JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2021Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 161 of 344

159
4L
Vierwielaandrijving, lage groep — Deze stand
zorgt voor vierwielaandrijving bij lage snel-
heid. De stand maximaliseert het koppel
naar de voorste aandrijfas, waardoor de voor-
en achterwielen worden gedwongen om met
hetzelfde toerental te draaien. Deze groep
levert extra tractie en maximale trekkracht en
is uitsluitend bestemd voor onverharde of
gladde wegen. Rijd niet sneller dan 40 km/u
(25 mph).
De tussenbak is bedoeld voor het rijden in de
stand 2H voor normale weg- en snelwegom -
standigheden zoals verharde wegopper -
vlakken.
Wanneer er extra tractie nodig is, kunnen de
tussenbakstanden 4H en 4L worden gebruikt
om de aandrijfassen vóór en achter samen te
vergrendelen en de voor- en achterwielen te
dwingen om met dezelfde snelheid te
draaien. De standen 4H en 4L zijn uitslui -
tend bedoeld voor een onverhard of glad
wegdek en zijn niet bedoeld voor normaal
rijden. Rijden in de standen 4H en 4L op
verharde wegen veroorzaakt overmatige slij -
tage aan de banden en schade aan de onder -
delen van de aandrijflijn. Raadpleeg de
paragraaf "Schakelprocedures" in dit hoofd -stuk voor meer informatie over schakelen in
4H of 4L.
De instrumentengroep waarschuwt de
bestuurder dat het voertuig in de vierwiel
-
aandrijving staat en dat de aandrijfassen
vóór en achter samen zijn vergrendeld. Het
lampje gaat branden wanneer de tussenbak
in de stand 4H wordt gezet.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in 4L
rijdt, is het motortoerental circa driemaal
(viermaal voor Rubicon-modellen) zo hoog
als het motortoerental in de standen 2H of
4H. Laat de motor niet met te hoge toeren -
tallen draaien.
Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden van
hetzelfde type zijn en dezelfde maat en
omtrek hebben. Het gebruik van verschil -
lende banden beïnvloedt het schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien vierwielaandrijving de tractie
verbetert, heeft men de neiging de veilige
snelheden voor bochten en stoppen te over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.Schakelprocedures
Van 2H naar 4H of van 4H naar 2H
Er kan tussen de groepen 2H of 4 H worden
geschakeld terwijl het voertuig stilstaat of
rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij kan
worden geschakeld is tussen 0 en 72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak sneller in- of uitschakelen als u
het gaspedaal even los laat na een schake -
ling. Accelereer niet tijdens het schakelen
van de tussenbak. Houd een gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer niet te schakelen wanneer alleen
de voor- of de achterwielen doorslippen.
De toerentallen van de aandrijfassen vóór
en achter moeten gelijk zijn voordat er
geschakeld kan worden. Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen kan beschadiging van de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving kan zich voordoen als gevolg van
ongelijkmatige bandenslijtage, lage of
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 159
Page 162 of 344

STARTEN EN RIJDEN
160
ongelijke bandenspanning, een te hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen kost meer moeite bij een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens koud weer kan het schakelen moei -
zamer verlopen totdat de tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
Van 4H naar 4L of van 4L naar 4H
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u (2 tot 3 mph) schakelt u de schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2 en 3 mph), zet u de tussenbakhendel stevig
in de gewenste stand. Pauzeer niet met de
tussenbak in de stand N (NEUTRAL). Nadat
de schakeling is voltooid, zet u de schakel -
hendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het is mogelijk om naar en uit 4L te scha -
kelen als de auto helemaal stilstaat; er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden dan mogelijk niet goed
zijn uitgelijnd. Mogelijk moet u een aantal
schakelpogingen doen om de koppe -
lingstanden uit te lijnen en de overschake -
ling te voltooien. De beste methode is tijdens het rollen van de auto tussen de 3 en de
5 km/u (2 tot 3 mph). Probeer niet om naar
of uit de groep 4L te schakelen terwijl het
voertuig sneller rijdt dan 3 tot 5 km/u (2 tot
3 mph).
Tussenbak met vijf standen
Schakelhendel vierwielaandrijving
De tussenbak heeft vijf standen:
2H (tweewielaandrijving, hoge groep)
4H AUTO (vierwielaandrijving, automati
-
sche hoge groep)
4H PT (vierwielaandrijving, inschakelbare
hoge groep)
N (neutraalstand)
4L (vierwielaandrijving, lage groep)
Voor meer informatie over het gebruik van
elke stand voor de tussenbak, zie onder -
staande informatie:
2H
Tweewielaandrijving, hoge groep — Deze
stand is bedoeld voor normaal rijden op de
openbare weg, op een droog, verhard
wegdek.
4H AUTO
Vierwielaandrijving, automatische hoge
groep — In deze groep wordt vermogen over -
gedragen op de voorwielen. De vierwielaan -
drijving wordt automatisch ingeschakeld
wanneer het voertuig verlies van tractie
detecteert. Extra tractie voor diverse rijom -
standigheden.
WAARSCHUWING!
Als niet volledig naar een andere stand van
de tussenbak wordt geschakeld, kan de
tussenbak beschadigd raken, neemt het
motorvermogen af en kunt u de macht over
het stuur verliezen. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Als de tussenbak niet
helemaal is aangegrepen, mag u niet met
de auto rijden.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 160
Page 163 of 344

