Lancia Lybra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2002Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 211 of 283

210
Afgetapte motorolie en
gebruikte oliefilters bevat-
ten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is raad-
zaam om het verversen van de
motor olie en het vervangen van het
oliefilter door de Lancia-dealer te
laten uitvoeren. De Lancia-dealer
beschikt over de uitrusting voor
het op milieuvriendelijke wijze en
conform de wettelijke bepalingen
verwerken van afgewerkte olie en
oliefilters. Vul nooit motorolie bij
met andere specificaties
dan de olie waarmee de
motor is gevuld. Alleen de voorge-
schreven half-synthetische motor -
olie (zie “Specificaties van de
smeermiddelen en vloeistoffen” in
het hoofdstuk “Technische gege-
vens”) is geschikt voor de lange in-
tervallen tussen twee servicebeur-
ten. BELANGRIJK
Het koelsysteem staat
onder druk. Vervang de dop zonodig al-
leen door een exemplaar van hetzelfde
type, anders kan de werking van het sys -
teem in gevaar worden gebracht.
VLOEISTOF VOOR RUITEN-
/KOPLAMPSPROEIERS (fig. 12)
Om de ruiten-/koplampsproeier -
vloeistof bij te vullen, de dop A
verwijderen en de vulpijp B uit-
trekken. Gebruik een mengsel van
water en DP1 in de volgende meng-
verhouding:
30% DP1en 70% water in de zo-
mer.
50% DP1en 50% water in de win-
ter.
Bij temperaturen onder –20°C DP1
onverdund gebruiken.
BELANGRIJK
Na het bijvullen of
het verversen van de olie de motor
enige seconden laten draaien, vervol-
gens de motor uitzetten en na enige
minuten het oliepeil controleren. Het niveau van de koelvloeistof moet
gecontroleerd worden bij een koude
motor en moet tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het expansie -
reservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door
langzaam via de vulopening A van het
expansiereservoir, een mengsel van
50% gedestilleerd water en 50%
PARA FLU
11te gieten.
KOELVLOEISTOF VAN HET
MOTORKOELSYSTEEM (fig. 11)
Draai bij een warme mo-
tor de dop van het expan-
siereservoir nooit los: ge-
vaar voor verbranding.
fig. 11
P4T0170
fig. 12
P4T0171
Page 212 of 283

211
BELANGRIJKRijd nooit met een
leeg ruitensproeierreservoir: de rui-
tensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een optimaal zicht.
OLIE VAN DE STUURBE -
KRACH TIGING (fig. 13-14)
Het niveau van de olie moet gecon-
troleerd worden bij een koude motor
en moet zich tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het expansiere-
servoir, bevinden.
Bij zeer warme olie kan de olie bo-
ven het MAX-merkteken staan.
Draai voor het bijvullen de dop A los
en giet de olie in het reservoir. BELANGRIJK
Controleer of de olie
dezelfde specificaties heeft als de olie
in het reservoir. REMVLOEISTOF/VLOEISTOF
VAN DE HYDRAULISCHE
KOPPELINGBEDIENING (fig. 15)
Controleer of de vloeistof nog op het
MAX-merkteken staat.
Controleer regelmatig de werking van
het waarschuwingslampje op het instru-
mentenpaneel door (met de contact-
sleutel in stand MAR) op het deksel van
het reservoir te drukken; het waar-
schuwingslampje xmoet dan gaan
branden.
Voor het bijvullen mag uitsluitend
remvloeistof worden gebruikt die voldoet
aan de DOT 4-specificaties. Het verdient
aanbeveling TUTELA TOP 4 remvloei-
stof te gebruiken, dezelfde remvloeistof
waarmee het remsysteem door de fa-
briek is gevuld.
Draai dop A los en houd sensor B
goed vast.
Voorkom dat de olie van
de stuurbekrachtiging in
contact komt met warme
delen van de motor: de olie is licht
ontvlambaar.Het olieverbruik van
de stuurbekrachtiging is zeer laag;
als na het bijvullen de olie binnen
korte tijd weer moet worden bijge-
vuld, moet het systeem door een
Lancia-dealer op eventuele lek -
kage worden gecontroleerd.
fig. 14 - Uitvoeringen 1.8-2.0 1.9 jtd - 2.4 jtd
P4T0172
fig. 13 - Uitvoering 1.6
P4T0661
fig. 15
P4T0173
Page 213 of 283

