display Lancia Delta 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2009Pages: 254, PDF Size: 4.58 MB
Page 3 of 254

BRANDSTOF TANKEN
Benzinemotoren:tank uitsluitend loodvrije benzine
met een minimum octaangetal van 95 RON.
Multijet-motoren:tank uitsluitend dieselbrandstof voor
motorvoertuigen die voldoet aan de Europese specificatie
EN590.
Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie
tot gevolg hebben.
STARTEN VAN DE MOTOR
Benzinemotoren:controleer of de handrem is
aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het
koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal
niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in
standAV Ven laat de sleutel los zodra de motor
aanslaat.
Multijet-motoren:draai de start-/contactsleutel in stand
MARen wacht tot de waarschuwingslampjes Yenm
doven; draai de start-/contactsleutel in stand AV Ven laat de
sleutel los zodra de motor aanslaat.
PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
Tijdens de werking wordt de katalysator zeer warm.
Parkeer de auto dus niet op gras of boven droge
bladeren, dennennaalden of ander ontvlambaar
materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat
continu controles uitvoert op de componenten die van
invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige
vervuiling van het milieu wordt voorkomen.ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt
monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu
langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Lancia
Servicenetwerk. Deze kan controleren of de
elektrische installatie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik.
CODE-CARD
Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de
auto. U moet de elektronische code die op de CODE
card staat altijd bij u hebben voor het geval een
noodstart uitgevoerd moet worden.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Goed onderhoud van de auto is de beste manier om
de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende
langere tijd te garanderen. Daarbij wordt het milieu
ontzien en blijven de kosten laag.
IN HET INSTRUCTIEBOEKJE…
…treft u informatie, tips en belangrijke
waarschuwingen aan voor het juiste gebruik, de
rijveiligheid en het onderhoud van uw auto. Let
bijzonder goed op de symbolen "(veiligheid van
inzittenden)#(bescherming van het milieu) â
(conditie van de auto).
Als op het multifunctionele display het bericht “Zie
instructieboekje” verschijnt, raadpleeg dan het hoofdstuk
“Lampjes en berichten” in dit boekje.
ABSOLUUT LEZEN!
K
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 2
Page 6 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING5
1
Dashboard.................................................. 6
Instrumentenpaneel..................................... 7
Display....................................................... 20
Menupunten................................................ 24
Trip computer............................................. 34
Symbolen.................................................... 36
Lancia code................................................. 37
Sleutels....................................................... 38
Alarm......................................................... 41
Start-/contactslot........................................ 44
Zitplaatsen................................................. 45
Hoofdsteun................................................ 47
Stuurwiel................................................... 48
Spiegels...................................................... 48
Klimaatregeling........................................... 50
Klimaatregeling, handbediend .................... 51
Klimaatregeling, automatisch met
gescheiden regeling ..................................... 53
Buitenverlichting......................................... 58
Ruiten reinigen............................................ 62
Cruise-control............................................. 65
Plafondverlichting....................................... 68Bedieningsknoppen..................................... 70
Brandstofnoodschakelaar............................ 72
Interieuruitrusting....................................... 73
Opendak..................................................... 80
Portieren..................................................... 83
Ruitbediening............................................. 86
Bagageruimte.............................................. 88
Motorkap.................................................... 93
Imperiaal/skidrager..................................... 95
Koplampen................................................. 96
DST ............................................................ 98
Functie SPORT........................................... 98
Driving Advisor........................................... 100
ESP 2-systeem............................................ 104
EOBD-systeem............................................ 109
Elektrische stuurbekrachtiging
“Dualdrive”................................................ 109
T.P.M.S....................................................... 111
Parkeersensoren.......................................... 114
Extra accessoires ......................................... 116
Tanken........................................................ 118
Bescherming van het milieu......................... 120
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 5
Page 8 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING7
1
INSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen met multifunctioneel display
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Multifunctioneel display.
mcLampjes alleen aanwezig op Multijet-uitvoeringen
WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uit-
voeringen.
