Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 31 of 324

Op het bekledingspaneel van elk van
de portieren bevindt zich een ruitbe-
diening voor het openen en sluiten
van de portierruit. De ruitbediening
werkt alleen als het contactslot in de
stand ACC of ON/RUN staat. OPMERKING:
Bij auto's die zijn uitgerust met
Uconnect Touch™, blijven de
schakelaars van de elektrisch be-
dienbare ruiten nog maximaal
10 minuten werken nadat de con-
tactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uit-
geschakeld. Deze tijd is instelbaar.
Raadpleeg "Uconnect Touch™ in-stellingen" in "Uw instrumenten-
paneel begrijpen" voor meer infor-matie.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen in een auto ach-
ter waarin zich de sleutelhouder be-
vindt. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder begeleider, kunnen klem
komen te zitten in de raamopenin-
gen door de ruitschakelaars te be-
dienen. Bij een dergelijke beknelling
kan ernstig of dodelijk letsel ont-staan.
De functie "Automatisch omlaag"
De schakelaar voor de elektrische
raambediening op het bestuur-
dersportier en, bij sommige modellen,
de schakelaars voor de elektrische
raambediening op de passagierspor-
tieren zijn uitgerust met een automa-
tische openingsfunctie. Druk de
raamschakelaar naar het tweede
drukpunt en laat de schakelaar los.
Het raam gaat automatisch helemaal
naar beneden.
Als u de ruit slechts gedeeltelijk wilt
openen, drukt u de ruitschakelaar naar het eerste klikpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u de ruit wiltstoppen.
Als u tijdens het gebruik van de auto-
matische openingsfunctie de ruit wilt
stoppen voordat deze volledig is ge-
opend, trekt u de schakelaar kort om-hoog.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging (voor bepaaldeuitvoering/markten)
Trek de raamschakelaar naar het
tweede drukpunt en laat de schake-
laar los. Het raam gaat automatisch
helemaal naar boven.
Als u tijdens het gebruik van de auto-
matische sluitfunctie het raam wilt
stoppen voordat het volledig is geslo-
ten, duwt u de schakelaar kort om-laag.
Wanneer u het raam gedeeltelijk wilt
sluiten, trekt u de raamschakelaar
naar het eerste drukpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam
wilt laten stoppen. OPMERKING:
Als het raam tijdens het automa-
tisch sluiten op een obstakel
Schakelaars voor elektrische ruitbediening
25
Page 32 of 324

stuit, wordt eerst de bewegings-
richting omgekeerd en schuift
het raam volledig open. Verwij-
der het obstakel en trek nog-
maals aan de schakelaar om het
raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken vanwege een
slecht wegdek de automatische
omkeringsfunctie onverwachts
activeren. Als dat gebeurt, trekt
u de schakelaar licht omhoog tot
aan de eerste klikstand en houdt
u de schakelaar vast om het
raam handmatig te sluiten.WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitge-
schakeld wanneer het raam bijna
gesloten is. Zorg dat alle eventuele
objecten uit de opening zijn verwij-
derd voordat u het raam sluit.
Automatische raambediening
opnieuw instellen
Als de automatische sluitingsfunctie
niet meer werkt, moet de functie mo-
gelijk worden gereset. De automati-
sche sluitingsfunctie opnieuw instel-len: 1. Trek de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omhoog tot de ruit
helemaal gesloten is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast.
2. Duw de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omlaag tot de ruit
helemaal geopend is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast. Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in
het portierpaneel aan de bestuurders-
zijde kunt u de raambediening van de
achterportieren en de zonwering ach-
ter blokkeren (voor bepaalde versies/
markten). Voor het blokkeren van de
raambedieningen en de zonwering
achter drukt u kort op de raamblok-
keerschakelaar (om deze in de stand
Omlaag te zetten). Voor het inschake-
len van de raambedieningen en de
zonwering achter drukt u kort op de
raamblokkeerschakelaar (om deze in
de stand Omhoog te zetten).
Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het akoestisch ef-
fect van helikoptergeluid. U merkt in
uw auto dit rijwindeffect soms op ter-
wijl de ramen open zijn, of wanneer
het zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) geheel of ge-
deeltelijk is geopend. Dit is normaal
en het effect kunt u tenietdoen. Als u
last heeft van rijwinddruk bij ge-
opende achterruiten, open dan zowel
de voor- als achterruiten om het effect
te verminderen. Als u rijwinddruk be-
merkt bij geopend schuifdak, verstelt
u de schuifdakopening om het effect
te verminderen.
Raamblokkeerschakelaar
26
Page 33 of 324

KOFFERRUIMTE
VERGRENDELEN ENOPENEN
Het kofferdeksel kan vanuit de auto
worden geopend door op de ontgren-
delknop voor de kofferruimte te druk-
ken. Deze bevindt zich op het instru-
mentenpaneel links naast hetstuurwiel. OPMERKING:
De transmissie moet in PARK
staan, anders werkt de knop niet.Het kofferdek-
sel kan van
buitenaf wor-
den ontgren-
deld door twee
keer binnen
vijf seconden
op de koffer-dekselknop
van de af-standsbedie-
ning te drukken, of door gebruik te
maken van de externe ontgrendel-
schakelaar aan de onderzijde van het kofferdeksel. De ontgrendelfunctie
werkt alleen als het voertuig niet is
vergrendeld.
Met het contact in de stand ON/RUN
verschijnt het symbool voor open kof-
ferbak op de instrumentengroep om
aan te geven dat de kofferruimte ge-
opend is. Nadat het kofferdeksel is
gesloten verschijnt de kilometerteller
weer.
Als het contactslot in de stand OFF
staat, blijft het symbool voor koffer-
bak open zichtbaar tot de kofferbak isgesloten.
Raadpleeg "Keyless Enter-N-Go" in
"Wat u moet weten voordat u de auto
start" voor meer informatie over be-
diening van de kofferbak met de func-
tie Passive Entry.
WAARSCHUWING KOFFERRUIMTE
WAARSCHUWING!
Zorg dat kinderen niet in de koffer-
ruimte kunnen komen. Zij mogen
niet van buitenaf naar binnen kun-
nen klimmen of zich vanuit het inte-
rieur toegang kunnen verschaffen.
Sluit het kofferdeksel altijd af wan-
neer u de auto onbeheerd achterlaat.
Eenmaal in de bagageruimte zullen
kleine kinderen niet altijd weer zelf
kunnen ontsnappen, ook niet als ze
via de achterbank waren binnenge-
komen. Kinderen die in de bagage-
ruimte vastzitten, kunnen overlijden
door verstikking of door extremehitte.
NOODONTGRENDELING KOFFERDEKSEL
Ter beveiliging is in het kofferdeksel-
slot een inwendige noodontgrendeling
ingebouwd. Mocht iemand in de ba-
gageruimte ingesloten raken, dan kan
het kofferdeksel eenvoudig worden
geopend door aan de lichtgevende
Kofferruimteont- grendelingsknop
27
Page 34 of 324

hendel te trekken die is bevestigd aan
het slotmechanisme. VEILIGHEIDSGORDEL- SYSTEMEN
Een zeer belangrijke veiligheidsvoor-
ziening in uw auto is het beveiligings-
systeem voor de inzittenden:
Driepuntsgordels voor de bestuur-der en alle passagiers
Geavanceerde frontairbags voor de bestuurder en voorpassagier
Extra knieairbag aan bestuurders- zijde Extra gordijn-zijairbags (SABIC)
voor de bestuurder en de passagiers
die naast een raam zitten
Extra zijairbags in de voorstoelen
Een krachtabsorberende stuurko- lom en stuur.
Kniebescherming/-blokkering voor inzittenden voorin (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelspanners, die de
inzittenden betere bescherming
bieden, doordat tijdens aanrijdin-
gen de door inzittenden uitgeoe-
fende krachten gecontroleerd wor-
den opgevangen.
Alle veiligheidsgordels (behalve die van de bestuurder) hebben een au-
tomatisch vergrendelintrekmecha-
nisme (ALR) dat de veiligheidsgor-
del op zijn plaats vergrendelt door
de riem helemaal uit te trekken en
vervolgens de riem op de gewenste
lengte aan te passen om een kinder- zitje te bevestigen of een groot voor-
werp op de stoel vast te maken.
