stop start JEEP RENEGADE 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: RENEGADE, Model: JEEP RENEGADE 2018Pages: 380, PDF Size: 6.15 MB
Page 265 of 380

ACCU OPLADEN
BELANGRIJK
BELANGRIJK Wacht, nadat de
startinrichting op STOP is gezet en het
bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of de
startinrichting in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten
is.
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling
de accu langzaam en met een laag
ampèrage gedurende ongeveer 24 uur
op te laden. De accu langer opladen,
kan de accu beschadigen.BELANGRIJK De kabels van het
elektrische systeem moeten weer
correct worden aangesloten op de
accu, d.w.z. de pluskabel (+) op de
plusklem en de minkabel (–) op de
minklem. De accuklemmen zijn
gemarkeerd met de symbolen plus (+)
en min (–), en zijn weergegeven op het
deksel van de accu. De kabelklemmen
moeten ook corrosie-vrij en stevig
vastgemaakt worden aan de klemmen.
Indien gebruik gemaakt wordt van een
acculader van het type "snellader"
terwijl de accu in het voertuig
gemonteerd is, alvorens de lader aan te
sluiten eerst de kabels van de accu
zelf loskoppelen. Gebruik geen
"snellader" voor de levering van
startspanning.VERSIES ZONDER STOP/START-
SYSTEEMGa als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak de klem van de minpool van de
accu los.
sluit de kabels van de acculader aan
op de accuklemmen; let daarbij op de
polariteit;
schakel de acculader in;schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens deze van de accu
los te koppelen;
sluit de minklem weer aan op de accu.
263
Page 266 of 380

VERSIES MET STOP/START-
SYSTEEM
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
koppel de stekker A fig. 200 van de
accusensor C op de minklem D (–) van de
accu los (door op de knop B te drukken);
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de plusklem E van de
accu en de minkabel (–) op de klem van
de sensor D zoals aangegeven in de
figuur;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen de acculader uit;
sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker A weer aan op de
sensor C aan zoals aangegeven in
fig. 200.
ONDERHOUDSPROCEDURES
189) 190) 191)
89) 90) 91) 92) 93) 94) 95) 96)
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
Wisserbladen voorruit vervangen
Ga als volgt te werk:
til de wisserarm op, druk op lipje A
fig. 201 (versies met stuur links) of
fig. 202 (versies met stuur rechts) van de
bevestigingsveer en verwijder de
wisserblad van de arm;
200J0A0700C
201J0A0345C
264
ONDERHOUD EN ZORG
Page 267 of 380

monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.
BELANGRIJK Schakel de ruitenwissers
niet met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
Wisserblad achterruit vervangen
Ga als volgt te werk:
til de afdekking A fig. 203 op, draai
de moer B los en verwijder de wisserarm
C;
plaats de nieuwe wisserarm op
correcte wijze, draai de moer B volledig
vast en breng de afdekking A omlaag.
BELANGRIJK Schakel de
achterruitwisser niet met van de ruit
opgeheven wisserblad in.
Ruitensproeier
De stralen van de ruitensproeiers op de
motorkap zijn niet verstelbaar.
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het reservoir zit
(zie paragraaf “Motorruimte” in dit
hoofdstuk). Controleer vervolgens of de
sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een naald om ze te ontstoppen.
BELANGRIJK Bij versies met
schuifdak moet het schuifdak gesloten
zijn alvorens de ruitensproeiers te
bedienen.
Achterruitsproeier
De sproeiers van de achterruit zijn niet
verstelbaar. De sproeier bevindt zich
boven de achterruit .
BELANGRIJK
189)Het luchtinlaatsysteem (luchtfilter,
rubber slangen, enz.) kan als bescherming
fungeren in geval van terugslag van de
motor. VERWIJDER dit systeem NIET,
tenzij u reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden moet
uitvoeren. Controleer, alvorens de motor te
starten, dat het systeem niet verwijderd is:
het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot ernstig
letsel.
190)Uitlaatgassen zijn uiterst gevaarlijk,
en kunnen dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide, een kleurloos en reukloos
gas dat bij inademing bewustzijnsverlies
en vergiftiging kan veroorzaken.
202J0A0517C203J0A0346C
265
Page 304 of 380