212
Voorkom contact tussen
de zeer corrosieve rem -
vloeistof en de lak. Als er
remvloeistof wordt gemorst, moet
de lak onmiddellijk met water
worden afgespoeld. Het vloeistofniveau in het reservoir
mag nooit het MAX-merkteken over-
schrijden.
BELANGRIJK Remvloeistof is hy-
groscopisch (het trekt water aan).
Daarom verdient het aanbeveling, als
de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtig -
heid, de remvloeistof vaker te ver-
vangen dan in het onderhoudsschema
staat aangegeven.
De beschrijving van de
procedure voor het ver-
vangen van het luchtfilter,
dient slechts ter informatie. Wij
raden u aan het luchtfilter door de
Lancia-dealer te laten vervangen. Als het luchtfilter n iet op de juiste
wijze wordt vervangen en de ver -
eiste voorzorgsmaatregelen niet in
acht zijn genomen, kan de rij -
veilig heid in gevaar worden ge-
bracht. Als veel over stoffige we-
gen wordt gereden, moet
het filter vaker worden
vervangen dan in het onderhouds-
schema staat aangegeven.
Als het filter wordt gerei-
nigd kan het beschadigd
worden, w aardoor er ern-
stige schade aan de motor kan
ontstaan.
Het symbool π op het re-
servoir geeft aan dat er
synthetische remvloeistof
en geen minerale vloeistof
moet worden gebruikt. Het ge-
bruik van vloeistoffen met andere
specificaties moet absoluut wor-
den vermeden, omdat de rubbers
in het remsysteem door deze vloei-
stoffen kunnen worden bescha-
digd.
fig. 16
P4T0174
LUCHTFILTER
Het luchtfilter is verbonden met de
systemen die de luchttemperatuur en
luchthoeveelheid regelen. Deze sturen
elektrische signalen naar de regel -
eenheid, die noodzakelijk zijn voor
een correct functioneren van het in-
spuitings-/ontstekingssysteem.
Voor de juiste werking van de mo-
tor, een laag verbruik en een lage uit-
stoot van uitlaatgassen, is het daarom
noodzakelijk dat het systeem altijd
perfect functioneert.
VERVANGING (fig. 16)
Draai voor de vervanging van het fil-
ter de schroeven A los, verwijder het
deksel Ben neem het te vervangen fil-
terelement uit.
Page 214 of 283

213
fig. 18
P4T0662
Water in het brandstof -
sys teem kan het inspuit -
systeem ernstig beschadi-
gen en de motor kan onregelmatig
gaan draaien. Als het lampje c
gaat branden, wendt u dan zo snel
mogelijk tot de Lancia-dealer om
het water te laten aftappen.
STOF-/POLLEN -
FILTER
Wendt u voor de vervanging van het
stof-/pollenfilter (fig. 17) tot de
Lancia-dealer.
DIESELFILTER
(Uitvoeringen 1.9 jtd - 2.4 jtd)
CONDENS AFTAPPEN (fig. 18 )
fig. 17
P4T0175
Als de auto veel over stoffige wegen
rijdt of bij geconcentreerde luchtver-
vuiling, moet het filter vaker worden
vervangen; dit is vooral raadzaam als
een beperking in de capaciteit van de
ventilatie wordt geconstateerd.
Page 215 of 283

214
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische en
elektronische apparatuur
kan ernstige schade toebrengen aan
de auto.ACCU
De accu bevindt zich in de motor-
ruimte bij punt 2 (fig. 1, 2, 3, 4, 5).
De accu van de Lybra is “onder -
houdsarm”: onder normale gebruiks -
omstandigheden is het niet nodig ge-
destilleerd water bij te vullen.
Zie voor het opladen van de accu het
hoofdstuk “Noodgevallen”.
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet
een originele accu met dezelfde speci-
ficaties worden geïnstalleerd.
Als de accu vervangen wordt door
een accu met andere specificaties, ver-
vallen de onderhoudsintervallen die in
het “Onderhoudsschema” in dit
hoofd stuk staan aangegeven; voor het
onderhoud van de nieuwe accu dient
u zich strikt te houden aan de aanwij-
zingen van de fabrikant van de accu. Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het verdient
aanbeveling een defecte accu door
de Lancia-dealer te laten vervan-
gen, omdat deze beschikt over de
uitrusting voor het op milieuvrien-
delijke wijze en conform de wette-
lijke bepalingen, verwerken van
defecte accu’s.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid of
de ogen. Houd open vuur en vonk-
vormende apparaten verwijderd
van de accu: brand- en ontplof-
fingsgevaar.
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Wanneer u de auto parkeert, con-
troleer dan of de portieren, de motor -
kap en het kofferdeksel goed gesloten
zijn. De interieurverlichting moet ge-
doofd zijn.
Voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uit staat (bijv. autoradio, waar-
schuwingsknipperlichten, enz.).
BELANGRIJK Een accu die gedu-
rende langere tijd minder dan 50%
geladen is, raakt door sulfatering be-
schadigd. Hierdoor loopt de capaciteit
en het startvermogen terug. Ook is de
accu dan gevoeliger voor bevriezing
(bij temperaturen onder -10°C).
Als u de auto langere tijd niet ge-
bruikt, zie “Auto langere tijd stallen”
in het hoofdstuk “Correct gebruik van
de auto”.
VLOEISTOFNIVEAU VAN DE
ACCU (elektrolyt)
CONTROLEREN
Het vloeistofniveau moet worden ge-
controleerd (en eventueel bijgevuld)
overeenkomstig de in het “Onder -
houdsschema” aangegeven interval-
len. Laat deze handelingen door een
Lancia-dealer uitvoeren.
Page 216 of 283

