dashboard Lancia Musa 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2010Pages: 218, PDF Size: 3.72 MB
Page 28 of 218

27
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Dag
JaarMaand Voorbeeld:
VERBRUIK MENU VERLATENSNELH. LIM.INSTELLEN KLOK SENS. LICHTTRIP B
WEERGAVE KLOK INSTELLEN
INSTEL. DATUM
SLEUTEL
EENH. AFSTAND
VOL. TOETSEN
VOL. ZOEMER SERVICE
TAALTEMP. EENH.
Voorbeeld:
– +
+– – –
+ +
–
–
+
+++
–––
+ +
–
druk kort
op de knop
MODE
Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet
u kort op de knop MODEdrukken. Druk op de knop +
of–om in het menu te navigeren.
OPMERKING Als de auto rijdt is om veiligheidsredenen
alleen een beperkt menu (instellingen „Verlichting” en
„Snelheidslimiet”) toegankelijk. Als de auto stilstaat is
het uitgebreide menu toegankelijk. Bij uitvoeringen die
zijn uitgerust met het Connect Nav+ worden veel func-
ties op de display van het navigatiesysteem weergegeven.
–
+ +
–
druk kort
op de knop
MODE
Deutsch
English
Español
Italiano
Português
Français
(*) Functie wordt alleen
weergegeven als het SBR-
systeem door het Lancia
Servicenetwerk is uitgescha-
keld.
fig. 28
+
– +
–+
–
+
–
+ –
BUZZ. GORDELS
(*) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) BAG. PASS.
Page 29 of 218

28
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Snelheidslimiet (Snelh. lim.)
Met deze functie kan de snelheidsli-
miet van de auto (km/h of mph) wor-
den ingesteld. Als deze limiet wordt
overschreden, wordt de bestuurder ge-
waarschuwd (zie hoofdstuk „Lamp-
jes en berichten”).
Ga voor het instellen van de snel-
heidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODEop de
display verschijnt het opschrift
(Snelh. Lim.);
– druk op knop +of–om de snel-
heidslimiet in te schakelen (On) of uit
te schakelen (Off);Ga als volgt te werk als u de instelling
wilt annuleren:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (On);
– druk kort op de knop +; op de dis-
play knippert (Off);
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan. – als de functie al was ingeschakeld
(On), kan met de knop +of–de ge-
wenste snelheidslimiet worden inge-
steld en worden bevestigd door het in-
drukken van de knop MODE.
OPMERKING De waarde kan worden
ingesteld tussen 30 en 250 km/h of
tussen 20 en 155 mph, afhankelijk
van de ingestelde eenheid; zie de pa-
ragraaf „Meeteenheid afstand” – die
hierna is beschreven. Elke keer als
u de knop +/–indrukt, wordt de
waarde 5 eenheden verhoogd of ver-
laagd. Als u de knop +/–ingedrukt
houdt, lopen de cijfers automatisch
snel door of terug. Als u dicht bij de
juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te
drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Page 30 of 218

29
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Gevoeligheid schemersensor
instellen (Sens. licht)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid
van de schemersensor ingesteld wor-
den op drie niveaus (niveau 1 = mi-
nimum niveau, niveau 2 = middelste
niveau, niveau 3 = maximum niveau);
hoe hoger de gevoeligheid, hoe lager
de benodigde hoeveelheid buitenlicht
om de lampen in te laten schakelen.
Deze functie is standaard ingesteld op
niveau „2”.
Ga voor de gewenste instelling als
volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het eerder ingestelde
niveau;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.Trip B (Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) worden ingescha-
keld (On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf
„Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (On) of (Off), af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.Klokje instellen
(Reg. klok)
Met deze functie kunt u het klokje in-
stellen.
Ga voor het verstellen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knipperen de „uren”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op de
display knipperen de „minuten”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren.
OPMERKING Elke keer als u de knop
+of–indrukt, wordt de waarde een
eenheid verhoogd of verlaagd. Als
u de knop ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent,
stelt u de exacte waarde in door de
knop telkens in te drukken en los te
laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Page 31 of 218

