dashboard Lancia Musa 2007 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2007, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2007Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 308 of 338

307
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROS-
SERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een
beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om
roestvorming te voorkomen. Het bijwerken dient
met de originele lak te worden uitgevoerd (zie
“Plaatje met informatie over de carrosserielak” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt zich
tot wassen, waarbij de frequentie afhankelijk is van
het gebruik van de auto en van de omgeving. Het is
raadzaam de auto vaker te wassen bij sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u de auto
in een wastunnel wast, om te voorkomen dat
deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal onder
lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met een
oplossing van neutrale zeep; spoel daarbij de
spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en droog de
auto met warme lucht of een schone, zachte
zeem.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de
portieren, achterklep, motorkap en de koplampranden
moeten tijdens het drogen niet vergeten worden,
omdat daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet onmiddellijk
binnen te zetten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten kunnen verdam-
pen.
Was de auto nooit als de auto in de zon heeft
gestaan of als de motorkap nog warm is: omdat
dan de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde
wijze worden gewassen als de gespoten carrosserie-
delen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien hars-
druppels bij langere inwerking de lak kunnen
beschadigen, waardoor de kans op roestvorming
wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en
zo goed mogelijk van de lak verwijderd te worden,
omdat door de agressieve bestanddelen de lak kan
beschadigen.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water. Daarom moet de auto bij voorkeur worden
gewassen op een plaats waar het afvalwater direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Page 309 of 338

308
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een
daarvoor geschikt schoonmaakmiddel. Gebruik een
schone, zachte doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de
binnenzijde van de achterruit op dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruitverwarming
niet worden beschadigd. Veeg voorzichtig in de
richting van de draden.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het
kunststof lampenglas van de koplampen geen aro-
matische producten (bijv. benzine) of ketonen (bijv.
aceton).Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij
mag de waterstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motor-
ruimte moet de contactsleutel in stand STOP staan
en de motor koud zijn. Controleer na het reinigen
of de verschillende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en niet
beschadigd zijn.
ATTENTIEGebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van de interieurdelen van de auto. De elektrostatische lading die tijdens
het reinigen door het wrijven ontstaat, kan brand veroorzaken.
Page 310 of 338

309
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking
geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuw-
resten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.),
waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzui-
ger. Voor een nog betere reiniging van de stoffen
bekleding raden wij u aan de borstel vochtig te
maken. Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van water en neutrale zeep.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen op de
normale manier te reinigen met een doek bevochtigd
met water en een neutrale zeep zonder schuurmiddel.
Voor het verwijderen van vet of hardnekkige vlekken
moeten speciale schoonmaakmiddelen zonder oplos-
middelen worden gebruikt, die geschikt zijn voor het
reinigen van kunststof en die het visuele effect en de
kleur van de componenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om
het glas van het instrumentenpaneel of andere
kunststof onderdelen schoon te maken.LEREN STUURWIEL/POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met water en
neutrale zeep. Gebruik nooit alcohol of producten
op basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt voor het rei-
nigen van de interieurdelen, moet u eerst de aan-
wijzingen op het etiket van het product lezen en
controleren of het geen alcohol en/of substanties op
basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit met speciaal
daarvoor bestemde producten, druppels op het leer
van het stuurwiel of de pookknop terechtkomen,
moeten deze onmiddellijk worden verwijderd en het
betreffende gebied met water en neutrale zeep wor-
den afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het gebruik
van mechanische diefstalbeveiligingen op het stuur-
wiel om beschadiging van de leren bekleding te
voorkomen.
ATTENTIEBewaar nooit spuitbussen in de auto: ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
worden blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze waarde oplopen.
Page 311 of 338

310
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................... 311
MOTORCODES - CARROSSERIE-
UITVOERINGEN ................................................. 313
MOTOR ................................................................ 314
BRANDSTOFSYSTEEM ....................................... 315
TRANSMISSIE ..................................................... 315
REMMEN ............................................................. 316
WIELOPHANGING .............................................. 316
STUURINRICHTING ........................................... 316
WIELEN ............................................................... 317
AFMETINGEN ..................................................... 321
PRESTATIES ........................................................ 322
GEWICHTEN ....................................................... 323
VULLINGSTABEL ............................................... 324
SMEERMIDDELEN EN VLOEISTOFFEN ........... 325
BRANDSTOFVERBRUIK ..................................... 327
CO
2-EMISSIE ....................................................... 328
Page 312 of 338

IDENTIFICATIEGEGEVENS
Wij raden u aan om nota te nemen van de identificatiegegevens. De
identificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht op plaatjes:
1 - Typeplaatje met identificatiegegevens
2 - Chassisnummer
3 - Plaatje met informatie over de carrosserielak
4 - Motorcode.
TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS
Het typeplaatje is aangebracht op de fronttraverse in de motorruimte
en bevat de volgende informatie:
A - Naam van de fabrikant.
B - Nummer typegoedkeuring.
C - Identificatiecode van het autotype.
D - Chassisnummer.
E - Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto.
F - Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto met aanhanger.
G - Max. toelaatbare voorasbelasting.
H - Max. toelaatbare achterasbelasting.
I - Motortype.
L - Code van de carrosserie-uitvoering.
M - Nummer voor onderdelen.
N - Correctiewaarde voor de uitlaatrookgasmeting (bij
dieselmotoren).
311
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
L0D0225m
L0D0226m
Page 313 of 338