161
4H PT
Vierwielaandrijving, inschakelbare hoge
groep — Deze groep maximaliseert het
koppel naar de voorste aandrijfas, waardoor
de voor- en achterwielen worden gedwongen
om met hetzelfde toerental te draaien. Deze
stand zorgt voor extra tractie en is uitsluitend
bestemd voor onverharde of gladde wegen.
N (neutraalstand)
N (neutraalstand) — In deze groep wordt het
contact tussen de aandrijflijn en de aandrijf-
assen voor en achter verbroken. Te gebruiken om de auto op een oplegger te slepen achter
een ander voertuig.
Raadpleeg "Slepen achter een camper" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
4L
Vierwielaandrijving, lage groep — Deze stand
zorgt voor vierwielaandrijving bij lage snel
-
heid. De stand maximaliseert het koppel
naar de voorste aandrijfas, waardoor de voor-
en achterwielen worden gedwongen om met
hetzelfde toerental te draaien. Deze groep
levert extra tractie en maximale trekkracht en
is uitsluitend bestemd voor onverharde of
gladde wegen. Rijd niet sneller dan 40 km/u
(25 mph).
Deze tussenbak is ontworpen om te worden
aangedreven in de stand 2H (2WD) of 4H
Auto (4WD AUTO) op een normale weg of
snelweg met een droog, hard wegdek.
Tijdens het rijden in 2H verbruikt de auto
minder brandstof omdat de vooras in 2H niet
is ingeschakeld.
Voor variabele rijomstandigheden kan 4H
AUTO worden gebruikt. In deze modus wordt
de vooras ingeschakeld, maar wordt het
vermogen van de auto op de achterwielen
overgebracht. Vierwielaandrijving wordt automatisch ingeschakeld wanneer het voer
-
tuig verlies van tractie detecteert. Omdat de
vooras is ingeschakeld, wordt in deze stand
meer brandstof verbruikt dan in de
2H-stand.
Wanneer er extra tractie nodig is, kunnen de
tussenbakstanden 4H en 4L worden gebruikt
om de aandrijfassen vóór en achter samen te
vergrendelen en de voor- en achterwielen te
dwingen om met dezelfde snelheid te
draaien. De standen 4H en 4L zijn uitslui -
tend bedoeld voor een onverhard of glad
wegdek en zijn niet bedoeld voor normaal
rijden. Rijden in de standen 4H en 4L op
verharde wegen veroorzaakt overmatige slij -
tage aan de banden en schade aan de onder -
delen van de aandrijflijn. Raadpleeg de
paragraaf "Schakelprocedures" in dit hoofd -
stuk voor meer informatie over schakelen in
4H of 4L.
De instrumentengroep waarschuwt de
bestuurder dat het voertuig in de vierwiel -
aandrijving staat en dat de aandrijfassen
vóór en achter samen zijn vergrendeld. Het
lampje gaat branden wanneer de tussenbak
in de stand 4H wordt gezet.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in 4L
rijdt, is het motortoerental circa driemaal
WAARSCHUWING!
Als u de auto zonder toezicht achterlaat
terwijl de tussenbak in de stand NEUTRAL
(N) staat en de handrem niet helemaal is
aangetrokken, kunnen u of anderen
(dodelijk) gewond raken. In de stand
NEUTRAL (N) van de tussenbak wordt het
contact met de aandrijflijn van zowel de
aandrijfas voor als achter verbroken, zodat
het voertuig kan rollen, zelfs als de
automatische versnellingsbak in de stand
PARK is gezet. De handrem moet altijd
aangetrokken zijn als de bestuurder niet in
de auto zit.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 161
Page 164 of 344

