Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 21 of 324

OPMERKING:
Als de Sentry Key® startonderbre-
ker moet worden gerepareerd,
dient u alle sleutelhouders van de
auto mee te brengen naar de er-
kende dealer. NIEUWE SLEUTELHOUDERS
LATEN PROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-
afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende
dealer.
Algemene informatie
De Sentry Key® werkt op een draag-
golffrequentie van 433,92 MHz. Het
startblokkeersysteem met Sentry
Key® wordt gebruikt in de volgende
Europese landen die Richtlijn 1999/
5/EG hanteren: België, Denemarken,
Duitsland, Finland, Frankrijk, Grie-
kenland, GrootBrittannië, Honga-
rije, Ierland, Italië, Joegoslavië,
Luxemburg, Nederland, Noorwegen,
Oostenrijk, Polen, Portugal, Roeme-
nië, Rusland, Slovenië, Spanje, Tsje-
chië, Zweden en Zwitserland.De apparatuur moet voldoen aan de
volgende voorwaarden:
De apparatuur mag geen hinder-
lijke storingen veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen storingen kunnen verwer-
ken, ook storingen die een foutieve
werking kunnen veroorzaken.
ALARMSYSTEEM (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Het alarmsysteem bewaakt de portie-
ren en de achterklep op ongeoorloofd
openen en de Keyless Enter-N-Go
Start/Stop-knop op onbevoegd ge-
bruik. Als het alarmsysteem is inge-
schakeld, zijn de schakelaars van de
portiersloten en de kofferklep uitge-
schakeld. Als het alarm door iets
wordt geactiveerd, geeft het alarmsys-
teem de volgende geluids- en lichtsig-
nalen: de claxon klinkt, de parkeer-
lichten en/of richtingaanwijzers
knipperen en het controlelampje van
het alarmsysteem op het instrumen-
tenpaneel knippert. SYSTEEM OPNIEUW ACTIVEREN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem (VSA) de claxon na 29 secon-
den uit. Na nog eens 31 seconden
worden ook alle visuele signalen uit-
geschakeld, waarna het alarmsysteem
zichzelf weer activeert.
SYSTEEM ACTIVEREN
Volg deze stappen voor het inschake-
len van het alarmsysteem:
1. Verwijder de sleutel uit het con-
tactslot (raadpleeg "Startprocedures"
in "Starten en rijden" voor meer in-formatie).
Controleer bij voertuigen die zijn
uitgerust met Keyless Enter-N-Go,
dat het contactslot in de stand "OFF"staat.
Controleer bij voertuigen die niet
zijn uitgerust met Keyless Enter-N-
Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat en dat de sleutel is ver-
wijderd uit het contactslot.
15
Page 22 of 324

