen) om het
scherm Settings (instellingen) te openen.
Om een instelling te selecteren, bladert u
omhoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel -
ling totdat naast de instelling een vinkje
verschijnt, waarmee wordt aangegeven dat
de instelling is geselecteerd.
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 321