STARTEN EN RIJDEN
162
(viermaal voor Rubicon-modellen) zo hoog
als het motortoerental in de standen 2H of
4H. Laat de motor niet met te hoge toeren-
tallen draaien.
Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden van
hetzelfde type zijn en dezelfde maat en
omtrek hebben. Het gebruik van verschil -
lende banden beïnvloedt het schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien vierwielaandrijving de tractie
verbetert, heeft men de neiging de veilige
snelheden voor bochten en stoppen te over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.
Schakelprocedures
Van 2H naar 4H Auto of van 4H Auto naar 2H
Er kan tussen de groepen 2H of 4H Auto
worden geschakeld terwijl het voertuig stil -
staat of rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij
kan worden geschakeld is tussen 0 en
72 km/u (45 mph). Wanneer het voertuig
rijdt, zal de tussenbak sneller in- of uitscha -
kelen als u het gaspedaal even los laat na
een schakeling. Accelereer niet tijdens het
schakelen van de tussenbak. Houd een gelijkmatige druk aan bij het schakelen van
de tussenbakhendel.
2H/4H automatisch naar inschakelbare 4H of
inschakelbare 4H naar 2H/4H automatisch
Er kan tussen de groepen 2H/4H AUTO en
4H PART TIME (inschakelbare 4H) worden
geschakeld terwijl het voertuig stilstaat of
rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij kan
worden geschakeld is tussen 0 en 72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak sneller in- of uitschakelen als u
het gaspedaal even los laat na een schake
-
ling. Accelereer niet tijdens het schakelen
van de tussenbak. Houd een gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer niet te schakelen wanneer alleen
de voor- of de achterwielen doorslippen.
De toerentallen van de aandrijfassen vóór
en achter moeten gelijk zijn voordat er
geschakeld kan worden. Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen kan beschadiging van de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving kan zich voordoen als gevolg van ongelijkmatige bandenslijtage, lage of
ongelijke bandenspanning, een te hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen kost meer moeite bij een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens koud weer kan het schakelen moei -
zamer verlopen totdat de tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
4H Part Time/4H Auto naar 4L of 4L naar 4H Part
Time/4H Auto
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u (2 tot 3 mph) schakelt u de schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2 en 3 mph), zet u de tussenbakhendel
stevig in de gewenste stand. Pauzeer niet met
de tussenbak in de stand N (NEUTRAL).
Nadat de schakeling is voltooid, zet u de
schakelhendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het is mogelijk om naar en uit 4L te scha -
kelen als de auto helemaal stilstaat; er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden dan mogelijk niet goed
zijn uitgelijnd. Mogelijk moet u een aantal
schakelpogingen doen om de koppe -
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 162
Page 165 of 344

163
lingstanden uit te lijnen en de overschake-
ling te voltooien. De beste methode is tijdens
het rollen van de auto tussen de 3 en de
5 km/u (2 tot 3 mph). Probeer niet om naar
of uit de groep 4L te schakelen terwijl het
voertuig sneller rijdt dan 3 tot 5 km/u (2 tot
3 mph).
Trac-Lok achteras — indien aanwezig
De Trac-Lok achteras levert een constant
aandrijfvermogen naar beide achterwielen en
vermindert wielspin door verlies van tractie
bij één aandrijfwiel. Als de tractie tussen de
twee achterwielen verschilt, verdeelt het
differentieel automatisch het bruikbare
koppel door meer koppel te leveren aan het
wiel dat tractie heeft. Trac-Lok is met name nuttig bij gladde rijom
-
standigheden. Wanneer beide achterwielen
op een gladde ondergrond rijden, kan licht
indrukken van het gaspedaal maximale
tractie leveren.
Asvergrendeling (Tru–Lok) —
Rubicon-modellen
De schakelaar AXLE LOCK (asvergrendeling)
bevindt zich op het instrumentenpaneel
(rechts van de stuurkolom). Schakelpaneel Axle Lock (asvergrendeling)
Deze functie wordt alleen ingeschakeld als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Contact in de RUN-stand, auto in groep
4L.
Voertuigsnelheid moet 16 km/u (10 mph)
of lager zijn.
Het rechter- en linkerwiel op de as hebben
dezelfde snelheid.
Om het systeem te activeren, drukt u de
schakelaar AXLE LOCK omlaag om alleen de
achteras te vergrendelen (het lampje "REAR
ONLY" (alleen achter) gaat branden). Druk
de schakelaar omhoog om de vooras en
achteras te vergrendelen (het lampje
"FRONT + REAR" (voor en achter) gaat
WAARSCHUWING!
Als niet volledig naar een andere stand van
de tussenbak wordt geschakeld, kan de
tussenbak beschadigd raken, neemt het
motorvermogen af en kunt u de macht over
het stuur verliezen. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Als de tussenbak niet
helemaal is aangegrepen, mag u niet met
de auto rijden.
WAARSCHUWING!
Bij auto's die zijn uitgerust met een
beperkt slipdifferentieel mag u de motor
nooit laten draaien als een van de
achterwielen de grond niet raakt. De auto
kan door blijven rijden via het achterwiel
dat de grond nog wel raakt, waardoor u de
macht over het stuur verliest.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 163
Page 166 of 344