BRANDSTOFVERBRUIK
De gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van de typegoedkeuringstests in
overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.
BELANGRIJK Het type route, de verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van het voertuig,
uitrustingsniveau/accessoires, gebruik van de klimaatregeling, lading van het voertuig, imperiaal op het dak en andere
situaties die de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers dan de hier vermelde cijfers. Het
brandstofverbruik wordt pas regelmatiger als de eerste 3000 km zijn gereden.
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)
Versies Stadsverkeer Buiten de stad Gecombineerd
1.4 T-jet 120 pk benzine/LPG9,4(****)/ 12,4(*****)5,4(****)/ 7,2(*****)6,9(****)/ 9,1(*****)
1.4 Turbo Multi Air 136/140 pk7,6 5,1 6,0
1.4 Turbo Multi Air 136/140 pk
(*)7,4 5,0 5,9
1.4 Turbo MultiAir 170 pk
(**)8,7 5,9 6,9
1.6 E.Torq8,8 5,1 6,5
1.6 E.Torq Stop/Start7,8 5,0 6,0
(****) Op benzine
(*****) Op LPG
(*) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(**) Versies met automatische versnellingsbak
302
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 306 of 380

CO2-EMISSIE
De CO2emissieniveaus in de volgende tabel hebben betrekking op het gecombineerde verbruik.
VersiesCO-EMISSIE2VOLGENS DE GELDENDE EUROPESE RICHTLIJN (g/km)
1.4 T-jet 120 pk benzine/LPG160(****)/ 148(*****)
1.4 Turbo Multi Air 136/140 pk140
1.4 Turbo Multi Air 136/140 pk
(*)137
1.4 Turbo MultiAir 170 pk
(**)160
1.6 E.Torq149
1.6 E.Torq Stop/Start141
2.4 Tigershark
(***)
1.6 16V Multijet 105 pk115
1.6 16V Multijet 105 pk115
1.6 16V Multijet 115/120 pk115
(****) Op benzine
(*****) Op LPG
(*) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(**) Versies met automatische versnellingsbak
(***) Indien gemonteerd
304
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 324 of 380