215
Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante
voeding nodig hebben (diefstalalarm,
handsfree mobiele telefoon, naviga-
tiesysteem met anti-diefstal-satelliet-
bewaking, enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met de Lancia-
dealer. Deze kan u de meest ge-
schikte installaties uit het Lancia
Lineacccessori programma aanraden
en controleren of de elektrische in-
stallatie van de auto geschikt is voor
het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Deze stroomverbruikers blijven per-
manent stroom verbruiken ook bij een
uitgenomen contactsleutel (gepar -
keerde auto, motor uitgezet), waar-
door de accu geleidelijk kan ontladen.
Het totale energieverbruik van deze
accessoires (standaard en achteraf ge-
monteerd accessoires) moet minder
zijn dan 0,6 mA x Ah (van de accu),
zoals in de volgende tabel staat ver-
meld:Accu van Maximaal toegestaan
stroomverbruik
50 Ah 30 mA
60 Ah36 mA
70 Ah42 mA
Bedenk dat bij het inschakelen van
grote stroomverbruikers zoals verwar-
ming van het babyflesje, stofzuiger,
mobiele telefoon, enz., bij een uit -
gezette motor de accu sneller zal ont -
laden.
BELANGRIJK Als aan boord van
de auto extra systemen moeten wor-
den geïnstalleerd, moet goed op de
juiste aansluitingen worden gelet. Niet
correcte elektrische verbindingen
kunnen gevaarlijk zijn, vooral voor de
elementaire elektronische systemen. ACCU MET OPTISCHE
HYDROMETER
Beschrijving
Bij bepaalde uitvoeringen kan de
accu zijn uitgerust met een optische
meter voor controle van het niveau
van het elektrolyt en de acculading.
De accu is “onderhoudsarm” en uit-
gerust met een controlemeter; onder
normale gebruiksomstandigheden is
het niet nodig gedestilleerd water bij
te vullen. Daarom moet de juiste
werking ervan regelmatig gecontro-
leerd worden m.b.v. de optische con-
trolemeter op het deksel van de accu.
De meter moet een donkere kleur
hebben en een groen middenstuk.
Als de meter daarentegen een hel-
dere lichte kleur heeft, of donker ge -
kleurd is zonder groen middenstuk,
dient u contact op te nemen met de
Lancia-dealer.
Page 217 of 283

216
Bij een normaal gebruik van de auto
zijn speciale voorzorgsmaatregelen
niet nodig.
Het is echter nodig de volgende
aanwijzingen nauwkeurig op te vol-
gen bij werkzaamheden aan de elek-
trische installatie of bij een noodstart:
– Koppel de accu nooit los van de
elektrische installatie bij een draaiende
motor.
– Koppel de accuklemmen los al -
vorens de accu met een acculader op
te laden. Moderne acculaders kunnen
spanningen tot 20V leveren.
– Gebruik nooit een acculader voor
het starten van de motor, maar ge-
bruik een hulpaccu.
– Let op een goede aansluiting tus-
sen de accu en de elektrische installa-
tie, zowel wat betreft de juiste aan-
sluitwijze als de juiste verbinding tus-
sen de polen en de kabeluiteinden.
– Neem de stekkers van de rege-
leenheden nooit los en sluit ze nooit
aan als de contactsleutel in stand
MAR staat.
Helderwitte
kleur
Donkere kleur
zonder groen
middenstuk
Donkere kleur
met groen
middenstuk Elektrolyt
bijvullen
Accu niet voldoende
opgeladen
Niveau elektrolyt en
acculading
onvoldoende Wendt u tot de Lancia-
dealer
Opladen (het is raadzaam
dit door de Lancia-dealer
te laten uitvoeren)
Geen enkele handeling
Acculading controleren
De acculading kan kwalitatief ge-
controleerd worden door de kleur van
de optische meter te controleren. Zie
de volgende tabel of de sticker op de
accu.ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Page 218 of 283