30
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Portieren en achterklep
ontgrendelen (Sleutel)
Met deze functie kunt u: de voor- en
achterportieren ontgrendelen, alleen
het bestuurdersportier ontgrendelen
of alle portieren en de achterklep ont-
grendelen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display wordt „Portieren openen”,
„Bestuurdersportier openen” en „Al-
les openen” weergegeven;
– druk kort op de knop +of–om de
keuze uit te voeren. De gekozen optie
gaat knipperen;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. – druk kort op de knop MODEop de
display knippert de „maand”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert de „dag”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop +
of–indrukt, wordt de waarde een
eenheid verhoogd of verlaagd. Als
u de knop ingedrukt houdt, lopen de
cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent,
stelt u de exacte waarde in door de
knop telkens in te drukken en los te
laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan. Tijdweergave 12h/24h (Mod. Klok)
Met deze functie kan de tijdweergave
worden ingesteld op 12h of 24h.
Ga voor het verstellen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert 12h of 24h, afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Datum instellen (Inst. datum)
Met deze functie kan de datum worden
ingesteld (jaar – maand – dag).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het „jaar”;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
Page 32 of 218

31
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Meeteenheid „afstand”
(Afst. eenh.)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de afstand (km of mijl) worden
ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (km) of (mi), afhan-
kelijk van de instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (km/l) of (l/100km),
afhankelijk van de eerdere instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. Meeteenheid „verbruik”
(Verbruik)
Met deze functie kan de eenheid van
het brandstofverbruik worden inge-
steld (km/l, l/100km of mpg). Deze
eenheid is gekoppeld aan de geselec-
teerde eenheid voor de afstand (km of
mijl, zie de vorige paragraaf „Meet-
eenheid afstand”).
Als de meeteenheid afstand is inge-
steld op „km”, kan de meeteenheid
verbruik worden ingesteld op „km/l’’
of „l/100 km’’. Als de meeteenheid af-
stand is ingesteld op „mijl”, geeft de
display de hoeveelheid verbruikte
brandstof aan in „mpg”.
Page 33 of 218

32
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Volumeregeling
waarschuwingszoemer
(Vol. Buzzer)
Het volume van het akoestische sig-
naal (buzzer) dat klinkt voor het mel-
den van een storing of waarschuwing,
kan ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het „niveau” van het
ingestelde volume;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan. Taal instellen (Taal)
U kunt de taal van de display instel-
len: Italiaans, Duits, Engels, Spaans,
Frans, en Portugees.
Ga om de gewenste taal in te stellen
als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert de eerder ingestelde
„taal”;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan. Meeteenheid „temperatuur”
(Temp. eenh.)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de temperatuur (°C of °F) wor-
den ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert (°C) of (°F), afhan-
kelijk van de eerdere instelling;
– druk op de knop +of–om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Page 34 of 218

33
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Volumeregeling knoppen
(Vol. toetsen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij
het indrukken van de knoppen
MODE,+en–, kan worden ingesteld
op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert het „niveau” van het
ingestelde volume;
– druk op de knop +of–om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Herinschakeling buzzer
voor melding SBR-systeem
(Buzz. gordels)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De functie wordt alleen weergegeven
als het SBR-systeem door het Lancia
Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie
de paragraaf „SBR-systeem” in het
hoofdstuk „Veiligheid”).Onder de 200 km wordt de weergave
met kleinere intervallen weergegeven.
Zie voor het vervangen van het lucht-
filter, de motorolie en het motoroliefil-
ter bij de 1.3 Multijet-uitvoeringen het
„Onderhoudsschema” in het hoofdstuk
„Onderhoud en zorg”. De weergave is
afhankelijk van de ingestelde eenheid
in km of mijl. Als u dicht bij de vol-
gende servicebeurt bent en u de con-
tactsleutel in stand MARdraait, ver-
schijnt op de display het opschrift
„Service” gevolgd door het aantal ki-
lometers/mijlen of dagen dat resteert
tot de volgende servicebeurt. De infor-
matie van het „Geprogrammeerd on-
derhoud” wordt aangegeven in kilo-
meters (km) of mijlen (mijl) of dagen
(dd), afhankelijk van de eerstvolgende
servicebeurt. Wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk voor het uitvoeren van
de werkzaamheden van het „Onder-
houdsschema” of van het „Jaarlijks in-
spectieschema”, en voor het op nul zet-
ten van deze weergave (reset). Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kan worden weerge-
geven hoeveel kilometers of dagen nog
resteren voordat een servicebeurt
moet worden uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aan-
wijzingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op de
display knippert de afstand in km of
mijl, afhankelijk van de instelling (zie
de paragraaf „Meeteenheid afstand”);
– druk op de knop +of–voor weer-
gave van het interval in dagen;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm.
OPMERKING Het „Onderhouds-
schema” voorziet elke 20.000 km (of
het equivalent in mijl) of ieder jaar in
een servicebeurt; deze weergave ver-
schijnt automatisch als de sleutel in
standMARstaat, vanaf 2.000 km (of
het equivalent in mijl) of 30 dagen
voor de servicebeurt. De weergave
wordt elke 200 km (of het equivalent
in mijl) of om de 3 dagen weergegeven.
Page 35 of 218