Als u kinderen vervoert die te klein
zijn voor de normale veiligheidsgor-
dels, kunt u de veiligheidsgordels of
de ISOFIX-voorziening ook gebrui-
ken om baby- en kinderzitjes te be-
vestigen. Raadpleeg voor meer infor-
matie: ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-jes. OPMERKING:
Het opblaasmechanisme van de
geavanceerde voor-airbags wordt
in meerdere stadia geactiveerd. De
airbag kan zo meer of minder
krachtig worden opgeblazen, af-
hankelijk van de soort aanrijding
en de ernst ervan.
Lees de informatie in dit hoofdstuk
aandachtig door. Hier wordt uitgelegd
hoe u het gordelsysteem op de juiste
wijze gebruikt om uw passagiers en
uzelf optimaal te beschermen.
Noodontgrendeling kofferdeksel
28
Page 35 of 324

WAARSCHUWING!
Bij een ongeval bestaat het risico dat
u en uw passagiers aanmerkelijk
ernstiger letsel oplopen wanneer de
veiligheidsgordels niet op de juiste
wijze worden gedragen. U kunt in
aanraking komen met de binnen-
kant van uw auto of met andere
passagiers of u kunt uit de auto wor-
den geslingerd. Zorg altijd dat u en
uw passagiers in uw auto de auto-
gordels op de juiste wijze dragen.
Gesp de autogordel altijd aan, ook
tijdens korte ritten, ook al bent u een
ervaren bestuurder. Een andere be-
stuurder kan fouten maken en een
ongeval veroorzaken waarbij u be-
trokken raakt. Dit kan ver van huis
gebeuren, maar ook bij u in de straat.
Onderzoek heeft aangetoond dat au-
togordels levens redden en bij onge-
vallen de zwaarte van letsels kunnen
verminderen. Zeer ernstig letsel komt
voor als personen uit de auto worden
geslingerd. Autogordels voorkomen
dit en verminderen de kans op letsel
door aanraking met de binnenkant
van de auto. Iedere inzittende van een motorvoertuig hoort te allen tijde een
autogordel te dragen. Driepuntsgordels
Alle zitplaatsen in uw auto zijn uitge-
rust met heup-/schoudergordels.
Het rolmechanisme van de autogor-
dels blokkeert alleen bij plotseling
stoppen of bij een aanrijding. Daar-
door kan het schoudergedeelte van de
gordel onder normale omstandighe-
den vrij bewegen. Bij een aanrijding
blokkeert de gordel om het risico te
beperken dat u in aanraking met de
binnenzijde van de auto komt of uit de
auto wordt geslingerd.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de
bagageruimte, zowel binnen als
buiten de auto. Bij een ongeval
lopen personen in de bagage-
ruimte een groter risico op ernstig
of dodelijk letsel.
Vervoer geen personen in een
ruimte van de auto die niet is
voorzien van stoelen en autogor-dels.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Zorg dat iedereen in uw auto een
stoel heeft en de autogordel op de
juiste wijze heeft omgedaan.
Foutief gebruik van de autogordel
is gevaarlijk. Autogordels zijn zo
ontworpen dat ze over het zwaar-
dere beendergestel van het li-
chaam gedragen worden. Dit zijn
de sterkste lichaamsdelen, die het
beste de vrijkomende krachten bij
een ongeval kunnen opvangen.
Als uw autogordel niet op de juiste
plaatsen om uw lichaam sluit, kan
dit leiden tot zwaarder letsel bij
ongevallen. U kunt inwendig let-
sel oplopen of gedeeltelijk onder
de autogordel door glijden. Volg
deze instructies om uw autogordel
veilig te dragen en uw passagiers
te beschermen.
(Vervolgd)
29
Page 36 of 324

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Twee inzittenden mogen nooit te-
gelijkertijd van één enkele auto-
gordel gebruikmaken. Deze twee
personen kunnen tijdens een on-
geval met een klap tegen elkaar
komen en elkaar zo ernstig ver-
wonden. Gebruik nooit een drie-
puntsgordel of een heupgordel
voor meer dan één persoon, ook
niet samen met kleine kinderen.