STARTEN EN RIJDEN
164
branden). Wanneer de achteras is vergren-
deld, kunt u de vooras vergrendelen of
ontgrendelen door nogmaals op de onderkant
van de schakelaar te drukken.
OPMERKING:
De controlelampjes gaan knipperen totdat de
assen volledig vergrendeld of ontgrendeld
zijn.
Om de assen te ontgrendelen, drukt u op de
knop AXLE LOCK OFF (asvergrendeling uit).
De asvergrendeling wordt uitgeschakeld als
het voertuig uit de groep 4L wordt gehaald of
wanneer de contactschakelaar in de stand
OFF wordt gezet.
De asvergrendeling wordt uitgeschakeld bij
snelheden hoger dan 48 km/u (30 mph) en wordt automatisch weer ingeschakeld als de
rijsnelheid lager is dan 16 km/u (10 mph).
Elektronisch loskoppelbare
stabilisatorstang — indien aanwezig
Uw voertuig kan zijn uitgerust met een elek -
tronisch loskoppelbare stabilisatorstang. Met
dit systeem heeft de wielophanging vóór
meer speling bij terreinrijden. Het systeem wordt bediend met de schake
-
laar SWAY BAR (stabilisatorstang) op het
instrumentenpaneel (rechts van de stuur -
kolom).
Schakelaar SWAY BAR (stabilisatorstang)
Druk op de schakelaar SWAY BAR (stabilisa -
torstang) om het systeem in te schakelen.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
systeem uit te schakelen. Het controlelampje
voor de stabilisatorstang (in de instrumen -
tengroep) gaat branden wanneer de stang is
losgekoppeld. Het controlelampje voor de
stabilisatorstang knippert tijdens het inscha -
kelen, of wanneer er niet is voldaan aan de
inschakelomstandigheden. De stabilisator -
stang moet tijdens normale rijomstandig -
heden in de stand voor rijden op de weg
staan. Om de stabilisatorstang los te koppelen,
schakelt u naar de groep 4H of 4L en drukt
u op de schakelaar SWAY BAR om de stand
voor terreinrijden in te schakelen. Raadpleeg
de paragraaf "Werking van de vierwielaandrij
-
ving" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Het controlelampje voor de stabilisatorstang
knippert totdat de stabilisatorstang volledig
is losgekoppeld.
WAARSCHUWING!
Verzeker u ervan dat de stabilisatorstang weer
is aangekoppeld voordat u op een hard wegdek
of met snelheden boven 29 km/u (18 mph)
gaat rijden; een ontkoppelde stabilisatorstang
kan ertoe leiden dat u de macht over het stuur
verliest, met ernstig letsel als gevolg. Onder
bepaalde omstandigheden verbetert de voorste
stabilisatorstang de stabiliteit en helpt deze bij
de besturing van de auto. Het systeem
bewaakt de rijsnelheid en probeert de
stabilisatorstang bij snelheden boven 29 km/u
(18 mph) weer aan te koppelen. Dit wordt
aangegeven door een knipperend of continu
brandend "Controlelampje stabilisatorstang".
Als de rijsnelheid onder 22 km/u (14 mph)
komt, probeert het systeem terug te keren naar
de stand voor terreinrijden.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 164
Page 167 of 344