34
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan
passagierszijde en de zij-airbag
voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(Airbag pass.)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagier-
sairbag worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODEen druk,
nadat op de display het bericht
(Bag pass Off) (voor uitschake-
ling) of het bericht (Bag pass On)
(voor inschakeling) is verschenen
door het indrukken van de knop-
pen+en–, druk opnieuw op de
knopMODE;
❒op de display verschijnt het be-
richt om de instelling te bevesti-
gen;
❒selecteer door het indrukken van
de knop +of–(Ja) (voor bevesti-
ging van de inschakeling/uitscha-
keling) of (Nee) (om te annule-
ren);
❒druk kort op de knop MODE; er
verschijnt een bevestiging van de
gekozen instelling en er wordt te-
ruggekeerd naar het menuscherm
of, wanneer de knop even inge-
drukt wordt gehouden, naar het
beginscherm zonder op te slaan.
MODE
MODE
MODE
– +
L0D2169g L0D2170g
L0D2171g L0D2172g
L0D2173g L0D2174gL0D2174g
L0D2175gL0D2176g
– +
– +
– +
Page 36 of 218

35
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
EDIENING
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellin-
gen uit het menuscherm worden
afgesloten.
Druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Als u de knop +indrukt, wordt te-
ruggekeerd naar het eerste menupunt
(Snelh. lim).Beide functies kunnen op nul worden
gezet (reset - begin van een nieuwe rit).
„General Trip” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
„Trip B” geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
OPMERKING De functie „Trip B”
kan worden uitgeschakeld (zie de pa-
ragraaf „Trip B”). De gegevens „Au-
tonomie” en „Huidig verbruik” kun-
nen niet op nul worden gezet. TRIP COMPUTER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Algemeen
Met de „Trip computer” kan, als de
contactsleutel in stand MARstaat, op
de display informatie worden weerge-
geven over de werking van de auto.
Deze functie bestaat uit „General
trip”, dat betrekking heeft op de hele
rit van de auto, en „Trip B”, dat be-
trekking heeft op een deeltraject. Deze
laatste functie vormt een onderdeel
(zoals is afgebeeld in fig. 30) van het
totale traject van de auto.
Page 37 of 218

36
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker
d.m.v. het indrukken van de betref-
fende knop;
– „automatisch” wanneer de „afge-
legde afstand” de waarde 9999,9 km
bereikt of wanneer de „reistijd” de
waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten)
bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld
is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op
nul zet terwijl het scherm van „Gene-
ral trip” wordt weergegeven, dan wor-
den ook de gegevens van „Trip B” op
nul gezet, terwijl bij het op nul zetten
van „Trip B ” alleen de gegevens van
„Trip B” op nul worden gezet. Reistijd
Tijd die vanaf het begin van de
nieuwe rit verstreken is.
BELANGRIJK Als er geen informatie
is, verschijnt bij alle functies op de
Tripcomputer de aanduiding „----” in
plaats van de waarde. Wanneer de nor-
male werking weer hersteld is, worden
de waarden van de functies weer op
normale wijze weergegeven. De waar-
den die voor de storing werden weer-
gegeven, worden niet op nul gezet en
er wordt geen nieuwe rit begonnen.
Bedieningsknop TRIP fig. 29
Met de knop TRIP, aan het uiteinde
van de rechter hendel, krijgt u, als de
contactsleutel in stand MARstaat,
toegang tot de hiervoor beschreven
gegevens en kunnen de gegevens op
nul worden gezet om een nieuwe rit te
beginnen:
– kort indrukken voor weergave van
de verschillende gegevens
– even ingedrukt houden voor het op
nul zetten (reset) en het beginnen van
een nieuwe rit. Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de indicatieve afstand aan die nog
met de brandstof in de tank afgelegd
kan worden; hierbij wordt er van uit ge-
gaan dat de rit wordt voortgezet met
dezelfde rijstijl. Op het display ver-
schijnt de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km
(of 30 mijl) of de brandstofvoorraad
minder is dan 4 liter;
– de auto langere tijd met draaiende
motor stilstaat.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft
afgelegd vanaf het begin van een
nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het indicatieve gemid-
delde brandstofverbruik aan vanaf
het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het
brandstofverbruik aan. Bij stilstaande
auto met draaiende motor wordt op
de display „----” weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de
auto aan afhankelijk van de totale tijd
die vanaf het begin van de nieuwe rit
is verstreken.
fig. 29L0D0026m