dashboard Lancia Musa 2005 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2005Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 88 of 338

87
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Deze mogelijkheden kunnen worden ingeschakeld
door meerdere keren op de recirculatieknop C te
drukken.
Na een bepaalde tijd wordt de recirculatie om
veiligheidsredenen automatisch uitgeschakeld, zodat
de lucht in het interieur ververst kan worden.BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie kunnen
(verwarming of koeling van het interieur) de
gewenste omstandigheden sneller worden bereikt.
Het is echter niet raadzaam deze functie handmatig
in te schakelen op regenachtige of koude dagen,
omdat dan de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk
sneller kunnen beslaan, vooral als de
airconditioning niet is ingeschakeld.
Bij buitentemperaturen onder 5-7 °C wordt de
recirculatie uitgeschakeld (met luchttoevoer van
buiten) om het beslaan van de ruiten te voorkomen.
ATTENTIEBij lage buitentemperaturen raden wij u aan om de recirculatiefunctie niet te
gebruiken omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen beslaan.
Page 89 of 338

Drukknop voor in-/uitschakelen
aircocompressor B
Als u op de knop
√drukt als het
lampje op de knop brandt, wordt de
aircocompressor uitgeschakeld en
dooft het lampje. Als u nogmaals op de knop drukt
als het lampje gedoofd is, wordt de inschakeling
van de compressor weer automatisch door het sys-
teem geregeld; dit wordt aangegeven door het gaan
branden van het lampje op de knop.
Als u de aircocompressor uitschakelt, wordt de
recirculatie uitgeschakeld om het eventuele beslaan
van de ruiten te voorkomen. Ook als het systeem de
ingestelde temperatuur kan handhaven, verdwijnt
het opschrift FULL van het display. Als het systeem
de ingestelde temperatuur echter niet meer kan
handhaven, gaat de temperatuur knipperen en
dooft het opschrift AUTO.
BELANGRIJK Met uitgeschakelde aircocompressor
is het niet mogelijk lucht in het interieur in te voe-
ren met een temperatuur die lager is dan de buiten-
temperatuur; bovendien kunnen (in bijzondere
omstandigheden) de ruiten zeer snel beslaan omdat
de lucht niet gedroogd kan worden.De uitschakeling van de aircocompressor blijft in
het geheugen opgeslagen, ook na het afzetten van
de motor.
De automatische werking van de aircocompressor
wordt automatisch hervat als u opnieuw op de
knop
√drukt (in dat geval werkt het systeem
alleen als verwarming) of op de knop AUTO.
Als bij uitgeschakelde compressor de buitentempe-
ratuur hoger is dan de ingestelde temperatuur, kan
het systeem niet aan de wens voldoen. Dit wordt als
volgt aangegeven: de ingestelde temperatuur knip-
pert enkele seconden op het display en vervolgens
dooft het opschrift AUTO.
Als de compressor is uitgeschakeld, kan de aanja-
gersnelheid handmatig op nul worden gezet (geen
enkel staafje verlicht).
Als de compressor bij draaiende motor wordt inge-
schakeld, kan de aanjagersnelheid niet onder de
minimale waarde (één staafje verlicht) zakken.
88
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 90 of 338