2. Sluit het voertuig af op een van de
volgende manieren:
Druk op de vergrendeltoets LOCK
van de portiervergrendeling aan de
binnenzijde terwijl de bestuurders-
en/of passagiersdeur open staat.
Druk op de vergrendeltoets LOCK
van de Passive Entry-handgreep aan
de buitenzijde, terwijl een sleutelhou-
der zich ook aan buitenzijde bevindt
(raadpleeg "Keyless Enter-N-Go" in
"Uw auto" voor meer informatie).
Druk op de afstandsbediening
(RKE) de vergrendeltoets LOCK in.
3. Sluit eventueel openstaande por-
tieren.
HET SYSTEEM DEACTIVEREN
Het voertuigbeveiligingsalarm kan op
de volgende manieren worden uitge-schakeld:
Druk op de afstandsbediening(RKE) de vergrendeltoets UN-
LOCK in.
Pak de Passive Entry Unlock- deurgreep vast (voor bepaalde
versies/markten, zie "Keyless Enter-N-Go" in "Wat u moet weten
voordat u de auto start" voor meerinformatie).
Draai de contactsleutel uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust metKeyless Enter-N-Go, drukt u op
de toets Start/stop van de
Keyless Enter-N-Go (hiertoe
dient minimaal één geldige sleu-
telhouder aanwezig te zijn in hetvoertuig).
Als uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N-Go, steekt u een
geldige sleutel in de contactscha-
kelaar en draait u de sleutel in de
stand ON.
OPMERKING:
Het beveiligingsalarmsysteem kan niet worden in- of uitge-
schakeld via de slotcilinder van
het bestuurdersportier of de kof-
ferdekselknop op de afstands-bediening.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet ontgrendelen met de schake-
laars voor de portiervergrende-ling.
Het beveiligingsalarmsysteem is ont-
worpen om uw auto te beveiligen,
maar u kunt ook omstandigheden
veroorzaken die onbedoeld zorgen
voor vals alarm. Als een van de eerder
beschreven procedures voor het acti-
veren van de waakfunctie is uitge-
voerd, zal het alarmsysteem worden
ingeschakeld, ongeacht of u zich in de
auto bevindt. Als u in de auto blijft en
een portier opent, gaat het alarm af.
Als deze situatie zich voordoet, scha-
kelt u het alarmsysteem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in
de waakfunctie staat en de accu wordt
losgekoppeld, blijft het beveiligings-
alarm in de waakfunctie wanneer de
accu weer wordt aangesloten; de bui-
tenlampen knipperen, de claxon geeft
een geluidsignaal. Als deze situatie
zich voordoet, schakelt u het alarm-
systeem uit.
16
Page 23 of 324

INSTAPVERLICHTING
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De interieurverlichting gaat aan wan-
neer u de afstandsbediening gebruikt
voor het ontgrendelen of openen van
de portieren of de achterklep.
Deze functie schakelt ook de nade-
ringsverlichting in de buitenspiegels
in (voor bepaalde uitvoeringen/
markten). Raadpleeg "Spiegels" in
"De functies van uw auto begrijpen"
voor meer informatie.
De verlichting gaat na circa 30 secon-
den langzaam uit of dooft onmiddel-
lijk als het contactslot van de stand
OFF in de stand ON/RUN wordt ge-zet. OPMERKING:
De interieurverlichting vooraanin de dakconsole en de deurver-
lichting gaan niet aan als de
dimmerknop in de stand Dome
ON (Interieurverlichting aan)
staat (hoogste stand).
De instapverlichting werkt niet als de dimmerknop in de stand "Dome defeat" (opheffen) staat
(de laagste stand).
AFSTANDSBEDIENING
Met behulp van het afstandsbedie-
ningssysteem kunt u tot een afstand
van ongeveer 10 m de portieren ver-
grendelen en ontgrendelen, de koffer-
bak openen of het paniekalarm acti-
veren met de sleutelhouder en
afstandsbediening. De afstandsbedie-
ning hoeft niet naar het voertuig te
wijzen om het systeem te activeren. OPMERKING:
Vanaf een rijsnelheid van 8 km/u
reageert het systeem op geen en-
kele knop van de afstandsbedie-
ning meer. PORTIEREN ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
toets op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal bin-
nen vijf seconden om alle portieren te
ontgrendelen. De richtingaanwijzers
knipperen om aan te geven dat het
ontgrendelsignaal is ontvangen. De
verlichting van de instapfunctie scha-
kelt ook in.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" onder
"Zaken die u moet weten voordat u de
motor start".
Remote Key Unlock, Driver
Door/All First Press -
Bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk opontgrendeltoetsafstandsbediening
Deze functie biedt u de keuze om het
systeem zodanig te programmeren dat
na de eerste druk op de ontgrendel-
toets op de afstandsbediening uitslui-
tend het bestuurdersportier of alle
Sleutelhouder met afstandsbediening
17
Page 24 of 324