L0E0002mfig. 2
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 7
Page 9 of 254

8DASHBOARD EN BEDIENING
Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display
A Snelheidsmeter
B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve
C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur
D Toerenteller
E Instelbaar multifunctioneel display.
mcLampjes alleen aanwezig op Multijet-uitvoeringen
WAARSCHUWING De achtergrondkleur van de instrumenten en het type instrumenten zijn afhankelijk van de uit-
voeringen.
fig. 3L0E0003m
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 8
Page 10 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING9
1
SNELHEIDSMETER fig. 2-3
De snelheidsmeter A geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER fig. 2-3
De toerenteller D geeft het motortoerental per minuut aan.
BRANDSTOFMETER fig. 2-3
De brandstofmeter B geeft het aantal liters brandstof aan
dat in de tank aanwezig is.
Het waarschuwingslampje van de reservebrandstof
Kgaat
branden (op het display verschijnt ook een bericht) als
er nog 5 à 7 liter brandstof in de tank aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een onregelmatige brand-
stoftoevoer kan de katalysator beschadigen.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig. 2-3
De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoel-
vloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt
dan ongeveer 50°C. Het eerste streepje van de meter blijft
altijd branden en duidt op een correcte werking van het
systeem. Als het waarschuwingslampje
ugaat branden
(op het display verschijnt ook een bericht), dan is de koel-
vloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit
en wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.CONTROLE-/WAARSCHUWINGSLAMPJES OP
INSTRUMENTENPANEEL
Algemene waarschuwingen
Het branden van de lampjes is gekoppeld aan een specifiek
bericht en/of een akoestische waarschuwing als functie van
het instrumentenpaneel. Dergelijke signaleringen zijn korte
waarschuwingen en geven niet altijd volledige informatie
en/of mogen niet worden gezien als alternatief voor de in dit
instructieboekje behandelde onderwerpen. Lees het boekje
altijd aandachtig. Houdt u bij een storing altijd aan de aan-
wijzingen die in dit hoofdstuk beschreven worden.
Te laag remvloeistofniveau (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje op het instrumentenpaneel
branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden als het remvloeistofni-
veau in het reservoir onder het minimum niveau is ge-
daald, bijvoorbeeld door lekkage in het remsysteem.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
Aangetrokken handrem (rood)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lampje branden.
Het moet echter na enkele seconden doven. Het lampje
gaat branden als de handrem wordt aangetrokken. Als
de auto beweegt, klinkt ook een bijbehorende akoesti-
sche waarschuwing.
WAARSCHUWING Als het lampje tijdens het rijden gaat
branden, controleer dan of de handrem niet is aangetrokken.
x
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 9
Page 11 of 254

10DASHBOARD EN BEDIENING
Als bij draaiende motor het lampje xgaat
branden (op het display verschijnt ook een
bericht), zet dan de motor onmiddellijk uit en
wendt u zo snel mogelijk tot de Lancia Servicenet-
werk.
Slijtage remblokken (ambergeel)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden als de remblokken van de voorrem-
men versleten zijn; laat de remblokken zo snel
mogelijk vervangen. Op het display verschijnt de bijbe-
horende melding.
d
Storing airbag (rood)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Het moet echter na enkele secon-
den doven. Als het lampje continu brandt, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
¬
Als het lampje ¬niet gaat branden als de
sleutel op MAR wordt gedraaid, of blijft
branden tijdens het rijden (in combinatie met
het op het display getoonde bericht), is het moge-
lijk dat de veiligheidssystemen een storing bevat-
ten. In dat geval zou het kunnen zijn dat de air-
bags of de gordelspanners niet geactiveerd worden
bij een ongeval of, in een beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te nemen met de
Lancia Servicenetwerk om het systeem direct te la-
ten controleren.