Gebruiksinstructies voordriepuntsgordels
1. Stap in de auto en sluit het portier.
Ga achterover zitten en stel de voor-
stoel in.
2. De gesp van de autogordel bevindt
zich boven de rugleuning van uw
stoel. Pak de gordelgesp en trek de
autogordel uit. Schuif de gesp zo ver
als nodig is over de gordelband, zodat
de autogordel over uw heupen valt. 3. Wanneer de gordel lang genoeg is,
plaatst u de gesp in de gespsluiting tot
u een 'klik' hoort.
WAARSCHUWING!
Een autogordel waarvan de gesp
in de verkeerde sluiting is beves-
tigd, biedt onvoldoende bescher-
ming. Het heupgedeelte valt dan
mogelijk te hoog over uw lichaam,
waardoor inwendig letsel kan
worden veroorzaakt. Gesp uw au-
togordel altijd vast in de sluiting
pal naast u.
Een te losse autogordel biedt on-
voldoende bescherming. Tijdens
een noodstop kunt u te ver naar
voren bewegen, zodat er een gro-
tere kans is op letsel. Zorg dat de
autogordel nauw aansluit.
(Vervolgd)
De gesp van de driepuntsgordeluittrekkenGesp van de veiligheidsgordel in degespsluiting steken
30
Page 37 of 324

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het is gevaarlijk een autogordel
onder de arm door te dragen. Uw
lichaam kan bij een ongeval hard
in aanraking komen met het inte-
rieur van de auto, waardoor het
risico van hoofd- en nekletsel toe-
neemt. Een gordel die onder de
arm wordt gedragen, kan inwen-
dig letsel veroorzaken. De ribben-
kast is minder sterk dan de schou-
ders. Draag de gordel altijd over
uw schouder, zodat het sterkste
beendergestel van uw lichaam de
kracht absorbeert bij een aanrij-ding.
Een schoudergordel die achter uw
rug is geplaatst, biedt geen enkele
bescherming bij een ongeval. Als
u de schoudergordel niet draagt,
zult u bij een aanrijding gemakke-
lijk hoofdletsel oplopen. Het
heup- en schoudergedeelte van de
gordel behoren samen te wordengebruikt.
4. Leg de heupgordel over uw dijen,
onder de buik. Om een losse heupgor-
del strak te trekken, moet u het schou-
dergedeelte van de gordel aantrekken. Om een te strakke heupgordel losser
te maken, kantelt u de gesp en trekt u
aan de heupgordel. Een nauw aan-
sluitende autogordel verkleint het ri-
sico dat u onder de gordel doorglijdt
bij een ongeval.
WAARSCHUWING!
Een heupgordel die te hoog wordt
gedragen, kan het risico van in-
wendig letsel bij een ongeval ver-
groten. De krachten op de gordel
worden dan niet opgevangen via
de sterke heupbeenderen en het
bekken, maar via de buik. Draag
de heupgordel altijd zo laag moge-
lijk en zorg dat de gordel strak zit.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Een gedraaid zittende gordel kan
u niet de juiste bescherming bie-
den. Bij een aanrijding kan de gor-
del dan zelfs snijwonden veroor-
zaken. Controleer of de gordel
recht loopt. Als u een van de gor-
dels in uw auto niet meer recht
krijgt, dient u onmiddellijk naar
uw erkende dealer te gaan om het
euvel te laten verhelpen.
5. Haal de schoudergordel zo over uw
borstkas dat deze comfortabel zit en
niet tegen de hals rust. De rolauto-
maat spant de gordel automatischaan.
6. Om de gordel los te maken drukt u
op de rode knop op de gespsluiting.
De gordel rolt automatisch op tot de
beginpositie. Indien nodig schuift u de
gesp over de gordel zodat deze volle-
dig kan worden opgerold.
Losse gordel straktrekken
31
Page 38 of 324

WAARSCHUWING!