portieren worden ontgrendeld. Raad-
pleeg om de actuele instellingen te
veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie.
Lichten knipperen bij vergrendelen
Bij deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met de
afstandsbediening. Deze functie kunt
u in- of uitschakelen. Raadpleeg om
de actuele instellingen te veranderen
"Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw instrumentenpaneel begrijpen"
voor meer informatie.
Koplampen aan bij ontgrendelen
met afstandsbediening
Bij deze functie schakelen de koplam-
pen gedurende 90 seconden in zodra u
de portieren ontgrendelt met de af-
standsbediening. De tijd van deze
functie kan worden geprogrammeerdbijauto's met Uconnect Touch™.
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. PORTIEREN VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat
het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" onder
"Zaken die u moet weten voordat u de
motor start". KOFFERDEKSEL ONTGRENDELEN
Druk tweemaal binnen vijf seconden
op de kofferdekselknop op de af-
standsbediening om de kofferbak te
ontgrendelen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" onder
"Zaken die u moet weten voordat u de
motor start".
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGENPROGRAMMEREN
Sleutelhouders of RKE-
afstandsbedieningen kunnen worden
geprogrammeerd door een erkende
dealer.
VERVANGING BATTERIJ
AFSTANDSBEDIENING
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen. OPMERKING:
Materiaal uit perchloraat — kan
speciale behandeling vereisen.
Accu's kunnen gevaarlijke stof-
fen bevatten. Voer ze af in over-
eenstemming met de milieu-
voorschriften en plaatselijk
geldende voorschriften.
Raak de batterijaansluiting op de achterzijde en de printplaat
niet aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de
mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de afstandsbediening
met uw duim opzij te schuiven en
18
Page 25 of 324

vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel of een platte schroevendraaier,
maat 2, in de sleuf en wrik de twee
helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de af-
dichting tijdens het openen niet be-schadigt.
3. Verwijder de batterij door het dek-
sel aan de achterzijde te draaien (bat-
terij naar beneden gekeerd). Tik met
de afstandsbediening op een stevig
oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang de batterij. Let bij het vervangen
van de batterij op dat het + teken opde batterij overeenkomt met het +
teken aan de binnenzijde van de bat-
terijhouder op de achterste afdekking.
Raak de nieuwe batterij niet met uw
vingers aan. Door vettigheid op de
huid kan de werking verslechteren.
Als u een batterij hebt aangeraakt,
maakt u deze schoon met een kleine
hoeveelheid reinigingsalcohol.
4. Om de sleutelhouder weer te slui-
ten drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatie
De afstandsbediening en signaalont-
vangers werken op een draaggolffre-
quentie van 433,92 MHz, zoals is
voorgeschreven in de EU. Deze appa-
ratuur moet zijn gecertificeerd con-
form de specifieke regelgeving in elk
land. Er gelden twee normen: ETS
(European Telecommunication
Standard) 300–220, van toepassing
in de meeste landen, en de Duitse
richtlijn BZT 225Z125, die steunt op
de norm ETC 300–220, maar daar-naast nog enkele specifieke bepalin-
gen heeft. De overige bepalingen wor-
den vermeld in de Europese Richtlijn
95/56/EC, Bijlage VI. De apparatuur
moet voldoen aan de volgende voor-
waarden:
De apparatuur mag geen hinder-
lijke storingen veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen storingen kunnen verwer-
ken, inclusief storingen die kunnen
leiden tot een foutieve werking.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan het volgende.
1. De batterij in de afstandsbediening
is leeg. De verwachte levensduur van
de batterij bedraagt minimaal drie
jaar.
2. De nabijheid tot radiozendappara-
tuur als een zendmast, een luchtha-
venzender en sommige mobiele ra-
dio's of 27 MC zendapparatuur.
19
Page 26 of 324

PORTIERVERGRENDELINGHANDMATIGE
PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen,
drukt u de portiervergrendelknop op
ieder bekledingspaneel omlaag. Als u
de voorportieren wilt ontgrendelen,
trekt u de binnenhandgreep in de eer-
ste klikstand. Als u de achterportieren
wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledings-
paneel omhoog.
Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, is het
portier vergrendeld. Zorg daarom dat
de sleutelhouder niet binnen in de
auto is voordat u het portier dichtdoet.
WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid enbeveiliging in geval van een onge-
luk moet u de portieren tijdens het
rijden vergrendelen en wanneer u
het voertuig parkeert en verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder
bij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten autohebben.
Kinderen zonder toezicht in een
auto achterlaten is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinde-
ren of derden kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen oplopen.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de versnellingspook mogen ko-men.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren vindt u een knop voor
elektrische portiervergrendeling. Met
deze schakelaar kunt u de portieren
vergrendelen en ontgrendelen.
Portiervergrendelknop
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
20
Page 27 of 324