eco:Drive weergeven
Om gebruik te kunnen maken van de
functie, op de grafische toetseco:Drive™
drukken.
Er wordt een scherm weergegeven met de
4 hierboven beschreven indexen. Deze
indexen zijn grijs totdat het systeem
genoeg gegevens heeft om de rijstijl te
analyseren.
Zodra voldoende gegevens beschikbaar
zijn, nemen de indexen op basis van de
beoordeling 5 kleuren aan: donkergroen
(zeer goed), lichtgroen, geel, oranje en
rood (zeer slecht).
"Huidige route index" verwijst naar de
volledige waarde die in realtime is
berekend op grond van het gemiddelde
van de beschreven indexen. Deze index
geeft de eco-vriendelijkheid van de rijstijl
weer: van 0 (laag) tot 100 (hoog).
In geval van langdurige stops, zullen op
het display de gemiddelde indexen
weergegeven worden die verkregen zijn
tot op dat moment (de "Gemiddelde
Index") om later de indexen in realtime
opnieuw in te kleuren zodra het voertuig
weer gaat rijden.
Als u de gemiddelden van de gegevens
van de vorige reis wilt bevestigen (met
"reis" wordt een cyclus bedoeld van het
draaien van de startinrichting naar MAR
en later naar STOP), de grafische toets "Vorige Route" indrukken.
De informatie over de vorige rit kan ook
worden weergegeven door te drukken op
de toets "Details", waarna de reistijd (tijd
en kilometerstand) en de gemiddelde
snelheid worden getoond.
Opslag en overdracht ritgegevens
De ritgegevens kunnen in het
systeemgeheugen worden opgeslagen en
overgezet worden via een USB-stick die
daarvoor speciaal is geconfigureerd of
dankzij deApp Uconnect™LIVE.Op die
manier kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een volledige
analyse van de routegegevens en van uw
rijstijl, weergeven.
Meer informatie kunt u vinden op de
website www.driveuconnect.eu.
BELANGRIJK Verwijder de
USB-geheugenstick of verbreek de
verbinding van de smartphone met de
App Uconnect™LIVE niet voordat het
systeem de gegevens heeft gedownload,
want anders kunnen de gegevens
verloren gaan.Tijdens de
gegevensoverdracht naar de apparaten
kunnen er berichten op het display van
de autoradio verschijnen om de
gebruiker op de juiste wijze door deze
handeling te leiden; volg deze
aanwijzingen op. Deze berichtenworden alleen weergegeven met de
startinrichting in de stand STOP en
wanneer er een vertraging is ingesteld
voor het uitschakelen van het systeem.
De gegevens worden bij het afzetten
van de motor automatisch naar de
apparaten verzonden. Overgedragen
gegevens worden op deze manier
verwijderd uit het systeem geheugen.
U kunt besluiten de ritgegevens al dan
niet op te slaan door op de grafische
toets "Instellingen" te drukken en het
opslaan en de wijze van overdracht
naar USB of Cloud in te stellen.
Wanneer het geheugen van de USB-stick
vol is, verschijnt er op het display van de
radio speciale berichten.
Als deeco:Drive™gegevens gedurende
enige tijd niet overgezet zijn naar de
USB-stick, kan het interne
geheugensysteem vanUconnect™LIVE
verzadigd raken: volg in dat geval de
aanbevelingen gegeven in de berichten
op hetUconnect™display op.
my:Car
Met my:Car kunt u de gezondheidsstatus
van uw voertuig altijd onder controle
houden.
De applicatie my:Car kan storingen in
realtime detecteren en de bestuurder
322
MULTIMEDIA
Page 342 of 380

