alarm Lancia Phedra 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2010Pages: 246, PDF Size: 3.96 MB
Page 15 of 246

14
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming te-
gen diefstal is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering
(Lancia CODE). Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel
wordt uitgenomen. In de handgreep
van de sleutels bevindt zich een elek-
tronische component, die bij het star-
ten van de motor een signaal ontvangt
via een speciale antenne. Deze an-
tenne bevindt zich in het start-/con-
tactslot. Het signaal wordt omgezet in
een gecodeerd signaal en vervolgens
aan de regeleenheid van het CODE-
systeem gezonden. Als de code wordt
herkend, maakt de regeleenheid het
starten van de motor mogelijk.DE SLEUTELS (fig. 2)
Bij de auto worden geleverd:
– twee sleutels Aals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergrende-
ling met afstandsbediening en een
elektronisch diefstalalarm.
– twee sleutels Bals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergrende-
ling met afstandsbediening, een elek-
tronisch diefstalalarm en elektronisch
bediende zijschuifdeuren.De sleutels dienen voor:
– het start-/contactslot;
– het slot in het bestuurders- en het
passagiersportier
– de afstandsbediening van de cen-
trale portiervergrendeling
– het diefstalalarm (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
– de uitschakeling van de passagier-
sairbag
– het slot van de tankdop
– het afsluiten van het dashboard-
kastje.
fig. 2
L0B0401b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 14
Page 16 of 246

15
De sleutel (fig. 3) heeft 2 druktoetsen:
A– voor het centraal vergrendelen
van de portieren, het inschakelen van
het diefstalalarm en de lokalisatie-
functie;
B– voor het centraal ontgrendelen
van de portieren en het uitschakelen
van het diefstalalarm.
Als toets Alang wordt ingedrukt,
wordt de „lokalisatiefunctie” geacti-
veerd: hierdoor gaan alle interieurver-
lichting en de richtingaanwijzers ge-
durende enige seconden branden.
Deze functie kan tot maximaal 30 me-
ter van de auto worden ingeschakeld.
De sleutel is ook voorzien van een me-
talen noodsleutel D; deze klapt uit de
handgreep als knop Cwordt ingedrukt.
Druk voor het inklappen van de me-
talen noodsleutel in de handgreep
nogmaals op knop C.Wees zeer voorzichtig bij
het indrukken van druk-
knop C, zodat de metalen
noodsleutel geen verwondingen of
beschadigingen veroorzaakt. Druk
de knop alleen in als de sleutel ver
genoeg van het lichaam (vooral de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kle-
dingstukken) is verwijderd. Laat
de sleutel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand
(dit geldt in het bijzonder voor
kinderen) per ongeluk op knop C
drukt.
fig. 3
L0B0402b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 15
Page 17 of 246

16
De sleutel (fig. 4) heeft 4 druktoetsen:
A– voor het centraal vergrendelen
van de portieren, het inschakelen van
het diefstalalarm en de lokalisatie-
functie;
B– voor het centraal ontgrendelen
van de portieren en het uitschakelen
van het diefstalalarm;
C– voor het openen/sluiten van de
rechter zijschuifdeur;
D– voor het openen/sluiten van de
linker zijschuifdeur. Als toets Alang wordt ingedrukt,
wordt de „lokalisatiefunctie” geacti-
veerd: hierdoor gaan alle interieurver-
lichting en de richtingaanwijzers ge-
durende enige seconden branden.
Deze functie kan tot maximaal 30 me-
ter van de auto worden ingeschakeld.
De sleutel is ook voorzien van een me-
talen noodsleutel F; deze klapt uit de
handgreep als knop Ewordt ingedrukt.
Druk voor het inklappen van de me-
talen noodsleutel in de handgreep
nogmaals op knop E.Wees zeer voorzichtig bij
het indrukken van druk-
knop E, zodat de metalen
noodsleutel geen verwondingen of
beschadigingen veroorzaakt. Druk
de knop alleen in als de sleutel ver
genoeg van het lichaam (vooral de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kle-
dingstukken) is verwijderd. Laat
de sleutel nooit onbeheerd achter.
Hiermee voorkomt u dat iemand
(dit geldt in het bijzonder voor
kinderen) per ongeluk op knop E
drukt.
fig. 4
L0B0403b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 16
Page 19 of 246