217
– Controleer de polariteit niet door
middel van vonken.
– Neem de stekkers van de regel -
eenheden los voor het uitvoeren van
laswerkzaamheden aan de carrosse-
rie. Verwijder de regeleenheden als de
temperatuur boven de 80°C stijgt
(bijzondere werkzaamheden aan de
carrosserie, enz.).BOUGIES
Schone en goede bougies (fig. 19)
met de juiste warmtegraad zijn van
doorslaggevend belang voor een goede
werking, een lange levensduur en een
lage uitstoot van schadelijke stoffen
van de motor.
De informatie die de bougie levert
aan een deskundige is een belangrijke
bron voor het opsporen van de sto-
ring, ook als deze niet door de ont-
steking wordt veroorzaakt. Het is
daarom belangrijk dat bij storingen in
de motorwerking de bougies worden
gecontroleerd door een Lancia-
dealer.
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen
rekening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
sys teem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brandgevaar ver -
oorzaken.
fig. 19
P4T0240
De bougies moeten bij de
kilometerstanden worden
vervangen die in het on-
derhoudsschema zijn aangegeven.
Gebruik uitsluitend bougies van het
voorgeschreven type. Bou gies met
een afwijkende warmtegraad kun-
nen motorstoringen veroorzaken.
Bougies
LANCIA RC10YCC
1.6 LANCIA BKR5EZChampion RC10YCC
NGK BKR5EZ
LANCIA RC10YCC
1.8LANCIA BKR6EZChampion RC10YCC
NGK BKR6EZ
2.0 LANCIA RC8BYCChampion RC8BYC
Page 219 of 283

BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, enz.
Vermijd ook harde contacten tussen
banden en stoepranden, kuilen, en
andere obstakels. Het langdurig rij-
den op een slecht wegdek kan de ban-
den beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of
slijtplekken op het loopvlak. Raad-
pleeg zonodig de Lancia-dealer.
Rijd nooit met een te zwaar beladen
auto. Hierdoor kunnen de banden en
de velgen ernstig beschadigd worden.
Stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om be-
schadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting
te voorkomen.
Banden verouderen, ook als zij wei-
nig of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes
in het loopvlak en op de wangen ge-
ven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar on-
der een auto gemonteerd zijn, moeten
dan ook door een specialist worden
A
- Juiste spanning: gelijkmatige slij-
tage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: te grote slij-
tage aan de zijkanten van het loop -
vlak.
C - Te hoge spanning: te grote slij-
tage in het midden van het loopvlak.
fig. 20
P4T0239
Door een te lage banden-
spanning wordt de band te
heet, waardoor er onher-
stelbare inwendige schade aan de
band kan ontstaan.
WIELEN EN
BANDEN
BANDENSPANNING
De spanning van de banden, inclu-
sief het reservewiel, moet regelmatig,
om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe (een natuurlijk ver-
schijnsel). Houd er daarom rekening
mee, dat bij een controle of oppom-
pen van warme banden de spanning
0,3 bar hoger moet zijn dan bij koude
banden.
Bedenk dat ook de weg -
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspan-
ning.
218
Een onjuiste bandenspanning veroor-
zaakt een onregelmatige slijtage van de
banden (fig. 20): Banden moeten worden vervangen
als de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houdt u ech-
ter altijd aan de bepalingen van het
land waarin u rijdt.
Page 220 of 283

219
RUITENWISSERS
WISSERBLADENMaak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden DP1 aan.
Vervang de wisserbladen als het
rubber vervormd of versleten is. Het
verdient aanbeveling ten minste één
maal per jaar de wisserbladen te ver-
vangen.
Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat ze het zicht
onder extreme atmosferische
omstandigheden aanzienlijk be-
perken.
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van
het rem-, stuurbekrachtigings- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de
voorschriften van het geprogram-
meerd onderhoudsschema aan.Ozon,
hoge temperaturen en het gedurende
langere tijd ontbreken van vloeistof in
een systeem zorgen ervoor dat de
slangen uitdrogen en scheuren, waar-
door het betreffende systeem gaat
lekken. Daarom is zorgvuldige con-
trole noodzakelijk.
gecontroleerd. Dit geldt in het bijzon-
der voor het reservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst on-
bekend is.
De Lybra is voorzien van tubeless
radiaalbanden zonder binnenband. In
dit type band mag nooit een binnen-
band worden gemonteerd.
Bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd wor-
den.
Om een gelijke slijtage van de ban-
den op de vooras en de achteras te
verkrijgen, is het raadzaam de ban-
den om de 10.000 ÷ 15.000 km van
as te verwisselen. Hierbij moeten de
banden aan dezelfde zijde van de auto
gemonteerd blijven, zodat een om -
kering van de draairichting wordt
voorkomen.
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de
banden van de rechter-
zijde aan de linkerzijde en om-
gekeerd worden gemonteerd.
Met enkele simpele voorzorgsmaat -
regelen is het mogelijk beschadigin-
gen van het rubber te voorkomen.
– Wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet er gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wisser-
blad en ruit zit. Verwijder zonodig het
ijs met antivries.