De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met het
Keyless Enter-N-Go (Passive Entry)
systeem. Raadpleeg voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start".
Wanneer u op de schakelaar van de
portiervergrendeling drukt als het
contact in de stand ACC of ON/RUN
staat en een voorportier is geopend,
zal de centrale portiervergrendeling
niet werken. Hierdoor wordt voorko-
men dat u per ongeluk de sleutelhou-
der achterlaat in de auto. De centrale
portiervergrendeling wordt weer in-
geschakeld door het contact naar de
stand OFF te draaien of het portier te
sluiten. Als een portier is geopend en
het contact staat in de stand ACC of
ON/RUN, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren de sleutel-
houder te verwijderen. Automatische
portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling
is standaard uitgeschakeld. Wanneer
deze ingeschakeld is, worden de por-tieren automatisch vergrendeld als de
rijsnelheid hoger is dan 24 km/u. De
automatische portiervergrendeling
kan door de erkende dealer in of bui-
ten werking worden gesteld op schrif-
telijk verzoek van de klant. Bezoek uw
erkende servicedealer.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrende-
ling worden de portieren automatisch
ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en
de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL
of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. OPMERKING:
Gebruik de functie voor het auto-
matisch ontgrendelen van portie-
ren in overeenstemming met de
plaatselijke geldende wettelijkevoorschriften.
KINDERSLOTEN —
ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinde-
ren die meerijden op de achterste zit-
plaatsen, zijn de achterportieren uit-
gerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel in het slot en draai de sleutel
naar de stand LOCK (vergrendelen)
of UNLOCK (ontgrendelen).
21
Page 28 of 324

3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het
andere achterportier.WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand
in de auto wordt opgesloten. Vergeet
niet dat u de achterportieren uitslui-
tend vanaf de buitenzijde kunt ope-
nen wanneer het kinderslot is geac-
tiveerd.
OPMERKING:
Ga als volgt te werk om de auto bij
noodgevallen ook vanaf de achter-
ste zitplaatsen te kunnen verlaten
terwijl het kinderslot is geacti-
veerd: trek de portiervergrendel-
knop met de hand omhoog naar de
ontgrendelde stand, doe het raam
omlaag en open het portier via debuitenhandgreep. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt ver-
beteringen ten opzichte van het sys-
teem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-
Go. Met deze functie kunt u de portie-
ren van uw auto vergrendelen en ont-
grendelen zonder dat u op de
afstandbediening de vergrendel- en
ontgrendelknoppen hoeft in te druk-ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/
uit) worden geprogrammeerd,
raadpleeg voor meer informatie
"Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen".
Als u handschoenen draagt of als de portierhandgreep met
Passive Entry is natgeregend, is
het mogelijk dat de handgreep
minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbediening of
Passive Entry en er wordt bin-
nen 60 seconden geen portier ge- opend, worden de portieren
weer vergrendeld en wordt (voor
bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem in-geschakeld.
Ontgrendelen vanaf debestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurderspor-
tier en pak deze handgreep vast om
het bestuurdersportier automatisch te
ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van de portieren zal
omhoog komen wanneer het portier
wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één
Functie kinderslot
Handgreep van het
bestuurdersportier vastpakken
22
Page 29 of 324