18
Lege batterijen zijn scha-
delijk voor het milieu. Ze
moeten in daarvoor be-
stemde containers worden gede-
poneerd Ze kunnen ook bij de
Lancia-dealer worden ingeleverd,
die vervolgens voor de afvoer zal
zorgen. Zorg ervoor dat ze niet
worden blootgesteld aan open
vuur en hoge temperaturen. Houd
ze buiten het bereik van kinderen.Omdat het diefstalalarm stroom ver-
bruikt, raden wij u aan het diefstala-
larm niet met de afstandsbediening in
te schakelen als u de auto langer dan
een maand niet denkt te gebruiken.
Zo voorkomt u dat de accu wordt uit-
geput. Vergrendel de auto door de
sleutel in het slot te verdraaien.DUPLICAATSLEUTEL
Wend u tot Lancia-dealervoor het
aanvragen van een duplicaatsleutel;
neem de CODE-card en alle sleutels
van de auto die nog in uw bezit zijn
mee.
Als tijdens het opslaan van een
nieuwe sleutelcode de reeds opgesla-
gen sleutelcodes niet opnieuw worden
ingevoerd, worden ze uit het geheugen
gewist, zodat eventueel verloren sleu-
tels niet meer gebruikt kunnen wor-
den voor het starten van de motor.
Als de auto wordt verkocht, moeten
alle sleutels en de CODE-card over-
handigd worden aan de nieuwe ei-
genaar.
fig. 6
L0B0440b
fig. 7
L0B0441b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 18
Page 20 of 246

19
WERKING
Iedere keer als u het contactslot in
standSzet, schakelt de Lancia CODE
de functies van de elektronische re-
geleenheid van de motor uit.
Als u bij het starten van de motor de
sleutel in stand Mdraait, stuurt de
Lancia CODE een code naar de re-
geleenheid van de motor. De regel-
eenheid heft, als de code wordt her-
kend, de blokkering van de functies
op. De versleutelde en variabele code
wordt door de sleutel verzonden. De
code wordt alleen verzonden als de re-
geleenheid van het systeem de code
heeft herkend via een antenne in het
start-/contactslot.
Als de code niet op de juiste wijze
wordt herkend, moet u de sleutel in
standSen vervolgens weer in stand
Mdraaien; als het lampje nog steeds
blijft branden, probeer het dan met de
andere bijgeleverde sleutel.
Als de motor nog niet aanslaat, wend
u dan tot de Lancia-dealer.BELANGRIJKElke sleutel heeft
een eigen code, die verschillend is van
alle andere, en die in de regeleenheid
van het systeem moet worden opge-
slagen. Voor het opslaan van nieuwe
sleutels moet u zich tot de Lancia-
dealerwenden. Hierbij moeten alle in
uw bezit zijnde sleutels, de CODE-
card, een identiteitsbewijs en het ken-
tekenbewijs worden meegenomen.DIEFSTALALARM
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
De auto is uitgerust met een elektro-
nisch diefstalalarm met omtrekbevei-
liging (exterieur) en bewegingsdetec-
tie (interieur). Druk op toets A(fig.
8) van de sleutel met afstandsbedie-
ning om het alarm in te schakelen.
Als het alarm wordt ingeschakeld
gaan de richtingaanwijzers knipperen
en gaat vervolgens led A(fig. 8) op
het dashboard knipperen.
Het alarm wordt niet ingescha-
keld als de portieren worden ver-
grendeld met de sleutel in het por-
tierslot. Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutel-
code de reeds opgeslagen
sleutelcodes niet opnieuw worden
ingevoerd, worden ze uit het ge-
heugen gewist, zodat eventueel
verloren of gestolen sleutels niet
meer gebruikt kunnen worden
voor het starten van de motor.
fig. 8
L0B0405b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 19
Page 21 of 246