89
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Drukknop voor snelle ontwase-
ming/ontdooiing van de voorruit
en de zijruiten voor F
Als u deze knop indrukt, schakelt de
klimaatregeling automatisch alle
functies in die noodzakelijk zijn voor het snel ont-
dooien/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten
voor. D.w.z. dat het systeem:
❒de aircocompressor inschakelt wanneer de kli-
matologische omstandigheden dit toestaan;
❒de luchtrecirculatie uitschakelt;
❒de maximale luchttemperatuur HI op beide dis-
plays instelt;
❒een aanjagersnelheid inschakelt op basis van de
koelvloeistoftemperatuur, om toevoer van nog te
koude lucht voor de ontwaseming van de ruiten,
te beperken;
❒de luchtstroom naar de luchtroosters voor de
voorruit en de zijruiten voor leidt;
❒de achterruitverwarming inschakelt.BELANGRIJK De functie voor snelle ontwase-
ming/ontdooiing van de ruiten blijft ongeveer 3
minuten ingeschakeld nadat de koelvloeistoftempe-
ratuur boven 50°C is gekomen (benzine-uitvoerin-
gen) of 35°C (JTD-uitvoeringen).
Als de functie is ingeschakeld, gaan het lampje op
de betreffende knop en het lampje op de knop van
de achterruitverwarming branden; op het display
dooft het opschrift FULL AUTO.
Als de functie is ingeschakeld, kunnen alleen de
aanjagersnelheid en de uitschakeling van de achter-
ruitverwarming handmatig worden geregeld.
Als u op de knop F drukt of op de recirculatieknop
C of op de knop van de compressor B of op de
knoppen AUTO N of H, worden de functies die
hiervoor waren ingesteld, weer geactiveerd.
Page 91 of 338

Drukknop voor ontwaseming/-
ontdooiing achterruit en buiten-
spiegels G
Als u deze knop indrukt, dan worden
de achterruit- en de spiegelverwar-
ming ingeschakeld. Het lampje op de knop gaat
branden als deze functie wordt ingeschakeld.
De functie schakelt na een bepaalde tijd automa-
tisch uit, of als opnieuw de knop wordt ingedrukt.
De functie wordt ook uitgeschakeld als u de motor
uitzet en blijft uitgeschakeld als u de motor
opnieuw start.
BELANGRIJK Plak geen stickers of andere plaatjes
op de elektrische weerstandsdraden aan de binnen-
zijde van de achterruit, om beschadiging van de
achterruitverwarming te voorkomen.❒is de aircocompressor uitgeschakeld;
❒is de aanjager uitgeschakeld.
Ook bij uitgeschakeld systeem kan de achterruit-
verwarming handmatig worden in- of uitgeschakeld
met de knop G.
BELANGRIJK De regeleenheid van de klimaatrege-
ling slaat de instellingen van het systeem in het
geheugen op voordat het systeem wordt uitgescha-
keld. Als u vervolgens op een willekeurige knop
drukt (behalve de knop van de achterruitverwar-
ming) worden de functies weer hersteld. Als de
functie van de ingedrukte knop niet was ingescha-
keld voor de uitschakeling, dan wordt deze functie
ook geactiveerd; als deze daarentegen was inge-
schakeld, blijft de functie gehandhaafd.
Als u de volledig automatische werking van het sys-
teem weer wilt inschakelen, druk dan op de knop
AUTO.
90
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Systeem uitschakelen OFF E
Het systeem schakelt uit en het dis-
play dooft als u op de knop E drukt.
Als het systeem is uitgeschakeld:
❒zijn de lampjes gedoofd;
❒worden de ingestelde temperaturen niet weerge-
geven;
❒is de recirculatie ingeschakeld, waarbij geen
lucht van buiten binnenkomt;
Page 92 of 338

91
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand
MAR staat.
VERLICHTING UITGESCHAKELD
Draai de draaiknop in stand
å.
BUITENVERLICHTING
Draai de draaiknop in stand 6.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 3branden.
DIMLICHT
Draai de draaiknop in stand 2.
L0D0066m
L0D0067m
L0D0068m
Page 93 of 338

92
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
GROOTLICHT
Trek de hendel naar het stuurwiel, als de draaiknop reeds in stand 2
staat (vergrendelde stand).
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 1branden.
Als de hendel opnieuw naar het stuurwiel wordt getrokken, dooft het
grootlicht en wordt het dimlicht weer ingeschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL
Het grootlichtsignaal kan worden gegeven door de hendel naar het
stuurwiel te trekken (onvergrendelde stand) ongeacht de stand van
de draaiknop.
LET OP: Controleer op het display of u niet de vergrendelde stand
hebt ingeschakeld.
L0D0069m
L0D0070m
Page 94 of 338

