airbag Lancia Delta 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2009Pages: 254, PDF Size: 4.58 MB
Page 7 of 254
6DASHBOARD EN BEDIENING
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes
kunnen per uitvoering verschillen.
1. Vaste luchtroosters voor ontwaseming/ontdooiing van de zijruiten - 2. Verstelbare uitstroomopeningen - 3. Hendel
links: bediening buitenverlichting - 4. Instrumentenpaneel - 5. Hendel rechts: bediening ruitenwissers voor/achter en
tripcomputer - 6. Verstelbare uitstroomopeningen - 7. Bedieningsknop waarschuwingsknipperlichten - 8. Frontairbag
passagierszijde - 9. Opbergvak - 10. Drukknoppen - 11. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning -
12. Start-/contactslot - 13. Frontairbag bestuurderszijde - 14. Knieairbag passagierszijde (waar voorzien)-
15. Hendel voor stuurkolomontgrendeling - 16. Klep zekeringenkast - 17. Hendel voor motorkapontgrendeling.
L0E0001mfig. 1
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 6
Page 11 of 254
10DASHBOARD EN BEDIENING
Als bij draaiende motor het lampje xgaat
branden (op het display verschijnt ook een
bericht), zet dan de motor onmiddellijk uit en
wendt u zo snel mogelijk tot de Lancia Servicenet-
werk.
Slijtage remblokken (ambergeel)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden als de remblokken van de voorrem-
men versleten zijn; laat de remblokken zo snel
mogelijk vervangen. Op het display verschijnt de bijbe-
horende melding.
d
Storing airbag (rood)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Het moet echter na enkele secon-
den doven. Als het lampje continu brandt, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
¬
Als het lampje ¬niet gaat branden als de
sleutel op MAR wordt gedraaid, of blijft
branden tijdens het rijden (in combinatie met
het op het display getoonde bericht), is het moge-
lijk dat de veiligheidssystemen een storing bevat-
ten. In dat geval zou het kunnen zijn dat de air-
bags of de gordelspanners niet geactiveerd worden
bij een ongeval of, in een beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te nemen met de
Lancia Servicenetwerk om het systeem direct te la-
ten controleren.
Storing EBD (rood)
Als bij draaiende motor de lampjes op het ins-
trumentenpaneelxen>gelijktijdig gaan
branden, dan is er een storing in het EBD-sys-
teem of is het niet beschikbaar en kunnen bij
hard remmen de achterwielen vroegtijdig blok-
keren waardoor de auto kan gaan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werk-
plaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem te la-
ten controleren. Op het display verschijnt het betreffende
bericht.
x
>
WAARSCHUWING De auto is uitgerust met een slijtage-
sensor voor de remblokken voor. Controleer bij de ver-
vanging de voorremblokken ook de conditie van de rem-
blokken achter.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 10
Page 12 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING11
1Een defect lampje ¬wordt weergegeven door-
dat het lampje voor de uitgeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde
“langer dan de
normale 4 seconden knippert. Daarnaast kunnen de
airbags aan passagierszijde (frontairbag en zij-air-
bag) automatisch worden uitgeschakeld. In dat geval
kan het lampje
¬geen storingen in de veiligheids-
systemen aangeven. Voordat u verder rijdt, dient u
contact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk
om het systeem direct te laten controleren.
Airbags passagierszijde / zij-airbags
uitgeschakeld (ambergeel)
Het lampje
“gaat branden als de frontairbag
passagierszijde en de zij-airbags passagierszijde
worden uitgeschakeld. Als u bij ingeschakelde frontairbag
aan passagierszijde de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje
“ongeveer 4 seconden branden en ver-
volgens 4 seconden knipperen. Hierna moet het lampje
doven.
“
Een defect lampje “wordt aangegeven door
het branden van het lampje
¬. Bovendien
zorgt het airbagsysteem voor de automati-
sche uitschakeling van de airbags aan de passa-
gierszijde (front en zij-airbags, waar voorzien).
Voordat u verder rijdt, dient u contact op te nemen
met het Lancia Servicenetwerk om het systeem di-
rect te laten controleren.
Niet omgelegde veiligheidsgordel (rood)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
continu branden als bij stilstaande auto de vei-
ligheidsgordel aan bestuurderszijde niet goed is
omgelegd. Als de auto rijdt en de veiligheidsgordels voor
zijn niet goed omgelegd, dan gaat het lampje knipperen
en klinkt tegelijkertijd een akoestisch signaal (zoemer).