CHASSISNUMMER
Het chassisnummer is ingeslagen in de bodemplaat naast de rechter
voorstoel.
Het is bereikbaar nadat het klepje in de vloerbedekking is opgetild en
bevat de volgende gegevens:
❒type van de auto;
❒oplopend productienummer.
PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE
CARROSSERIELAK
Het plaatje bevat de volgende informatie:
A - Fabrikant van de lak.
B - Kleurbenaming.
C - Kleurcode.
D - Kleurcode voor bijwerken en overspuiten.
MOTORCODE
De motorcode is in het motorblok aan de zijde van het interieur
ingeslagen en bestaat uit het motortype en een oplopend
productienummer.
312
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
L0D0228m
L0D0227m
Page 314 of 338

MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN
Uitvoeringen
1.4
8V (◊)
1.416V
1.416V Dual FuNction System
1.3 JTD
1.3 JTD Dual FuNction System
1.9 JTD
(◊) Motoruitvoering alleen voor bepaalde uitvoeringen/markten
313
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
Typecode motor
350A1000
843A1000
843A1000
188A9000
188A9000
188B2000Code van de carrosserie-uitvoering
350 AXF1A 08CL (5 zitplaatsen)
350 AXF1A 08DL (4 zitplaatsen)
350 AXA1B 07 CL (5 zitplaatsen)
350 AXA11 04 CL
350 AXBIA 01 BL
350 AXB11 05 BL
350 AXC1A 02 CL
Page 315 of 338

314
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
MOTOR
ALGEMEEN
Typecode
Cyclus
Aantal en opstelling cilinders
Aantal kleppen per cilinder
Boring en slag mm
Cilinderinhoud cm3
Compressieverhouding
Max. vermogen (EU) kW
pk
bijbehorend toerental: min-1
Max. koppel (EU) Nm
kgm
bijbehorend toerental: min-1
Bougies
Brandstof
(◊) Motoruitvoering alleen voor bepaalde uitvoeringen/markten
1.48V (◊)
350A1000
Otto
4 in lijn
2
72 x 84
1368
11±0,2
57
77
6000
115
11,7
3000
NGK ZKR7A-10
Loodvrije benzine
95 RON (specifica-
tie EN228)1.4
16V
843A1000
Otto
4 in lijn
4
72 x 84
1368
11±0,2
70
95
5800
128
13
4500
NGK DCPR7E-N-10
Loodvrije benzine
95 RON (specificatie
EN228)1.3 JTD
188A9000
Diesel
4 in lijn
4
69,6 x 82
1248
18±0,4
51
70
4000
180
18,3
1750
–
Diesel voor motor-
voertuigen (specifi-
catie EN590)1.9 JTD
188B2000
Diesel
4 in lijn
2
82 x 90,4
1910
18±1
74
100
4000
260
26,4
2000
–
Diesel voor motor-
voertuigen (specifi-
catie EN590)
Page 316 of 338

Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct worden uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in
de werking en zelfs brand veroorzaken.
(◊) Motoruitvoering alleen voor bepaalde uitvoeringen/markten
BRANDSTOFSYSTEEM
Inspuiting/ontsteking
315
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
1.48V (◊) - 1.416V
Gefaseerde sequentiële multipoint inspuiting:
geïntegreerde elektronische inspuiting/ontsteking
zonder brandstofretourleiding (returnless)1.3 JTD - 1.9 JTD
Elektronisch geregelde directe inspuiting JTD
“Common Rail” met turbocompressor
en intercooler
TRANSMISSIE
Versnellingsbak
Koppeling
Aandrijving1.4
16VDual FuNction -
1.3 JTD Dual FuNction
System
Vijf versnellingen vooruit en een
versnelling achteruit met elek-
tronisch geregeld elektrohy-
draulisch schakelmechanisme
Elektronisch bediend elektro-
hydraulisch systeem
Voor1.416V
Vijf of zes gesynchroniseerde
versnellingen vooruit en een
versnelling achteruit
Zelfstellend met koppelingspe-
daal zonder vrije slag.
Met hydraulische bediening.
Voor 1.4
8V (◊) - 1.3 JTD - 1.9 JTD
Vijf gesynchroniseerde versnel-
lingen vooruit en een versnel-
ling achteruit
Zelfstellend met koppelingspe-
daal zonder vrije slag.
Met hydraulische bediening.
Voor
Page 317 of 338

316
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
REMMEN
Voetrem:– voor
– achter
Handrem
BELANGRIJK Water, ijs en strooizout op de wegen kunnen zich afzetten op de remschijven waardoor de gewenste remvertraging iets
later wordt bereikt.1.4
8V(◊)- 1.416V- 1.3 JTD
Geventileerde schijfremmen (257 mm x 22mm)
Trommelremmen (203 mm)
Bediend met handremhefboom,
werkend op de achterwielen
WIELOPHANGING
Voor
Achter1.4
8V (◊) - 1.416V- 1.3 JTD - 1.9 JTD
Onafhankelijke wielophanging, type McPherson
Semi-onafhankelijk met via torsietraverse gekoppelde wielen
STUURINRICHTING
Type
Draaicirkel (tussen
stoepranden)m
(◊) Motoruitvoering alleen voor bepaalde uitvoeringen/markten1.3. JTD - 1.9 JTD
Tandheugelstuurhuis met elektrische stuurbekrachtiging
10,0
1.9 JTD
Geventileerde schijfremmen (284 mm x 22mm)
Trommelremmen (228 mm)
Bediend met handremhefboom, werkend op de
achterwielen