165
OPMERKING:
Het koppel van de stabilsatorstang kan zijn
vergrendeld vanwege hoogteverschillen in de
linker en rechter ophanging. Deze omstan-
digheid is het gevolg van verschillen in het
rijoppervlak of de belasting van het voertuig.
Om de stabilisatorstang te kunnen loskop -
pelen of weer vast te koppelen moeten de
rechter en linker helft van de stang zijn
uitgelijnd. Voor deze uitlijning kan het nodig
zijn dat het voertuig op een effen grondop -
pervlak wordt gereden of heen en weer wordt
bewogen.
Om terug te keren naar de modus voor rijden op
de weg, moet de schakelaar SWAY BAR (stabi -
lisatorstang) nogmaals worden ingedrukt.
STOP/START-SYSTEEM —
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE (INDIEN
AANWEZIG)
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan alle voorwaarden is voldaan. Door het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen, wordt de motor automatisch weer
gestart.
Voertuigen met Engine Stop/Start (ESS) zijn
geüpgraded met een heavy duty-startmotor,
een verbeterde accu en andere motoronder -
delen om de extra motorstarts aan te kunnen.
OPMERKING:
Het wordt aanbevolen het Stop/
Start-systeem uit te schakelen tijdens
terreingebruik.
Secundaire accu
Uw auto is mogelijk uitgerust met een secun -
daire accu die wordt gebruikt om het Stop/
Start-systeem en het elektrische 12 V-systeem
van de auto van stroom te voorzien. De secun -
daire accu bevindt zich achter de wielkuip voor
het voorwiel aan passagierszijde.
Accu-locaties
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt inge
-
schakeld na elke normale motor -
start. Op dat moment activeert het
systeem de modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) en,
wanneer aan alle overige voorwaarden is
voldaan, activeert het vervolgens de modus
STOP/START AUTOSTOP ACTIVE (Autostop
Stop/Start-systeem actief). WAARSCHUWING!
Als de stabilisator/stabilisatorstang niet naar
de stand voor rijden op de weg terugkeert,
knippert het controlelampje van de
stabilisatorstang in de instrumentengroep en
kan de voertuigstabiliteit afnemen. Probeer
niet sneller dan 29 km/u (18 mph) met de
auto te rijden. Als u met een hogere snelheid
dan 29 km/u (18 mph) rijdt met een
ontkoppelde stabilisatorstang, kan dit ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest,
met ernstig letsel als gevolg.
1 — Primaire accu
2 — Secundaire accu
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 165
Page 168 of 344

STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/
Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel moet in een vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. De
instellingen van de klant blijven gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" in uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro -
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde informatie worden weerge -
geven over de werking van het Stop/
Start-systeem. In de volgende situaties zal
de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen bij een hoge aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het rempedaal is niet ingedrukt met
voldoende druk.
Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek boven drempelwaarde. (Alleen
ESS-modellen)
ACC is ingeschakeld en snelheid is inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 166
Page 169 of 344

167
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In de vooruitversnelling start de motor
wanneer het rempedaal niet is ingetrapt of
het gaspedaal wordt ingetrapt. De trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd.
De werkelijke cabinetemperatuur bedui -
dend afwijkt van de temperatuur die is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld.
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde.
Lage vacuümwaarde van remsysteem
(bijv. na meerdere keren na elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem.
De duur van modus STOP/START AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het stuur is voorbij de drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding STOP/START OFF (Stop/ Start-systeem uit) wordt weergegeven in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de instrumentengroep. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het Stop/Start-systeem schakelt elke keer zelfstandig weer in wanneer het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 167
Page 170 of 344

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor uitgebreide informatie over
het Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem een
storing voordoet, zal het systeem de motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
STOP/START SYSTEM” (onderhoud Stop/
Start-systeem) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als in het display in de instrumentengroep
de melding "SERVICE STOP/START
SYSTEM" wordt weergegeven, moet u het
systeem laten controleren door een erkende
dealer.
ACTIEVE
SNELHEIDSBEGRENZER -
INDIEN AANWEZIG
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De knop voor de actieve snelheidsbegrenzer
bevindt zich aan de rechterzijde van het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De actieve snelheidsbegrenzer kan worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer om de functie te activeren. Er verschijnt dan een mededeling samen met
een controlelampje op het display van de
instrumentengroep om aan te geven dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de rechterkant van het stuur om de actieve
snelheidsbegrenzer te verhogen en te
verlagen tot de gewenste waarde. Door de
SET (+) of SET (-) toetsen ingedrukt te
houden, neemt de snelheid toe/af met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke keer dat actieve snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst geprogrammeerde waarde van de
vorige activering.
OPMERKING:
De cruisecontrol (indien aanwezig) en de
adaptieve cruisecontrol (indien aanwezig)
functies zijn niet beschikbaar terwijl de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door het gaspedaal volledig in te drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden overschreden terwijl het apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 168