Het akoestische signaal (zoemer) van het SBR-sys-
teem(Seat Belt Reminder) kan permanent worden uitge-
schakeld door het Lancia Servicenetwerk.
Het is mogelijk het systeem opnieuw in te schakelen via
het Setup-menu.
<
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 11
Page 24 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING23
1
SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies die met de knop-
pen
ÕenÔworden gekozen, waarna u keuzemogelijk-
heden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoe-
ren. Bij enkele opties is een submenu aanwezig. Het setup-
menu kan worden geactiveerd door de knop SET kort in
te drukken.
De menu bevat de volgende opties:
– VERLICHTING
– BEEP SNELHEIDSLIMIET
– SCHEMERSENSOR (waar voorzien)
– ADAPTIEVE LICHTEN (waar voorzien)
– TRIP B INSCHAKELEN/GEGEVENS
– STEL UUR IN
– STEL DATUM IN– EERSTE PAGINA (waar voorzien)
– ZIE RADIO
– AUTOCLOSCE
– MEETEENHEID
– TAAL
– VOLUME BUZZER
– VOLUME TOETSEN
– BUZZER GORDELS
– SERVICE
– AIRBAG PASSAGIER
– FLANKLICHTEN
– SLUIT MENU AF
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 23
Page 32 of 254
DASHBOARD EN BEDIENING31
1
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert de
afstand in km of mijl, afhankelijk van de instelling (zie de
paragraaf “Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm.
WAARSCHUWING Het “Onderhoudsschema” voorziet
elke 35.000 km (of het equivalent in mijl) of ieder jaar
in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automatisch
als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of het
equivalent in mijl) voor de servicebeurt. De weergave
wordt elke 200 km (of het equivalent in mijl) weergege-
ven. Onder de 200 km wordt de weergave met kleinere in-
tervallen weergegeven. De weergave is afhankelijk van de
ingestelde eenheid in km of mijl. Als u dicht bij de vol-
gende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand
MAR draait, verschijnt op het display het opschrift “Ser-
vice” gevolgd door het aantal kilometers/ mijlen of da-
gen dat resteert tot de volgende servicebeurt. Wendt u tot
het Lancia Servicenetwerk voor het uitvoeren van de werk-
zaamheden van het “Onderhoudsschema” of van het
“Jaarlijks inspectieschema”, en voor het op nul zetten van
deze weergave (reset).Airbag passagierszijde
Met deze functie kunnen de airbags aan de passagierszij-
de in- en uitgeschakeld worden.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET en druk, nadat op het display
het bericht Bag pass: Off) (om uit te schakelen) of het
bericht (Bag pass: On) (voor inschakeling) is verschenen
door het indrukken van de knop
ÕenÔ, druk opnieuw
op de knop SET;
– op het display verschijnt het bericht om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop
ÕofÔ(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
- druk kort op de knop SET; er verschijnt een bevesti-
ging van de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd
naar het menuscherm of, wanneer de knop even ingedrukt
wordt gehouden, naar het beginscherm zonder op te slaan.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 31
Page 122 of 254
VEILIGHEID121
2
Veiligheidsgordels .......................................................... 122
SBR-SYSTEEM............................................................. 123
Gordelspanners.............................................................. 124
Kinderen veilig vervoeren............................................... 128
Montagevoorbereiding voor Isofix-kinderzitje................ 132
Frontairbags ................................................................. 135
Zij-airbags (side bag - window bag) .............................. 138
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 121
Page 129 of 254
128VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn
2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest
van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwas-
senen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld.
Zij moeten daarom door andere systemen dan de veilig-
heidsgordels voor volwassenen worden beschermd tijdens
een ongeval.