Storing EBD (rood)
Als bij draaiende motor de lampjes op het ins-
trumentenpaneelxen>gelijktijdig gaan
branden, dan is er een storing in het EBD-sys-
teem of is het niet beschikbaar en kunnen bij
hard remmen de achterwielen vroegtijdig blok-
keren waardoor de auto kan gaan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werk-
plaats van het Lancia Servicenetwerk om het systeem te la-
ten controleren. Op het display verschijnt het betreffende
bericht.
x
>
WAARSCHUWING De auto is uitgerust met een slijtage-
sensor voor de remblokken voor. Controleer bij de ver-
vanging de voorremblokken ook de conditie van de rem-
blokken achter.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 10
Page 13 of 254

12DASHBOARD EN BEDIENING
Accu wordt niet voldoende opgeladen
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje (of het symbool op het display) bran-
den. Het moet doven nadat de motor is gestart (als de mo-
tor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets
later dooft).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan onmiddellijk
tot het Lancia Servicenetwerk.
w
Te lage motoroliedruk (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje branden. Het moet doven (ook
iets later) nadat de motor is gestart. Op het dis-
play verschijnt de bijbehorende melding.
Oliekwaliteit onvoldoende (rood) (uitvoeringen
Multijet met DPF)
Het lampje gaat knipperen als het systeem motorolie van
onvoldoende kwaliteit constateert.
Na de eerste signalering zal, telkens als de motor wordt
gestart, het lampje
vongeveer 1 minuut blijven knip-
peren en vervolgens iedere 2 uur, totdat de olie wordt ver-
verst.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
v
Als het lampje vknippert, wendt u dan
onmiddellijk tot het Lancia Servicenetwerk
voor de verversing van de motorolie en het
uitschakelen van het betreffende lampje op het in-
strumentenpaneel.
Motorolieniveaumeter (rood)
(waar voorzien)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Het moet echter na enkele seconden
doven. Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden als de motorolie onder het minimum niveau is ge-
daald. Herstel het juiste niveau (zie “Niveaus controleren”
in hoofdstuk “5”).
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
k
Storing elektrische stuurbekrachtiging
“Dualdrive” (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Als het controlelampje (of het symbool op het display)
blijft branden, werkt de elektrische stuurbekrachtiging
niet meer en zal het aanzienlijk meer inspanning vergen
de auto te besturen. Dit blijft echter wel mogelijk. Wendt
u tot het Lancia Servicenetwerk. Op het display verschijnt
het betreffende bericht.
g
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 12
Page 14 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING13
1
Inschakeling elektrische
stuurbekrachtiging “Dualdrive”
Het opschrift CITY gaat branden op het dis-
play als deze stand van de elektrische stuurbe-
krachtiging “Dualdrive” wordt ingeschakeld door het in-
drukken van de betreffende schakelaar. Als opnieuw op
de knop wordt gedrukt, dooft het opschrift CITY.
CITY
Te hoge koelvloeistoftemperatuur
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje op het instrumentenpaneel bran-
den. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het
lampje gaat branden als de motor te warm is. Als het lamp-
je gaat branden, moeten de volgende handelingen worden
uitgevoerd:
❍Bij een normale rit: stop de auto, schakel de motor uit
en controleer of het niveau van de koelvloeistof in het
reservoir niet onder het MIN-teken staat. Als dit wel
het geval is, wacht dan enkele minuten zodat de mo-
tor kan afkoelen, open vervolgens langzaam en voor-
zichtig de dop, vul koelvloeistof bij en controleer of
de koelvloeistof tussen het MIN- en MAX-merkteken
op het reservoir staat. Controleer bovendien visueel
of eventueel vloeistof weglekt. Als bij het starten van
de motor het lampje opnieuw gaat branden, wendt u
dan tot het Lancia Servicenetwerk.
u
❍Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt
gebruikt (bijvoorbeeld het bergopwaarts trekken van
een aanhanger of met volgeladen auto): verlaag de snel-
heid en breng de auto tot stilstand, als het lampje blijft
branden. Stop 2 of 3 minuten met draaiende motor en
geef iets gas voor een snellere circulatie van de koel-
vloeistof. Zet vervolgens de motor uit. Controleer het
vloeistofniveau zoals hiervoor beschreven.
WAARSCHUWING Bij zware bedrijfsomstandigheden is
het raadzaam de motor enkele minuten te laten draaien
met iets ingetrapt gaspedaal voordat u de motor uitzet.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
Niet goed gesloten portieren (rood)
Als een of meerdere portieren of de achterklep
niet goed gesloten zijn, gaat het lampje (of het
symbool op het display) branden. Als bij een rij-
dende auto de portieren geopend zijn, klinkt een geluids-
signaal. Op het multifunctioneel display verschijnt de bij-
behorende melding als een of meerdere portieren of de ach-
terklep niet goed gesloten zijn. Op het display verschijnt
het betreffende bericht.