20
Alarm activeren
De sirene schakelt in en de richting-
aanwijzers knipperen gedurende on-
geveer 30 seconden als:
– de portieren, de achterklep/kof -
ferdeksel, de motorkap of het open-
dak (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) worden geopend;
– een wijziging in de inhoud van de
auto wordt gesignaleerd (laat de rui-
ten niet open en laat geen dieren
achter in het interieur als het alarm
is ingeschakeld);
– een poging wordt ondernomen om
het diefstalalarm uit te schakelen zon-
der gebruik te maken van de af-
standsbediening.Diefstalalarm uitschakelen
Het alarm wordt uitgeschakeld als
toetsB(fig. 8) op de afstandsbedie-
ning wordt ingedrukt.
De richtingaanwijzers knipperen
snel gedurende enige seconden.
Als voor het uitschakelen het alarm
geactiveerd is geweest, knippert led A
(fig. 9) snel.Bewegingsdetectie uitschakelen
Druk als het diefstalalarm is uitge-
schakeld op toets A(fig. 10). De toets
kan bereikt worden als het portier is
geopend. Led A(fig. 9) op het dash-
board gaat continu branden.
Als vervolgens het diefstalalarm
wordt ingeschakeld, is alleen de om-
trekbeveiliging (exterieur) beschikbaar.
Als toets A(fig. 10) nogmaals wordt
ingedrukt, vindt de normale bescher-
ming van het interieur en exterieur
weer plaats.
fig. 9
L0B0450b
fig. 10
L0B0218b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 20
Page 22 of 246

21
Uitschakelen
zonder afstandsbediening
Ga hiervoor als volgt te werk:
– open het portier met de sleutel (de
sirene wordt ingeschakeld);
– zet binnen 10 seconden het start-/
contactslot in stand Men druk ver-
volgens op toets A(fig. 10); hierdoor
schakelt de sirene uit.
Als deze handeling wordt herhaald,
wordt de sirene opnieuw ingeschakeld.
PROGRAMMEREN
VAN HET SYSTEEM
Bij aflevering van de auto is het dief-
stalalarm al geprogrammeerd door de
Lancia-dealer. Raadpleeg uw Lan-
cia-dealerals het programmeren
eventueel opnieuw moet plaatsvinden.EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
BESTELLEN
Als u om welke reden dan ook een
nieuwe sleutel met afstandsbediening
nodig heeft, moet u zich tot de Lancia-
dealerwenden. Hierbij moeten alle
sleutels die nog in uw bezit zijn, de
CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen.START-/
CONTACTSLOT
De sleutel kan in het contactslot (fig.
11) in 4 verschillende standen worden
gedraaid:
S– motor uitgeschakeld, sleutel uit-
neembaar, stuurslot ingeschakeld;
M– contact aan;
D– niet vergrendelde stand voor het
starten van de motor.
fig. 11
L0B0406b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 21
Page 27 of 246

26
Beide deuren zijn voorzien van een
antibeklemmingsfunctie, die op 2 ma-
nieren werkt:
–tijdens het openen: bij een ob-
stakel stopt de deur automatisch;
–tijdens het sluiten: bij een obsta-
kel stopt de deur, wordt automatisch de
richting van de deurbeweging omge-
keerd en wordt de deur geheel geopend.
Beide manieren worden aangegeven
met een geluidssignaal.
Om de juiste werking te herstellen
moet een elektrisch bedieningssignaal
worden gegeven met de betreffende
toetsen op de afstandsbediening, op het
plafondlampje voor of op de deurstijl.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Van buitenaf
Bij gesloten portieren: steek de sleu-
tel in het bestuurdersportierslot en
verdraai de sleutel.Van binnenuit
Bij gesloten portieren: druk op toets
C(fig. 19) nabij het plafondlampje
voor. Met de knopjes van de achter-
deuren wordt uitsluitend de bijbeho-
rende deur vergrendeld.
BELANGRIJKAls een van de voor-
portieren niet goed gesloten is of als
er een storing in het systeem is, werkt
de centrale portiervergrendeling niet.
Na enige pogingen snel achter elkaar
schakelt het systeem ongeveer 20 se-
conden uit. In deze 20 seconden kun-
nen de portieren met de hand worden
ver- of ontgrendeld, zonder dat het
elektrische systeem ingrijpt. Na deze
20 seconden kan het systeem weer
normaal gebruikt worden. Als de oor-
zaak van de storing is opgelost, werkt
het systeem weer normaal. Anders
schakelt het systeem na enkele pogin-
gen opnieuw uit.
Signalering „geopend portier”
Als de motor draait en een portier is
niet gesloten, verschijnt op het display
een mededeling en klinkt een geluids-
signaal.SUPERVERGRENDELING
PORTIEREN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Druk, om de supervergrendeling van
de portieren met de afstandsbediening
in te schakelen, op toets A(fig. 8) en
vervolgens, binnen 5 seconden na de
eerste keer drukken nogmaals op de-
zelfde toets; nadat het inschakelen de
sloten is aangegeven, wordt ook de
tweede bediening aangegeven.
Om de supervergrendeling van de
portieren met de sleutel in te schake-
len, moet de sleutel in het slot wor-
den gesloten en enige seconden in de
„vergrendelstand” worden gehouden,
totdat de tweede bediening wordt
waargenomen en de werking wordt
aangegeven.
Deze manier moet worden uitge-
voerd als u het elektronische diefsta-
lalarm niet wilt inschakelen.
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:26 Pagina 26
Page 114 of 246