De resultaten van onderzoek naar de optimale bescher-
ming van kleine kinderen zijn samengevat in de verplichte
Europese ECE-R44-voorschriften. De systemen zijn on-
derverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 - gewicht: tot 10 kg
Groep 0+ - gewicht: tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voorin als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Wij raden u aan kinderen altijd op de zit-
plaatsen achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij
een ongeval de meeste bescherming bieden. Kinder-
zitjes mogen beslist niet op de voorstoel bij een au-
to met passagiersairbag worden geplaatst. Als de
airbag wordt geactiveerd, kan dit verwondingen of
de dood tot gevolg hebben, onafhankelijk van de
zwaarte van het ongeval waardoor de airbag is ge-
activeerd. Als het nodig is, kunnen kinderen op de
voorstoel worden vervoerd, als de auto is voorzien
van een uitschakelbare passagiersairbag. In dit ge-
val moet u er absoluut zeker van zijn dat de air-
bag is uitgeschakeld door te controleren of het waar-
schuwingslampje
“op het instrumentenpaneel
brandt (zie “Frontairbag aan passagierszijde” in
het hoofdstuk “Frontairbags”). Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn
geplaatst; hierdoor wordt voorkomen dat het kin-
derzitje het dashboard raakt.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 128
Page 131 of 254
130VEILIGHEID
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen di-
rect door de veiligheidsgordels van de auto worden be-
schermd fig. 4.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst,
dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en
niet langs de nek ligt. Het horizontale gordelgedeelte moet
over het bekken en niet over de buik van het kind liggen.
GROEP 3
Kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg hebben een
borstomvang die groot genoeg is om gewoon tegen de rug-
leuning te kunnen steunen zonder hulp van een kinder-
zitje.In fig. 4 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste posi-
tie van het kind op de achterbank. Kinderen die langer
zijn dan 1,50 m kunnen de gordels, net als volwassenen
omleggen. Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig ver-
voer van kinderen aangegeven:
1) Monteer kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achterin,
omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden;
2) Als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffen-
de lampje “op het instrumentenpaneel moet conti-
nu branden;
3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren. Bewaar deze instructies samen met
de documenten en dit instructieboekje in de auto. Mon-
teer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiks-
aanwijzingen niet meer aanwezig zijn.
4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken;
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor maximaal één
kind: gebruik een systeem nooit voor meer dan één kind.
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende
houding aanneemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te kunnen houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie
van de bevestiging. Volg voor de montage van
het kinderzitje de verplicht bijgeleverde in-
structies op. Er bestaan kinderzitjes die geschikt
zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust
zijn met een bevestigingspunt achter. Door het ge-
wicht kan het gevaarlijk zijn als de zitjes verkeerd
worden gemonteerd (bijvoorbeeld als de gordel
wordt omgelegd met een kussen tussen de gordel).
Houdt u voor de montage strikt aan de bijgelever-
de instructies.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 130
Page 136 of 254
VEILIGHEID135
2
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan bestuurders-
zijde en passagierszijde, en een knie-airbag aan bestuur-
derszijde (waar voorzien) en zij-airbags (side bag - win-
dow bag).
De frontairbags (bestuurder, passagier en de knie-airbag
aan bestuurderszijde) beschermen de inzittenden voorin
bij een middelzware frontale botsing door het opblazen
van een luchtkussen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soor-
ten botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem niet goed functio-
neert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waardoor het lichaam
van de inzittenden voorin wordt opgevangen en de kans
op letsel beperkt wordt. Direct daarna loopt het kussen
weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de knie-air-
bag aan bestuurderszijde (indien aanwezig) zijn geen ver-
vanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk verplicht in Europa
en in de meeste landen daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die de veiligheidsgor-
del niet heeft omgelegd in contact komen met de nog niet
volledig opgeblazen airbag. Hierdoor wordt de inzitten-
de minder door de airbag beschermd.De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden
geactiveerd:
❍bij frontale botsingen met een ander deel van de auto
dan het front tegen makkelijk vervormbare objecten
(bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❍als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzie-
ningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de
vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt ge-
boden op de veiligheidsgordels. De activering van de fron-
tairbags zou nutteloos zijn. Als de airbags in deze geval-
len niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het sys-
teem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of andere objecten op het
stuurwiel, op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de stoelen.
Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan de
passagierszijde (bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de airbag aan passa-
gierszijde kunnen hinderen en de inzittenden ern-
stig kunnen verwonden.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 135
Page 137 of 254
136VEILIGHEID
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn
ontworpen voor een optimale bescherming van de inzit-
tenden voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voorpassagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van
de veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet
geactiveerd. Daarom moeten de veiligheidsgordels altijd
worden gedragen; ook omdat ze bij frontale aanrijdingen
er altijd voor zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden. FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE fig. 7
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 8
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
fig. 7L0E0067mfig. 8L0E0068m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 136