´
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 13
Page 15 of 254

14DASHBOARD EN BEDIENING
Algemene storingsmelding (geel)
Brandstofnoodschakelaar
Het lampje (of het symbool op het display) gaat
branden als de brandstofnoodschakelaar inscha-
kelt.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in de motoroliedruksensor. Op het display
verschijnt het betreffende bericht.
Storing schemersensor
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in de schemersensor.
Snelheidslimiet overschreden
Het lampje (geel) of het symbool op het display (rood)
gaat branden als de ingestelde snelheidslimiet wordt over-
schreden (voor Arabische landen wordt de snelheidslimiet
ingesteld op 120 km/h). Op het display verschijnt het be-
treffende bericht.
Storing regensensor (waar voorzien)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in de regensensor.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
è
Storing parkeersensoren (waar voorzien)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in de parkeersensoren.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
Storing controlesysteem
voor bandenspanning (waar voorzien)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in het controlesysteem voor bandenspan-
ning T.P.M.S. (waar voorzien).
Als banden zonder TPMS-sensoren worden gemonteerd
gaat het lampje op het instrumentenpaneel branden tot de
begincondities hersteld zijn.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
OPMERKING Indien één van de bovengenoemde storin-
gen zich voordoet, wendt u dan onmiddellijk tot het Lan-
cia Servicenetwerk.
Storing AFS
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
bij een storing in de in het AFS-systeem (zie paragraaf
“Koplampen” in dit hoofdstuk). Op het display verschijnt
het betreffende bericht.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 14
Page 16 of 254

DASHBOARD EN BEDIENING15
1
Verstopt roetfilter (geel)
(Multijetuitvoeringen)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Het moet echter na enkele seconden
doven. Het lampje gaat branden als het roetfilter verstopt
is en de rijomstandigheden verhinderen dat de regenera-
tieprocedure automatisch wordt uitgevoerd.
Voor de regeneratieprocedure en vervolgens het reinigen
van het filter raden wij u aan te blijven rijden, totdat de
weergave van het lampje verdwijnt.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
h
Reservebrandstof (geel)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lamp-
je branden. Het moet echter na enkele secon-
den doven. Het lampje gaat branden als er nog
ongeveer 6/7 liter brandstof in de tank aanwezig is.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
WAARSCHUWING Als het waarschuwingslampje knip-
pert, dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit
geval tot het Lancia Servicenetwerk om het systeem te
laten controleren.
K
Storing in EOBD/
Motormanagementsysteem (geel)
Door de contactsleutel op MAR te draaien, gaat
onder normale omstandigheden het lampje bran-
den. Het moet echter uitgaan nadat de motor is gestart.
Als het lampje tijdens het rijden blijft of gaat branden,
geeft dit een onjuiste werking van de inspuiting aan. Een
continu brandend lampje geeft een storing in het inspuit-
/ontstekingssysteem aan. Dit kan een hogere emissie van
schadelijke uitlaatgassen, lagere prestaties, slechtere rij-
eigenschappen en een hoger verbruik veroorzaken.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een bericht op het dis-
play. Onder deze omstandigheden kan verder worden ge-
reden, maar moet een zware belasting van de motor of ho-
ge snelheden worden vermeden. Langdurig gebruik van
de auto met een continu brandend controlelampje kan be-
schadigingen veroorzaken. Wendt u zo snel mogelijk tot
het Lancia Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing wordt
door het systeem in het geheugen opgeslagen.
Alleen benzine-uitvoeringen
Een knipperend lampje geeft aan dat de katalysator mo-
gelijk is beschadigd.
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losge-
laten zodat de motor met lage toerentallen draait en het
lampje niet meer knippert; u kunt met matige snelheid door-
rijden waarbij rij-omstandigheden moeten worden verme-
den die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van
het lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het Lancia Servi-
cenetwerk.
U
Stuurregelaar niet beschikbaar
Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden
als de stuurregelaar niet beschikbaar is. Op het display
verschijnt het betreffende bericht.
001-120 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:14 Pagina 15