113
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tijdens
het rijden altijd goed ge-
sloten zijn. Controleer daarom al-
tijd of de motorkap goed vergren-
deld is. Als u tijdens het rijden
merkt dat de motorkap niet goed
is vergrendeld, stop dan onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de
juiste wijze.Let op. Als de steunstang
verkeerd geplaatst wordt,
kan de motorkap onver-
wacht dichtvallen.Sluiten van de motorkap:
– houd de motorkap met één hand
omhoog en maak met de andere hand
de steunstang los; plaats de stang in
de borging;
– laat de motorkap tot op ongeveer
20 centimeter van de motorruimte
zakken en laat vervolgens de motor-
kap vallen; controleer vervolgens door
de motorkap op te tillen, of de kap
goed is gesloten en niet alleen vastzit
aan de veiligheidsvergrendeling. Druk
in dit laatste geval de motorkap niet
dicht, maar til hem opnieuw op en
herhaal de handeling.
fig. 153
L0B110b
Voer dit alleen bij een
stilstaande auto uit.
Zorg ervoor dat sjaals,
dassen of loszittende kle-
dingstukken niet, ook niet
per ongeluk, in contact kunnen
komen met bewegende delen; de
kledingstukken kunnen worden
meegetrokken, waardoor ernstige
verwondingen kunnen ontstaan.
Wees bij het uitvoeren
van werkzaamheden in de
motorruimte extra voor-
zichtig als de motor nog warm is:
gevaar voor verbranding. Onthoud
dat bij een warme motor de aanja-
ger onverwacht kan inschakelen:
kans op verwonding. Wacht totdat
de motor is afgekoeld.
Controleer altijd of de
motorkap goed is gesloten
om te voorkomen dat deze
tijdens de rit open gaat.
Signaal „Geopende motorkap”
Het signaal „Geopende motorkap”
is alleen beschikbaar als een diefsta-
lalarm aanwezig is.
Als de motor draait en de motorkap
is niet gesloten, verschijnt op het dis-
play een mededeling en klinkt een ge-
luidssignaal.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 113
Page 152 of 246

151
– breng de bandenspanning 0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer de banden-
spanning regelmatig;
– schakel het diefstalalarm niet in;
– maak de minkabel (–) los van de
accu en controleer de acculading. Zo-
lang de auto gestald blijft, moet deze
controle iedere maand worden uitge-
voerd. Laad de accu als de onbelaste
spanning lager wordt dan 12,5 V;
– tap het koelsysteem van de motor
niet af;
– dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte kunststof hoes; het
vocht in en op de auto kan dan niet
verdampen.DE AUTO WEER
IN GEBRUIK NEMEN
Voer de volgende handelingen uit als
de auto na een lange periode van stil-
stand weer in gebruik wordt genomen:
– neem de auto aan de buitenzijde
(carrosserie) niet droog af;
– controleer visueel of lekkage heeft
plaatsgevonden (van olie, rem- en kop-
pelingsvloeistof, koelvloeistof enz.);
– vervang de motorolie en het olie-
filter;
– controleer het niveau van: rem- en
koppelingsvloeistof, motorkoelvloeistof;
– controleer het luchtfilter en ver-
vang het filter zonodig;
– controleer de bandenspanning en
controleer de banden op beschadigin-
gen, inkepingen of scheuren. Vervang
de banden zonodig;
– controleer de conditie van de aan-
drijfriemen;
– controleer de lading van de accu
en sluit de minkabel (–) aan.
NUTTIGE
ACCESSOIRES
(fig. 1)
Ongeacht de geldende wettelijke
voorschriften, verdient het aanbeve-
ling om aan boord te hebben:
– EHBO-doos met een niet-alcoho-
lische desinfecterend middel, steriele
gaasjes, verbandgaas, pleisters enz.;
– elektrische zaklamp;
– een schaar met stompe punten;
– werkhandschoenen;
– brandblusser.
De beschreven en afgebeelde voor-
werpen zijn opgenomen in het Lan-
cia Lineaccessori-programma.
fig. 1
L0B0202b
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 151