keer drukken) is geprogram-
meerd, zullen alle portieren ont-
grendelen wanneer u de hand-
greep van het bestuurdersportier
vasthoudt. Raadpleeg voor het kie-
zen tussen "Unlock Driver Door
1st Press" en "Unlock All Doors 1st
Press", "Uconnect Touch™ instel-
lingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer infor-matie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbe-
diening met Passive Entry binnen
1,5 m van de handgreep van het voor-
ste passagiersportier en pak deze
handgreep vast om alle vier portieren
automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van
de portieren zal omhoog komen wan-
neer het portier wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld
wanneer de handgreep van het
voorste passagiersportier wordt
vastgepakt, ongeacht de gewenste
ontgrendelinstelling van het be-
stuurdersportier ("Unlock DriverDoor 1st Press" (ontgrendel alle
portieren na één keer drukken) of
"Unlock All Doors 1st Press" (ont-
grendel alle portieren na één keerdrukken)).
Onbedoeld vergrendelen van
afstandsbediening met Passive
Entry in de auto voorkomen
Om te voorkomen dat een afstandsbe-
diening met Passive Entry onbedoeld
wordt ingesloten in de auto, is het
Passive Entry-systeem uitgerust met
een automatische portierontgrende-
lingsfunctie, die in werking treedt
wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
Als een van de autoportieren is ge-
opend en de portierpaneelschakelaar
wordt gebruikt om de auto te vergren-
delen, zal het voertuigsysteem, na het
sluiten van alle portieren, controleren
of er binnen of buiten de auto geldige
afstandsbedieningen met Passive En-
try aanwezig zijn. Als een van af-
standsbedieningen met Passive Entry
wordt gedetecteerd binnen de auto en
er geen andere geldige afstandsbedie-
ning met Passive Entry wordt gede-
tecteerd buiten de auto, ontgrendelt
het Passive Entry-systeem automa-
tisch alle portieren en zal er drie keer
een claxonsignaal klinken (bij de
derde poging worden ALLE portieren
vergrendeld en kan de afstandsbedie-
ning met Passive Entry worden inge-
sloten in de auto). OPMERKING:
De portieren worden alleen ont-
grendeld als zij zijn vergrendeld
met de portierpaneelschakelaar,
als een geldige afstandsbediening
met Passive Entry in het voertuig
wordt gedetecteerd en er geen gel-
dige afstandsbediening met Pas-
sive Entry buiten het voertuig
wordt gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de
volgende omstandigheden:
De portieren zijn vergrendeld
met de afstandsbediening.
De portieren zijn vergrendeld via de vergrendelknop op de
Passive Entry-portierhandgrepen.
De portieren zijn handmatig vergrendeld met de portierver-grendelknoppen.
23
Page 30 of 324

Er bevindt zich een geldige Pas-sive Entry-afstandsbediening
buiten het voertuig en binnen
1,5 m van één van de PassiveEntry-portiergrepen.
U heeft drie keer geprobeerd de portieren te vergrendelen via de
portierpaneelschakelaar en ver-
volgens de deuren te sluiten.
Kofferruimte openen
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1 m van het
kofferdeksel en druk op de toets aan
de rechterzijde van het derde remlicht
dat zich op het kofferdeksel bevindt. OPMERKING:
Als u per ongeluk de afstandsbe-
diening met Passive Entry in de
kofferruimte hebt laten liggen en
probeert het kofferdeksel te slui-
ten, zal het kofferdeksel automa-
tisch ontgrendelen, tenzij een van
de andere afstandsbedieningen
met Passive Entry zich buiten de
auto op een afstand van 1,0 m van
het kofferdeksel bevindt.
Portieren vergrendelen
Houd een van de afstandsbedieningen
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurders- of
passagiersportier en druk op de knop
LOCK van de handgreep om alle vier
portieren en de achterklep te vergren-delen.OPMERKING:
Nadat u de knop LOCK hebt in-
gedrukt, moet u twee seconden
wachten voordat u de portieren
kunt vergrendelen of ontgrende-
len met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze
kunt u controleren door aan de
portiergreep te trekken of de
auto is vergrendeld, zonder dat
de auto reageert en de portierenontgrendelt.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de batterij van de af-
standsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld met de toets LOCK toets op
de afstandsbediening of de vergren-
delknop aan de binnenzijde van de
portieren. RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN
Met de ruitbediening aan het bestuur-
dersportier kunt u alle portierruitenbedienen.
Toets Passive Entry kofferdeksel
Vergrendelknop op de buitenhandgreep
24