Een gerafelde of gedraaid zittende
gordel kan bij een ongeval scheuren,
waardoor u niet langer beschermd
bent. Controleer de autogordels van
tijd tot tijd op scheuren, rafels en
losse delen. Laat beschadigde on-
derdelen direct vervangen. Probeer
niet zelf de gordels aan te passen of
uit elkaar te halen. Autogordels
moeten na een aanrijding direct
worden vervangen als beschadigin-
gen zijn ontstaan (sluiting of gesp
verbogen, scheurtjes en rafels, enz.).
Verstelbaar ankerpuntschoudergordel
Bij de voorste zitplaatsen kan het an-
kerpunt van de schoudergordel naar
beneden of boven worden versteld,
zodat de gordel niet langer langs de
nek loopt. Druk de knop boven de
gordelband helemaal in om de veran-
kering te ontgrendelen, en schuif ver-
volgens omhoog of omlaag naar de
gewenste stand. Als u minder lang bent dan gemid-
deld, zult u een lagere stand gebrui-
ken. Als u langer bent dan gemiddeld,
zult u een hogere stand gebruiken.
Probeer na loslaten van de knop op
het ankerpunt deze nog eens op en
neer te bewegen, om zeker te zijn dat
deze stevig is vergrendeld.
Op de achterbank moet u meer naar
het midden van de stoel gaan zitten
om de gordel niet langs de nek te latenlopen.
CORRIGEREN VAN GEDRAAIDEDRIEPUNTSGORDEL
Gebruik de volgende methode om een
gedraaide driepuntsgordel te ontwar-
ren.1. Breng de gordelgesp zo dicht mo-
gelijk naar het ankerpunt toe.
2. Pak de gordelband vast op onge-
veer 15 tot 30 cm boven de gesp en
draai de gordel 180° om een vouw te
maken die direct boven de gesp be-gint.
3. Schuif de gesp naar boven over de
dubbelgevouwen gordel. Het gevou-
wen gordelgedeelte moet door de sleuf
gaan aan de bovenzijde van de gesp.
4. Schuif de gesp verder naar boven
tot het gevouwen gordelgedeelte vrij-komt. VEILIGHEIDSGORDELS OP
PASSAGIERSZITPLAATSEN
De veiligheidsgordels op de passa-
gierszitplaatsen zijn voorzien van op-
rolautomaten met automatische ver-
grendeling (ALR), die worden
gebruikt voor het veilig bevestigen
van een kinderzitje. Raadpleeg "In-
stalleren van kinderzitjes met de au-
togordel" in het hoofdstuk "Kinder-
zitjes" voor meer informatie. In
Bevestiging schoudergordel afstellen
32
Page 39 of 324

onderstaande tabel wordt het type
voorziening voor elke zitplaats ver-meld.
Be-
stuur- der Mid-
den Passa-
gier
Eerste rij N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tweede rij ALR ALR ALR
N.v.t. — Niet van toepassing
ALR — Oprolautomaat met auto- matische vergrendeling
Als de passagierszitplaats is voorzien
van een ALR en voor normale toepas-
singen wordt gebruikt:
Trek juist voldoende gordelband uit
het oprolmechanisme om het middel
van de inzittende comfortabel te kun-
nen omvatten, zonder de ALR te acti-
veren. Als de ALR toch wordt geacti-
veerd, hoort u een ratelend geluid
terwijl de gordelband wordt ingetrok-
ken. Laat in dat geval de gordelband
volledig intrekken en trek vervolgens
juist voldoende gordelband uit het op-
rolmechanisme om het middel van de
inzittende comfortabel te kunnen om- vatten. Schuif de gesp in de sluiting
totdat u een 'klik' hoort.
AUTOMATISCH BLOKKERENDOPROLMECHANISME(ALR)
Deze functie zorgt dat de schouder-
gordel automatisch in een van te vo-
ren ingestelde positie wordt vergren-
deld. De rolautomaat spant de
schoudergordel nog wel automatisch
aan. De automatische vergrendel-
functie is beschikbaar op alle passa-
gierszitplaatsen met een driepunts-
gordel. Gebruik altijd de
automatische rolvergrendeling als een
kinderzitje is aangebracht op een zit-
plaats die is voorzien van een gordel
met dit systeem. Kinderen van 12 jaar
en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt op de achterbank worden ver-
voerd.