RICHTINGAANWIJZERS (pijlen)
Zet de hendel:
❒omhoog (vergrendelde stand 1): inschakeling rechter richtingaan-
wijzers;
❒omlaag (vergrendelde stand 2): inschakeling linker richtingaan-
wijzers.
Op het instrumentenpaneel knippert het waarschuwingslampje Fof
D.
De richtingaanwijzers schakelen automatisch uit als de auto weer
rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven, voor het uitvoeren van een hande-
ling waarvoor het stuurwiel slechts weinig hoeft te worden verdraaid,
dan drukt u de hendel iets omhoog of omlaag zonder dat de hendel
vergrendelt. Zodra u de hendel loslaat, gaat deze automatisch terug.
93
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0071m
Page 95 of 338

“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaalde tijd worden
verlicht.
Inschakelen
Trek met de contactsleutel in stand STOP of uitgenomen, de linker
hendel binnen 2 minuten na het uitzetten van de motor naar het
stuur.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de verlichting 30 seconden lan-
ger branden, tot een maximum van 210 seconden; hierna schakelt de
verlichting automatisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend, gaat ook het controlelampje
3branden en verschijnt er een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur getrokken.
94
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0070m
Page 96 of 338

95
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
SCHEMERSENSOR (automatisch inschakelende koplampen)
(indien aanwezig)
Deze sensor is in staat om de verschillen in sterkte van het omge-
vingslicht waar te nemen op basis van de ingestelde gevoeligheid: hoe
hoger de gevoeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de ver-
lichting in te schakelen. De gevoeligheid van de sensor kan worden
ingesteld via het “Instelmenu” van het “multifunctionele display”.
Inschakelen
Draai de draaiknop in stand
2A: op deze manier gaan, afhankelijk
van de sterkte van het buitenlicht, de buitenverlichting en de dim-
lichten automatisch branden.
Als de schemersensor is ingeschakeld, verschijnt op het multifunctio-
nele display de ingestelde gevoeligheid van de sensor. Tijdens de
weergave kan de gevoeligheid worden gewijzigd met de toetsen +en
–.
Uitschakelen
Als via de sensor het commando voor uitschakeling wordt gegeven,
wordt het dimlicht uitgeschakeld en vervolgens, na ongeveer 10
seconden, de buitenverlichting.
Als tijdens de automatische verlichting het grootlicht
(handmatig door de gebruiker) wordt ingeschakeld, dan wordt het
grootlicht uitgeschakeld als de verlichting automatisch uitschakelt.
BELANGRIJK De schemersensor is niet in staat om mist te signale-
ren. Daarom moet bij mist de verlichting handmatig worden inge-
schakeld.L0D0072m
L0D0025m
Page 97 of 338

96
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
RUITEN REINIGEN
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
De werking is alleen mogelijk als de contactsleutel in stand MAR
staat.
De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet:
A ruitenwissers uitgeschakeld;
B wissen met interval;
Draai met de hendel in stand B, de draaiknop F op een van de vier
intervalstanden:
,= zeer lang interval
—= lang interval
—-= gemiddeld interval
——= kort interval
C langzaam continu wissen;
D snel continu wissen;
E tussenslag (onvergrendelde stand).
In stand E werken de ruitenwissers, zolang u de hendel met de hand
in deze stand houdt. Als u de hendel loslaat, springt deze direct weer
in stand A en schakelen de ruitenwissers automatisch uit.
BELANGRIJK Vervang de wisserbladen volgens de aanwijzingen in
het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”.
L0D0073m
Gebruik de ruitenwissers niet om opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de ruitenwissers te zwaar worden belast, de beveiliging in, die ervoor
zorgt dat de ruitenwissers enkele seconden worden uitgeschakeld. Als hierna de werking niet
wordt hervat, wendt u dan tot de Lancia-dealer.