informatie naar de website
www.driveuconnect.eu.
BELANGRIJK De USB-geheugenstick
niet verwijderen of de verbinding van
de smartphone met de app
Uconnect™LIVEverbreken, voordat het
systeem de gegevens heeft
gedownload, want anders kunnen de
gegevens verloren gaan. Tijdens de
gegevensoverdracht naar de apparaten
kunnen er berichten op het display van
de autoradio verschijnen om de
gebruiker op de juiste wijze door deze
handeling te leiden; volg deze
aanwijzingen op. Deze berichten
worden alleen weergegeven met de
startinrichting in de stand STOP en
wanneer er een vertraging is ingesteld
voor het uitschakelen van het systeem.
De gegevens worden bij het afzetten
van de motor automatisch naar de
apparaten verzonden. Overgedragen
gegevens worden op deze manier
verwijderd uit het systeem geheugen.
U kunt kiezen om de reisgegevens al
dan niet op te slaan, door op de toets
"Instellingen” te drukken en door de
activering van de opslag en de
overdracht naar USB of Cloud in te
stellen.
Wanneer het geheugen van de USB-stickvol is, verschijnt er op het display van de
radio speciale berichten.
Als deeco:Drive™gegevens gedurende
enige tijd niet overgezet zijn naar de
USB-stick, kan het interne
geheugensysteem vanUconnect ™LIVE
verzadigd raken: volg in dat geval de
aanbevelingen gegeven in de berichten
op hetUconnect™-display op.
my:Car
Met my:Car kunt u de toestand van uw
auto onder controle houden.
De applicatie my:Car kan storingen in
realtime detecteren en de bestuurder
informeren over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval.
Om gebruik te maken van de toepassing,
op de grafische toets "my:Car" drukken:
op het display verschijnt een hoofdstuk
"care:Index" waarin alle gedetailleerde
informatie over de status vanhet voertuig
wordt weergegeven. Als op de grafische
toets "Actieve signalering" wordt gedrukt,
kunt u (als deze er zijn) de details over
de in het voertuig gedetecteerde
storingen zien die geleid hebben tot het
aangaan van een waarschuwingslampje.
De status van het voertuig kan zowel
bekeken worden op
www.driveuconnect.eu en viaApp
Uconnect™LIVE.Apple CarPlay en Android Auto
(indien aanwezig)
Met de applicaties Apple CarPlay en
Android Auto kunt u uw smartphone
veilig en intuïtief in de auto gebruiken. U
kunt deze gebruiken door gewoon een
compatibele smartphone op de
USB-aansluiting van de auto aan te
sluiten, waarna de content van de
telefoon automatisch op het display van
hetUconnect™-systeem verschijnt.
Informatie over de compatibiliteit van uw
smartphone is te vinden op de volgende
websites:
https://www.android.com/intl/it_it/auto/
and http://www.apple.com/it/ios/carplay/.
Als de smartphone correct via de
USB-aansluiting met de auto is
verbonden, zal het symbool van Apple
CarPlay of Android Auto getoond worden
in plaats van de knop
in het
hoofdmenu.
Instelling Apple CarPlay-app
Apple CarPlay is compatibel met de
iPhone 5 of recentere modellen en het
besturingssysteem iOS 7.1 of nieuwere
versies hiervan. Voordat Apple CarPlay
kan worden gebruikt, moet Siri worden
ingeschakeld via "Instellingen" >
"Algemeen" > "Siri" op de smartphone.
Om Apple CarPlay te kunnen gebruiken,
340
MULTIMEDIA
Page 358 of 380

Jeep Skills
De toepassing Jeep Skill bewaakt de
helling van de auto, de positie van de
wielen en of zij slippen en toont dit in
real time op hetUconnect™-systeem. Dit
zorgt voor een grotere directe controle en
meer rijbewustzijn zodat u in real time
ziet hoeveel vermogen en koppel wordt
gegeven tijdens het rijden van moeilijke
routes of als u alleen een 'uitdaging' in
de stad wilt.
Het verstrekt gedetailleerde informatie
over het accelereren en remmen: ook te
zien zijn "G-kracht", acculading,
remafstand bij de huidige snelheid en
andere voor de auto en het rijden
interessante parameters.
Voor meer inzicht in uw rijgedrag zijn
buiten de auto tripgegevens toegankelijk
via deUconnect™LIVEapp.
BELANGRIJK De Jeep Skills-
toepassing is uitsluitend voor
entertainment bedoeld. Rijd veilig en
verantwoordelijk.
Druk op de knoppen op het display om
naar de volgende secties te gaan:
eco:Drive™
Door middel van de applicatie
eco:Drive™kan uw rijgedrag in realtime
worden weergeven, zodat u uw rijstijl
kunt verbeteren voor wat betreftbrandstofverbruik en uitstoot.
Bovendien kunt u de gegevens opslaan
op een USB-stick of, dankzij de
Uconnect™LIVEapp, de gegevens
verwerken op uw eigen computer door
middel van de desktoptoepassing
eco:Drive™, die beschikbaar is op
www.jeep-official.it of
www.driveuconnect.eu.
Evaluatie van de rijstijl is gekoppeld aan
vier indexen die de volgende parameters
bewaken: acceleratie/deceleratie/
schakelen/snelheid.
eco:Drive™ display
Druk op de toetseco:Drive™om van deze
functie gebruik te maken. Er wordt een
scherm weergegeven met de 4 hierboven
beschreven indexen. Deze indexen zijn
grijs totdat het systeem genoeg gegevens
heeft om de rijstijl te analyseren.
Zodra voldoende gegevens beschikbaar
zijn, nemen de indexen op basis van de
beoordeling 5 kleuren aan: donkergroen
(zeer goed), lichtgroen, geel, oranje en
rood (zeer slecht).
In geval van langdurige stops, zullen op
het display de gemiddelde indexen
weergegeven worden die verkregen zijn
tot op dat moment (de "Gemiddelde
Index") om later de indexen in realtime
opnieuw in te kleuren zodra het voertuig
weer gaat rijden.Opslag en overdracht van routegegevens
De tripgegevens kunnen worden
opgeslagen in het systeemgeheugen en
overgedragen via een goed
geconfigureerde USB-geheugenstick of
deUconnect™LIVE App. Op die manier
kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een volledige
analyse van de routegegevens en van uw
rijstijl, weergeven. Ga voor nadere
informatie naar de website
www.driveuconnect.eu.
BELANGRIJK De USB-geheugenstick
niet verwijderen of de verbinding van
de smartphone met de app
Uconnect™LIVEverbreken, voordat het
systeem de gegevens heeft
gedownload, want anders kunnen de
gegevens verloren gaan. Tijdens de
gegevensoverdracht naar de apparaten
kunnen er berichten op het display van
de autoradio verschijnen om de
gebruiker op de juiste wijze door deze
handeling te leiden; volg deze
aanwijzingen op. Deze berichten
worden alleen weergegeven met de
startinrichting in de stand STOP en
wanneer er een vertraging is ingesteld
voor het uitschakelen van het systeem.
De gegevens worden bij het afzetten
van de motor automatisch naar de
apparaten verzonden. Overgedragen
356
MULTIMEDIA
Page 376 of 380

Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........239
Gewichten................284
Gordelspanners.............124
Grootlicht..................34
Handbediende klimaatregeling....40
Handgeschakelde versnellingsbak.....................155
HDC (systeem).............105
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display......67
Het voertuig opkrikken........267
Hoofdsteunen...............28
Hoogteregeling koplampen.......35
HSA (systeem).............104
Identificatiegegevens.........272
Instapverlichting.............35
Interieurverlichting............36
Kinderen veilig vervoeren......126
Kinderzitjes...............126
Klimaatregeling..............40
Lamp buitenverlichting
vervangen...............202
Lampjes en berichten..........71
LaneSense-systeem..........185
Lichtschakelaar..............32
LPG-/benzineschakelaar........59
Mistachterlicht..............33
Mistvoorlichten..............33
Montage van het sleepoog......235
Mopar Connect.............360
Motor...................273
Motor starten..............150
Motorkap..................53
Motorruimte...............254
Multifunctioneel display........67
MySky schuifdak.............50
Officiële typegoedkeuringen.....361
Onderhoudsprocedures........264
Ontgrendeling keuzehendel
automatische versnellingsbak
met dubbele koppeling......232
Ontgrendeling versnellingspook
automatische versnellingsbak . .230
Parkeerlichten..............33
ParkSense (systeem).........174
Passive Entry...............22
PBA (systeem).............104
Periodieke controles..........238
Plafondverlichting voor.........36
Portieren..................21
Prestaties (topsnelheid)........301
Regensensor...............38Richtingaanwijzers............35
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..........306
Rijbaanwissel...............35
Ruitenwisser
wisserbladen vervangen......264
Ruitenwissers/achterruitwisser....37
SBR-systeem (Seat Belt
Reminder)...............121
Selec-Terrain (systeem)........163
Sentry Key (systeem)..........20
Side Distance Warning (systeem).....................183
Slepen van het voertuig........235
Slepen van voertuig met pech. . . .234
Sleutels
elektronische sleutel........16
sleutel met afstandsbediening . .16
Sneeuwkettingen............268
Snelheidsbegrenzer..........166
Standaard velgen en banden. . . .278
Starten met hulpaccu.........227
Stoelen...................26
ALFABETISCH REGISTER
Stop/Start-systeem...........164
Stuurslot..................18