Hoe gebruikt u de automatische rolvergrendeling
1. Gesp de driepuntsgordel vast.
2. Pak het schoudergedeelte beet en
trek omlaag tot de hele gordel volko-
men is uitgerold.
3. Laat de gordel weer terugrollen.
Terwijl de gordel terugrolt hoort u een
klikgeluid. Dit geeft aan dat de auto-
matische rolvergrendeling is geacti-
veerd.
Hoe deactiveert u de
automatische rolvergrendeling
Maak de gesp van de heup-/
schouderriem los en laat de gordel
helemaal terugrollen om zo de auto-
matische rolvergrendeling te deacti-
veren en de gewone botsingsafhanke-
lijke vergrendeling weer te activeren.
WAARSCHUWING!
Laat de gordel en de rolautomaat
vervangen als de "automatische
rolvergrendeling" of een andere
autogordelfunctie niet correct
werkt bij een controle volgens de
procedures in de werkplaatshand-leiding.
(Vervolgd)
33
Page 40 of 324

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Als u gordel en rolautomaat na-
laat te vervangen als dat nodig is,
verhoogt u de kans op letsel bijbotsingen.
GORDELSPANNERS
De veiligheidsgordels voor de beide
voorstoelen zijn voorzien van gor-
delspanners, die ervoor zorgen dat
een loszittende gordel wordt strak ge-
trokken bij een ongeval. Deze appara-
ten verbeteren de werking van de au-
togordel door ervoor te zorgen dat de
gordel al in een vroeg stadium van het
ongeval strak over het lichaam van de
inzittende komt te liggen. Gor-
delspanners werken bij alle lichaams-
afmetingen, ook voor gebruik metkinderzitjes. OPMERKING:
Een gordelspanner is geen vervan-
ging bij een slecht bevestigde auto-
gordel. De autogordel moet even-
goed strak aanliggen en op de
juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geacti-
veerd door het beschermingssysteem voor de inzittenden (ORC). Evenals
de airbags zijn ook de gordelspanners
slechts geschikt voor eenmalig ge-
bruik. Een geactiveerde gordelspan-
ner of airbag dient onmiddellijk te
worden vervangen. ACTIEF MOTORKAPSYSTEEM
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het actieve motorkapsysteem is be-
doeld om de bescherming van voet-
gangers te verhogen door de motor-
kap van de auto omhoog te laten
springen bij een aanrijding van een
voetganger of voorwerp. Het systeem
wordt automatisch geactiveerd wan-
neer de auto binnen een gespecifi-
ceerd snelheidsbereik rijdt. Het sys-
teem moet een verscheidenheid aan
voetgangers kunnen detecteren,
waardoor het ook mogelijk is dat an-
dere aangereden voorwerpen het ac-
tieve motorkapsysteem in werkingstellen.
Sensoren en regeleenheden vooractivering
Het beschermingssysteem voor inzit-
tenden (ORC) bepaalt of de actuato-
ren moeten worden geactiveerd bij
een frontale aanrijding. Op basis van
de signalen van de botsingsensoren
bepaalt het beschermingssysteem
voor de inzittenden (ORC) wanneer
de actuatoren geactiveerd worden. De
botsingsensoren bevinden zich bij de
voorbumper.
Het beschermingssysteem voor de in-
zittenden (ORC) bewaakt de gereed-
heid van de elektronische onderdelen
van het actieve motorkapsysteem
wanneer de contactschakelaar in de
stand START of ON/RUN staat. Als
de sleutel in de stand LOCK, in de
stand ACC, of niet op contact staat, is
het actieve motorkapsysteem niet in-
geschakeld en zal de actieve motor-
kap niet geactiveerd worden.
Het beschermingssysteem voor de in-
zittenden (ORC) beschikt over een re-
servevoeding, waardoor de actuato-
ren ook geactiveerd kunnen worden
wanneer de accu leeg is of is losgekop-peld.
34